NL2027712B1 - Stelkozijnsysteem - Google Patents
Stelkozijnsysteem Download PDFInfo
- Publication number
- NL2027712B1 NL2027712B1 NL2027712A NL2027712A NL2027712B1 NL 2027712 B1 NL2027712 B1 NL 2027712B1 NL 2027712 A NL2027712 A NL 2027712A NL 2027712 A NL2027712 A NL 2027712A NL 2027712 B1 NL2027712 B1 NL 2027712B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- frame system
- abutment surfaces
- anchor
- adjustable frame
- facade
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B1/00—Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
- E06B1/003—Cavity wall closers; Fastening door or window frames in cavity walls
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Finishing Walls (AREA)
Abstract
De uitvinding verschaft een stelkozijnsysteem voor het plaatsen van een montagekozijn in een gevel van een bouwwerk, omvattende - meerdere ankersamenstellen van kunststof materiaal, - eerste verbindingselementen waarmee de ankersamenstellen aan een gevelelement van de gevel zijn bevestigd, - een stelkozijn van geëxtrudeerd kunststof materiaal, - tweede verbindingselementen waarmee het stelkozijn aan de ankersamenstellen zijn bevestigd, waarbij elke ankersamenstel een eerste aanligvlak heeft dat klemmend tegen het gevelelement aanligt en een tweede aanligvlak heeft dat zich haaks op het eerste aanligvlak en het gevelelement uitstrekt, en waarbij het stelkozijn derde aanligvlakken heeft die in dwarsdoorsnede klemmend aanliggen tegen tweede aanligvlakken van de ankersamenstellen.
Description
Korte aanduiding: Stelkozijnsysteem Beschrijving: De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stelkozijnsysteem voor het plaatsen van een montagekozijn in een gevel van een bouwwerk.
Ten behoeve van het plaatsen van een montagekozijn, zoals een doorkozijn of een raamkozijn al dan niet met eventuele ramen er al in en al dan niet met draaiende delen, is het bekend om gebruik te maken van een stelkozijn.
Een dergelijk stelkozijn wordt althans in hoofdzaak gevormd door een kader van houten balken.
De bevestiging van het montagekozijn, die bijvoorbeeld eveneens van hout of van aluminium of kunststof is, aan de gevel wordt dan via het stelkozijn gerealiseerd.
Het is daarbij bekend om eerst het stelkozijn aan de gevel te bevestigen en daarna het montagekozijn aan het stelkozijn te bevestigen.
Het is ook bekend om alternatief eerst het montagekozijn aan het stelkozijn te bevestigen en daarna het stelkozijn, met daaraan dus het montagekozijn reeds bevestigd, aan de gevel te bevestigen.
De bevestiging van het stelkozijn aan de gevel vindt plaats met behulp van en via metalen ankers.
Toepassing van het stelkozijn biedt het voordeel dat aldus het montagekozijn met een grote mate van nauwkeurigheid aan de gevel kan worden bevestigd.
Aan de toepassing van houten stelkozijnen kleeft een aantal bezwaren.
Zo is de vervaardiging van houten stelkozijnen arbeidsintensief, mede doordat verschillende bewerkingen zoals verlijming, zagen en verven bij de vervaardiging nodig zijn.
Daarnaast is de isolatiewaarde van hout beperkt.
Mede vanwege bovengenoemde bezwaren is het ook bekend om gebruik te maken van stelkozijnen van kunststof alhoewel dergelijke stelkozijnen nog geen brede toepassing vinden.
Een kunststof stelkozijn, of althans de profielen van kunststof waarmee dergelijke stelkozijnen worden gevormd, wordt namelijk door de firma Recystel uit Zwaag op de markt aangeboden waarbij de profielen worden aangeduid met de aanduiding R-2010. Dit profiel is van gerecycled polyvinylchloride (PVC) vervaardigd en heeft in dwarsdoorsnede de vorm van een rechthoekige driehoek waarbij de rechte zijden van de driekhoeksvorm met respectievelijke uitsteekdelen uitsteken voorbij de aansluiting van de schuine zijde van de driekhoeksvorm op de respectievelijke rechte zijden van de driekhoeksvorm.
