NL8300110A - Frameelementen voor ramen, deuren of andere frameconstructies. - Google Patents

Frameelementen voor ramen, deuren of andere frameconstructies. Download PDF

Info

Publication number
NL8300110A
NL8300110A NL8300110A NL8300110A NL8300110A NL 8300110 A NL8300110 A NL 8300110A NL 8300110 A NL8300110 A NL 8300110A NL 8300110 A NL8300110 A NL 8300110A NL 8300110 A NL8300110 A NL 8300110A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
parts
frame
cover
element according
flange
Prior art date
Application number
NL8300110A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Whiting Richard A
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Whiting Richard A filed Critical Whiting Richard A
Publication of NL8300110A publication Critical patent/NL8300110A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/96Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings
    • E06B3/964Corner joints or edge joints for windows, doors, or the like frames or wings using separate connection pieces, e.g. T-connection pieces
    • E06B3/9642Butt type joints with at least one frame member cut off square; T-shape joints
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/04Wing frames not characterised by the manner of movement
    • E06B3/263Frames with special provision for insulation
    • E06B3/26343Frames with special provision for insulation with two or more separate insulating zones alternating with metal section members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/04Wing frames not characterised by the manner of movement
    • E06B3/263Frames with special provision for insulation
    • E06B3/26301Frames with special provision for insulation with prefabricated insulating strips between two metal section members
    • E06B3/26305Connection details
    • E06B3/26307Insulating strips and metal section members both having L-shaped ribs, the engagement being made by a movement transversal to the plane of the strips
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/04Wing frames not characterised by the manner of movement
    • E06B3/263Frames with special provision for insulation
    • E06B3/26336Frames with special provision for insulation with two metal frame members having interpenetrating or overlapping parts when mounted

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Securing Of Glass Panes Or The Like (AREA)
  • Wing Frames And Configurations (AREA)
  • Door And Window Frames Mounted To Openings (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Description

Η & C i 1 W 6012-1 Ned.dB/LdB ^ *
Korte aanduiding: Frameelementen voor ramen, deuren of andere framecon-structies.
De uitvinding heeft betrekking op frameelementen voor ramen, deuren of 5 andere frameconstructies en betreft in het bijzonder, maar niet uitsluitend, door extrusie gevormde frameelementen.
Normaal moeten deze frameelementen of de hoofddelen daarvan in hoofdzaak rechthoekig in algemene doorsnede zijn, waarbij één of de beide zijranden van het element zijn gevormd met een ruitsponning voor 10 de plaatsing van de cmtreksrand van een glasplaat, een dubbele beglazings-samenstel of een andere plaat, die in het frame moet worden bevestigd.
Door deze in hoofdzaak rechthoekige algemene doorsnedevorm is het tot nu toe nodig geacht tenminste het hoofddeel van het frameelement te extruderen in de een of andere vorm van een doosprofiel, zodat de 15 tegenover elkaar liggende vlakken van het doosprofiel het binnenvlak en het buitenvlak van het frameelement verschaffen. Dergelijke doosprofielen zijn echter duurder in de fabricage dan massieve profielen en daar het doosprofiel zelf normaal zowel het zichtbare binnen- eri buitenvlak van het frameelement vertegenwoordigt, moet het ook een aanvaardbare 20 afwerking hebben. Een eventueel op het doosprofiel aangebrachte bekleding, zoals verf of een bekleding van kunststof of ander materiaal, moet een buitenkwaliteit hebben teneinde geschikte bescherming voor het buitenvlak van het frame te verzekeren. Dit betekent echter dat dan het binnenvlak van het profiel een hogere kwaliteit van afwerking krijgt dan 25 werkelijk nodig is.
Doordat verder moeilijk toegang tot het inwendige van het doosprofiel is te verkrijgen zijn ingewikkelde inrichtingen nodig, welke insnijdingen en voxmgevingen op bepaalde punten van het doosprofiel omvatten om andere onderdelen te bevestigen, bijvoorbeeld verdere dwarse 30 frameelementen, aan het frameelement. De noodzakelijke bekwaamheid, die daarvoor nodig is, leidt tot hoge arbeidskosten bij de montage van frames uit de frameelementen en bij het plaatsen van de frames.
Wanneer het nodig is een warmte-barriêre in het frameelement op te nemen, maakt dit de dwarsdoorsnedevorm nog ingewikkelder, tengevolge 35 van de bekende praktijk de warmtebarriêre aan te brengen door het vullen van een kanaal in het profiel met een hardhaar kunststofmateriaal, bijvoorbeeld kunsthars, waarna het lijf van het ü-profiel door verspanende bewerking wordt weggenomen, zodat dan de kunsthars de enige verbinding vormt tussen de beide delen van het profiel.
