NL1011306C2

NL1011306C2 - Luchtafzuiginstallatie.

Info

Publication number: NL1011306C2
Application number: NL1011306A
Authority: NL
Inventors: Leonardus Hendrikus Jo Bohemen
Original assignee: Itho B V
Priority date: 1999-02-15
Filing date: 1999-02-15
Publication date: 2000-08-17

Description

Titel: Luchtafzuiginstallatie

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een luchtafzuiginstallatie voor ieen bouwwerk, in het bijzonder voor een woonhuis, voorzien van een centraal mechanisch ventilatiesysteem met afzuigpunten in diverse ruimten van het bouwwerk, zoals een douche/badkamer, toilet en 5 keuken, waarbij in de keuken gebruik wordt gemaakt van een afzuigkap, terwijl verder een luchtsuppletieventilator aanwezig is om suppletielucht aan te zuigen en met behulp hiervan een luchtgordijn rond de afzuigkap aan te leggen.

Om, als onderdeel van het hier te lande geldende bouwbesluit, te 10 voldoen aan de ventilatie-eisen en de energie prestatie normering, wordt in nieuwbouw woningen een centraal mechanisch ventilatiesysteem geïnstalleerd. Dit omvat een luchtafzuigvoorziening met een minimale capaciteit van 150 tot 225 m3/uur, waarvan 25 m3/uur wordt afgezogen in een toilet, 50 m3/uur in een douche/badkamer en 75 tot 150 m3/uur in een keuken. 15 In de praktijk wordt, tenzij meerdere toiletten en douche/badkamers aanwezig zijn, vrijwel altijd deze minimale capaciteit aangehouden, met het resultaat, dat met name in de keuken de geur-, vocht- en vetverspreiding, in het bijzonder tijdens het koken, onvoldoende wordt tegengegaan. Om dit euvel te bestrijden, kan een motorloze afzuigkap worden geplaatst en op het systeem worden 20 aangesloten. Echter, de resultaten daarvan blijken in de praktijk onvoldoende te zijn; kookluchtjes blijven in de keuken hangen. Dit is dan ook de reden dat in toenemende mate een motorisch aangedreven afzuigkap wordt gebruikt. Een dergelijke afzuigkap heeft echter een capaciteit die veelal in de orde van 300 m3/uur of hoger ligt, zodat deze niet bruikbaar is in combinatie met het 25 centraal mechanisch ventilatiesysteem waarop de bouwvergunning is gegeven. Voor een dergelijke motorisch aangedreven afzuigkap dient dan ook een apart ' 2 luchtafvoerkanaal aanwezig te zijn. Een apart luchtafvoerkanaal, dat veelal later, dat wil zeggen nadat de bouwvergunning al lang is afgegeven, wordt aangebracht, levert meestal geen verfraaiing in de keuken op, is relatief duur en wil nogal eens in strijd met de bouwvoorschriften zijn, die na oplevering van 5 het woonhuis niet meer getoetst behoeven te worden. Dat deze nadelen in de praktijk op de koop toe worden genomen, hangt samen met het feit dat de capaciteit van motorisch aangedreven afzuigkappen over het algemeen voldoende is om geur-, vocht- en vetverspreiding in de keuken tegen te gaan.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een 10 luchtafzuiginstallatie, waarin voor het afzuigen van lucht uit een keuken geen afzuigkap met een apart luchtafvoerkanaal behoeft te worden gebruikt, en waarin van het bestaande centraal mechanisch ventilatiesysteem gebruik wordt gemaakt doch in combinatie met een afzuigkap die qua capaciteit is afgestemd op dit centraal mechanisch ventilatiesysteem, en die geur-, vocht-15 en vetverspreiding in het woonhuis tegen gaat in een mate die vergelijkbaar is met de bovengenoemde motorisch aangedreven afzuigkappen.