Recystel omschrijft dat het stelkozijn rechtstreeks tegen het binnenblad van een gevel wordt bevestigd middels bouten die zich door boringen in één van de twee voornoemde uitsteekdelen heen tot in het binnenblad uitstrekt. Het betreffende uitsteekdeel strekt zich daarbij evenwijdig aan het binnenblad uit. De bevestiging van het montagekozijn vindt plaats ter plaatse van en tegen het andere uitsteekdeel. Ook aan dit bekende stelkozijn van kunststof kleven bezwaren welke met name gerelateerd zijn aan de beperkte constructieve sterkte er van. Zo zal bevestiging van het stelkozijn niet alleen aan het binnenblad maar ook aan het buitenblad van een gevel noodzakelijk zijn. Dit stelt onder andere eisen aan de constructieve sterkte van het buitenblad. Daarnaast zijn de stelkozijnen niet verstelbaar vanaf de binnenmuur waar ze juist strak tegen aan dienen te worden bevestigd. Genoemde bezwaren staat brede toepassing in de weg.
De onderhavige uitvinding beoogt, al dan niet in voorkeurs- uitvoeringsvormen van de uitvinding, een verbetering te bieden voor bovengenoemde bezwaren. Hiertoe verschaft de uitvinding een stelkozijnsysteem volgens conclusie 1. Door gebruik te maken van kunststof ankersamenstellen is het mogelijk om het stelkozijn op een robuuste wijze aan een gevel te bevestigen waarbij het kunststof materiaal het optreden van koudebrug verschijnselen voorkomt of althans beperkt. Dankzij de gekozen minimale grootte van de aanliglengte kan bovendien het montagekozijn op stevige wijze via het stelkozijn aan een gevel worden bevestigd.
De stevigheid waarmee het stelkozijn aan een gevel kan worden bevestigd is er met name bij gebaat indien de afmeting van de tweede aanligvlakken gezien in een richting haaks op het gevelelement is gelegen tussen 50 % en 200 %, bij voorkeur tussen 65 % en 150 %, bij verdere voorkeur tussen 80 % en 125 %, van de afmeting van de derde aanligvlakken (81) eveneens gezien in een richting haaks op het gevelelement.
Eveneens uit oogpunt van het streven naar een hoge stevigheid kan het de voorkeur genieten dat de afmeting van de derde aanligvlakken gezien in een richting haaks op het gevelelement ten minste 100 mm is.
Niet alleen de stevigheid maar ook de isolatiewaarde van het stelkozijnsysteem kan worden verbeterd indien het stelkozijn binnenwanden omvat die ten minste mede inwendige kamers begrenzen. De binnenwanden kunnen tevens met voordeel worden gebruikt voor aangrijping door schroeven voor noodzakelijke verbindingen.
De maatregel dat voor elke ankersamenstel de tweede verbindingselementen in ten minste één rij van elk ten minste twee verbindingselementen zijn opgesteld welke ten minste ene rij zich, bij toepassing van het stelkozijnsysteem, loodrecht op het vlak van het gevelelement uitstrekt, kan een verdere bijdrage leveren aan de stevigheid van het stelkozijnsysteem.
Bij toepassing van het stelkozijnsysteem kan het verder de voorkeur genieten dat het stelkozijnsysteem derde verbindingselementen omvat waarmee het montagekozijn aan het stelkozijn is bevestigd en die zich elk door twee buitenwanden en /of binnenwanden van het stelkozijn uitstrekken.
Om een stelkozijn en de ankersamenstellen eenvoudig en snel op een correcte wijze onderling te kunnen positioneren alvorens deze onderling te verbinden kan het de voorkeur genieten dat één van de tweede aanligvlakken enerzijds en de derde aanligvlakken anderzijds zijn voorzien van ten minste één uitstekend deel en de ander van de tweede aanligvlakken enerzijds en de derde aanligvlakken anderzijds zijn voorzien van ten minste één uitsparing waarbij ten minste één uitstekend deel passend is opgenomen in een uitsparing.
