NL2024970B1 - Koppelstuk en werkwijze voor afvoeren van lucht uit een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting - Google Patents

Abstract

De uitvinding relateert aan een koppelstuk voor het afvoeren van lucht van een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, omvattende een behuizing, omvattende een luchtkanaal voor het doorvoeren van lucht, waarbij het luchtkanaal zich uitstrekt tussen een aanvoer en een afvoer, waarbij de aanvoer koppelbaar is aan een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, en waarbij de afvoer in hoofdzaak een vorm heeft van een inwerpopening van een brievenbus en ten dele plaatsbaar is in of door de inwerpopening.

Description

KOPPELSTUK EN WERKWIJZE VOOR AFVOEREN VAN LUCHT UIT EEN MOBIELE AIRCO EN/OF VENTILATIE-INRICHTING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koppelstuk voor het afvoeren van lucht van een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting en een werkwijze voor het afvoeren van lucht uit een mobiele airco en/of luchtventilatie-inrichting.

Bekend zijn mobiele airco’s en/of ventilatie-inrichtingen, die bijvoorbeeld in de zomer gebruikt worden om gebouwen, bij voorbeeld huizen en/of kantoorpanden, van koeling te voorzien, zoals tijdens warm weer. De bekende mobiele airco’ s omvatten een afvoerslang die zich uitstrekt van de mobiele airco tot de buitenlucht, waardoor de warme lucht uit het gebouw wordt gevoerd. Een nadeel van de mobiele airco’s is dat het voor de gebruiker lastig is om de afvoerslang de lucht af te laten voeren naar de buitenlucht. Een mogelijkheid om dit te doen is om de afvoerslang te plaatsen door een raam of een deur die op een kier staat. Het nadeel hiervan is dat er, juist door het gedeeltelijk openstaan van het raam of deur, warme buitenlucht in het gebouw komt.

Hierdoor wordt het beoogde effect van de mobiele airco, namelijk het afvoeren van warme lucht, ten minste gedeeltelijk tenietgedaan. Om dit probleem te verhelpen is het mogelijk om een afdichting voor een dergelijke kier, zoals bijvoorbeeld een plank ter grootte van de kier, te maken waarin een opening voor de afvoerslang in het raam of de deuropening is gemaakt. Het nadeel hiervan is echter dat deze afdichting voor elke situatie verschillend moet zijn, omdat deze voor elk raam of elke deuropening afzonderlijk op maat gemaakt moet worden. Daarnaast houdt een dergelijke afdichting vaak niet voldoende de warme lucht buiten het gebouw.

Het is een doel van de vinding om ten minste één van de bovengenoemde problemen op te lossen of ten minste te verminderen. In het bijzonder is het een doel van de vinding om te voorzien in een mogelijkheid op eenvoudige wijze lucht uit een afvoer van een mobiele airco naar buiten af te laten voeren.

Het doel wordt bereikt door een Koppelstuk voor het afvoeren van lucht van een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, het koppelstuk omvattende: — een behuizing, omvattende een luchtkanaal voor het doorvoeren van lucht, waarbij het luchtkanaal zich uitstrekt tussen een aanvoer en een afvoer, waarbij de aanvoer koppelbaar is aan een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, en waarbij de afvoer in hoofdzaak een vorm heeft van een inwerpopening van een brievenbus en ten dele plaatsbaar is in of door de inwerpopening.

Doordat de afvoer de vorm heeft van een inwerpopening van een brievenbus en ten dele daarin plaatsbaar is, wordt met het koppelstuk de mogelijkheid verkregen om op eenvoudige wijze lucht afkomend van de mobiele airco en/of luchtventilatie-inrichting naar buiten af te voeren. Een voordeel is dat er weinig lucht van buiten naar binnen wordt gevoerd door de inwerpopening,

wanneer het koppelstuk hierin is geplaatst. Dit komt omdat het Koppelstuk in hoofdzaak de gehele inwerpopening afsluit. Een verder voordeel is dat, mocht er nog ruimte tussen het Koppelstuk en de inwerpopening zitten, dit grotendeels wordt afgedekt door een in de inwerpopening voorziene borstel van de brievenbus. Door het koppelstuk is de afvoer van de mobiele airco en/of ventilatie- mrichting eenvoudig te verbinden met de buitenlucht, waarbij gelijktijdig ongewenste invoer van buitenlucht wordt gereduceerd.

