NL2024971B1 - Transportsamenstel en werkwijze voor het gebruik daarvan - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportsamenstel omvattende een aantal met elkaar geassocieerde karren die zijn ingericht om te worden getransporteerd in een bedrijfsauto, elke kar omvattende: — een frame dat een opslagruimte definieert, waarbij het frame een opening omvat voor het toegang verschaffen tot de opslagruimte; en — een verbindingselement voor het losmaakbaar verbinden van het aantal karren, waarbij het transportsamenstel een losse toestand en een verbindingstoestand omvat, waarbij in de losse toestand de openingen ruimtelijk van elkaar zijn gescheiden, en waarbij in de verbindingstoestand het aantal karren door het verbindingselement met hun openingen naar elkaar gericht zijn verbonden.

Description

TRANSPORTSAMENSTEL EN WERKWIJZE VOOR HET GEBRUIK DAARVAN De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportsamenstel omvattende een aantal met elkaar geassocieerde karren die zijn ingericht om te worden getransporteerd in cen bedrijfsauto. Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het gebruik van het transportsamenstel.

Bekend zijn pallets waarop producten plaatsbaar zijn. De bekende pallets zijn plaatsbaar in bijvoorbeeld een bedrijfsauto, Het gebruik van pallets waarop producten zijn geplaatst vereenvoudigd het inladen van deze producten. Op de pallets kunnen producten geplaatst zijn die op verschillende locaties uitgeladen moeten worden, bijvoorbeeld drink- en etenswaren die in snoepautomaten worden geplaatst, In de praktijk worden de pallets gevuld met producten en in de bedrijfsauto geplaatst, waarna met de producten van één pallet verschillende locaties, bijvoorbeeld werk- of schoolkantines, voorzien kunnen worden van deze producten.

Het nadeel van de pallets is dat deze relatief zwaar zijn. Een verder nadeel van het gebruik van pallets in bedrijfsauto's voor het inladen van producten is dat het uitladen van producten zeer onhandig is voor de persoon die dit werk verricht. In het bijzonder zorgt het voor een ergonomisch nadelige houding, bijvoorbeeld wanneer producten nabij de achter- en onderkant van de pallet uitgeladen moeten worden.

Het is een doel van de vinding om ten minste één van de bovengenoemde problemen op te lossen of ten minste te verminderen. In het bijzonder is het een doel van de vinding om te voorzien in een transportsamenstel waar eenvoudig producten uitgeladen kunnen worden wanneer deze in een bedrijfsauto zijn geplaatst.

Het doel van de vinding wordt bereikt door een transportsamenstel omvattende een aantal met elkaar geassocieerde karren die zijn ingericht om te worden getransporteerd in een bedrijfsauto, elke kar omvattende: — een frame dat een opslagruimte definieert, waarbij het frame een opening omvat voor het toegang verschaffen tot de opslagruimte; en — een verbindingselement voor het losmaakbaar verbinden van het aantal karren, waarbij het transportsamenstel een losse toestand en een verbindingstoestand omvat, waarbij in de losse toestand de openingen ruimtelijk van elkaar zijn gescheiden, en waarbij in de verbindingstoestand het aantal karren door het verbindingselement met hun openingen naar elkaar gericht zijn verbonden.

Door in de verbindingstoestand de karren met hun openingen naar elkaar gericht te verbinden wordt voorkomen dat producten die in de individuele karren zijn geplaatst uit de kar kunnen vallen. Alternatief of aanvullend heeft dit het voordeel dat wanneer het transportsamenstel van de verbindingstoestand naar de losse toestand wordt gebracht terwijl het zich in de bedrijfsauto bevindt, de afzonderlijke karren eenvoudig tegen een respectievelijke zijwand van de bedrijfsauto geplaatst kunnen worden. Hierna zijn de openingen eenvoudig toegankelijk voor personeel dat producten uit de afzonderlijke karren wil halen. Een verder voordeel is dat het personeel hierdoor een ergonomisch voordelige houding kan aannemen bij het uit de kar halen van de producten.