Om een aantal mogelijke onderlinge positioneringen van het stelkozijn en de ankersamenstellen mogelijk te maken, bijvoorbeeld om aldus toepasbaar te zijn bij verschillende spouwdieptes, kan het verder de voorkeur genieten dat één van de tweede aanligvlakken enerzijds en de derde aanligvlakken anderzijds zijn voorzien van ten minste twee uitstekende delen en/of de ander van de tweede aanligvlakken enerzijds en de derde aanligvlakken anderzijds zijn voorzien van ten minste twee uitsparingen.
Een in gebruik praktische uitvoeringsvorm wordt verkregen indien het ten minste ene uitstekende deel een rib omvat en de ten minste ene uitsparing een groef omvat, waarbij in een verdere uitvoeringsvorm, bij toepassing van het stelkozijnsysteem, de rib en de groef zich evenwijdig aan het gevelelement uitstrekken.
Voor de afvoer van (hemel)water kan het verder de voorkeur genieten dat de ten minste ene uitsparing blind is en de diepte van de ten minste ene uitsparing groter is dan de hoogte van het ten minste ene uitstekende deel. De uitsparing kan aldus als afvoergoot voor het water dienen.
Productietechnisch kan het voordelen bieden indien de tweede aanligvlakken zijn voorzien van ten minste één uitstekend deel, bij voorkeur van alle uitstekende delen, en de derde aanligvlakken zijn voorzien van ten minste één uitsparing, bij voorkeur van alle uitsparingen.
Bij toepassing van het stelkozijnsysteem kan het tevens voordelig zijn indien het stelkozijn vrij is van direct contact met het gevelelement. Aldus kan worden bewerkstelligd dat onnauwkeurigheden in de maatvoering van het gevelelement ook leiden tot onnauwkeurigheden voor wat betreft de positionering van het stelkozijnsysteem.
De mogelijkheid om het stelkozijnsysteem nauwkeurig te kunnen positioneren kan er tevens bij gebaat zijn indien het stelkozijnsysteem verder vierde verbindingselementen omvat en elk ankersamenstel paren van een eerste ankerelement en een tweede ankerelement omvat die onderling middels ten minste één vierde verbindingselement met elkaar zijn verbonden, waarbij elk eerste aanligvlak deel uitmaakt van een eerste ankerelement en elk eerste ankerelement een vierde aanligvlak heeft, en waarbij elk tweede aanligvlak deel uitmaakt van een tweede ankerelement en elk tweede ankerelement een vijfde aanligvlak heeft dat zich evenwijdig uitstrekt aan het bijbehorende tweede aanligvlak en de vierde aanligvlakken en vijfde aanligvlakken klemmend tegen elkaar zijn gelegen.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van de omschrijving van een mogelijke, niet beperkend voor de uitvinding te interpreteren, uitvoeringsvorm van een stelkozijnsysteem volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren: Figuur 1 toont in explosie-weergave en in isometrisch aanzicht een ankersamenstel en een profiel deel uitmakend van een stelkozijn; Figuren 2 tot en met 4 tonen in horizontale dwarsdoorsnededrie achtereenvolgende fasen tijdens toepassing van het stelkozijnsysteem.
Figuur 1 toont een ankersamenstel 1 omvattende een eerste ankerelement 11 en een tweede ankerelement 12, alsmede een doorgesneden deel van een profiel 21 van een stelkozijn 22. Het stelkozijn 22 bestaat feitelijk uit een rechthoekig raamwerk dat is gevormd van vier profiellengtes zoals van profiel 21. De profiellengtes zijn op hun uiteinden onder 45 graden afgezaagd en onderling met elkaar verbonden, bijvoorbeeld met behulp van een spiegellas machine zo als dat bekend is bij kunststof montagekozijnen. Zowel het ankersamenstel 1 als het profiel 21 zijn van kunststof vervaardigd, bijvoorbeeld van polyvinylchloride (PVC), bij voorkeur van gerecycled PVC.