In de onderhavige aanvrage wordt onder de inwerpopening van een brievenbus de opening verstaan waar de post door wordt gevoerd door bijvoorbeeld een postbezorger. Deze opening bevindt zich gewoonlijk in een (voor)deur van een gebouw.

Doordat de behuizing een luchtkanaal omvat dat zich uitstrekt tussen de aanvoer en de afvoer, waarbij de aanvoer koppelbaar is aan een mobiele airco en/of tuchtventilatie-inrichting kan de afgevoerde lucht van een mobiele airco en/of luchtventilatie-inrichting naar buiten worden afgevoerd. Het Koppelbaar zijn van de aanvoer heeft het voordeel dat het koppelstuk op meerdere mobiele airco’s en/of ventilatie-inrichtingen aangesloten kan worden.

Een verder voordeel van het koppelstuk volgens de uitvinding is dat met een gestandaardiseerde afmeting kan worden gewerkt, omdat brievenbussen vooraf bepaalde, wettelijk voorgeschreven maatvoering hebben. Het koppelstuk volgens de vinding is dus altijd plaatsbaar zonder extra maatregelen te hoeven nemen.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding is ten minste een deel van een onderwand van de behuizing scharnierbaar om een scharnieras, waarbij de scharnieras op een bepaalde afstand van een uiteinde van de afvoer is gepositioneerd, zodanig dat het koppelstuk scharnierbaar is tussen een volafvoertoestand en een brieftoestand, waarbij het Koppelstuk in de brieftoestand een briefopening voor het doorvoeren van bijvoorbeeld briefpost omvat.

Door het scharnierbaar zijn van ten minste een deel van een onderwand is het mogelijk om het koppelstuk van de volafvoerstand naar de brieftoestand en van de brieftoestand naar de volafvoerstand te brengen. In de volafvoertoestand kan door het Koppelstuk de inwerpopening grotendeels of geheel geblokkeerd zijn, waardoor het doorvoeren van brieven door bij voorbeeld een postbode zeer lastig of niet mogelijk is. In de brieftoestand heeft het koppelstak een briefopening, waardoor brieven doorgevoerd kunnen worden. De briefopening strekt zich door de inwerpopening uit van de buitenkant van een gebouw tot de binnenkant van een gebouw. Dit heeft als voordeel dat zelfs bij geplaatste van het koppelstuk in de inwerpopening er nog steeds brieven door de inwerpopening gevoerd kunnen worden. Door de scharnieras op een bepaalde afstand van een uiteinde van de afvoer te positioneren, wordt verzekerd dat door de scharnierbeweging de briefopening zich ten minste deel aan een binnenkant van een gebouw bevindt. Hierdoor kunnen de brieven van buiten het gebouw naar binnen worden gevoerd.

In een verder uitvoeringsvorm volgens de vinding de is afvoer in hoofdzaak kokervormig, bij voorkeur met een rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij de afvoer een bovenwand, een onderwand en twee zijwanden heeft, waarbij in de volafvoertoestand de onderwand in hoofdzaak evenwijdig is aan de bovenwand en waarbij in de brieftoestand de onderwand onder een hoek met de bovenwand staat.

Uit experimenten is gebleken dat een bovenstaand ontwerp een bijzonder voordelig effect oplevert. In het bijzonder is dit een eenvoudig ontwerp en daardoor robuust. Alternatief of aanvullend voorziet het ontwerp in een voldoende grootte van de briefopening voor het eenvoudig doorvoeren van post.

Bij voorkeur strekt de scharnieras strekt zich uit tussen twee zijwanden van het koppelstuk.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding is een oppervlak van een afvoeropening van de afvoer in de volafvoertoestand groter dan in de brieftoestand, en waarbij de briefopening is gedefinieerd door een ondervlak van de onderwand en twee zijwanden van het koppelstuk.

Doordat de briefopening is gedefinieerd door een ondervlak van de onderwand en twee zijwanden van het koppelstuk, verkrijgt de briefopening een goede geleidingseigenschap voor het geleiden van de brieven door de inwerpopening. Dit heeft als voordeel dat de kans op vouwen en/of kreuken van de brieven tijdens het doorvoeren daarvan wordt verminderd.