40 De onderhavige uitvinding beoogt het verschaffen van een frame- 8300110 » 4 V , » - 2 - element zonder de genoemde nadelen.
Volgens de uitvinding wordt een langwerpig frameelement verschaft, dat geschikt is voor gebruik in een raam, deur of andere frameconstructie, wélk element bestaat uit een middendeel, dat een in langsrichting verlo-5 pend kerndeel heeft met vier in de langsrichting verlopende flensdelen, die naar buiten steken van het kerndeel af, en twee dekdelen, die afzonderlijk worden gevormd van het middendeel en in ingrijping kunnen worden gebracht met de flensdelen aan weerszijden van het middendeel, waardoor de buitenste zijvlakken van het frameelement worden gevormd.
10 Daar de afzonderlijke dekdelen de buitenvlakken van het frame element vormen, behoeft het middendeel geen doosprofiel te zijn en kan dit worden geëxtrudeerd met gebruik van een minimale materiaalhoeveelheid, welke nodig is voor het verschaffen van de noodzakelijke sterkte en stijfheid. Ook kan het onderdeel worden geëxtrudeerd met een dwarsdoorsnede, 15 zodanig dat daarmee gemakkelijk andere delen van het frameelement kunnen worden verbonden. . .
Het kerndeel van het middendeel kan een in hoofdzaak platte strook zijn, waarbij de flensdelen uitsteken van de tegenover elkaar liggende langsranden van de strook, waardoor het middendeel een algemeen 20 I- of H-vormige doorsnede heeft.
De vier flensdelen kunnen bestaan uit twee paren flensdelen, waarvan tenminste ëën paar een in hoofdzaak U-vormig ruitprofiel of een ruitsponning vormen. De wanden van de U-vormige ruitsponning kunnen zijn voorzien van naar binnen stekende uitsteeksels, die op een afstand liggen 25 van de bodem van het kanaal, voor het binnen het kanaal vasthouden van een verbindingselement voor de .verbinding van het frameelement met een ander loodrecht daarop staand frameelement. Het andere paar flenzen kan een verder ruitkanaal vormen of kan een kanaal vormen voor de plaatsing van delen van sloten, scharnieren of dergelijke onderdelen.
30 Elk dekdeel is bij voorkeur voorzien van vasthouddelen, die in ingrijping kunnen komen met daarmee samenwerkende delen aan twee flensdelen aan één zijde van het middendeel. Bij voorkeur zijn de vasthouddelen en de daarmee samenwerkende delen zodanig gevormd, dat zij met elkaar in ingrijping kunnen worden gebracht door het in langsrichting in 35 vergrendelende ingrijping schuiven van het dekdeel met het middendeel, een en arider zodanig dat het dekdeel niet van het middendeel kan worden verwijderd door verplaatsing dwars op de langshartlijn daarvan. Ook kunnen de in ingrijping komende vasthouddelen en de samenwerkende delen zodanig zijn gevormd, dat zij in of uit onderlinge vergrendeling kunnen 40 worden gesnapt door beweging van het dekdeel naar het middendeel toe, 8300110 * 4
* I
- 3 - dwars op de langshartlijn daarvan.
De vasthouddelen aan de dekdelen kunnen afzonderlijk gevormde elementen zijn, die met de dekdelen worden verbonden. Hierdoor kunnen de vasthouddelen worden gevormd van een materiaal met laag warmtegeleidings-5 vermogen, bijvoorbeeld kunststof, voor het verschaffen van een warmte-barrière tussen het middendeel en de dekdelen. De vasthouddelen en het hoofddeel van elk dekdeel kunnen zijn voorzien van in elkaar grijpende vormen voor de bevestiging van de vasthouddelen aan het hoofddeel van het dekdeel.
10 Wanneer twee flensdelen aan het middendeel een in hoofdzaak U-vormige ruitsponning begrenzen, vormen de delen van het dekdeel, die met de flenzen in ingrijping komen, bij voorkeur voortzettingen van de wanden van de ruitsponning. In dat geval kunnen de delen van het dekdeel, die de voortzetting vormen van de wanden van het ruitprofiel, zijn voorzien van 15 langsgroeven voor het opnemen van ruitpakkingen of dergelijke elementen.