Het eerste ankerelement 11 omvat een rechthoekige eerste wand 31 en 5 een haaks daarop aansluitende rechthoekige tweede wand 32. De betreffende aansluiting is ter plaatse van respectievelijke omtreksranden van de rechthoekige vormen van de respectievelijke wanden 31 en 32. De eerste wand 31 en de tweede wand 32 zijn ca 8 tot 12 mm dik en onderling verder verbonden via twee, zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende trekstripdelen 33, 34 die met uiteinden daarvan aansluiten op de eerste wand 31 en de tweede wand 32. In zij-aanzicht vormen de eerste wand 31, de tweede wand 32 en de trekstripdelen 33, 34 een rechthoekige driehoek. Het eerste ankerelement 11 omvat verder voor elk trekstripdeel 33, 34 een schoorstripdeel 35, 36 die elk met één uiteinde aansluit op het midden van het bijbehorende trekstripdeel 33, 34 en met het andere uiteinde aansluit op de het gebied waar de eerste wand 31 en de tweede wand 32 direct op elkaar aansluiten.
De respectievelijke van de trekstripdelen 33, 34 afgekeerde zijden van de eerste wand 31 en de tweede wand 32 vormen aanligvlakken 37, 38 waarvan de functie navolgend nog nader zal worden toegelicht. In het gebied tussen de twee trekstripdelen 33, 34 is in de eerste wand een vierkant gat 41 en een sleufgat 42 voorzien en in de tweede wand twee sleufgaten 43, 44. Sleufgat 42 strekt zich loodrecht op de tweede wand 32 uit terwijl sleufgaten 43, 44 zich loodrecht op de eerste wand 31 uitstrekken. Het eerste ankerelement 11 kan bijvoorbeeld zijn geproduceerd als extrusie-profiel dat op lengte is gezaagd en waarbij het gebied tussen de trekstripdelen 33, 34 en tussen de schoorstripdelen 35, 36 is weg gefreesd.
Alternatief zou het eerste ankerelement 11 ook kunnen zijn vervaardigd door deze 3D te printen van een geschikt kunststof materiaal of middels spuitgieten.
Het tweede ankerelement 12 omvat een plaat 51 met eenzelfde dikte als wanden 31, 32, van welke plaat 51 de in figuur 1 naar het eerste ankerelement 11 gekeerde zijde een aanligvlak 52 en de van het eerste ankerelement 11 afgekeerde zijde een aanligvlak 53 vormen. Op het aanligvlak 53 zijn twee evenwijdige ribben 54, 55 gevormd die zich over de volledige lengte van het aanligvlak 53 uitstrekken. In wand 51 zijn twee ronde gaten 56 voorzien die zijn uitgelijnd met gaten 43, 44. De ronde gaten 56 zijn inwendig voorzien van schroefdraad. Daarnaast zijn, uitgelijnd met ongeveer de middens van de breedtes van de trekstripdelen 33, 34, twee rijen van drie gaten 57 in wand 51 voorzien. Het respectievelijke middelste gat 57 van de twee rijen is tussen de ribben 54, 55 voorzien.
Het profiel 21 omvat een blokvormig deel 61 en een uitstekend deel 62.
Alternatief is het ook mogelijk om een profiel toe te passen zonder een uitstekend deel
62. Het uitstekende deel 62 heeft verder geen constructieve functie maar kan afhankelijk van het type montagekozijn waarvoor het stelkozijnsysteem wordt toegepast nuttig zijn.
Het blokvormig deel 61 wordt althans in hoofdzaak gevormd door vier rechte wanden 71, 72, 73 en 74 en enkele schuine wand 75 die ter plaatse van langsranden daarvan op elkaar aansluiten en de blokvorm bepalen. Inwendig is het blokvormig deel 61 ook voorzien van twee binnenwanden 76, 77 die evenwijdig aan elkaar en aan (buiten)wanden 71 en 73 verlopen. De diktes van de wanden 71 tot en met 77 is gelegen tussen 4 en 6 mm. Verder is het blokvormig deel 61 inwendig nog voorzien van drie verstijvingswanden 78 die zich evenwijdig aan wanden 72 en 74 uitstrekken, van een verstijvingswand 79 tussen de twee binnenwanden 76, 77 en van diverse verstijvingswanden 80 die zich onder een hoek van circa 45 graden ten opzichte van de wanden 78, 79 uitstrekken. De diktes van de verstijvingswanden 78 tot en met 80 is gelegen tussen 0,5 en 2 mm. Tussen de wanden 71 tot en met 80 zijn kamers 65 gevormd die de isolerende werking van het profiel 21 bevorderen.