Bij voorkeur strekken de openingen zich parallel aan elkaar en aanliggend met elkaar uit. Hiermee wordt voorzien dat de openingen in de verbindingstoestand strak tegen elkaar zitten, waardoor de kans op het uit de kar vallen van producten wordt gereduceerd.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het aantal karren elk verder een aantal schappen voor het dragen van bijvoorbeeld dozen, waarbij de schappen op afstand van elkaar zijn gepositioneerd. Bij voorkeur zijn het aantal schappen planken, of ten minste plankvormig.

Door het voorzien van een aantal schappen kunnen producten eenvoudig worden geplaatst in de karren. Een verder voordeel van het aantal schappen is dat er een groter aantal producten in de karren kunnen worden geplaatst die er op eenvoudige wijze uit zijn te halen, omdat de hoeveelheid op elkaar gestapelde producten wordt verkleind.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het frame verder: — een onderstel; — een aantal wanden omvat die zich in hoofdzaak loodrecht vanaf het onderstel uitstrekken, waarbij de opening zich bij voorkeur in één van het aantal wanden bevindt of waarbij één van het aantal wanden de opening vormt.

Een onderstel met een aantal wanden voorziet dat de kar voldoende stevigheid heeft. Door het in hoofdzaak loodrecht vanaf het onderstel uitstrekken van de wanden wordt transportsamenstel gekregen waarbij de binnenruimte zo effectief mogelijk kan worden gebruikt.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het transportsamenstel een veergrendel omvattende een haakelement en een vergrendelelement, waarbij elk van de karren twee tegenovergelegen zijwanden omvat, waarbij op één van de met elkaar geassocieerde zijwanden een haakelement is aangebracht en op een ander van de met elkaar geassocieerde zijwanden een vergrendelelement is aangebracht voor het losmaakbaar met elkaar verbinden van het aantal karren, De veergrendel omvat in een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm een haakelement en een vergrendelelement. Het haakelement is bij voorkeur om een in hoofdzaak verticale as draaibaar. Het vergrendelelement is bij voorkeur een pinvormig element dat in een houder is geplaatst. In deze houder bevindt zich een veerelement dat, wanneer er geen kracht wordt uitgeoefend op de pin, het vergrendelelement in een vergrendelpositie houdt. Als met een bepaalde kracht aan de pin wordt getrokken kan het vergrendelelement in een open positie worden gebracht. In de open positie van het vergrendelelement kan het haakelement om een deel van een zijwand van een kar waaraan het vergrendelelement is verbonden worden geplaatst. Als het vergrendelelement vervolgens in de gesloten positie wordt gebracht, blokkeert het vergrendelelement het draaien van het haakelement om zijn as. Hierdoor kunnen de zijwanden van de karren eenvoudig met elkaar verbonden worden. Een verder voordeel is dat een sterke verbinding wordt gerealiseerd die niet makkelijk losschiet. Dit vergroot onder meer de veiligheid bij transport.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat elk van de karren twee tegenovergelegen zijwanden, en omvat het verbindingselement een verbindingsbalk die twee met elkaar geassocieerde zijwanden van de karren losmaakbaar met elkaar verbindt.

Door de verbindingsbalk zijn de met elkaar geassocieerde karren eenvoudig met elkaar te verbinden en weer los te maken. Dit is voordelig wanneer de karren aan elkaar vastgemaakt IO moeten worden voor het transporteren van het transportsamenstel in de bedrijfsauto, en wanneer ze van elkaar los moeten worden gemaakt eenmaal in de bedrijfsauto. De verbindingsbalk heeft verder als voordeel dat de met elkaar geassocieerde karren stevig met elkaar verbonden zijn.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de verbindingsbalk een holle binnenruimte waarin de twee met elkaar geassocieerde van de karren plaatsbaar zijn, en waarbij in de verbindingstoestand de met elkaar geassocieerde zijwanden in de holle binnenruimte zijn geplaatst voor het verbinden van de twee karren.

Het voordeel van de holle binnenruimte waarin de met elkaar geassocieerde zijwanden van de karren plaatsbaar zijn is dat op eenvoudige wijde de bovenkanten van de zij wanden verbindbaar zijn met de verbindingsbalk. Door het in de holle binnenruimte plaatsen van de zijwanden zijn de afzonderlijke karren niet meer onderling verplaatsbaar in de lengte- en breedterichting van de karren.

