NL2023417A - Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig Download PDF

Info

Publication number
NL2023417A
NL2023417A NL2023417A NL2023417A NL2023417A NL 2023417 A NL2023417 A NL 2023417A NL 2023417 A NL2023417 A NL 2023417A NL 2023417 A NL2023417 A NL 2023417A NL 2023417 A NL2023417 A NL 2023417A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cylinder
support element
bearing
chassis
sphere
Prior art date
Application number
NL2023417A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2023417B1 (nl
Inventor
Hendricus Antony Van De Vondevoort Vincentius
Original Assignee
Koninklijke Nooteboom Group B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koninklijke Nooteboom Group B V filed Critical Koninklijke Nooteboom Group B V
Priority to NL2023417A priority Critical patent/NL2023417B1/nl
Publication of NL2023417A publication Critical patent/NL2023417A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2023417B1 publication Critical patent/NL2023417B1/nl

Links

Landscapes

  • Vehicle Body Suspensions (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van een cilinder die een bol van een bollager heeft aan een chassis van een voertuig, omvattende een aan het chassis bevestigbaar steunelement, en een lagerhuis, dat een lagerkom van het bollager omvat waartegen de bol kan aanliggen, waarbij het lagerhuis losneembaar aan het steunelement bevestigd is. De uitvinding heeft ook betrekking op een samenstel omvattende een dergelijke inrichting, en een cilinder die een bol van een bollager heeft, waarbij de cilinder en het steunelement zijn voorzien van met elkaar samenwerkende houdmiddelen, waarmee de cilinder met zijn bol beweegbaar in de lagerkom gehouden kan worden. Daarnaast betreft de uitvinding een werkwijze voor het aan een chassis van een voertuig bevestigen van een cilinder die een bol van een bollager heeft. En tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een voertuig omvattende een chassis en een wielas en een samenstel als hiervoor beschreven, een steunelement en een lagerhuis voor een dergelijke inrichting, en een cilinder voor in een dergelijk samenstel.

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET BEVESTIGEN VAN EEN CILINDER AAN EEN CHASSIS VAN EEN VOERTUIG
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een cilinder die een bol van een bollager heeft en een inrichting voor het aan een chassis van een voertuig bevestigen van een dergelijke cilinder, waarbij de bevestigingsinrichting een aan het chassis bevestigbaar steunelement omvat, alsmede een lagerhuis, dat een lagerkom van het bollager omvat waartegen de bol kan aanliggen, en dat losneembaar aan het steunelement bevestigd is.
Samenstellen met dergelijke inrichtingen zijn op zichzelf bekend, bijvoorbeeld in commercieel beschikbare voertuigen. Bij deze bekende inrichtingen wordt hel lagerhuis in het steunelement geperst om daarmee vast verbonden te worden. In dergelijk voertuigen, zoals aanhangers en opleggers is de cilinder verbonden met een wielas en draagt hij deze. De cilinder wordt bijvoorbeeld gebruikt als vering, demping en/of voor hel in hoogte verstellen van de wielas ten opzichte van het chassis. De cilinder steekt daarom vaak in hoofdzaak verticaal met de bol van het bollager omhoog. Om de cilinder genoeg bewegingsruimte ten opzichte van het lagerhuis te geven worden deze niet aan elkaar bevestigd, maar wordt het lagerhuis slechts op de cilinder gelegd. Door het gewicht van het chassis en de rest van het voertuig wordt het lagerhuis tegen de cilinder gedrukt. Hierdoor kan de cilinder onbedoeld los raken wanneer deze ontlast wordt.
Lagerhuizen in voertuigen die grote lasten dragen, zoals aanhangers of opleggers voor zwaar transport, slijten relatief snel vanwege de grote krachten die zij te verduren krijgen. De lagerhuizen moeten daarom relatief vaak onderhouden worden. De lagerhuizen zijn slecht toegankelijk omdat zij zich nabij de onderzijde van het voertuig bevinden. Daardoor neemt het onderhouden van lagerhuizen veel tijd in beslag, en vereist het soms specialistisch gereedschap om bijvoorbeeld het voertuig op te tillen.
