NL2001824C2 - Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren. - Google Patents

Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren. Download PDF

Info

Publication number
NL2001824C2
NL2001824C2 NL2001824A NL2001824A NL2001824C2 NL 2001824 C2 NL2001824 C2 NL 2001824C2 NL 2001824 A NL2001824 A NL 2001824A NL 2001824 A NL2001824 A NL 2001824A NL 2001824 C2 NL2001824 C2 NL 2001824C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mounting
section
mounting screw
screw
bush
Prior art date
Application number
NL2001824A
Other languages
English (en)
Inventor
Andre Smit Van Den Akker
Martijn Bergsma
Original Assignee
Alcoa Architectuursystemen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alcoa Architectuursystemen filed Critical Alcoa Architectuursystemen
Priority to NL2001824A priority Critical patent/NL2001824C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001824C2 publication Critical patent/NL2001824C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/56Fastening frames to the border of openings or to similar contiguous frames
    • E06B1/60Fastening frames to the border of openings or to similar contiguous frames by mechanical means, e.g. anchoring means
    • E06B1/6015Anchoring means
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B35/00Screw-bolts; Stay-bolts; Screw-threaded studs; Screws; Set screws
    • F16B35/04Screw-bolts; Stay-bolts; Screw-threaded studs; Screws; Set screws with specially-shaped head or shaft in order to fix the bolt on or in an object
    • F16B35/041Specially-shaped shafts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B37/00Nuts or like thread-engaging members
    • F16B37/005Nuts or like thread-engaging members into which threads are cut during screwing
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/02Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread
    • F16B5/0216Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread the position of the plates to be connected being adjustable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Door And Window Frames Mounted To Openings (AREA)

Description

P82190NL00
Titel: Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren
De uitvinding heeft betrekking op een montagebus en een daarin passende montageschroef.
Montagebus sen en -schroeven kunnen worden gebruikt voor het bevestigen, stellen en richten van profielelementen zoals bijvoorbeeld raam-5 en deurkozijnen. Dergelijke kozijnen worden doorgaans in uitsparingen in bouwelementen bevestigd om daarin bijvoorbeeld een raam of deur te bevestigen en/of op te hangen. In de meest voorkomende gevallen vormen de bouwelementen een betonnen of bakstenen ruwbouw van een gebouw of maken daarvan deel uit. Hierbij zijn de toleranties in de maatvoering van de 10 bouwelementen ten opzichte van de toleranties in de maatvoering in de kozijnen relatief grof. Om het verschil in toleranties te compenseren worden vaak stelplaatjes gebruikt. Voorts wordt tijdens het stellen gekeken of de onderlinge afstanden van verschillende kozijnen in overeenstemming zijn met de maatvoeringen van het ontwerp van het gebouw. Hieraan wordt de 15 positie van het kozijn eventueel aangepast door tussen het kozijn en de randen van de uitsparing van het bouwelement stelplaatjes te variëren. Verder is het wenselijk dat het kozijn voldoende waterpas in het bouwelement wordt bevestigd om het probleemloos functioneren van een in het kozijn aan te brengen raam, paneel en/of deur te garanderen. Wordt het 20 kozijn niet juist gericht dan kan de draaiingsas van een daarin aangebracht(e) raam of deur enigszins uit het lood staan. Hierdoor kan het raam of de deur de neiging hebben ongewenst open of dicht te gaan.
Uit het voorgaande is duidelijk dat het stellen en richten van een profiel of profieldeel in een bouwelement een tijdrovende en precieze 25 aangelegenheid is.
2
Ook bij de tegenwoordig als kozijnen gebruikte holle profielen treden de bovengenoemde problemen nog steeds op, zoals bijvoorbeeld in de internationale aanvrage WO 87/01756 valt te lezen. In deze aanvrage bevindt zich in een van de kamers van een hol tweekamer profieldeel een 5 tweede U-vormig metalen profiel deel. Op de plaats waar een montageschroef dient te worden aangebracht wordt er door deze kamer en door het U-vormig metalen profiel deel een gat geboord, waarin een hulsvormig element wordt geplaatst. In het hulsvormige element wordt de montageschroef zodanig opgenomen dat deze na een zekere diepte in het 10 hulsvormige element te hebben bereikt, zich in axiale richting vergrendelt. Hierdoor kan de montageschroef ten opzichte van het hulsvormige element en ten opzichte van het profiel in axiale richting tijdens het los- en aandraaien niet meer bewegen. Dit heeft tot gevolg dat door het verder aandraaien van de montageschroef het profiel zich in de richting van de 15 wand van het bouwelement beweegt. Tegelijkertijd heeft dit tot gevolg dat door het los draaien van de montageschroef het profiel zich in tegenovergestelde richting van de wand van het bouwelement af beweegt. Het profiel beweegt dus tijdens de montage, hetgeen het eerdere stellen en richten ten dele te niet doet.