In een verder uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het koppelstuk een tussen de onderwand en een bovenwand van de behuizing gepositioneerd begrenzingselement voor het begrenzen van de scharnierbeweging van de onderwand van de behuizing.

Het begrenzingselement kan bij voorbeeld een schot of pin zijn. Door het begrenzingselement wordt de scharnierbeweging van de onderwand begrensd, waardoor de afvoeropening ten minste gedeeltelijk open blijft. Hierdoor kan in de brieftoestand nog steeds warme lucht worden uitgevoerd. Dit vergroot de effectiviteit van de mobiele airco en/of ventilatie- inrichting.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de onderwand van de afvoer een handvat voor het vastpakken van de onderwand.

Door het voorzien van een handvat aan de onderwand van de afvoer kan een postbode eenvoudig de onderwand vastpakken en het Koppelstuk door een scharnierbeweging van de volafvoertoestand naar de brieftoestand brengen. Dit vereenvoudigt het doorvoeren van post door de briefopening.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding is in de brieftoestand de briefopening voorzien in de onderwand.

Door het voorzien van de briefopening in de onderwand wordt een alternatieve uitvoeringsvorm van de briefopening verschaft. Bij voorkeur bevindt zich in deze uitvoeringsvorm nabij de briefopening een geleider voor het in de briefopening geleiden van de brieven.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de behuizing verder plaatsingselementen die zijn gepositioneerd tussen het uiteinde van de afvoer en de scharnieras, bij voorkeur zodanig dat de verhouding van de afstand tussen het uiteinde van de afvoer en de plaatsingselementen en de afstand tussen de plaatsingselementen en de scharnieras kleiner is dan 3 staat tot 1, bij voorkeur kleiner is dan 2 staat tot 1, en met de meeste voorkeur in hoofdzaak 1 staat tot 1 is. Een voordeel van het aanbrengen van plaatsingselementen is dat het Koppelstuk op eenvoudige wijze in de inwerpopening van de brievenbus aangebracht kan worden door deze in te inwerpopening te brengen en door te duwen tot de plaatsingselementen met de deur in aanraking komen. Door de bovengenoemde verhouding van de afstanden tussen het uiteinde van de afvoer en de plaatsingselementen en de plaatsingselementen en de scharnieras wordt gerealiseerd dat de scharnieras zich in gebruik in hoofdzaak binnen het gebouw bevindt. Dit heeft als voordeel dat in de brieftoestand de briefopening zich uitstrekt van de buitenkant naar de binnenkant van het gebouw, waardoor een postbode eenvoudig zijn post door de inwerpopening kan voeren wanneer het koppelstuk daarin is geplaatst.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding zijn de plaatsingselementen koppelbaar aan één van de brievenbus, een koppelmechanisme van de brievenbus, of een deur waarin de brievenbus is aangebracht.

Door het koppelbaar zijn van de plaatsingselementen verkrijgt het koppelstuk een vaste positionering ten opzichte van de inwerpopening. Dit heeft als voordeel dat ongewenste verschuivingen van het koppelstuk, met name uit de inwerpopening worden voorkomen.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding is de aanvoer koppelbaar met een afvoerslang van een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, bij voorkeur waarbij de aanvoer en de afvoerslang elk zijn voorzien van schroefdraad, zodanig dat de aanvoer en de afvoerslang schroefbaar te verbinden zijn.

Door het koppelbaar zijn van de aanvoer met de afvoerslang van een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting is het koppelstuk aan meerder airco’s en/of mobiele ventilatie-inrichting te plaatsen, wat het koppelstuk multifunctioneel maakt. Bij voorkeur zijn de aanvoer en de afvoerslang elk voorzien van schroefdraad. Alternatief kan de aanvoer ook met de afvoerslang verbonden worden door middel van een klemverbinding of klikverbinding.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding is een breedte van de dwarsdoorsnede van de afvoer maximaal 265 mm en is een hoogte maximaal 32 mm.