De buitenzijde van de wand 71 vormt een aanligvlak 81. In e wand 71 is een drietal groeven 82, 83, 84 voorzien die zich evenwijdig aan elkaar en op onderling gelijke afstand uitstrekken. Die onderlinge afstand is gelijk aan de onderling afstand tussen ribben 54 en 55. De diepte van de groeven 82, 83, 84 is groter dan de hoogte van de ribben 54, 55 en de breedte van de ribben 54, 55 is net kleiner dan de breedte van de groeven 81 zodat de ribben 54, 55 nauwsluitend in de groeven 82, 83, 84 passen waarbij de aanligvlakken 81 en 53 tegen elkaar aan liggen. Zoals ook zichtbaar in figuur 3 zijn de afmetingen van de aanligvlakken 81 en 53 gezien in een richting loodrecht op gevelelement 92 aan elkaar gelijk.
Figuur 2 toont een eerste fase tijdens de toepassing van een stelkozijnsysteem zoals voorgaand reeds deels toegelicht aan de hand van de omschrijving van figuur 1. Het eerste ankerelement 11 is met behulp van een bout 91 in het binnenblad 92 van een nog onvolledige gevel, bevestigd. Bout 91 strekt zich uit door sleufgat 42 waarbij de lengte van sleufgat 42 speelruimte biedt om het eerste ankerelement 11 op een gewenste positie tegen het binnenblad 92 te bevestigen. Het binnenblad 92 is bijvoorbeeld van beton of kalkzandsteen. Aanligvlak 37 ligt tegen binnenblad 92 aan en aanligvlak 38 strekt zich daar loodrecht op uit.
Nadat het eerste ankerelement 11 met bout 91 op een gewenste positie tegen het binnenblad 92 is bevestigd wordt deze positie geborgd met behulp van een tweede bout 93 die zich door gat 41 heen in het binnenblad 92 uitstrekt zoals in figuur 3 is weergegeven. Tevens toont figuur 3 dat zowel het tweede ankerelement 12 als, via dat tweede ankerelement 12, het profiel 21 van het stelkozijn 22 aan het eerste ankerelement 11 is bevestigd. Hiertoe zijn in eerste instantie het tweede ankerelement 21 en het profiel 21 aan elkaar bevestigd. Feitelijk gaat het overigens om een aantal tweede ankerelementen 21 die op regelmatige afstand van elkaar, bijvoorbeeld om de 40 tot 80 cm, aan het profiel 21 zijn bevestigd. Voor ieder tweede ankerelement 12 is ook een eerste ankerelement 11 aan het binnenblad 92 bevestigd. De onderlinge verbinding van het profiel 21 met de tweede ankerelementen 12 geschiedt met behulp van schroeven 94 die door gaten 57 heen zelf tappend tot in het profiel 21 zijn geschroefd, meer specifiek door (buiten)wand 71 en binnenwand 76 heen. De koppen van schroeven 94 zijn verzonken in plaat 51. De twee ribben 54, 55 strekken zich daarbij uit in de groeven 83 en 84. Aanligvlak 53 ligt daarbij met vrijwel haar volledige oppervlak aan tegen aanligvlak 81. Tussen wand 72 en het binnenblad 92 is er sprake van een spleet 95 die afgedicht is met afdichtstrip 96. Bij een alternatieve werkwijze is het ook denkbaar om eerst de ankersamenstellen aan het stelkozijn te bevestigen en daarna pas de combinatie van de ankersamenstellen 1 en het stelkozijn 22 tegen het binnenblad 92 te bevestigen. Het is dan ook mogelijk dat het montagekozijn, al dan niet al beglaasd, aan het stelkozijn is bevestigd alhoewel dan het risico wel groter is dat montagekozijn tijdens de bouw beschadigt, bijvoorbeeld tijdens het metselen van het buitenblad van de gevel.