20 Een verder nadeel van de bevestiging volgens dit document is dat hierbij het profiel minder goed kan worden bevestigd. Indien namelijk de montageschroef zich nog niet voldoende heeft vastgegrepen kan deze niet verder worden aangedraaid zonder dat daarbij het profiel zich ten opzichte van het bouwelement verplaatst. Voorts moet er tussen het profiel en het 25 bouwelement op vulmateriaal met voldoende weerstand tegen samendrukken aanwezig zijn om het profiel tegen het bouwelement klemmend vast te draaien. Doorgaans worden hiervoor kunststof stelwigjes of houten latten gebruikt. Na het vastdraaien kan dit opvulmateriaal niet meer worden verwijderd daar dan het profiel niet meer gefixeerd is. Het 30 opvulmateriaal van hout kan tijdens de levensduur van de bouwconstructie 3 vocht opzuigen. Dit vermindert de warmte isolatie en kan op den duur rotting veroorzaken waardoor wederom het profiel niet meer stabiel in het bouwelement gefixeerd is. Bovendien kan dit materiaal latere afwerking bemoeilijken.
5 Door deze en andere nadelen is deze oplossing minder praktisch.
Een doel kan zijn te voorzien in een samenstel van een montageschroef en een montagebus dat ten minste één van de bovenvermelde nadelen niet heeft of ten minste ten dele opheft. Een ander doel kan zijn te voorzien in een praktische, vlotte en handige methode van 10 het monteren van profielen in bouwelementen met het samenstel van montageschroef en montagebus. Een verder doel kan zijn te voorzien in een alternatief montagesamenstel.
Ten minste één van deze en/of andere doelen kan worden bereikt met een samenstel van een montagebus en een montageschroef volgens 15 conclusie 1, een montageschroef volgens conclusie 2, een montagebus volgens conclusie 3 en/of een werkwijze volgens conclusie 7. In de volgconclusies zijn verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 20 uitvoeringsvoorbeelden die in de tekening zijn weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 twee perspectivische aanzichten van een eerste uitvoeringsvorm van een montagebus volgens de uitvinding, fig. la een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de 25 montagebus, fig. lb een schematisch bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de montagebus, fig. lc een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de montagebus, 4 fig. 2 een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een montageschroef, fig. 3a-3c een serie schematische aanzichten in doorsnede van een uitvoeringsvorm van de montageschroef en de montagebus, aangebracht in 5 een profiel, welke een werkwijze volgens de uitvinding toelichten.
Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. In de figuren zijn gelijke of overeenkomstige onderdelen met corresponderende verwijzingscijfers aangegeven.
10 In het algemeen vinden de hieronder in detail beschreven montageschroeven, montagebussen en montagesamenstellen hun toepassing in het monteren van kozijnen in gebouwen. De kozijnen bestaan hierbij bijvoorbeeld uit complexe holle profielen, die bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk uit geëxtrudeerd aluminium kunnen zijn vervaardigd. Deze 15 kozijnen worden in bouwelementen aangebracht om daar vervolgens ramen en deuren in aan te brengen.