Bij voorkeur geldt dat de verbindingsbalk in hoofdzaak een U-profiel vormt waarvan de longitudinale uiteinden gesloten of afgesloten zijn, zodat een binnenruimte wordt gevormd die in hoofdzaak overeenkomt met de afmetingen van de met elkaar geassocieerde zijwanden waarop de verbindingsbalk geplaatst wordt. Een voordeel hiervan is dat in hoofdzaak een vormsluitende verbinding wordt gevormd tussen de verbindingsbalk en de met elkaar geassocieerde zijwanden.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding zijn in de verbindingsbalk en ten minste één van de zijwanden een veelvoud van met elkaar geassocieerde openingen aangebracht, zodanig dat een pin in deze openingen kan worden plaatsbaar is, en waarbij in de verbindingstoestand de pin in openingen zijn geplaatst voor het bij voorkeur losmaakbaar en/of vergrendelbaar verbinden van de verbindingsbalk en de kar.

In de onderhavige uitvinding wordt onder pin elk voorwerp ingericht voor het plaatsen in openingen verstaan, dus bijvoorbeeld ook een pen of een staaf. Met de met elkaar geassocieerde openingen wordt bedoeld een opening aangebracht in de verbindingsbalk en een respectievelijke opening aangebracht in de ten minste ene zijwand, waarbij in de verbindingstoestand de geassocieerde openingen in hoofdzaak in eenzelfde as liggen, zodanig dat een pin door de met elkaar geassocieerde gaten te plaatsen is.

Door de pinnen door de met elkaar geassocieerde openingen te plaatsen wordt een extra stevige verbinding tussen de verbindingsbalk en de kar gerealiseerd, en daarmee een extra stevige verbinding tussen de twee met elkaar geassocieerde karren onderling.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het transportsamenstel verder vastzetelementen gepositioneerd op ten minste één van de zijwanden, waarbij de vastzetelementen zijn ingericht voor het ontvangen van een vastzetstang, bij voorkeur een trekstang.

De vastzetelementen kunnen bijvoorbeeld c-vormige of cirkelvormige beugels zijn waarbij de openingen naar een ondergrond toe zijn gericht. Hierdoor kan eenvoudig bijvoorbeeld een vastzetstang door de maanvormige beugels geplaatst worden. Bij voorkeur is de vastzetstang een trekstang die is ingericht om zich vast te zetten in een laadruimte van een bedrijfsauto. Dit is bijvoorbeeld mogelijk als de vastzetstang samenwerkt met een vastzetinrichting voorzien in de laadruimte van de bedrijfsauto. De vastzetinrichting kan bijvoorbeeld twee banen voorzien van verdiepingen omvatten, waarbij de banen boven elkaar in eenzelfde verticaal vlak zijn aangebracht, één op de onderkant en één aan de bovenkant van de laadruimte. Bij voorkeur is de vastzetstang een trekstang, omdat deze met een eenvoudige handeling te plaatsen is. Bij voorkeur bevinden met elkaar geassocieerde verdiepingen zich op een lengteas, waarna de trekstang door het vastzetelement wordt geplaatst en vervolgens in de met elkaar geassocieerde verdiepingen.

Hierdoor worden karren in de bedrijfsauto gezekerd en wordt ongewenste verplaatsing daarvan tegengegaan.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het transportsamenstel verder verbindingshaken aangebracht op ten minste één de zijwanden voor het verbinden van de zijwanden in de verbindingstoestand, waarbij de verbindingshaken tegenovergelegen liggen aan de zijwanden die in de verbindingstoestand verbonden worden door de verbindingsbalk.

Door het voorzien van verbindingshaken aan de tegenoverliggende zijwand die verbonden wordt door de verbindingsbalk wordt een extra verbinding verkregen tussen de met elkaar geassocieerde karren. Dit biedt extra stevigheid in de verbindingstoestand.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het onderstel verder aan het onderstel aangebrachte wielen, bij voorkeur zwenkwielen.

Het voordeel van de wielen aangebracht op het onderstel is dat hierdoor het transportsamenstel eenvoudig te verplaatsen is. Zwenkwielen hebben het verdere voordeel dat het transportsamenstel in alle richtingen makkelijk te verplaatsen is, en tevens makkelijk draaibaar is om zijn as. Een verder voordeel van de wielen is het transportsamenstel makkelijk van de verbindingstoestand naar de losse toestand gebracht kan worden door het ruimtelijk scheiden van de afzonderlijke karren.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is het transportsamenstel verder ingericht om optilbaar te zijn door hefvorken, waarbij elke hefvork onder een kar plaatsbaar is, en waarbij het onderstel verder een aantal geleiders omvat voor het ontvangen van hefvorken.