Overeenkomstig de uitvinding heeft de luchtafzuiginstallatie, zoals die in de aanhef is omschreven, daartoe het kenmerk, dat bij een afzuigcapaciteit van het afzuigpunt in de ruimte waar de afzuigkap op dit 20 afzuigpunt is aangesloten in de orde van 75 tot 150 m3/uur, de suppletielucht rondom de afzuigkap wordt geblazen met een debiet van ongeveer 50 tot 90 m3/uur.

Door schone omgevingslucht als suppletielucht met een debiet van 50 tot 90 m3/uur aan te zuigen en hiermee een luchtgordijn om de kookplaat aan 25 te leggen, wordt, bij het aanzuigen van 25 tot 100 m3/uur aan lucht van boven de kookplaat, vermengd met de toegevoerde suppletielucht, de bovengenoemde hoeveelheid lucht van 75 tot 150 m3/uur door het centraal mechanisch ventilatiesysteem afgevoerd, en blijkt een geur-, vocht- en vetverspreiding in de keuken i 3 vrijwel geheel te worden tegengegaan. Voor de luchtafvoer wordt daarbij gebruik gemaakt van de ventilator van het centraal mechanisch ventilatiesysteem.

Alhoewel het op zich bekend is om suppletielucht aan 5 te zuigen en met behulp hiervan een luchtgordijn rond een afzuigkap aan te leggen, vindt dit alleen plaats in grootkeukeninstallaties en keukeneilanden, zoals bijvoorbeeld in restaurants, waarbij dan echter altijd een apart luchtafvoerkanaal aanwezig is. Het betreft hier 10 echter afzuigkappen met een capaciteit in de orde van 400 tot 10000 m3/uur. Deze zijn niet toepasbaar in een centraal mechanisch ventilatorsysteem.

Bij voorkeur maakt de luchtsuppletieventilator deel uit van de afzuigkap en is de afzuigkap, afgezien van de 15 luchtsuppletieventilator, motorloos uitgevoerd, terwijl deze voorts is voorzien van luchtgeleidingsmiddelen langs de bovenwand van de afzuigkap, welke luchtgeleidingsmiddelen een ruimte begrenzen via welke de door de luchtsuppletieventilator aangezogen lucht rondom de 20 afzuigkap in neerwaartse richting wordt geblazen. In het bijzonder is de uit de genoemde ruimte en rondom uit de afzuigkap geblazen lucht zodanig neerwaarts gericht dat een luchtgordijn tussen de afzuigkap en een zich onder de afzuigkap aan te brengen kookplaat wordt verkregen.

25 In een eerste uitvoeringsvorm worden de luchtgeleidingsmiddelen gevormd door een dubbelwandig uitgevoerde bovenwand, terwijl in een tweede uitvoeringsvorm deze middelen worden gevormd door een of meer langs de bovenwand omlaag lopende kanalen die 30 uitmonden in een rondom de afzuigkap aangebracht kanaal, dat is voorzien van luchtuitstroomopeningen. Het zal echter duidelijk zijn dat allerlei uitvoeringsvormen van deze luchtgeleidingsmiddelen mogelijk zijn.

35 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Hierin toont: 1011306 4

Fig. 1 op schematische wijze een woonhuis met een centraal mechanisch ventilatiesysteem;

Fig. 2 op schematische wijze een woonhuis met een centraal mechanisch ventilatorsysteem en een los daarvan 5 aangebrachte motorisch aangedreven afzuigkap met een aparte luchtafvoerkanaal;

Fig. 3 op schematische wijze een woonhuis met een centraal mechanisch ventilatorsysteem en een hierop aangesloten afzuigkap overeenkomstig de uitvinding; 10 Fig. 4 een doorsnede van een schematisch weergegeven eerste uitvoeringsvorm van een afzuigkap overeenkomstig de uitvinding; en

Fig. 5 een doorsnede van een schematisch weergegeven tweede uitvoeringsvorm van een afzuigkap overeenkomstig de 15 uitvinding.