De bouwelementen kunnen bijvoorbeeld diverse voorgefabriceerde en/of ter plaatse vervaardigde staanders en/of liggers van een gebouw zijn. Ook kunnen de bouwelementen gemetselde en/of gegoten betonnen wanden, 20 muren, boven- en onderdorpels zijn. Doorgaans zijn hier in de randen van de uitsparingen voor bijvoorbeeld deuren en kozijnen houten en/of kunststof latten ingemetseld en/of ingegoten om het bevestigen van de profielen te vergemakkelijken. De montageschroeven kunnen dan een complementair schroefdraad in een in het bouwelement geïntegreerde houten of kunststof 25 lat tappen in plaats van direct in het steen, de voeg of het beton. Anderszins kan ook worden voorzien in passende pluggen, ankers, schroefplaten, en/of andere elementen waarin de montageschroeven kunnen worden geschroefd.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een montagebus 1 volgens de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm heeft de montagebus 1 een in 30 hoofdzaak rechthoekig, in hoofdzaak vlak deel 2 en een hiermee in 5 verbinding staand cilindervormig hulsdeel 3. Het hulsdeel 3 bevindt zich met een eerste kopse zijde 3a in of bij het vlakke deel 2 en heeft aan de tegenovergelegen zijde een vrije tweede kopse zijde 3b. In het hulsdeel 3 bevindt zich een bij voorkeur doorlopende, cilindervormige uitsparing 4, 5 waarin een montageschroef 21 kan worden opgenomen. De bij voorkeur doorlopende, cilindervormige uitsparing 4 is getrapt uitgevoerd, waardoor het hulsdeel 3 een, in axiale richting A2 gezien, verspringende wanddikte omvat en/of getrapt is uitgevoerd. Nabij de tweede kopse zijde 3b is een eerste sectie 6 voorzien. Een tweede sectie 7 is voorzien bij de eerste kopse 10 zijde 3a van het hulsdeel 3. De diameter van de eerste sectie 6 is groter dan de diameter van de tweede sectie 7 en tussen de secties 6 en 7 bevindt zich een bijvoorbeeld afgeschuinde schouder 5. Het vlakke deel 2 is aan de randen 8 en 9 van randdelen 10 voorzien, die onder een hoek uit de randen 8 en 9 uitsteken. In het vlakke deel 2 van de montagebus 1 zijn voorts nog 15 twee gaten 11 en 12 aangebracht om de bus in een profieldeel 41 te kunnen fixeren.
Figuur 2 toont een montageschroef 21. De montageschroef 21 heeft een kop 22 met een afgeschuinde onderzijde 30 en een bovenzijde 31, een met de kop 22 verbonden eerste sectie 23 en een daarop in axiale richting A2 20 aansluitende tweede sectie 25. In de bovenzijde 31 van de montageschroef 21 is een uitsparing aangebracht voor een aandraaiwerktuig, zoals een schroevendraaier, een inbussleutel, een dopsleutel of een ander geschikt werktuig. De secties 23 en 25 zijn door middel van het tussendeel 24 met elkaar verbonden. De diameter van de eerste sectie 23 is groter dan de 25 diameter van de tweede sectie 25. De eerste sectie 23 is voorzien van schroefdraad 26, de tweede sectie 25 is voorzien van schroefdraad 27. De spoed van de schroefdraad 26 van sectie 23 en de spoed van de schroefdraad 27 van de sectie 25 zijn zodanig gekozen dat de steek b, i.e. de afstand tussen de buitenranden van de schroefdraad 26 van de sectie 23 van de 30 montageschroef 21 van twee elkaar opvolgende toeren van de schroefdraad 6 26 en de steek a, i.e. de afstand tussen de buitenranden van de schroefdraad 27 van de sectie 25 van de montageschroef 21 in het bijzonder ongeveer gelijk zijn. Het effect hiervan is dat, indien de montageschroef 21 tegelijkertijd met schroefdraad 26 in de montagebus 1 en met schroefdraad 5 27 in een bouwelement 42 of bijvoorbeeld in een daarin of daarop aangebrachte lat is of wordt getapt, de montageschroef 22 zich in de montagebus 1 en in het bouwelement 52 over een in axiale richting A2 van de montageschroef 21 gezien identieke afstand beweegt tijdens het aan- of losdraaien van de montageschroef 21.
10 Het hulsdeel 3 van de montagebus 1 heeft zoals eerder genoemd een, in de axiale richting A2 gezien, verspringende wanddikte waardoor een getrapte uitsparing 4 wordt verkregen. De binnendiameter Όβ van de eerste sectie 6 van de uitsparing 4 stemt in hoofdzaak overeen met de buitendiameter D22 van de kop 22 van de montageschroef 21. De 15 binnendiameter D7 van de tweede sectie 7 van de uitsparing 4 stemt in hoofdzaak overeen met de buitendiameter D28 van de kern 28 van de eerste sectie 23 van de montageschroef 21 en is tegelijkertijd gelijk aan of groter dan de buitendiameter D27 van de schroefdraad 27 van de tweede sectie 25 van de montageschroef 21. De zich aan de binnenzijde van het hulsdeel 3 20 bevindende schouder 5, stemt qua vorm bij voorkeur in hoofdzaak overeen met de onderzijde 30 van de kop 22 van de montageschroef 21.
Tijdens het inbrengen van de montageschroef 21 in de montage bus 1 kan de tweede sectie 25 met de schroefdraad 27 zonder veel weerstand door de uitsparing 4 in de montagebus 1 worden aangebracht, zover tot de 25 schroefdraad 26 aanloopt tegen de schouder 5. Daarbij steekt de kop 22 van de montageschroef 21 bijvoorbeeld nog buiten de uitsparing 4 van het hulsdeel 3 uit.