Door het optilbaar zijn door hefvorken is het transportsamenstel door bij voorbeeld een 5 heftrock makkelijk verplaatsbaar van de ondergrond naar de hoogte van een hoger gelegen laadruimte van een bedrijfsauto. De geleiders hebben als verder voordeel dat de hefvorken eenvoudig en op correcte wijze onder de afzonderlijke karren worden geplaatst. Bij voorkeur geldt dat elke hefvork is geassocieerd met één van het aantal karren, zodat de last van de met elkaar gekoppelde karren evenredig over de hefinrichting wordt verdeeld.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is ten minste een deel van het aantal schappen onder een hoek met het onderstel geplaatst.

In een uitvoeringsvorm worden de schappen geplaatst zodanig geplaatst dat de schappen vanaf de openingen gezien naar boven toelopen. Dit heeft als voordeel dat de producten eenvoudig uit de karren te halen zijn. Bij voorkeur hebben de schappen dan nabij de opening een omhoog staande rand. Dit heeft als voordeel dat de producten blijven liggen op het schap. In een alternatieve uitvoeringsvorm is de hoek zodanig dat de schappen vanaf de opening gezien naar beneden aflopen. In deze uitvoeringsvorm is het ook mogelijk dat de schappen een omhoog staande rand omvatten nabij de opening. Het voordeel hiervan is dat de kans op het vallen van de producten uit de schappen en daarmee uit de kar wordt gereduceerd.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is het onderstel van het frame rechthoekig, en omvat het frame verder cen achterwand en twee tegenover elkaar liggende zijwanden, waarbij de zijwanden een kortere lengte hebben dan de achterwand.

Een rechthoekig onderstel heeft het voordeel dat de karren en het transportsamenstel eenvoudig plaatsbaar zijn tegen rechte wanden, bij voorbeeld de wanden van de bedrijfsauto.

Doordat de twee tegenover liggende zijwanden een kortere lengte hebben dan de achterwand heeft het transportsamenstel een vorm die overeenkomt met de laadruimte van de bedrijfsauto, en daarom daarin eenvoudig plaatsbaar is.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding ligt de hoogte van het frame in het bereik van 60 — 200 cm, bij voorkeur in het bereik van 80 — 160 cm, en met de meeste voorkeur in het bereik van 100 ~ 140 cm.

De bovengenoemde hoogtes van het frame voorzien dat het transportsamenstel de juiste afmetingen heeft om in de laadruimte van een bedrij fsaato te plaatsen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor gebruik van het transportsamenstel, de werkwijze omvattende de stappen: — het voorzien van een transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies in de losse toestand; en

— het met het verbindingselement aan elkaar verbinden van de twee karren, waarbij voorwanden naar elkaar gericht zijn, daarmee het transportsamenstel vormendvoor het in de verbindingstoestand brengen van het transportsamenstel. De werkwijze heeft dezelfde effecten en voordelen als benoemd voor het transportsamenstel.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de werkwijze verder de stappen van: — het optillen van het transportsamenstel door het plaatsen van hefvorken onder de twee karren; en — het plaatsen van het transportsamenstel op de gewenste positie.

Bij voorkeur geldt dat het optillen van het transportsamenstel wordt uitgevoerd door het plaatsen van een hefvork onder elk van de karren. Anders gezegd geldt dat elke kar is geassocieerd met één van de karren van het aantal karren, waardoor de last van het tillen in hoofdzaak evenredig over de hefinrichting wordt verdeeld.

Verdere kenmerken, voordelen en details van de vinding worden beschreven aan de hand van uitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: — figuur 1, schematisch een perspectivisch aanzicht van een voorbeeld van het transportsamenstel in de losse toestand; — figuur 2, schematisch een perspectivisch aanzicht van een voorbeeld van het transportsamenstel in de verbindingstoestand; — figuur 2A, schematisch een perspectivisch aanzicht van een voorbeeld van een veergrendel; — figuur 3, schematisch een perspectivisch aanzicht van een tweede voorbeeld van een transportsamenstel in de verbindingstoestand; — figuur 4, schematisch een verder perspectivisch aanzicht van een tweede voorbeeld van het transportsamenstel in de verbindingstoestand; — figuur 5, schematisch een voorbeeld van een werkwijze voor gebruik van het transportsamenstel volgens de vinding; en — figuur 6, schematisch een tweede voorbeeld van een werkwijze voor gebruik van het transportsamenstel volgens de vinding.