Bij een alternatieve positionering, die bijvoorbeeld toegepast zou kunnen worden bij een gevel met een diepere spouw, zouden de ribben 54, 55 zich ook kunnen uitstrekken in groeven 82 en 83 of zou rib 55 zich kunnen uitstrekken in groef 82 terwijl rib 54 dan aan de buitenzijde van wand 72 is gelegen. Spleet 95 zou logischerwijs dan breder zijn en het stelkozijn 22 komt dan op grotere afstand van het binnenblad 92 te liggen. Zelfs in de laatstgenoemde positie ligt aanligvlak 53 met meer dan 50 % van haar oppervlak aan tegen aanligvlak 81 waardoor een robuuste verbinding kan worden gerealiseerd.
De bevestiging van de combinatie van het profiel 21 met daaraan bevestigd een aantal tweede ankerelementen 12 aan een even groot aantal eerste ankerelementen 11 die al aan het binnenblad 92 zijn bevestigd vindt vervolgens plaats met behulp van bouten 97 die door sleufgaten 43, 44 heen in de schroefdraden van gaten 55, 56 zijn geschroefd. Aldus komen de respectievelijke aanligvlakken 38 klemmend aan te liggen tegen respectievelijke aanligvlakken 52. Figuur 3 toont verder dat aan de buitenzijde van het stelkozijn isolatiemateriaal 101 is aangebracht tegen het binnenblad 92 in de toekomstige spouw van de gevel. Tegen het isolatiemateriaal 101 en de buitenzijde van het profiel 22 van het stelkozijn is bovendien een dampdichte plakfolie 102 aangebracht. Op het uitstekende deel 62 van het profiel 22 is een zwarte kunststof coating 103 voorzien om visuele redenen. Met behulp van schroeven 104 is bovendien ook nog een, op zich ten minste qua principe bekende, montageveer 105 tegen de binnenzijde van het profiel 21 bevestigd.
Figuur 4 ten slotte laat zien dat ook het buitenblad 110, bijvoorbeeld van gemetselde bakstenen, van de gevel is aangebracht welke (nagenoeg) aanligt tegen het uitstekende deel 62 van het profiel 22. Tussen het uitstekende deel 82 en het profiel 22 is een afdichtstrip 111 voorzien. In figuur 4 is verder getoond dat een op zich bekend kunststof montagekozijn 120 onder andere met behulp van de montageveer 105 tegen de binnenzijde van het stelkozijn is bevestig door deze op regelmatige tussenafstanden langs de omtrek van het stelkozijn met behulp van schroeven 121 tegen het stelkozijn te schroeven. De schroeven 121 strekken zich daarbij zelf tappend uit door (buiten)wand 73 en binnenwand 77 van het profiel 21.
Alhoewel de uitvinding hier is omschreven voor het plaatsen van een montagekozijn van kunststof, leent de uitvinding zich ook voor het plaatsen van montagekozijnen van hout of aluminium.
Claims (14)
1. Stelkozijnsysteem voor het plaatsen van een montagekozijn in een gevel van een bouwwerk, omvattende - meerdere ankersamenstellen (1) van kunststof materiaal, - eerste verbindingselementen (91, 93) waarmee de ankersamenstellen aan een gevelelement (92) van de gevel zijn bevestigd, - een stelkozijn (22) van geëxtrudeerd kunststof materiaal, - tweede verbindingselementen (94) waarmee het stelkozijn aan de ankersamenstellen zijn bevestigd, waarbij elke ankersamenstel een eerste aanligvlak (37) heeft dat klemmend tegen het gevelelement aanligt en een tweede aanligvlak (53) heeft dat zich haaks op het eerste aanligvlak en het gevelelement uitstrekt, en waarbij het stelkozijn derde aanligvlakken (81) heeft die in dwarsdoorsnede klemmend aanliggen tegen tweede aanligvlakken { 53) van de ankersamenstellen.