Figuren 3a-3c tonen schematisch het gebruik van het samenstel van montagebus 1 en montageschroef 21. In deze figuren is een profieldeel 30 41 in doorsnede getoond. Dit profieldeel 41 omvat drie secties, buitensectie 7 44, isolatiesectie 43 en binnensectie 42. Tijdens de montage van het profieldeel 41 in een bouwelement 52 bevindt zich de buitensectie 44 met overstek 45 bijvoorbeeld aan de buitenzijde van het bouwelement 52. De binnensectie 42 en de buitensectie 44 zijn bijvoorbeeld van geëxtrudeerd 5 aluminium. De tussensectie 43, die uit een materiaal kan zijn vervaardigd dat bij voorkeur een veel lagere warmtegeleidingscoëfficiënt heeft dan de andere secties 42 en 44, wordt gebruikt om een betere isolatie te verkrijgen en een koudebrug te vermijden. In de sectie 42 bevindt zich bij voorkeur een gesloten kamer 48 en een ten minste gedeeltelijk open kamer 49. De open 10 kamer 49 bevindt zich tijdens de montage aan de zijde van het bouwelement 52, zodanig dat een open zijde 49a van de open kamer 49 naar het bouwelement 52 is gericht, bij voorkeur aan de van de kamer 48 afgekeerde zijde. De open zijde 49a van de open kamer 49 wordt door twee in de richting van de opening van de open kamer 49 enigszins uitstekende, zich in 15 een lengterichting L van het profiel, haaks op het vlak van tekening en ongeveer evenwijdig aan elkaar uitstrekkende profielranden 46 en 47 begrensd.
In het profieldeel 41 zijn over de lengte L van het profiel verdeeld gaten 50a respectievelijk 51a in een richting dwars op de open zijde 49a door 20 de wanden 50 en 51 van de kamer 48 van de profielsectie 42 geboord. De diameter van deze gaten stemt bijvoorbeeld ongeveer overeen met de buitendiameter D3 van het hulsdeel 3 van de montagebus 1. De breedte B (zie figuur lb) van het vlakke deel 2 van de montagebus 1 is ongeveer gelijk aan de afstand W (zie figuur 3a) tussen de profielranden 46 en 47 van de 25 open kamer 49 van de profielsectie 42.
Wordt een montagebus 1 met het hulsdeel 3 vanaf de open zijde 49a van de open kamer 49 in de gaten 50a en 50b in de profielsectie 42 gestoken dan past het vlakke deel 2 van de montagebus 1 bij voorkeur nauwsluitend in de ruimte van de open kamer 49 tussen de randen 46 en 30 47. De aan weerszijden van het vlakke deel 2 uitstekende randen 10 bieden 8 een enigszins grotere breedte Bio dan de breedte W van de opening 49a van de open kamer 49 waardoor de profielranden 46 en 47 tijdens het passeren van de randen 10 licht uit elkaar worden gedrukt en/of het vlakke deel 2 en/of de randen 10 enigszins worden vervormd. Hierdoor veroorzaken de 5 randen 10 van de montagebus 1 tijdens het inbrengen van de montagebus 1 in de open kamer 49 een lichte weerstand. Zodra de montagebus 1 dermate ver in het profieldeel 42 is ingebracht dat de randen 10 voorbij de langsranden 46 en 47 zijn gekomen veren de profielranden 46 en 47, de randen 10 en/of het vlakke deel 2 terug in hun oorspronkelijke positie, 10 waardoor een klikverbinding tot stand is gebracht. Door deze klikverbinding komt de montagebus 1 in het profiel 41 vast te zitten of ten minste in een axiale richting Ai van de montagebus 1 opgesloten. Bovendien wordt verschuiving in de lengterichting L van het profiel 41 verhinderd doordat het hulsdeel 3 van de montagebus 1 zich nu in de gaten 50a en 51a bevindt 15 en het materiaal van de wanden 50 en 51 van de kamer 48 het hulsdeel 3 bij voorkeur in hoofdzaak omsluit.
Wordt vervolgens de montageschroef 21 vanaf de tweede zijde 3b in de uitsparing 4 van het hulsdeel 3 ingebracht dan is de montageschroef 21 zonder weerstand zover in de montagebus 1 aan te brengen tot de 20 montageschroef 21 met zijn punt 25a het bouwelement 52 raakt en/of tot de montageschroef 21 met het tussendeel 24 en/of de schroefdraad 26 van sectie 23 de schouder 5 van de montagebus 1 raakt. Deze situatie wordt schematisch weergegeven in figuur 3a. Het bouwelement 52 is hierbij doorgaans een muur of een daarin of daarop aangebrachte lat, het profiel 41 25 doorgaans een raam- en/of deurkozijn.