Transportsamenstel 2 (figuur 1) omvat twee met elkaar geassocieerde karren 4 en 5 en bevindt zich in losse toestand 3. Elk van de karren 4,5 omvat frame 6 dat in dit voorbeeld bestaat uit onderstel 10 en daarop geplaatste zijwanden 12. Zijwanden 12 zijn loodrecht op onderstel 10 geplaatst en definiëren samen met onderstel 10 opslagruimte 14. Voorwand 16 is één van zijwanden 12 en vormt in dit voorbeeld opening 18 waardoor opslagruimte 14 vanaf voorkant V eenvoudig toegankelijk is. Verder is één van zijwanden 12 achterwand 13. Geplaatst tissen twee zijwanden 20 en 21, en daarmee in opslagruimte 14, zijn schappen 22. Schappen 22 zijn op (in dit voorbeeld gelijke) onderlinge afstand van elkaar geplaatst, zodat producten 24 daarop geplaatst kunnen worden.

Aan elk eind van schappen 22 nabij opening 18 zijn randen 23 aangebracht, zodanig dat de kans dat producten 24 van schappen 22 schuiven wordt gereduceerd.

Op zijwand 20 van kar 4 is haakelement 72 aangebracht.

Op zijwand 20 van kar 5 is vergrendelelement 74 aangebracht.

Aangebracht op onderstel 10 zijn wielen 27, bij voorkeur vier zwenkwielen geplaatst op de hoeken van onderstel 10. Aangebracht in zijwand 20 zijn gaten 26 voor het samenwerken met een pin en verbindingsbalk (zie figuur 4). In tegenoverliggende zijwand 21 van kar 4 zijn twee verbindingshaken 28 aangebracht voor het verbinden van zijwanden 21 van karren 4 en 5. Verder zijn aan onderstel 10 geleiders 32 voor het geleiden van hefvorken aangebracht.

Karren 4 en 5 (figuur 2) van transportsamenstel 2 zijn met elkaar verbonden door veergrendel 70 die haakelement 72 en vergrendelelement 74 omvat.

Verder zijn op zijwanden 20 en 21 beugels 62 geplaatst voor het samenwerken met een trekstang.

Haakelement 72 (figuur 2A) omvat een in hoofdzaak verticale as 76 waaraan haakdeel 78 is bevestigd die draaibaar is om verticale as 76. Vergrendelelement 74 omvat houder 80 waardoor pin 82 is geplaatst, In houder 80 is verder veerelement 84 aangebracht die pin 82 omhoog houdt.

In het getoonde voorbeeld is pin 82 in de gesloten positie en zorgt ervoor dat haakdeel 78 niet om as 76 kan roteren.

Door middel van handgreep 86 die aan pin 82 is bevestigd kan pin 82 omlaag worden getrokken en in een open positie worden gebracht, waarna haakdeel 78 vrij is om te roteren om as 76. Hiermee kunnen karren 4 en 5 eenvoudig aan elkaar worden vastgemaakt en losgekoppeld.

Transportsamenstel 2 (figuur 3) omvat karren 4 en 5 die met openingen 18 naar elkaar gericht zijn verbonden en bevindt zich in verbindingstoestand 7. Aan zijkanten 20 zijn karren 4 en 5 aan elkaar verbonden door verbindingsbalk 30. Op verbindingsbalk 30 is handvat 34 aangebracht voor het eenvoudig hanteren van verbindingsbalk 30. Pinnen 32 zijn door verbindingsbalk 30 en gaten 26 van zijwanden 20 geplaatst zodat verbindingsbalk 30 zijwanden 20 stevig met elkaar verbindt.

Zijwanden 21, tegenoverliggend aan zijwanden 20, zijn verbonden door verbindingshaken 28. Verbindingshaken 28 zijn aangebracht op kar 4 en haken in verbindingstoestand 7 vast aan kar 5. Schappen 22 zijn onder een hoek a geplaatst met onderstel 10, zodat producten gelegen op schappen 22 in losse toestand 3 minder gemakkelijk uit opening 18 vallen.