In het geval waarin geen ruitsponning nodig is, of niet. aan êên zijde van het middendeel is aangebracht, kan een afzonderlijk gevormde afdekstrook zijn aangebracht met een vorm, die in ingrijping kan worden gebracht met de dekdelen en zich daar tussen uitstrekt, voor het vormen 20 van een randvlak van het frameelement. Bij voorbeeld kan de afdekstrook grijpen in de genoemde groeven van de dekdelen.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand voerinqs van de tekening, waarin enige uitVoorbeelden van het frameelement volgens de uitvinding zijn weergegeven.
25 Fig. 1 is een horizontale doorsnede door een vertikale stijl- constructie, geschikt voor een glasdeur.
Fig. 2 is een doorsnede door een zware middelste of onderste regelconstructie.
Fig. 3 is een doorsnede door een bovenste of lichte regelcon- 30 structie.
Fig. 4 is een horizontale doorsnede door een stijl en een regel en toont de verbinding daartussen.
Fig. 5 is een zij-aanzicht van de verbinding volgens fig. 4.
Fig. 6 is een doorsnede volgens de lijn XX van fig. 4.
35 Fig. 7 is een horizontale doorsnede door een deel vein een andere uitvoeringsvorm van een deur en een deurkozijn, en
Fig. 8 is een horizontale doorsnede door een deel van een raam en een raamkozijn.
De stijl of het vertikale frameelement 10 volgens fig. 1 bestaat 40 uit een middendeel 11 en twee gelijke buitenste dekdelen 12 resp. 13.
8300110
• t ' I
- 4 -
De delen zijn gevormd van een willekeurig geschikt materiaal en kunnen zijn gevormd door extrusie, persen of walsen. Bijvoorbeeld kunnen alle drie onderdelen, zijn geëxtrudeerd uit aluminium of ook kan het middendeel 11 zijn geëxtrudeerd van aluminium en kunnnen ëên of de beide dekdelen zijn 5 geëxtrudeerd van kunststof of gevormd van hout. Het middendeel kan ook worden geëxtrudeerd van kunststof of gevormd van staal, bijvoorbeeld door persen.
Het middendeel 11 is in hoofdzaak I-vormig in algemene doorsnede en bestaat uit een vlak kern- of plaatdeel 14, van de tegenovergestelde 10 einden waarvan flensdelen 15, 16, 17 en 18 uitsteken. De flensdelen 15 en 17 begrenzen een in hoofdzaak ü-vormige ruitsponning 18. Ondersneden lippen 19 steken voor een nader te beschrijven doel naar binnen uit van de tegenovergestelde wanden van de ruitsponning 18. L-vormige flenzen 20 en 21 steken van de andere flensdelen 16 resp. 18 uit voor het begrenzen 15 van een kanaal 22, dat wordt gebruikt voor het opnemen van platen die in de langsrichting worden ingeschoven, voorzien van voorgetapte gaten voor het opnemen van bevestigingsdelen voor insteeksloten of scharnieren.
De middenplaat 14 kan zijn voorzien van een boring voor het opnemen van een randnachtgrendel. De dekdelen 12, 13 moeten de plaatsing en bevestiging 20 toelaten van stellen handgrepen en ook van geschikte delen van een randnachtgrendel.
De beide dekdelen 12, 13 zijn gelijk in doorsnede en hebben langs elke langszijrand een vasthoudgroef 23 en een groef 24 voor een ruitpakking. Dubbelhoekstukvormige vasthoudstroken 25, gevormd van rela-25 tieve stijve kunststof, zijn aangebracht aan elke zijrand van elk dekdeel, bestemd voor ingrijping met het aangrenzende flensdeel van het middendeel en voor het in ingrijping houden van het dekdeel met het middendeel·. Elke vasthoudstrook 25 heeft dus een flens 26, die wordt opgenomen in de vasthoudgroef 23 en een flens 27, die haakt over het einde van het aangren-30 zende flensdeel van het middendeel.
De dwarsdoorsnedevormen van de verschillende delen zijn zodanig ontworpen dat zij slechts kunnen worden gemonteerd bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 door het in langsrichting inschuiven van de vasthoudstroken 25 in de delen 11, 12 en 13. Wanneer de stijl op deze wijze is samengesteld, 35 is het duidelijk dat de dekdelen 12, 13 niet kunnen worden verwijderd door deze dwars op de langshartlijn van de stijl te bewegen maar alleen door deze delen of de vasthoudstroken 25 in de langsrichting te verschuiven.