In de fig. 1-3 is een woonhuis 1 aangegeven met daarin een centraal mechanisch ventilatiesysteem 2 overeenkomstig de hier te lande geldende bouwvoorschriften. 20 Bovenin het woonhuis, bij voorkeur op zolder, is een ventilator 3 geplaatst met een luchtafvoerkanaal 4 door het dak van het woonhuis. Naar de ventilator 3 loopt door het woonhuis een luchtafzuigkanaal 5 met een drietal afzuigpunten 6, 7 en 8, 8'. Het afzuigpunt 6 komt uit in 25 een douche/badkamer en heeft in dit uitvoeringsvoorbeeld een afzuigcapaciteit van ongeveer 50 m3/uur. Het afzuigpunt 7 komt uit in een toilet en heeft in dit uitvoeringsvoorbeeld een afzuigcapaciteit van ongeveer 25 mVuur. Het afzuigpunt 8, 8' komt uit in een keuken en 30 heeft in dit uitvoeringsvoorbeeld een afzuigcapaciteit van ongeveer 150 m3/uur. Hierbij zij opgemerkt dat in de praktijk in de keuken veelal twee afzuigpunten 8, 8' aanwezig zijn, waarvan dan de gezamenlijke afzuigcapaciteit ongeveer 150 m3/uur is. In fig. 1 is verder geen afzuigkap 35 in de keuken van het woonhuis aangebracht. Omdat de genoemde afzuigcapaciteit nu eenmaal te laag is om het te 1011306 5 veel aan geur-, vocht- en vetverspreiding tijdens het gebruik van de kookplaat uit een keuken te verwijderen, en dit ook niet lukt door zonder meer een motorloze afzuigkap te gebruiken, is in fig. 2 een motorisch aangedreven 5 afzuigkap 9 aangegeven. De afzuigcapaciteit van een dergelijke afzuigkap is veelal in de orde van 300 m3/uur. Wanneer de afzuigkap zou zijn aangesloten op het tweede afzuigpunt 8' in fig. 1, dan zouden zich problemen in de luchtafvoer voordoen omdat de ventilator 3 slechts 150 10 m3/uur uit de keuken kan verwerken. Daarbij zouden dan voorts, zonder terugslagkleppen in de afzuigpunten 6, 7 en 8 de luchtjes uit de keuken in het toilet en de douche/badkamer komen. Vandaar dat in fig. 2 de afzuigkap op een apart luchtafvoerkanaal 10, in plaats van op het 15 afzuigpunt 8', is aangesloten.

In fig. 3 is een opstelling overeenkomstig de uitvinding weergegeven. Op het afzuigpunt 8' in fig. 1 is in de keuken boven een kookplaat 11 een afzuigkap 12 aangesloten. In het afvoerkanaal boven de afzuigkap 12 is 20 een afsluitklep 16 aangebracht, die bij aanzetten van de afzuigkap wordt geopend. Door het afzuigpunt 8 in aanzienlijke mate te smoren, zal bij een geopende afsluitklep 16 vrijwel de volledige afzuigcapaciteit van 150 m3/uur vanuit de keuken op de afzuigkap worden gezet.

25 De afzuigkap is zodanig uitgevoerd dat met behulp van een speciale luchtsuppletieventilator 13 (fig. 4) lucht uit de keuken wordt aangezogen, welke lucht langs de bovenwand van de afzuigkap omlaag wordt geblazen naar de benedenrand en vandaar omlaag om een luchtgordijn te kunnen vormen rondom 30 de afzuigkap. De luchtsuppletieventilator 13 leidt de lucht langs de bovenzijde van de afzuigkap 12 met een debiet van 90 m3/uur. Deze lucht wordt tesamen met de lucht welke langs de kookplaat wordt aangezogen (60 m3/uur), afgezogen via de verder motorloze afzuigkap 12. Met andere woorden, 35 de kookluchtjes worden afgezogen met een debiet van slechts 60 m3/uur. Door de aanwezigheid van het luchtgordijn is dit 1011306 6 echter voldoende om een geur-, vocht- en vetverspreiding door de keuken tegen te gaan.