Hoek a is in deze uitvoeringsvorm ongeveer 10°, maar het mag voor de vakman duidelijk zijn dat andere hoeken ook tot de mogelijkheden behoren.

Bij voorkeur bevindt hoek a zich tussen de 0 en 30°, bij meer voorkeur tussen de 2 en 20°, en met de meeste voorkeur tussen de 5 en 15°. Verbindingsbalk 30 {figuur 4) omvat holle binnenruimte 36, waardoor verbindingsbalk 30 eenvoudig over bovenkanten 38 van zijwanden 20 geplaatst kan worden en daardoor karren 4 en 5 van transportsamenstel 2 met elkaar verbindt.

Om verbindingsbalk 30 steviger te verbinden met de afzonderlijke karren 4 en 5, zijn in karren 4 en 5 respectievelijk gaten 26a en 26b aangebracht in bovenkanten 38. In verbindingsbalk 30 zijn gaten 40a en 40b aangebracht, waarbij 26a en 40a samen en 26b en 40b samen met elkaar geassocieerde gaten zijn. Wanneer verbindingsbalk 30 over bovenkanten 38 van zijwanden 20 zijn geplaatst kunnen pinnen 32 door de met elkaar geassocieerde gaten 26a, 40a; 26b, 40b geplaatst worden, zodanig dat karren 4 en 5 extra stevig metelkaar zijn verbonden. Verder zijn in figuur 4 geleiders 32 getoond die zijn aangebracht onder onderstel 10, waarin hefvorken 54 van een hefinrichting 52 plaatsbaar zijn.

Transportwagen 52 (figuur 5) kan gebruikt worden voor een werkwijze voor het in bedrijfsauto 50 plaatsen van transportsamenstel 2. Wanneer karren 4 en 5 aan elkaar zijn verbonden door in ieder geval verbindingsbalk 30, kunnen hefvorken 54 van transportwagen 52 onder onderstel 10 van transportsamenstel 2 worden geplaatst. Tijdens het plaatsen van hefvorken 54 onder onderstel 10 zorgen geleiders 32 ervoor dat hefvorken 54 op correcte wijze worden geplaatst. Vervolgens kan transportsamenstel 2 omhoog worden getild door hefmechanisme 56 van transportwagen 52, zodat daarna transportsamenstel 2 in laadruimte 51 van bedrijfsauto 50 kan worden geplaatst. Wanneer transportsamenstel 2 (figuur 6) zich in losse toestand 3 in laadruimte 51 van bedrijfsauto 50 bevindt, zijn bij voorkeur karren 4 en 5 zodanig geplaatst dat achterwanden 13 van de afzonderlijke karren 4 en 5 tegen hun respectieve zijwanden van laadruimte 51 zijn geplaatst, Hierdoor zijn de producten 24 voor een persoon die producten 24 uit transportsamenstel 2 wil halen eenvoudig toegankelijk via opening 18. In dit voorbeeld worden karren 4 en 5 afzonderlijk vastgezet door middel van trekstang 60. Trekstang 60 kan aan bovenkant 53 en onderkant 55 van laadruimte 51 bevestigd worden in verdiepingen 57 aangebracht in banen 59. Trekstang 60 is door beugel 62 geplaatst zodat karren 4 en 5 extra stevig worden vastgezet.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde bescherming wordt bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (17)

CONCLUSIES

1. Transportsamenstel, omvattende een aantal met elkaar geassocieerde karren die zijn ingericht om te worden getransporteerd in een bedrijfsauto, elke kar omvattende: — een frame dat een opslagruimte definieert, waarbij het frame een opening omvat voor het toegang verschaffen tot de opslagruimte; en — een verbindingselement voor het losmaakbaar verbinden van het aantal karren, waarbij het transportsamenstel een losse toestand en een verbindingstoestand omvat, waarbij in de losse toestand de openingen ruimtelijk van elkaar zijn gescheiden, en waarbij in de verbindingstoestand het aantal karren door het verbindingselement met hun openingen naar elkaar gericht zijn verbonden.