Vanaf het moment dat de montageschroef 21 het bouwelement, een daarin of daarop geplaatste lat, een daarin aangebrachte plug of dergelijke raakt, kan de montageschroef 21 niet verder in de montagebus 1 worden geschoven en dient de montageschroef 21 met behulp van een op de kop 22 30 van de montageschroef 21 passend werktuig te worden aangedraaid. Tijdens 9 het aandraaien van de montageschroef 21 begint de schroefdraad 27 van de sectie 25 van de montageschroef 21 zich in het bouwelement 52 vast te schroeven. Hierbij kan de montageschroef 21 in het bouwelement 52 een uitsparing 53 tappen die hierdoor wordt voorzien van complementair 5 schroefdraad.
De montageschroef 21 beweegt zich met de sectie 25 tijdens het vastschroeven in axiale richting A2 verder in het bouwelement 52 en in de montagebus 1. De montageschroef 21 kan over een lengte Si in het bouwelement 52 worden geschroefd tot de schroefdraad 26 van de sectie 23 10 van de montageschroef 21 de vernauwde sectie 7 in de uitsparing 4 van het hulsdeel 3 van de montagebus 1 raakt. Tot deze positie van de montageschroef 21 kan het profiel 41 nog in axiale richting A2 van de montageschroef 21 worden bewogen. Deze situatie komt overeen met de schematische weergave van figuur 3b.
15 Wordt de montageschroef 21 nog verder aangedraaid, dan begint de schroefdraad 26 van de sectie 23 van de montageschroef 21 zich in de binnenwand van de sectie 7 van de uitsparing 4 van het hulsdeel 3 van de montagebus 1 te snijden en begint hier eveneens een complementair schroefdraad te tappen. Wordt nu de montageschroef 21 nog verder 20 aangedraaid, dan tappen gelijktijdig de schroefdraden 26 en 27 van de secties 23 en 25 van de montageschroef 21 complementair schroefdraad respectievelijk in de binnenwand van sectie 7 van de montagebus 1 en in het bouwelement 52. Doordat de steek b van de schroefdraad 26 en de steek a van de schroefdraad 27 in hoofdzaak ongeveer gelijk zijn, verplaatst het 25 profieldeel 41 zich tijdens het verder aandraaien niet meer ten opzichte van het bouwelement 52.
Door het materiaal van de montagebus 1 wordt een hoeveelheid materiaal verschaft waarin de schroefdraad 26 zich in kan vastzetten. Het 30 profiel 41 als zodanig heeft hiervoor te weinig materiaal of “vlees”. De 10 montagebus 1 kan uit een kunststof vervaardigd zijn, zoals polyesters, zoals bijvoorbeeld nylon 6,6 of nylon 4,6, PVC, PE en/of andere gebruikelijke kunststoffen. Ook kan de bus uit hout, of een, bij voorkeur ten opzichte van de montageschroef 21 gemakkelijk vervormbaar, ander materiaal zijn 5 vervaardigd.
De montageschroef 21 kan uit metaal of uit een ander, ten opzichte van het bouwelement 52 en ten opzichte van de montagebus 1 relatief moeilijk vervormbaar materiaal zijn vervaardigd. Relatief stijve en/of stugge kunststoffen zouden in sommige toepassingen eveneens kunnen voldoen als 10 vervaardigingsmateriaal voor de montageschroef 21.
Door de montagebus 1 uit een kunststof te vervaardigen, kan er een thermische en/of een elektrische isolatie tussen de montageschroef 21 en het profieldeel 41 worden verkregen. Een voordeel van dergelijke isolatie is dat de metalen van het profiel en van de montageschroef 21 elkaar dan niet 15 beïnvloeden. Bovendien wordt hierdoor een koudebrug verhinderd. De profielen 41 worden doorgaans uit aluminiumvervaardigd en met roestvaststalen schroeven bevestigd, daar deze de minste elektrochemische interactie met het doorgaans uit aluminium vervaardigde profieldeel 41 vertonen. Vanwege de elektrische isolatie door middel van de montagebus 1 20 kunnen nu ook minder hoogwaardige metalen voor de montageschroef 21 in aanmerking komen. Zo kan de montageschroef 21 eveneens uit ijzer, staal, messing en/of andere metalen en/of alliages hiervan worden vervaardigd.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier besproken uitvoeringsvoorbeelden. Zo kan de kop 22 van de montageschroef 25 21 met elke bekende uitsparing 32 voor een aandraaiwerktuig zijn uitgerust. Ook is het de vakman bekend in plaats van een uitsparing in de kop 22 van de montageschroef 21 een sleuf of een uitstulping op de kop 22 aan te brengen. Dit kan bijvoorbeeld een gelijkzijdige zeskantige kop zijn, een vierkante, een rechthoekige of een andere vorm hebben, waarin of 30 waarom een bijbehorend aandraaiwerktuig past. Bekende werktuigen 11 kunnen bijvoorbeeld inbussleutels, torxsleutels, steeksieutels, schroevendraaiers, kruiskopschroevendraaiers en/of anders gevormde werktuigen zijn.