Bij andere uitvoeringsvormen kunnen echter de in elkaar grijpende delen zodanig zijn gevormd dat de dekdelen op het middendeel kunnen worden 40 gesnapt door dwarsbeweging.
8300110
O
' 1 * 4 - 5 -
De afmetingen van de vasthoudstroken 25 zijn zodanig, dat zij geen noemenswaardige beweging toelaten van de dekdelen 12, 13, evenwijdig aan het symmetrievlak van het middendeel, maar wel een beweging van enkele mm.'.toelaten in een richting loodrecht op dat vlak.
5 De dekdelen 12, 13 kunnen zijn gevormd van een willekeurig ge schikt materiaal en voorzien van elke vereiste afwerking. Zij kunnen bijvoorbeeld zijn gevormd van buigzame kunststof of van een rubberverbin-ding in plaats van aluminium en het is duidelijk dat de beide dekdelen aan dezelfde stijl van verschillend materiaal kunnen zijn gevormd. Zo kan 10 het materiaal van het dekdeel voor de binnenzijde van de stijl worden gekozen voor zijn uiterlijk en gemakkelijke reinigingsmogelijkheid, terwijl het materiaal van het dekdeel aan de buitenzijde kan worden gekozen voor zijn weerbestendige eigenschappen.
De langszijranden van de dekdelen 12, 13 kunnen zodanig zijn ge-15 vormd, dat zij rechtstreeks in ingrijping zijn met de flensdelen van het middendeel, hetzij door een schuifbeweging: of door een snapingrijping. Met andere woorden, de vasthoudstroken 25 kunnen uit één stuk zijn gevormd met de dekdelen. Dit kan bijzonder gewenst zijn wanneer de dekdelen zelf zijn vervaardigd van kunststof.
20 Door echter de vasthoudstroken afzonderlijk van de dekdelen te vormen, kunnen de vasthoudstroken worden vervaardigd van een materiaal met een laag warmtegeleidingsvermogen, onafhankelijk van het materiaal waarvan het middendeel en de dekdelen zijn gevormd, zodat dan de vasthoudstroken een doelmatige warmtebarriêre vormen, die belet dat warmte-25 geleiding optreedt van het binnenvlak naar het buitenvlak van het frame-element.
Zoals blijkt uit fig. 1 vormen de vasthoudstroken 25 en de randdelen van de dekdelen 12, 13 voortzettingen van de zijwanden van de ruitsponning 18. Glaspakkingen 28, resp. 29 worden aangebracht door delen 30 daarvan te steken in de groeven 24, zodat de pakkingen tussen zich in de amtreksrand van een glasplaat, dubbel glassamenstel of een andere plaat 30 vasthouden. De diepte van het beglazingskanaal of de ruitsponning 18 is zodanig dat de rand van de plaat 30 verder in de ruitsponning kan worden geschoven, zodat de tegenovergestelde rand het beglazingskanaal 35 aan de stijl aan de andere zijde van het frame kan verlaten, indien nodig.
Aan de tegenovergestelde zijrand van de stijl dein de ruitsponning 18 is een afdekstrook 31 aangebracht van kunststof of een ander geschikt materiaal, met lippen 32 aan de zijranden, die snappen in de groeven 24 van de dekdelen 12, 13, zodat de stijl daar een vlakke zijrand krijgt.
40 De afmetingen van de delen worden zodanig gekozen dat wanneer de * 8300110
4 V
- 6 - 1 t afdekstrook of grendelstrook 31 en de ruitplaat 30 op de weergegeven wijze zijn gemonteerd, de vasthoudstroken 25 onder spanning zijn geplaatst, waardoor het stijlsamenstel stijf is geworden.
Fig. 2 toont een gewijzigde vorm van het frameelement, die ge-5 schikt is voor een zware horizontale midden- of bodemregel. Het middendeel 33 van het frameelement verschilt van het deel 11 van de vertikale stijl doordat dit middendeel uit een stuk is gevormd met een langskanaal 34 met c-vormige doorsnede, bestemd voor de verbinding van de regel met een stijl op een hieronder nader beschreven wijze.
