NL2029051B1

NL2029051B1 - Drainage block with improved stability

Info

Publication number: NL2029051B1
Application number: NL2029051A
Authority: NL
Inventors: Mughal Aroen
Original assignee: Hill Innovations B V
Priority date: 2021-08-25
Filing date: 2021-08-25
Publication date: 2023-03-15
Also published as: EP4392613A1; WO2023025732A1

Claims

Conclusies

1. Een drainage blok voor gebruik als bestrating of als onderconstructie voor stedelijke ruimtes, waarbij het drainage blok een hoogte definieert in een verticale richting, een breedte in een transversale richting en een lengte in een lang richting van het drainage block en een veelheid van betonnen drainage blokelementen omvat, elk omvattend een plaat, omvattend een bovenvlak en twee langsvlakken, die zich uitstrekken in een horizontale richting van het drainage blokelement, een basis, omvattend een ondervlak en twee langsvlakken, die zich uitstrekken in een horizontale richting van het drainage blokelement, en ten minste één stam, die de plaat en de basis constructioneel verbindt, waarbij de ten minste ene stam een dwarsdoorsnedegebied heeft die kleiner is dan een dwarsdoorsnedegebied van de plaat en van de basis, met elke dwarsdoorsnedegebied genomen langs een horizontaal vlak, zodanig dat een open ruimte bestaat tussen de plaat en de basis voor het houden van een volume van water, waarbij een lengte van elke drainage blokelement kleiner is dan een hoogte daarvan, en waarbij het drainage blok bestaat uit een veelheid van drainage blokelementen die bijeengehouden worden door ten minste één verbindingselement, waarbij de veelheid van drainage blokelementen met de respectieve platen en bases op één lijn met elkaar zijn geplaatst en via het ten minste ene verbindingselement aan elkaar worden bevestigt.

2. Het drainage blok volgens conclusie 1, waarbij elke van de veelheid van drainage blokelementen een hoogte van ten minste 300 mm, bij voorkeur ten minste 900 mm, heeft, en een lengte tussen 100 mm en 400 mm.

3. Het drainage blok volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten minste twee verbindingselementen zijn voorzien, gepositioneerd op ten minste twee verschillende hoogteposities langs de hoogte van de veelheid van drainage blokelementen, bij voorkeur waarbij een eerste hoogtepositie is gepositioneerd op de plaat en een tweede hoogtepositie is gepositioneerd op de basis.

4. Het drainage blok volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de ten minste één verbindingselementen alle van de veelheid van drainage blokelementen aan elkaar bevestigt.

5. Het drainage blok volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene verbindingselement een band omvat, die een gesloten lus vormt, die zich om de veelheid van drainage blokelementen uitstrekt in een horizontaal vlak.

6. Het drainage blok volgens conclusie 5, waarbij elk van de veelheid van drainage blokelementen een gleuf of uitsparing omvat waardoorheen de band zich uitstrekt.

7. Het drainage blok volgens één van conclusies 1 — 5, waarbij het ten minste ene verbindingselement een trekstang omvat en waarbij elk van de veelheid van drainage blokelementen is voorzien van een doorgaande opening waardoorheen de trekstang zich uitstrekt.

8. Het drainage blok volgens conclusie 7, waarbij de trekstang is voorzien van één of meer afstandsringen, waarvan elke is aangebracht op de stang tussen een respectief paar aangrenzende drainage blokelementen.

9. Het drainage blok volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij alle van de drainage blokelementen identiek aan elkaar zijn.

10. Het drainage blok volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de veelheid van drainage blokelementen verder een veelheid van afstandsprojecties omvat, voor het aanhouden van een afstand tussen het genoemde drainage blokelement en een verder drainage blokelement.

11. Het drainage blok volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk drainage blokelement ten minste twee stammen heeft, waarbij een opening is gevormd die wordt begrensd door de twee stammen, de basis en de plaat en waarbij de openingen in elk drainage blokelement op één lijn zijn geplaatst.

12. Het drainage blok volgens conclusie 11, waarbij de openingen in de drainage blokelementen op één lijn geplaatst zijn zodat een toegangsopening is gevormd met afmetingen waardoor een persoon kan passeren.

13. Een drainage blokelement voor het vormen van een drainage blok volgens één van de voorgaande conclusies.

14. Een methode voor het vervaardingen van een drainage blok voor gebruik als bestrating of als onderconstructie voor stedelijke ruimtes, omvattend het gieten van een veelheid van betonnen drainage blokelementen, die elk een hoogte van ten minste 300 mm, bij voorkeur ten minste 900 mm, hebben, een breedte van ten minste 300 mm en een lengte tussen 100 mm en 400 mm, en een plaat en een basis omvatten die elk twee langsvlakken hebben die zich in de breedte uitstrekken, en ten minste één stam die de plaat en basis constructioneel met elkaar verbinden, waarbij de ten minste ene stam een dwarsdoorsnedegebied heeft dat kleiner is dan een dwarsdoorsnedegebied van de plaat en van de basis; en het met elkaar verbinden van de veelheid van drainage blokelementen, zodanig dat de veelheid van drainage blokelementen met de respectieve platen en bases op één lijn zijn gepositioneerd zodat een drainage blok is gevormd.

15. De methode volgens conclusie 14, waarbij de stap van het met elkaar verbinden van de veelheid van drainage blokelementen in dezelfde productiefaciliteit wordt uitgevoerd waar de stap van het gieten van de veelheid van betonnen drainage blokelementen wordt uitgevoerd.

16. De methode volgens conclusie 14 of 15, waarbij elk van de veelheid van drainage blokelementen is voorzien van een uitsparing of doorgaande opening in een locatie die hetzelfde is voor elk van de veelheid van drainage blokelementen , en waarbij de stap van het met elkaar verbinden van de veelheid van drainage blokelementen het verlengen van een bevestigingselement door of rond de genoemde uitsparing of doorgaande opening van elk van de veelheid van drainage blokelementen omvat.

17. De methode volgens conclusie 16, waarbij het verbindingselement één van een band of trekstang is.

18. Een methode om een dempende bestrating of onderconstructie voor een stedelijke ruimte aan te brengen, omvattend het verstrekken van ten minste één drainage blok volgens één van conclusies 1 — 12 of vervaardigd volgens de methode van één van conclusies 14 — 17; het voorbereiden van een grondoppervlak voor het ontvangen van het ten minste ene drainage blok; en het laten zakken van het ten minste ene drainage blok op het grondoppervlak.

19. Een dempende bestrating of onderconstructie, omvattend een veelheid van drainageblokken volgens één van conclusies 1 tot en met 12.

20. Een dempende bestrating of onderconstructie, volgens conclusie 19, omvattende openingen tussen de basis en de plaat van de respectieve drainage blokelementen die zijn uitgelijnd om toegangsopeningen te vormen met afmetingen die voldoende zijn voor een persoon om te passeren.