Het oudere document DE 18 57 359 U een ophanging voor gestuurde wielen met een vorkbeen en een MacPherson-poot. Het boveneinde van de MacPherson-poot is in een rubberen lager geplaatst of als balgewricht uitgevoerd. Daarbij is een huls door vulkaniseren met een rubberen ring en een binnenste huls verbonden en wordt het bolgewricht in de binnenste huls geschroefd.
Het document DE 2 264 236 Al betreft een bolgewricht waarbij een bol met een elaslomeerlaag in een behuizing is geplaatst. Het gewricht kan gebruikt worden om een schokdemper aan een voertuig op te hangen. De elastomeerlaag wordt aan de bol vast gevulkaniseerd, en over slechts een deel van de buitenzijde van de elastomeerlaag wordt een metalen huls of ring geplaatst. De huls of ring wordt op zijn beurt aan de elastomeerlaag vast gevulkaniseerd.
De uitvinding heeft daarom als doel het onderhouden van lagerhuizen aan voertuigen te vergemakkelijken en/of te versnellen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een samenstel van de in de aan hef vermelde soort, waarbij de cilinder en het steunelement zijn voorzien van met elkaar samenw'erkende houdmiddelen, waarmee de cilinder met zijn bol beweegbaar in de lagerkom gehouden kan worden, welke met elkaar samenw'erkende houdmiddelen een bajonetverbinding omvatten.
Wanneer de cilinder veel bewegingsvrijheid heeft ten opzichte van het steunelement, kan een ruimte tussen bijvoorbeeld de cilinder en het lagerhuis ontstaan. Wanneer vuil zoals stof of gruis in die ruimte komt, kan de bol en/of de lagerkom sneller slijten. Door de cilinder met zijn bol beweegbaar in de lagerkom te houden ontstaat geen of minder ruimte tussen de bol en de lagerkom, waardoor daar geen of minder vuil tussen kan komen. Deze uitvoeringsvorm biedt daardoor het voordeel dat de bol en/of de lagerkom minder snel slijt.
Wanneer een voertuig, zoals een aanhanger of oplegger, onbeladen w'ordt gebruikt, bijvoorbeeld op weg naar een lading toe worden vaak één of meerdere wielen ingetrokken zodat ze vrijkomen van het wegdek. Dit intrekken wordt ook wel liften genoemd. Het voordeel van het liften is dat de weerstand van het voertuig verminderd en de banden minder slijten. Het liften vindt plaats door de cilinder in te trekken, waarna de wieldraagarm omhoog blijft staan door de hydraulische druk die de cilinder omhoog drukt. De gehele arm hangt zo aan de cilinder. Daarna wordt de cilinder afgekoppeld van de hoogteregeling, waardoor de cilinder in beginsel zou kunnen bewegen ten opzichte van de lagerkom, en daaruit los zou kunnen komen. Deze uitvoeringsvorm kan het voordeel bieden, dat w'anneer een wiel wordt gelift, ofwel wordt ingetrokken, de cilinder weliswaar enigszins zal bewegen ten opzichte van de lagerkom, maar daar niet uit los komt. Daardoor kan, zonder de cilinder opnieuw in de lagerkom te hoeven plaatsen, het wiel na het liften direct weer worden neergezet. Daardoor wordt het liften en wederom neerlaten van het wiel vergemakkelijkt en/of versneld.
In een uitvoeringsvorm van hel samenstel volgens de uitvinding omvatten de met elkaar samenwerkende houdmiddelen een bajonetverbinding.
De cilinder is over het algemeen relatief zw'aar. De bajonetverbinding kan een gemakkelijk te maken, voorlopige verbinding verschaffen tussen het steunelement en de cilinder. Een monteur kan daardoor, bij het monteren van de cilinder eerst de voorlopige verbinding door middel van de bajonetverbinding tot stand brengen. Daarna kan de monteur, zonder dat hij de cilinder moet vasthouden of ondersteunen, een meer definitieve verbinding tot stand brengen door bijvoorbeeld bouten en/of moeren. Daardoor hoeft de monteur minder lang de zware cilinder te tillen.