Inwerpopening van brievenbussen hebben een minimale breedte en hoogte. De minimale breedte en hoogte zijn in Nederland respectievelijk 265 mm en 32 mm. Door het voorzien van bovengenoemde breedte en hoogte is het koppelstuk, in ieder geval in Nederland, door de inwerpopening van een brievenbus plaatsbaar. Het moge voor de vakman duidelijk zijn dat de maximale breedte en hoogte per land verschillend kunnen zijn.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding is het koppelstuk in hoofdzaak gemaakt 5 van kunststof, rubber en/of metaal.

Door (combinaties van) bovengenoemde materialen verkrijgt het koppelstuk voldoende stevigheid om in de inwerpopening plaatsbaar te zijn en tevens lucht door te voeren, De uitvinding relateert verder aan cen mobiele airco en/of ventilatie-inrichting voorzien van een Koppelstuk volgens één of meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

De mobiele airco en/of ventilatie-inrichting heeft gelijke effecten en voordelen als beschreven voor het koppelstuk.

De uitvinding relateert verder aan een deur voorzien van een brievenbus met een inwerpopening en daarin geplaatst een Koppelstuk volgens één of meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

De deur heeft gelijke effecten en voordelen als beschreven voor het koppelstuk. De uitvinding relateert verder aan cen werkwijze voor het afvoeren van lucht uit een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, omvattende: — het verschaffen van een koppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies; — het aansluiten van de aanvoer op de mobiele airco en/of luchtventilatie-inrichting: en — het plaatsen van de afvoer in en/of door de inwerpopening van de brievenbus.

De werkwijze heeft gelijke effecten en voordelen als beschreven voor het koppelstuk.

In een uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de werkwijze verder de stappen van het scharnieren van de onderwand van het koppelstuk, en het door de briefopening voeren van post.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de stap van het aansluiten van de aanvoer verder het koppelen van de aanvoer aan de mobiele airco en/of ventilatie-inrichting door middel van schroeven en/of klikken en/of klemmen.

Verdere kenmerken, voordelen en details van de vinding worden beschreven aan de hand van uitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: — figuur 1, een voorbeeld van een airco voorzien van een koppelstuk volgens de vinding; — figuur 2, een vooraanzicht van een voorbeeld van een koppelstuk geplaatst in een inwerpopening van een brievenbus; — figuur 3, een achteraanzicht van een voorbeeld van een koppelstuk geplaatst in een inwerpopening; — figuur 4, een aanzicht van een voorbeeld van een koppelstuk; — figuur 5, een voorbeeld van een koppelstuk in een inwerpopening met een briefopening; en

— figuur 6A-B, een zijaanzicht van een voorbeeld van de werking van het een koppelstuk met een briefopening. Mobiele airco 2 (figuur 1) omvat een aircosysteem 4 voor onttrekken van warmte aan de lucht, waarbij de mobiele airco 2 is voorzien van luchtinlaatroosters 3. Afvoerslang 6 is met eerste uiteinde 5 aangesloten op mobiele airco 2 en met tweede uiteinde 7 aangesloten op aanvoer 16 van koppelstuk 18. Koppelstuk 18 omvat verder afvoer 20, die uit inwerpopening 22 van een brievenbus steekt, waarbij inwerpopening 22 van de brievenbus is voorzien in voordeur 24 van gebouw 8. Warme lucht wordt in binnenkant 26 van gebouw 8 door luchtinlaatroosters 3 ingezogen in mobiele airco 2, waarna er warmte wordt onttrokken aan de lucht en de warmte wordt doorgevoerd van eerste uiteinde 5 naar tweede uiteinde 7 van afvoerslang 6. Vervolgens wordt de warme lucht doorgevoerd van aanvoer 16 naar afvoer 20 van koppelstuk 18, waama de warmte wordt afgegeven aan buitenkant 28 van gebouw 8.

Koppelstuk 118 (figuur 2) is geplaatst in de in deur 124 inwerpopening 122 van een brievenbus, waardoor klep 123 geopend blijft en er warme lacht uit afvoer 120 kan worden gevoerd. Koppelstuk 118 omvat aanvoer 116 en afvoer 120, waarbij afvoer 120 de rechthoekige vorm heeft van inwerpopening 122, waardoor afvoer 120 eenvoudig daarin plaatsbaar is. Afvoer 120 is voorzien van afvoeropening 130. In afvoer 120 is verder een tussenschot 132 voorzien, zodanig dat onderwand 134 van afvoer 120 wordt begrensd in zijn scharnierbeweging. Onderwand 134 van koppelstuk 118 omvat handvat 136 zodanig dat onderwand 134 voor een postbode eenvoudig omhoog te scharnieren is om zo brieven door inwerpopening 122 te plaatsen. Tussen tussenschot 132 en bovenkant 138 van koppelstuk 118 zijn staanders 140 geplaatst zodat koppelstuk 118 extra stevigheid verkrijgt. Een verder voordeel van staanders 140 is dat het niet mogelijk wordt om per ongeluk brief door afvoeropening 130 te voeren.