2. Stelkozijnsysteem volgens conclusie 1, waarbij de afmeting van de tweede aanligvlakken (53) gezien in een richting haaks op het gevelelement is gelegen tussen 50 % en 200 %, bij voorkeur tussen 65 % en 150 %, bij verdere voorkeur tussen 80 % en 125 %, van de afmeting van de derde aanligvlakken (81) eveneens gezien in een richting haaks op het gevelelement.
3. Stelkozijnsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afmeting van de derde aanligvlakken (81) gezien in een richting haaks op het gevelelement ten minste 100 mm is.
4. Stelkozijnsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het stelkozijn binnenwanden (76, 77, 78, 79, 80) omvat die ten minste mede inwendige kamers (65) begrenzen.
5. Stelkozijnsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij voor elke ankersamenstel de tweede verbindingselementen in ten minste één rij van elk ten minste twee verbindingselementen zijn opgesteld welke ten minste ene rij zich, bij toepassing van het stelkozijnsysteem, loodrecht op het vlak van het gevelelement uitstrekt.
6. Stelkozijnsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het stelkozijnsysteem derde verbindingselementen (94) omvat waarmee, bij toepassing van het stelkozijnsysteem, het montagekozijn aan het stelkozijn is bevestigd en die zich elk door twee buitenwanden (71, 73) en /of binnenwanden (78, 77) van het stelkozijn uitstrekken.
7. Stelkozijnsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij één van de tweede aanligvlakken enerzijds en de derde aanligvlakken anderzijds zijn voorzien van ten minste één uitstekend deel (54, 55) en de ander van de tweede aanligvlakken enerzijds en de derde aanligvlakken anderzijds zijn voorzien van ten minste één uitsparing (82, 83, 84) waarbij ten minste één uitstekend deel passend is opgenomen in een uitsparing.
8. Stelkozijnsysteem volgens conclusie 7, waarbij één van de tweede aanligvlakken enerzijds en de derde aanligvlakken anderzijds zijn voorzien van ten minste twee uitstekende delen en/of de ander van de tweede aanligvlakken enerzijds en de derde aanligvlakken anderzijds zijn voorzien van ten minste twee uitsparingen.
9. Stelkozijnsysteem volgens conclusie 7 of 8, waarbij het ten minste ene uitstekende deel een rib omvat en de ten minste ene uitsparing een groef omvat.
10. Stelkozijnsysteem volgens conclusie 9, waarbij de rib en de groef zich evenwijdig aan het gevelelement uitstrekken.
11. Stelkozijnsysteem volgens conclusie 7, 8, 9 of 10, waarbij de ten minste ene uitsparing blind is en de diepte van de ten minste ene uitsparing groter is dan de hoogte van het ten minste ene uitstekende deel.
12. Stelkozijnsysteem volgens één van de conclusies 6 tot en met 11, waarbij de tweede aanligvlakken zijn voorzien van ten minste één uitstekend deel, bij voorkeur van alle uitstekende delen, en de derde aanligvlakken zijn voorzien van ten minste één uitsparing, bij voorkeur van alle uitsparingen.
13. Stelkozijnsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het stelkozijn vrij is van direct contact met het gevelelement.
14. Stelkozijnsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het stelkozijnsysteem verder vierde verbindingselementen (97) omvat en elk ankersamenstel (1) paren van een eerste ankerelement (11) en een tweede ankerelement (12) omvat die onderling middels ten minste één vierde verbindingselement (97) met elkaar zijn verbonden, waarbij elk eerste aanligvlak (37) deel uitmaakt van een eerste ankerelement (11) en elk eerste ankerelement een vierde aanligvlak (38) heeft, en waarbij elk tweede aanligvlak (53) deel uitmaakt van een tweede ankerelement (12) en elk tweede ankerelement (12) een vijfde aanligvlak (52) heeft dat zich evenwijdig uitstrekt aan het bijbehorende tweede aanligvlak {53) en de vierde aanligvlakken (38) en vijfde aanligvlakken (52) klemmend tegen elkaar zijn gelegen.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2027712A NL2027712B1 (nl) | 2021-03-05 | 2021-03-05 | Stelkozijnsysteem |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2027712A NL2027712B1 (nl) | 2021-03-05 | 2021-03-05 | Stelkozijnsysteem |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2027712B1 true NL2027712B1 (nl) | 2022-09-23 |
Family
ID=75439409
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2027712A NL2027712B1 (nl) | 2021-03-05 | 2021-03-05 | Stelkozijnsysteem |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2027712B1 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE19944350A1 (de) * | 1999-09-16 | 2001-03-22 | Huels Troisdorf | Blendrahmenprofil für Fenster für zweischalige Mauerwerke |
WO2017048144A1 (en) * | 2015-09-17 | 2017-03-23 | "Ergo Plus" Sp. Z.O.O. | Profile for the fastening and thermal insulation system of windows, doors and facades |
US20200408029A1 (en) * | 2019-06-27 | 2020-12-31 | Advanced Architectural Products, Llc | Structural windowsill assembly |
-
2021
- 2021-03-05 NL NL2027712A patent/NL2027712B1/nl active
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE19944350A1 (de) * | 1999-09-16 | 2001-03-22 | Huels Troisdorf | Blendrahmenprofil für Fenster für zweischalige Mauerwerke |
WO2017048144A1 (en) * | 2015-09-17 | 2017-03-23 | "Ergo Plus" Sp. Z.O.O. | Profile for the fastening and thermal insulation system of windows, doors and facades |
US20200408029A1 (en) * | 2019-06-27 | 2020-12-31 | Advanced Architectural Products, Llc | Structural windowsill assembly |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
"KUNSTOF STELKOZIJN TE BEWERKEN ALS HOUT GERECYCLED PVC", BOUWWERELD, REED BUSINESS INFORMATION, DOETINCHEM, NL, no. 19, 4 October 1999 (1999-10-04), pages 40 - 42, XP000958452, ISSN: 0026-5942 * |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4453363A (en) | Structural element bar for buildings, or the like | |
US11773588B2 (en) | Toggle insert for receiving a toggle assembly in a steel curtain wall structure | |
US3579939A (en) | Frame structure for glass or solid panel walls | |
NL2027712B1 (nl) | Stelkozijnsysteem | |
US20170130463A1 (en) | Structural wall panel system | |
US9926736B2 (en) | Adjustable door frame | |
EP2102442A1 (en) | System of snap in extruded aluminium profiles for assembling aluminium modular board and process for assembling aluminium modular board | |
RU2563109C1 (ru) | Оконная рама фасадного блока | |
EP3150790A1 (en) | Method of joinery fitting and the set of joinery fitting elements | |
RU2296848C2 (ru) | Узел соединения фасадных профилей | |
US3207479A (en) | Railing structure | |
NL8502508A (nl) | Gevelconstructie. | |
AU2013200458A1 (en) | A modular building frame panel | |
BE1026521B1 (nl) | Wandopbouwsysteem voor een overkapping | |
BE835354A (nl) | Montagekozijn, in het bijzonder voor een binnendeur | |
BE1029672B1 (nl) | Inbouwen van een raam of deur in een opening van het gebouw | |
NL2001824C2 (nl) | Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren. | |
US20060107608A1 (en) | Adaptable door frame apparatus | |
NL8300110A (nl) | Frameelementen voor ramen, deuren of andere frameconstructies. | |
NL8701564A (nl) | Gevelpaneel. | |
JP3031854B2 (ja) | 乾式塀 | |
EP0931901A2 (en) | A frame construction such as a window frame, a facade construction or the like | |
NL9302246A (nl) | Gevelconstructie, alsmede gebouw voorzien van de gevelconstructie en bouwelement toepasbaar in de gevelconstructie. | |
JP2002201864A (ja) | 外張断熱工法における窓枠の取付方法及び外額縁 | |
KR200360560Y1 (ko) | 창틀골재의 모서리 결합장치 |