10 De flensdelen 35, 36, 37 en 38 aan tegenovergestelde zijden van het middendeel begrenzen een bovenste ruitsponning 39 en een onderste ruit-sponning 40. De dekdelen 4.1, 42 zijn van soortgelijke vorm als de dekdelen 12, 13 van de stijl, maar hebben een grotere algemene breedte. Het kan ook nodig zijn dat daarop een naambordonderdeel wordt aangebracht, maar 15 normaal behoeven er geen stellen handgrepen of randnachtgrendels aan te worden aangebracht. De vasthoudstroken 43, die in ingrijping zijnjnet de onderste flenzen 37, 38,zijn soortgelijk aan de vasthoudstrook 25 van de stijl, maar de bovenste vasthoudstroken 44 hebben een andere vorm, zodanig dat de dekdelen 41, 42 kunnen worden bevestigd aan of ver— 20 wijderd van het middendeel 33, door zijwaartse beweging dwars op de langs-hartlijn van de regel. De dekdelen kunnen dus worden bevestigd of verwijderd terwijl de regel verbonden blijft met de stijlen aan de tegenovergestelde einden ervan.
De hoogte van elke ruit 30 moet niet zodanig zijn dat zijn hori-25 zontale randen verzonken worden opgenomen in de kanalen 39 of 40 van de regel wanneer de plaat centraal wordt aangebracht tussen twee regels, daar dan zou worden belet dat de ruit 'wordt gemonteerd of gedemonteerd zonder de verbindingen te demonteren en weer opnieuwe te monteren tussen de regels en de stijlen.
30 De regel volgens fig. 2 kan worden gebruikt als bovenregel of als onderregel door het afsluiten van het onderste of bovenste beglazings-kanaal met een afdekstrook soortgelijk aan de strook 31 volgens fig. 1.
fig. 3 toont een lichtere regelconstructie, die in hoofdzaak gelijk is in vorm aan de regelconstructie volgens fig. 2, maar een kleinere 35 totale diepte heeft. Deze regel kan worden gebruikt als bovenregel en in andere situaties waar minder stijfheid nodig is erjfaiinder belasting zal optreden dan normaal het geval is bij het samenstel van fig. 2. De regelconstructie is in fig.3 weergegeven met de onderste ruitsponning 40, afgesloten door een afdekstrook 31. Delen van de regel van fig. 3 welke over-40 eenkomen met de regel van fig. 2 hebben gelijke verwijzingscijfers.
8300110 * \ - 7 - • ,
Fig. 4 tot 6 tonen de wijze van verbinding vein een regel met een stijl.
De verbinding wordt tot stand gebracht met een stang 45, die geëxtrudeerd, gegoten of spuitgegoten kan zijn en een zodanig profiel 5 heeft, dat hij kan verschuiven in de sponning of het ruitprofiel 18 (fig. 1) van de stijl, waarin deze stang zijwaarts wordt vastgehouden door de lippen 19. De stang 45 heeft een vastlegsleuf 46, die in ingrij-ping komt met het plaat- of kerndeel van het middendeel 33 van de regel en torsiebewegingen van enige betékenis belet van de regel ten opzichte 10 van de stijl. De stang 45 heeft een zodanige lengte, dat deze kan werden opgenomen in het einde van het plaatdeel van het middendeel van de regel zonder in aanraking te komen met de flenzen aan de boven- en ondereinden vein het middendeel.
Een gat met schroefdraad is gevormd in het midden van de stang 15 45 voor het opnemen van een tapbout 47, waarvan het uitstekende einde wordt geschoven in het kanaal 34 met C-vormige doorsnede van de regel.
Een uitsnijding 48 met rechthoekige of andere geschikte vorm is aangebracht in de plaat van het middendeel 33 van de regel, teneinde het inbrengen mogelijk te maken van een onderlegring 49 en een moer 50 voor 20 bevestiging op de bout 47. De juiste afstand van de uitsnijding 48 tot het einde van de regel is niet kritisch, daar de moer 50 op elk punt van de lengte van de bout kan worden aangedraaid.
De wijze van montage van een frame met de bovenbeschreven elementen is als volgt.
25 Eerst worden de stijlen samengesteld zoals hierboven aan de hand van fig. 1 is beschreven.
Daarna worden korte stukken afdekstrook 31 aangebracht op punten die op onderlinge afstand liggen langs de ruitsponningen, waar de ruiten en pakkingen tenslotte zullen worden aangebracht. Stangen 45, in elk waarvan 30 een bout 47 is aangebracht, worden dan in langsrichting in de kanalen 18 geschoven volgens fig. 4 en geplaatst op de juiste hoogte in de kanalen, afhankelijk van de plaats waar de regels moeten komen.
Elke regel, die van de soort volgens fig. 1 of 3 kan zijn, wordt dan gedeeltelijk samengesteld volgens fig. 6 door het aanbrengen van één 35 dekdeel, bijvoorbeeld 41, aan het middendeel 33. Dit samenstel wordt dan geschoven over de uitstekende bout 47 en de moer en de onderlegring worden los op de bout aangebracht volgens fig. 4 tot 6.