Aanvoer 216 (figuur 3) van koppelstuk 218 heeft een cirkelvormige dwarsdoorsnede en is aan de binnenkant voorzien van schroefdraad. 242. Door schroefdraad 242 is aanvoer 216 eenvoudig aan tweede uiteinde 7 van afvoerslang 6 te koppelen. Verder is in figuur 3 scharnieras 244 getoond waar onderwand 234 om scharnierbaar is. Op zijwanden 245 en tussen afvoeropening 130 en scharnieras 244 in geplaatst zijn plaatsingselementen 246, zodanig dat de brieven door inwerpopening 222 geplaatst kunnen worden.

Afstand D1 (figuur 4) is de afstand tussen afvoeropening 330 en plaatsingselementen 346. Afstand D2 is de afstand tussen plaatsingselementen 346 en scharnieras 344. De verhouding tussen afstand D1 en afstand D2 is in deze uitvoeringsvorm ongeveer | staat tot 1. Het voordeel hiervan is dat wanneer koppelstuk 318 in inwerpopening 322 is geplaatst, onderwand 334 scharniert in binnenkant 26 van gebouw &, waardoor brieven van buitenkant 28 naar binnenkant 26 van gebouw 8 gebracht kunnen worden.

Wanneer een postbezorger brieven door inwerpopening 422 (figuur 5) wil plaatsen terwijl afvoer 420 van koppelstuk 418 daarm is geplaatst, scharniert hij door middel van handvat 436 onderwand 434 omhoog, waardoor afvoeropening 430 wordt verkleind en daaronder briefopening 447 ontstaat. Briefopening 447 is gedefinieerd door zijwanden 445 en onderzijde 435 van onderwand 434. Door briefopening 447 ontstaat er ruimte om brieven 448 door inwerpopening 422 te plaatsen. De werking van het scharnieren van onderwand 534 is te zien in figuur 6A en 6B, waar een lengtedoorsnede is getoond. Aangegeven is stromingsrichting S van aanvoer 516 naar afvoer 520. In figuur 6A bevindt koppelstuk 518 zich in doorvoertoestand 550. In figuur 6B is onderwand 534 naar boven gescharnierd om scharnieras 544, zodat koppelstuk 518 zich in brieftoestand 552 bevindt. In brieftoestand 552 bevindt zich onder afvoeropening 530 briefopening 547 waardoor brief 548 doorgevoerd kan worden van buitenkant 528 naar binnenkant 526 van gebouw 8. Verder wordt in figuur 6A en 6B een briefblokkeerder 541 getoond die is aangebracht op onderwand 534 van koppelstuk 518. Briefblokkeerder 541 is gezien vanuit de richting van afvoer 520 achter staanders 540 gepositioneerd, zodat briefblokkeerder 541 in brieftoestand 552 zich direct achter staanders 540 bevindt. Briefblokkeerder 541 kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd zoals staanders

540. Door briefblokkeerder 541 wordt verzekerd dat ook in doorvoertoestand 550 van koppelstuk 518 geen brieven door afvoeropening 530 plaatsbaar zijn. Daarmee wordt in hoofdzaak voorkomen dat er brieven in de luchtopening van de (niet in deze figuur getoonde) mobiele airco terecht komen. Het wordt opgemerkt dat de briefblokkeerder 541 en staanders 540 samenwerken om de afvoeropening voor briefinwerping af te sluiten. De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde bescherming wordt bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (17)