Eveneens kan de buitendiameter D27 van de schroefdraad 27 van 5 de sectie 25 van de montageschroef 21 met de diameter D28 van de kern 28 van de sectie 23 van de montageschroef 21 overeenstemmen. Ook kan deze enigszins groter zijn zodat de montageschroef 21 al een lichte weerstand ondervindt tijdens het in de montagebus 1 schuiven, doordat de buitendiameter D27 van de schroefdraad 27 nauwsluitend past in de sectie 7 10 van de uitsparing 3 van de montagebus 1. Hierdoor kunnen de montagebussen 1 van montageschroeven 21 zijn voorzien voordat deze voor de montage van de profieldelen 41 worden gebruikt, zodat tijdens de montage er telkens slechts één element, namelijk het samenstel van montagebus 1 en montageschroef 21 hoeft te worden genomen. Dit vergroot 15 de montagesnelheid van de profielen 41 en het gemak voor de profieleninstallateur.
Hoewel de profieldelen 41 doorgaans uit geëxtrudeerd aluminium zijn vervaardigd, kunnen de montageschroef 21 en montagebus 1 vanzelfsprekend ook bij andere profielen worden toegepast zoals profielen 20 uit kunststof, hout, houtvezels en/of uit andere geschikte materialen.
De binnenzijde van de montagebus 1 kan ook van te voren voorzien zijn van een schroefdraad. De montageschroef 21 kan dan als een bout hierin gedraaid worden, waarbij de steek van dit schroefdraad en de steek a van de schroefdraad 27 van de sectie 25 gelijk te zijn.
25 De montagebus kan in plaats van vastgeklikt te worden ook op een andere wijze in en/of aan het profiel bevestigd worden. Zo kan de montagebus met bouten, schroeven, één of meer schuifrails, popnagels en/of andere bevestigingsmethoden met het profiel worden verbonden. Hierbij kunnen bijvoorbeeld de gaten 11 en 12 worden gebruikt. Ook kunnen de 12 montagebussen van te voren op de juiste posities aan het profiel zijn gelijmd en/of vast gesmolten.
Dergelijke en andere varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord 5 in de hiernavolgende conclusies.

Claims (15)

1. Samenstel van een montagebus (1) en een montageschroef (21), geschikt voor het bevestigen van profieldelen (41), waarbij de montageschroef (21) twee van schroefdraad (26,27) voorziene axiale secties (23, 25) van verschillende diameter omvat, waarbij de steek (a) van de 5 schroefdraad (27) van de eerste sectie (25) in hoofdzaak overeenstemt met de steek (b) van de schroefdraad (26) van de tweede sectie (23) en waarbij de montagebus (21) een uitsparing (4) omvat voor het passend omsluiten van de sectie (23) van de montageschroef (21) zodanig dat de schroefdraad (26) van deze montageschroef (21) zich in de binnenwand van de uitsparing (3) 10 vast kan zetten, bij voorkeur doordat de diameter (D7) van de sectie (7) tussen de diameter (D28) van de kern (28) van de montageschroef (21) en de diameter (D26) van de buitenrand van de schroefdraad (26) van de montageschroef (21) ligt.
2. Samenstel volgens conclusie 1 waarbij het samenstel voorts een 15 profieldeel (41) omvat, geschikt voor het met een tussenruimte (T) monteren in een bouwelement (52).
3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij de lengte (L25) van een eerste sectie (25) van de montageschroef (21) groter is dan de gezamenlijke lengte van de tussenruimte (T) en de lengte (L7) van de sectie (7) van de 20 montagebus (1).