De gegeven werkwijze wordt herhaald voor elke verbinding tussen een stijl en een regel. De plaats van het middendeel van elke regel wordt 40 dan ingesteld en men moet zich er van verzekeren dat de dekdelen op de 8300110
V
- 8 - ' .
regels evenwijdig zijn geplaatst aan en zo ver mogelijk weggedrukt van het symmetrievlak van het middendeel 33. Daarna wordt de moer 50 van elke verbinding aangedraaid voor het verschaffen van een stijf frame.
De genoemde afdekstrook-afstandsorganen worden dan verwijderd.
5 De ruitpakkingen 29 worden geplaatst in de geschikte groeven 24 en daarna worden de ruiten op hun plaats gebracht.
De andere dekdelen van de regels, die gewoonlijk de dekdelen aan de binnenzijde van het raam zullen zijn, worden dan aan de middendelen gemonteerd en de ruiten worden bevestigd in de juiste plaatsen door het 10 aanbrengen van de wigvormige pakkingen 28 aan de binnenzijde langs de omtrek van elke ruit. Tenslotte worden de afdekstroken 31 aangebracht aan de buitenomtrek van het frame volgens fig. 1 en 3.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 7 bestaat de stijl of het vertikale frameelement 110 van de deur uit een middendeel 111 en twee gelij-15 ke buitenste dekdelen 112 resp. 113. Zoals bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen kunnen de onderdelen zijn gevormd door extrusie.. van een willekeurig geschikt materiaal, bijvoorbeeld aluminium.
Het middendeel 111 bestaat uit een kerndeel 114 dat een hol doosprofiel is, terwijl van de tegenovergestelde einden van dit profiel 20 114 flensdelen 115, 116, 117 en 118 uitsteken. De beide dekdelen 112, 113 hebben een gelijke dwarsdoorsnede en worden verbonden met het middendeel door zig-zagvormige verbindingselementen 125, die op soortgelijke wijze worden aangebracht als de overeenkomstige elementen van de eerdere uitvoeringsvormen. De verbindingselementen 125 zijn gevormd van relatief 25 stijve kunststof met een laag warmtegeleidingsvermogen, zodat een warmte-barriêre wordt gevormd teneinde warmtegeleiding te beletten van het binnenvlak naar het buitenvlak van het frameelement. Aan tegenovergestelde zijden van het frameelement zijn grendelstroken 131, 132 van kunststof aangebracht die grijpen in de langsspleet tussen de randen van de dekdelen 30 112, 113. De grendelstroken hebben zodanige afmetingen, dat zij de dekdelen 112, 113 uit elkaar drukken om de verbindingselementen 125 onder spanning t te plaatsen, zodat het gehele frameelement stijf wordt.
Een beglazingsstrook 133 heeft een deel 134 dat snapt in een langsgroef in de grendelstrook 132. Het dekdeel 113 is ook uit een stuk 35’ gevormd met een beglazingsstrook 135 en de stroken 133 en 135 begrenzen een ruitsponning, voor het opnemen van de rand van een ruitplaat 130.
Het kozijn waarmee het beweegbare frameelement 110 samenwerkt heeft eveneens een kerndeel 140 met een hol doosprofiel, gevormd met flenzen 141, 142, 143 en 144. Zig-zagvormige verbindingselementen 145 van 40 kunststof verbinden de. dekdelen 146 resp. 147 met de flenzen van het kern- 8300110 * * ♦ - 9 - deel 140, en grendelstroken 148, 149 grijpen tussen de tegenovergestelde zijden van dekdelen 146, 147 en plaatsen de verbindingselementen 145 onder spanning, waardoor het gehele frameelement stijf wordt. De grendelstroken zijn eveneens vervaardigd van relatief stijf materiaal met een 5 laag warmtegeleidingsvermogen zoals kunststof, waardoor een warmtebarrière wordt gevormd tussen de beide zijden van het frameelement.
Een der dekdelen 147 is uit een stuk gevormd met een aanslag-strook 150 waartegen de stijl 110 aankomt wanneer de deur wordt gesloten, terwijl het dekdeel 112 van de deur evenzo is voorzien van een aanslag-10 strook 151 die aankomt tegen het kozijn wanneer de deur wordt gesloten.