2. Transportsamenstel volgens conclusie 1, waarbij het aantal karren elk verder een aantal schappen omvat voor het dragen van bij voorbeeld dozen, waarbij de schappen op afstand van elkaar zijn gepositioneerd.

3. Transportsamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het frame omvat: — een onderstel; — een aantal wanden die zich in hoofdzaak loodrecht vanaf het onderstel uitstrekken, waarbij de opening zich bij voorkeur in één van het aantal wanden bevindt of waarbij één van het aantal wanden de opening vormt.

4. Transportsamenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het transportsamenstel een veergrendel omvattende een haakelement en een vergrendelelement omvat, waarbij elk van de karren twee tegenovergelegen zijwanden omvat, waarbij op één van de met elkaar geassocieerde zijwanden een haakelement is aangebracht en op een ander van de met elkaar geassocieerde zijwanden een vergrendelelement is aangebracht voor het losmaakbaar met elkaar verbinden van het aantal karren.

5. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de karren twee tegenovergelegen zijwanden omvat, en waarbij het verbindingselement een verbindingsbalk omvat die twee met elkaar geassocieerde zijwanden van het aantal karren losmaakbaar met elkaar verbindt.

6. Transportsamenstel volgens conclusie 5, waarbij de verbindingsbalk een holle binnenruimte omvat waarin de met elkaar geassocieerde zijwanden van de karren plaatsbaar zijn,

en waarbij in de verbindingstoestand de met elkaar geassocieerde zijwanden in de holle binnenruimte geplaatst zijn voor het verbinden van de twee karren,

7. Transportsamenstel volgens conclusie 6, waarbij in de verbindingsbalk en ten minste één vande zijwanden een veelvoud van met elkaar geassocieerde openingen zijn aangebracht, zodanig dat een pin in deze openingen plaatsbaar is, en waarbij in de verbindingstoestand de pin in openingen zijn geplaatst voor het verbinden van de verbindingsbalk en de kar.

8. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende IO vastzetelementen gepositioneerd op ten minste één van de zijwanden, waarbij de vastzetelementen zijn mgericht voor het ontvangen van een vastzetstang, bij voorkeur een trekstang.

9. Transportsamenstel volgens conclusies 4 — 8, verder omvattende verbindingshaken aangebracht op ten minste één van de zijwanden voor het verbinden van de zijwanden in de verbindingstoestand, waarbij de verbindingshaken tegenovergelegen liggen aan de zijwanden die in de verbindingstoestand verbonden worden door de verbindingsbalk.

10. Transportsamenstel volgens conclusie 4 — 8, verder omvattende verbindingshaken aangebracht op ten minste één van de zijwanden voor het verbinden van de zijwanden in de verbindingstoestand, waarbij de verbindingshaken tegenovergelegen liggen aan de zijwanden die in de verbindingstoestand verbonden worden door de veergrendel.

11. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het onderstel verder aan het onderstel aangebrachte wielen, bij voorkeur zwenkwielen, omvat.

12. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het transportsamenstel verder is ingericht om optilbaar te zijn door hefvorken, waarbij elke hefvork onder een kar plaatsbaar is, en waarbij het onderstel verder een aantal geleiders omvat voor het ontvangen van hefvorken.

13. Transportsamenstel volgens conclusies 2 - 12, waarbij ten minste een deel van het aantal schappen onder een hoek met het onderstel is geplaatst.

14. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het onderstel van het frame rechthoekig is, en waarbij het frame verder een achterwand en twee tegenover elkaar liggende zijwanden omvat, waarbij de zijwanden een kortere lengte hebben dan de achterwand.

15. Transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hoogte van het frame in het bereik van 60 — 200 cm ligt, bij voorkeur in het bereik van 80 — 160 cm ligt, en met de meeste voorkeur in het bereik van 100 — 140 cm ligt.

16. Werkwijze voor gebruik van het transportsamenstel, omvattende: — het voorzien van een transportsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies in de losse toestand; en — het met het verbindingselement aan elkaar verbinden van de twee karren, waarbij voorwanden naar elkaar gericht zijn, voor het in de verbindingstoestand brengen van het transportsamenstel.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, verder omvattende: — het optillen van het transportsamenstel door het plaatsen van hefvorken onder de twee karren; en — het plaatsen van het transportsamenstel op de gewenste positie.