4. Montageschroef (21) geschikt voor het bevestigen van profieldelen (41) twee van schroefdraad (26,27) voorziene secties (23,25) van verschillende diameter omvat, waarbij de steek (a) van de schroefdraad (27) van de eerste sectie (25) in hoofdzaak overeenstemt met de steek (b) van de 25 schroefdraad (26) van de tweede sectie (23).
5. Montageschroef (21) volgens conclusie 4, waarbij de lengte (L25) van de eerste sectie (25) groter is dan de lengte (L7) van de sectie 7 van de uitsparing 3 van de montagebus 1 volgens conclusie 6.
6. Montagebus (1), geschikt voor het bevestigen van profieldelen (41), 5 waarin een uitsparing (4) is aangebracht voor het passend omsluiten van een sectie (23) van de montageschroef (21) volgens conclusie 3 zodanig dat de schroefdraad (26) van deze montageschroef (21) zich in de binnenwand van de uitsparing (3) vast kan zetten, bij voorkeur doordat de diameter (D7) van de tweede sectie (7) van de montageschroef (21) tussen de diameter 10 (D28) van de kern (28) van de montageschroef (21) en de diameter (D26) van de buitenrand van de schroefdraad (26) van de montageschroef (21) volgens conclusie 3 ligt.
7. Montagebus (1) volgens conclusie 6, waarbij de montagebus (3) in axiale richting (A2) ten opzichte van een om de montagebus (1) passend 15 profieldeel (41) fixeerbaar is.
8. Montagebus (1) volgens conclusie 7, verder voorzien van uitstekende elementen (10) om de montagebus (1) axiaal in een om de montagebus (1) passend profieldeel (41) te fixeren.
9. Montagebus volgens conclusie 8, waarbij de uitstekende elementen 20 (10) in een daarvoor geschikt profiel (41) klikkend passen.
10. Montagebus volgens een der conclusies 3-5, waarbij de uitsparing (3) getrapt is uitgevoerd en een eerste sectie (6) de schroefkop (22) van een montageschroef (21) kan opnemen en een tweede sectie (7) waarvan de binnendiameter (D7) in hoofdzaak met de diameter (D28) van de kern (28) 25 van de eerste sectie (23) van een montageschroef (21) overeenstemt.
11. Werkwijze voor het bevestigen van profieldelen (41) in bouwelementen (52) omvattend de stappen van: - het voorzien in een profieldeel (41), - het voorzien in een montagebus (1) volgens conclusie 6 en een montageschroef (21) volgens conclusie 4 of het samenstel volgens conclusie 1, - het in een in het profieldeel (41) aangebrachte uitsparing 5 aanbrengen en in axiale richting (A2) fixeren van de van de montagebus (1) ten opzichte van het profieldeel (41), - het in de montagebus (1) aanbrengen van de montageschroef (21) of het gebruiken van een samenstel volgens conclusie 1, - het vastschroeven van de montageschroef (21), waarbij de tijdens 10 het vastschroeven, het in de axiale richting (A2) van de montageschroef (21) bewegen van het profieldeel (41) ten opzichte van het bouwelement (52) door de vorm van de montageschroef (21) wordt verhinderd.
12. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het profieldeel (41) in het bouwelement (52) voor dat het vastschroeven plaatsvindt, wordt gericht en 15 gesteld.
13. Werkwijze volgens één van de conclusies 11 of 12 waarbij het profieldeel met een tussenruimte (T) ten opzichte van het bouwdeel 52 wordt aangebracht.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de lengte (L25) van de 20 eerste sectie 25 van de montageschroef (21) groter is dan de gezamenlijke lengte van de tussenruimte (T) en de lengte (L7) van de sectie (7) van de montagebus (1).
15. Bouwelement (52), bij voorkeur een muur of wand omvattende een opening met een rand, een met een tussenruimte (T) daarin aangebracht 25 profieldeel (41), waarbij het profieldeel (41) tenminste één in het profieldeel (41) gefixeerde montagebus (1) omvat en er in de montagebus (1) een montageschroef (21) aanbrengbaar is waarvan de lengte (L25) van de sectie (25) groter is dan de gezamenlijke lengte van de tussenruimte (T) en de lengte (L7) van de sectie (7) van de montagebus (1).
NL2001824A 2008-07-18 2008-07-18 Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren. NL2001824C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001824A NL2001824C2 (nl) 2008-07-18 2008-07-18 Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001824A NL2001824C2 (nl) 2008-07-18 2008-07-18 Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren.