De beschreven uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor frames, welke onder 45° moeten worden, afgeschuind op de hoeken daar het door de toepassing van een hol doosprofiel als kerndeel voor het frame mogelijk is de benen van een L-vormig hoekstuk te steken in de einden van het doos-15 profiel van de beide frame-elementen die op elke afgeschuinde hoek bij elkaar komen, waardoor de frameelementen aan elkaar worden bevestigd.
Fig. 8 toont een horizontale doorsnede door een raamframeelement 152, dat samenwerkt met een tussen- of middenstijl aan een dwarsbalk 153.
De constructie van de delen volgens fig. 8 is in hoofdzaak gelijk aan die 20 van de delen van fig. 7 en wordt daarom niet in detail beschreven.
Opgemerkt wordt echter dat het kerndeel met hol doosprofiel van het frameelement 152 korter is dan het overeenkomstige element 114 van de uitvoeringsvorm volgens fig. 7 en in vorm overeenkomt met de vorm van het kerndeel van de vaste tussen- of middenstijl aan de dwarsbalk 153.
25 8300110

Claims (16)

1. Langwerpig frameelement, geschikt voor gebruik in een raam, deur of andere frameconstructie, gekenmerkt door een middendeel dat bestaat uit een in langsrichting verlopend kerndeel met vier in langs-richting verlopende flensdelen, die van het kerndeel af naar buiten 5 steken, en door twee dekdelen, welke afzonderlijk zijn gevormd van het middendeel en in ingrijping kunnen worden gebracht met de flensdelen aan weerszijden van het middendeel voor het vormen van de buitenzijvlakken van het frameelement.
2. Frameelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 10 kerndeel van het middendeel een in hoofdzaak vlakke strook is, terwijl de flensdelen, die van de tegenovergestelde langsranden van deze strook uitsteken, aan het middendeel een in hoofdzaak I-vorm of H-vorm van de algemene dwarsdoorsnede geven.
3. Frameelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 15 de vier flensdelen bestaan uit twee paren flensdelen, waarvan tenminste één paar zodanig is gevormd, dat het een in hoofdzaak U-vormige ruitsponning begrenst.
4. Element volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de wanden van de U-vormige ruitsponning zijn gevormd met naar binnen stekende 20 uitsteeksels, op een afstand van de bodem van de sponning, voor het in de sponning vasthouden van een verbindingselement, voor de verbinding van het frameelement met een ander frameelement dat loodrecht op het eerste staat.
5. Element volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het andere paar flenzen een andere ruitsponning verschaft of een kanaal voor 25 het aanbréngen van bevestigingsdelen van sloten, scharnieren of soortgelijke onderdelen.
6. Element volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk dekdeel is voorzien van vasthouddelen, die in ingrijping komen met samenwerkende vormen aan twee flensdelen aan een zijde van het 30 middendeel.
7. Element volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vasthouddelen en de bijbehorende vormdelen zodanig zijn gevormd, dat zij met elkaar in ingrijping kunnen worden gebracht, door het schuiven van het dekdeel in de langsrichting in vergrendelende ingrijping met het 35 middendeel, een en ander zodanig dat het dekdeel dan niet meer kan worden verwijder_d van het middendeel door een verplaatsing dwars op de langs-hartlijn daarvan. 8300110 * * * \ 9 - 11 -
8. Element volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de in elkaar grijpende vasthouddelen en samenwerkende vormdelen zodanig zijn gevormd, dat zij in of buiten vergrendeling kunnen worden gesnapt door een beweging van het dekdeel naar het middendeel toe 5 dwars op de langshartlijn daarvan.
9. Element volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vasthouddelen aan de dekdelen bestaan uit afzonderlijk gevormde elementen, die er mee: zijn verbonden.
10. Element volgens een der voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat de vasthouddelen en het hoofddeel van elk dekdeel zijn voorzien van in elkaar grijpende vormdelen voor bevestiging van de vasthouddelen aan het hoofddeel van het dekdeel.
11. Element volgens een der voorgaande conclusies, waarbij twee flensdelen van het middendeel een in hoofdzaak U-vormige ruitsponning 15 begrenzen, met hetjkenmerk, dat de delen van het dekdeel, die in ingrijping • zijn met deze flenzen, voortzettingen vormen van de wanden van de ruitsponning.
12. Element volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de delen van het dekdeel, die de voortzettingen van de wanden van de ruitsponning 20 vormen, zijn voorzien van langsgroeven voor het opnemen van glaspakkingen of dergelijke elementen.
13. Element volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een afzonderlijk gevormde afdekstrook is aangebracht, die in ingrijping kan worden gebracht met en zich dan uitstrekt tussen de dèk- 25 delen en een randvlak van het frameelement vormt.