In een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvat de bajonetverbinding een sleuf en een uitsteeksel, waarbij in een verbonden toestand van de bajonetverbinding het uitsteeksel een dwarsdoorsnedeafmeting heeft die kleiner is dan een althans lokale dwarsdoorsnedeafmeting van de sleuf, waardoor het uitsteeksel in de sleuf beweegbaar is.
Doordat het uitsteeksel in de sleuf beweegbaar is kan de cilinder ten opzichte van het steunelement bewegen, voor het verschaffen van een effectieve vering en/of demping van het voertuig, en/of voor het in hoogte verstellen van het chassis.
In nog een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvat de bajonetverbinding de of een sleuf in het steunelement en het of een uitsteeksel aan de cilinder en/of de bol daarvan.
Doordat j uist het uitsteeksel, en niet de sleuf in de cilinder is aangebracht, kan de cilinder relatief sterk zijn uitgevoerd.
In nog een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvatten de houdmiddelen een doorgaand gat in het steunelement, waar een met de cilinder en/of bol verbindbaar fixeerelement doorheen is gestoken, teneinde de cilinder en/of de bol beweegbaar met het steunelement te verbinden.
Doordat de cilinder met een fixeerelement, bijvoorbeeld een bout, met het steunelement verbonden kan worden, kan een sterke doch losneembare verbinding worden verschaft. De verbinding door middel van het fixeerelement kan voorkomen dat de bajonetverbinding ongewild los gaat tijdens gebruik.
Eventueel is in de cilinder en/of de bol daarvan een aangrijpgat voor het fixeerelement aangebracht.
In nog een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding heeft het doorgaande gat in het steunelement een doorsnedeafmeting die groter is dan een althans lokale dwarsdoorsnedeafmeting van het fixeerelement, waardoor het fixeerelement in het gat beweegbaar is.
Doordat het fixeerelement in het gat beweegbaar is kan de cilinder ten opzichte van hel steunelement bewegen, voor het verschaffen van een effectieve vering en/of demping van het voertuig, en/of voor het in hoogte verstellen van het chassis.
In nog een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvat het steunelement een aanligvlak waartegen het lagerhuis aanligt, alsmede ten minste twee tegenover elkaar gelegen zijwanden die zich haaks op het aanligvlak uitstrekken, waarbij de sleuf in één van de zijwanden en het gat in de ander van de zijwanden is aangebracht.
In een dergelijke uitvoeringsvorm kan de sleuf in dezelfde zijwand aangebracht zijn als een sleuf van een andere bajonetverbinding, waarmee het lagerhuis losneembaar aan het steunelement bevestigd kan zijn. Hierdoor kunnen deze beide bajonetverbindingen in hoofdzaak gelijkvormig worden uitgevoerd, en dus in deze] ide rotatierichting worden verbonden en losgemaakt. Daarmee wordt voorkomen dat het verbinden en of losmaken van de ene bajonetverbinding onbedoeld leidt tot het losmalven respectievelijk verbinden van de andere bajonetverbinding. Alternatief of daarbij kan de monteur, doordat het eerste gat en het tweede gat in dezelfde zijwand zijn aangebracht, de cilinder en het lagerhuis van het steunelement losmaken vanaf slechts één zijde van het steunelement.
De uitvinding heeft ook betrekking op een voertuig omvattende een chassis en een wielas en het samenstel volgens de uitvinding, waarbij de wielas verbonden is met de cilinder, die met zijn bol in de lagerkom van de inrichting gehouden wordt, en waarbij de inrichting aan het chassis is bevestigd.
Het zo gevormde voertuig kan alle hierboven genoemde kenmerken, in willekeurig welke geschikte combinatie hebben, en kan alle overeenkomstige voordelen bieden.