De afzuigkap overeenkomstig de uitvinding is in een eerste uitvoeringsvorm schematisch in doorsnede weergegeven 5 in fig. 4. In dit voorbeeld zijn in de bovenwand van de afzuigkap 12 luchtgeleidingsmiddelen in de vorm van een spieetvormige ruimte 14 aangebracht die met de luchtsuppletieventilator 13 in verbinding staat. Door deze ruimte 14 heen wordt de door de luchtsuppletieventilator 13 10 uit de keuken aangezogen lucht aan de onderzijde van de afzuigkap via een opening 15 rondom de afzuigkap 12 omlaag geblazen en vormt aldus rondom de afzuigkap een lucht-gordijn. De opening 15 is zodanig gericht dat het luchtgordijn de kookplaat 11 omgeeft.

15 In fig. 5 is een tweede uitvoeringsvorm van een afzuigkap overeenkomstig de uitvinding schematisch weergegeven. De afzuigkap 12 en de luchtsuppletieventilator 13 zijn daarbij ingebouwd in een keukenkastje 17. De luchtgeleidingsmiddelen worden hier gevormd door een kanaal 20 18 dat aan het uiteinde uitmondt in een rondom de afzuigkap aanwezige verdere luchtgeleiding waarin zich openingen 15 bevinden. Desgewenst kan een deel van de afzuigkap met het kanaal 18 naar voren uitschuifbaar zijn uitgevoerd.

De uitvinding is niet beperkt tot het hier aan de 25 hand van de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, maar omvat allerlei modificaties hierop, uiteraard voor zover deze vallen binnen de beschermingsomvang van de hiernavolgende conclusies. Met nadruk zij er op gewezen, dat de luchtafzuiginstallatie niet alleen kan worden aangebracht 30 in een woonhuis, doch geschikt is voor elk bouwwerk en dat het aantal afzuigpunten geen enkele beperking oplevert.

1011306

Claims

1. Luchtafzuiginstallatie voor een bouwwerk, in het bijzonder voor een woonhuis, voorzien van een centraal mechanisch ventilatiesysteem met afzuigpunten in diverse ruimten van het bouwwerk, zoals een badkamer, toilet en keuken, waarbij in de keuken gebruik wordt gemaakt van een afzuigkap, 5 terwijl verder een luchtsuppletieventilator aanwezig is om suppletielucht aan te zuigen en met behulp hiervan een luchtgordijn rond de afzuigkap aan te leggen, met het kenmerk, dat bij een afzuigcapaciteit van het afzuigpunt in de ruimte waar de afzuigkap op dit afzuigpunt is aangesloten in de orde van 75 tot 150 m3/uur, de suppletielucht rondom de afzuigkap wordt geblazen met een 10 debiet van ongeveer 50 tot 90 m3/uur.

2. Luchtafzuiginstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de luchtsuppletieventilator deel uitmaakt van de afzuigkap en dat de afzuigkap, afgezien van de luchtsuppletieventilator, motorloos is uitgevoerd en voorts is voorzien van luchtgeleidingsmiddelen langs de bovenwand van de afzuigkap, 15 welke luchtgeleidingsmiddelen een ruimte begrenzen via welke de door de luchtsuppletieventilator aangezogen lucht rondom de afzuigkap in neerwaartse richting wordt geblazen.

3. Luchtafzuiginstallatie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de uit de genoemde ruimte en rondom uit de afzuigkap geblazen lucht zodanig 20 neerwaarts is gericht dat een. luchtgordijn tussen de afzuigkap en een zich onder de afzuigkap aan te brengen kookplaat wordt verkregen.

4. Luchtafzuiginstallatie volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de luchtgeleidingsmiddelen worden gevormd door een dubbelwandig uitgevoerde bovenwand.

5. Luchtafzuiginstallatie volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de luchtgeleidingsmiddelen worden gevormd door een of meer langs de bovenwand omlaag lopende kanalen die uitmonden in een rondom de afzuigkap aangebracht kanaal, dat is voorzien van luchtuitstroomopeningen.