14. Element volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afdekstrook in ingrijping is met groeven in de dekdelen.
15. Element volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het in langsrichting verlopende kerndeel van het middendeel 30 een hol^oosprofiel is.
16. Frameconstructie voor een venster of deur, voorzien van een of meer van de frameelementen volgens een der voorgaande conclusies. 40 35 -------------- 8300110
NL8300110A 1982-01-16 1983-01-12 Frameelementen voor ramen, deuren of andere frameconstructies. NL8300110A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8201201 1982-01-16
GB8201201 1982-01-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300110A true NL8300110A (nl) 1983-08-16

Family

ID=10527661

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300110A NL8300110A (nl) 1982-01-16 1983-01-12 Frameelementen voor ramen, deuren of andere frameconstructies.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3301324A1 (nl)
GB (1) GB2116616A (nl)
NL (1) NL8300110A (nl)
SE (1) SE8300111L (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9200641U1 (de) * 1992-01-21 1992-04-30 Solarlux Aluminium Systeme GmbH, 4517 Hilter Fenster- oder Türwandeinheit
ATE260385T1 (de) * 1999-05-26 2004-03-15 Lamberts Glasfabrik Haltevorrichtung und halteschiene zum halten von glasprofilelementen
US6993861B2 (en) 2001-07-06 2006-02-07 Esco Corporation Coupling for excavating wear part
CN104005653A (zh) * 2014-05-07 2014-08-27 洛阳晶城玻璃有限公司 一种超市陈列柜的门框型材

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB989304A (en) * 1961-12-08 1965-04-14 Pasche Heinz Improved frame construction for windows, doors and the like
GB1036480A (en) * 1963-12-13 1966-07-20 Meta Phronts Company Ltd Improvements in or relating to frame members for making window and door frames and like structures
GB1167975A (en) * 1967-07-06 1969-10-22 Hills & Sons Ltd F Door Frame.
BE702349A (nl) * 1967-08-07 1968-01-15
AT378571B (de) * 1979-11-29 1985-08-26 Schuermann & Co Heinz Mit einer verglasung versehene schutztuer gegen feuer und rauch

Also Published As

Publication number Publication date
GB2116616A (en) 1983-09-28
DE3301324A1 (de) 1983-08-18
SE8300111L (sv) 1983-07-17
SE8300111D0 (sv) 1983-01-11
GB8301055D0 (en) 1983-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4084361A (en) Frame and sash for doors and windows
EP0616107B1 (de) Stossverbindung von Hohlprofilabschnitten
EP0829609A2 (de) Wärmegedämmtes Verbundprofil für Türen, Fenster oder Fassaden
DE19528498C1 (de) Isolierkern für Verbundprofil, insbesondere für Fenster, Türen und Fassadenkonstruktionen
US3990196A (en) Fabricated window construction
DE3912984C2 (nl)
DE102012010028A1 (de) Rahmenanordnung für ein sektionaltorpaneel
US20190177982A1 (en) Device for securing a glass pane
NL8300110A (nl) Frameelementen voor ramen, deuren of andere frameconstructies.
DE3621408C2 (nl)
EP0466786A1 (en) WINDOW TO INSERT IN AN OPENING LOCATED IN A WALL OF THE SANDWICH TYPE.
EP2372032B1 (de) Trennwand aus transparenten Wandelementen
EP0384931A1 (de) Rahmen mit Fest- und/oder Schiebeelementen
NL8300109A (nl) Warmtebarriere in een raam, deur of andere frameconstructie.
DE20303253U1 (de) Brandschutzverglasung
DE19707624C2 (de) Dämmprofil für Befestigungsprofile für Fassadenplatten
US3472543A (en) Method and structure for tightening secured matched abutting tubular stiles and rails by the contraction of the joined tubular members on a gusset
US5111621A (en) Method and apparatus for cladding window frames
US2897552A (en) Sliding multiple sash window or door
CA1251031A (en) Insulating rod for a thermally insulated compound frame sections
DE3714661C2 (nl)
DE3049356A1 (de) Begrenzungsbauteil, insbesondere fenster, tuer oder trennwand
DE19855854C2 (de) Leichtmetall-Rahmenprofilsystem
DE19732986A1 (de) Rahmenprofil für die Randbegrenzung an Wänden, Türen, Fenstern o. dgl.
EP1072731B1 (de) Verglasungsrahmen für Montagewände

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed
BC A request for examination has been filed