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het aan een chassis van een voertuig bevestigen van een cilinder die een bol van een bollager heeft, omvattende de stappen van het aan het chassis bevestigen van een steunelement, het losneembaar aan het steunelement bevestigen van een lagerhuis dat een lagerkom vertoont, en het losneembaar aan het chassis bevestigen van de cilinder, zodanig dat de bol van het bollager in de lagerkom rust, waarbij de cilinder aan het chassis bevestigd wordt door deze losneembaar aan het steunelement te bevestigen door middel van een baj one tverbinding.
De uitvinding heeft ook betrekking op een steunelement dat kennelijk bedoeld is voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding. Het steunelement kan alle hierboven genoemde kenmerken, in willekeurig welke geschikt combinatie hebben, en alle overeenkomstige voordelen bieden.
De uitvinding heeft ook betrekking op een lagerhuis dat kennelijk bedoeld is voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding. Het lagerhuis kan alle hierboven genoemde kenmerken, in willekeurig welke geschikt combinatie hebben, en alle overeenkomstige voordelen bieden.
De uitvinding heeft ook betrekking op een cilinder die kennelijk bedoeld is voor gebruik in een samenstel volgens de uitvinding. De cilinder kan alle hierboven genoemde kenmerken, in willekeurig welke geschikt combinatie hebben, en alle overeenkomstige voordelen bieden.
De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij:
Figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een chassis van een voertuig en een daaraan opgehangen wiel;
Figuur 2 een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen toont van een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuren 3A - 3D perspectivische aanzichten lonen van verschillende stappen van het verbinden van een lager met een steunelement volgens de uitvinding; en
Figuren 4A - 4D perspectivische aanzichten lonen van verschillende stappen van het verbinden van een cilinder met het lager en het steunelement van de figuren 3A - 3D.
In de figuren zijn gelijke elementen met gelijke verwijzingscijfers aangeduid, en zijn overeenkomstige elementen van verschillende uitvoeringsvormen aangeduid met gelijke verwijzingscijfers die met 100 verhoogd zijn.
Figuur 1 toont een wiel 1 dat met een balk 2 van een chassis van een voertuig is verbonden. Aan de balk 2 is een eerste arm 3 bevestigd, waaraan een tweede arm 4 met een eerste eind schamierbaar is verbonden door scharnier 5. Het wiel 1 is aan het tweede eind van de tweede arm 4 gelagerd. De tweede arm 4 is met de balk 2 verbonden via een daarop gelagerde zuigerstang 52 en cilinder 50, die tezamen een zuiger/cilindercombinatie vormen. Cilinder 50 vertoont aan zijn bovenzijde een bol 51 van een bollager, waarmee de cilinder met balk 2 is verbonden door middel van een inrichting 9 (zie figuren 2 - 4Dj. Doordat de zuiger 52 in de cilinder 50 kan in- en uitschuiven, en daardoor de tweede arm 4 ten opzichte van de eerste arm 3 kan zwenken, kan het wiel 1 ten opzichte van balk 2 van het chassis op neer bewegen. De bewegingsvrijheid van het wiel 1 ten opzichte van de balk 2 kan gebruikt worden voor bijvoorbeeld vering en/of demping. Alternatief of daarbij kan de cilinder 50 worden gebruikt om de hoogte van de balk 2 boven een wegoppervlak in te stellen, door het wiel 1 naar boven of naar beneden te bewegen door de zuiger 52 ten opzichte van de cilinder 50 in of uit te laten schuiven.
Een uitvoeringsvorm van de inrichting 9 uit figuur 1 is in figuur 2 in uiteengenomen toestand weergegeven als inrichting 109. De inrichting omvat een steunelement 110 dat aan een balk 2 (niet getoond in figuur 2) van een chassis kan worden bevestigd. De inrichting omvat verder een lagerhuis 130. Het steunelement 110 heeft een bovenoppervlak 111 dat een aanligvlak vormt voor het lagerhuis 130. Haaks op het bovenlichaam staan twee zijwanden 112, 113 en achterwand 114. Vanaf het vrije eind van elk van de zijwanden 112, 113 strekken zich twee vleugels 115 uit. Het steunelement 110 heeft in vooraanzicht daardoor in hoofdzaak de vorm van een Ω-teken (omegateken). In de één van de zijwanden 113 is een eerste sleuf 116 en een tweede sleuf 117 aangebracht. In de tegenovergelegen zijwand 112 is een eerste doorgaand gal 118 en een tweede doorgaand gat 119 aangebracht.