NL2001824 2008-07-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001824C2 true NL2001824C2 (nl) 2010-01-19

Family

ID=40377243

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001824A NL2001824C2 (nl) 2008-07-18 2008-07-18 Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001824C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2775083A3 (de) * 2013-03-08 2017-01-11 SFS intec Holding AG Vorrichtung und Verfahren zur Befestigung eines Baukörpers in einer von einer Auflagefläche begrenzten Öffnung

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3320297A1 (de) * 1983-06-04 1984-12-06 Arnold 7918 Illertissen Butzbach Vorrichtung zur befestigung eines fensterrahmens
EP0400535A2 (de) * 1989-05-29 1990-12-05 SFS Industrie Holding AG Befestigungselement
GB2355505A (en) * 1998-12-18 2001-04-25 Acumed Inc Axial tension screw having an unthreaded intermediate section
EP1626147A1 (de) * 2004-08-13 2006-02-15 SYLID Systemlogistik und Industriedienstleistung GmbH Montagesystem
EP1696140A1 (en) * 2002-08-13 2006-08-30 ND Industries, Inc. A fastening element and method of forming a fastener assembly using said fastening element.
FR2896020A1 (fr) * 2006-01-06 2007-07-13 Ind De Moules Et Moulages Plas Dispositif de fixation et de reglage d'une piece sur un support

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3320297A1 (de) * 1983-06-04 1984-12-06 Arnold 7918 Illertissen Butzbach Vorrichtung zur befestigung eines fensterrahmens
EP0400535A2 (de) * 1989-05-29 1990-12-05 SFS Industrie Holding AG Befestigungselement
GB2355505A (en) * 1998-12-18 2001-04-25 Acumed Inc Axial tension screw having an unthreaded intermediate section
EP1696140A1 (en) * 2002-08-13 2006-08-30 ND Industries, Inc. A fastening element and method of forming a fastener assembly using said fastening element.
EP1626147A1 (de) * 2004-08-13 2006-02-15 SYLID Systemlogistik und Industriedienstleistung GmbH Montagesystem
FR2896020A1 (fr) * 2006-01-06 2007-07-13 Ind De Moules Et Moulages Plas Dispositif de fixation et de reglage d'une piece sur un support

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2775083A3 (de) * 2013-03-08 2017-01-11 SFS intec Holding AG Vorrichtung und Verfahren zur Befestigung eines Baukörpers in einer von einer Auflagefläche begrenzten Öffnung

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11268294B2 (en) Snap fit posts for fence panels balustrades and the like
US7533503B2 (en) Knockdown doorframe for adjustably accommodating wall thickness and building method thereof
RU2433236C2 (ru) Способ установки вспомогательного элемента на дверной или оконной раме
US20070154257A1 (en) Device for connecting structural elements
RU2469163C2 (ru) Петля для металлических дверных или оконных блоков
NL2001824C2 (nl) Montageschroef, montagebus, montagesamenstel en methode van monteren.
DK2472021T3 (en) METHOD FOR FIXING AN OBJECT TO A thin-walled GLASFIBER ENHANCED PROFILE PRODUCED by pultrusion, AND WINDOW WITH SUCH PROFILE
US20150096258A1 (en) Door assembly
EP2093362B1 (en) Method and clamping system for the fixation of a hinge or other metal work on profiles for windows and doors
US9926736B2 (en) Adjustable door frame
US20060137143A1 (en) Door push bar structure
US20150361697A1 (en) Door System
EP2754786B1 (en) Control and operating unit for sliding doors or windows
AU2020275664A1 (en) Adjustable packer apparatus
BE1021701B1 (nl) Bevestigingsklem en werkwijze voor het bevestigen van een afwerkingskader tegen een kader van een raam of dergelijke en raam uitgerust met dergelijke bevestigingsklem
NL1002780C1 (nl) Werkwijze voor het renoveren van een aan rot onderhevig houten kozijn of dergelijke, en spanelement voor het uitvoeren van dergelijke werkwijze.
US20070245685A1 (en) After sheetrock frame and method for installing the same
DE102010039805A1 (de) Zarge für flächenbündigen Einbau eines Monoblockfensters
NL9002421A (nl) Samenstel voor het plaatsen en stellen van deuren en ramen.
NL2011125C2 (nl) Langwerpige plug voorzien van een penvormig lijf met een longitudinale boring voor het daarin opnemen van een nagel, schroef of dergelijke.
WO2017145059A1 (en) A shutter
NZ735259B2 (en) Improvements in snap fit posts for fence panels balustrades and the like
AU2003231324A1 (en) A kit for the construction of a frame for a door or window
NL1025091C2 (nl) Kozijnsamenstel.
JPH0523748Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150801