1. CONCLUSIES ti. Koppelstuk voor het afvoeren van lucht van een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, omvattende: - cen behuizing, omvattende een luchtkanaal voor het doorvoeren van lacht, waarbij het lachtkanaal zich uitstrekt tussen een aanvoer en een afvoer, waarbij de aanvoer koppelbaar is aan een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, en waarbij de afvoer in hoofdzaak een vorm heeft van een inwerpopening van een brievenbus en ten dele plaatsbaar is in of door de inwerpopening.
2. 2. Koppelstuk volgens conclusie I, waarbij ten minste een deel van een onderwand van de behuizing scharnierbaar is om een scharnieras, waarbij de scharnieras op een bepaalde afstand van een uiteinde van de afvoer gepositioneerd is, zodanig dat het Koppelstuk scharnierbaar is tussen een volafvoertoestand en een brieftoestand, waarbij het koppelstuk in de brieftoestand een briefopening voor het doorvoeren van bij voorbeeld briefpost omvat.
3. 3. Koppelstuk volgens conclusie 2, waarbij de afvoer in hoofdzaak Kokervormig is, bij voorkeur met een rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij de koker een bovenwand, een onderwand en twee zijwanden heeft, waarbij in de volafvoertoestand de onderwand in hoofdzaak evenwijdig is aan de bovenwand en waarbij in de brieftoestand de onderwand onder een hoek met de bovenwand staat.
4. 4. Koppelstuk volgens conclusie 2 of 3, waarbij een oppervlak van een afvoeropening van de afvoer in de volafvoertoestand groter is dan in de brieftoestand, en waarbij de briefopening is gedefinieerd door een ondervlak van de onderwand en twee zijwanden van het koppelstuk.
5. 5. Koppelstuk volgens conclusie 2, 3 of 4, verder omvattende een tussen de onderwand en een bovenwand van de behuizing gepositioneerd begrenzingselement voor het begrenzen van de scharnierbeweging van de onderwand van de behuizing.
6. 6. Koppelstuk volgens conclusies 2 - 5, waarbij de onderwand van de afvoer een handvat omvat voor het vastpakken van de onderwand.
7. 7. Koppelstuk volgens conclusie 2, waarbij in de brieftoestand de briefopening is voorzien in de onderwand.
8. 8. Koppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing verder plaatsingselementen omvat die zijn gepositioneerd tussen het uiteinde van de afvoer en de scharnieras, bij voorkeur zodanig dat de verhouding van de afstand tussen het titeinde van de afvoer en de plaatsingselementen en de afstand tussen de plaatsingselementen en de scharnieras kleiner is dan 3 staat tot 1, bij voorkeur kleiner is dan 2 staat tot 1, en met de meeste in hoofdzaak 1 tot 1 is.
9. 9. Koppelstuk volgens conclusie 8, waarbij de plaatsingselementen koppelbaar zijn aan één van de brievenbus, een koppelmechanisme van de brievenbus, of een deur waarin de brievenbus is aangebracht.
10. 10. Koppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de aanvoer een koppelbaar is met een afvoerslang van een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, bij voorkeur waarbij de aanvoer en de afvoerslang elk zijn voorzien van schroefdraad, zodanig dat de aanvoer en de afvoerslang schroefbaar te verbinden zijn.
11. 11. Koppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een breedte van de dwarsdoorsnede van de afvoer maximaal 265 mm is en een hoogte maximaal 32 mm is.
12. 12. Koppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het koppelstuk in hoofdzaak is gemaakt van kunststof, rubber en/of metaal.
13. 13. Mobiele airco en/of ventilatie-inrichting voorzien van een koppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies.
14. 14. Deur voorzien van een brievenbus met een inwerpopening en daarin geplaatst een koppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies.
15. 15. Werkwijze voor het afvoeren van lucht uit een mobiele airco en/of ventilatie-inrichting, omvattende: - het verschaffen van een koppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies; - het aansluiten van de aanvoer op de mobiele airco en/of luchtventilatie-inrichting; en - het plaatsen van de afvoer in en/of door de inwerpopening van de brievenbus.
16. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, wanneer afhankelijk van conclusies 2 — 12, verder omvattende: - het scharnieren van de onderwand van het koppelstuk; en - het door de briefopening voeren van post.
17. 17. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het aansluiten verder omvat: - het koppelen van de aanvoer aan de mobiele airco en/of ventilatie-inrichting door middel van schroeven en/of klikken en/of klemmen.