Lagerhuis 130 heeft een lagerkom 131 en een eerste uitsteeksel 132. Het lagerhuis 130 kan met steunelement 110 worden verbonden door het eerste uitsteeksel 132 in de eerste sleuf 116 van het steunelement 110 te brengen, en het lagerhuis 130 ten opzichte van het steunelement 110 te roteren. Het eerste uitsteeksel 132 en de eerste sleuf 116 vormen samen een bajonetverbinding. Het lagerhuis 130 heeft ook een eerste aangrijpgat (zie figuur 3C) voor een eerste fixeerelement, zoals een bout. Wanneer het lagerhuis 130 door middel van de bajonetverbinding met het steunelement 110 is verbonden, ligt het eerste aangrijpgat in het verlengde van eerste gat 118 van steunelement 110, zodat een eerste fixeerelement door het eerste gat 118 op het eerste aangrijpgat kan aangrijpen, en daardoor het lagerhuis 130 ten opzichte van het steunelement 110 kan fixeren. Het lagerhuis 130 heeft verder tweede borgmiddelen 133, hier in de vorm van een plaatselijk verhoogde bovenzijde, die hieronder verder worden toegelicht.
In dit geval is een dempingslaag 140 voorzien, die uit een in hoofdzaak komvormig rubberen element bestaat. Een buitenoppervlak 141 van de dempingslaag 140 komt in hoofdzaak in vorm overeen met de lagerkom 131, en kan daartegenaan liggen. De dempingslaag 140 heeft ook een binnenoppervlak 142 dat ook in hoofdzaak komvormig is, zodat een bol 151 van een cilinder 150 tegen het binnenoppervlak 142 van dempingslaag 140 in lagerkom 131 geplaatst kan w'orden. De bol 151 en de lagerkom 131 met dempingslaag 140 vormen samen een bollager.
De cilinder 150 is aan zijn bol 151 voorzien van een tweede uitsteeksel 153. Het tweede uitsteeksel 153 vormt samen met de tweede sleuf 117 van het steunelement 110 een tw'eede bajonetverbinding. De tweede sleuf 117 van het steunelement 110 heeft een dwarsdoorsnede afmeting die groter is dan een althans lokale dwarsdoorsnede afmeting van het tweede uitsteeksel 153, zodat het tw'eede uitsteeksel 153 wanneer die in de tweede sleuf 117 is ingebracht, in de tweede sleuf 117 beweegbaar is. De cilinder 150 is aan zijn bol 151 ook voorzien van een tweede aangrijpgat (zie figuur 4C), dat wanneer de cilinder door middel van de tweede bajonetverbinding met het steunelement 110 is verbonden, in het verlengde ligt van tweede gat 119. Daardoor kan een tweede fixeerelement door tw'eede gat 119 op het tw'eede aangrijpgat aangrijpen en cilinder 150 met steunelement 110 verbinden. Het tw'eede gat 119 heeft een dwarsdoorsnede afmeting die groter is dan een althans lokale dwarsdoorsnedeafmeting van het tweede fixeerelement, zodat het tweede fïxeerelement kan bewegen in het tweede gat 119. Daardoor is cilinder 150 in de verbonden toestand daarvan beweegbaar ten opzichte van steunelement 110.
Figuren 3A - 3C tonen hoe in een eerste stap een lagerhuis 230 met een steunelement 210 verbonden kan w'orden. In figuur 3A is steunelement 210 reeds aan balk 202 bevestigd (zie figuur 3A). Lagerhuis 230 kan dan verbonden worden door eerst het eerste uitsteeksel 232 van het lagerhuis in de eerste sleuf 216 van steunelement 210 te brengen (zie figuur 3B). Daarna kan het lagerhuis 230 ten opzichte van het steunelement 210 worden geroteerd waardoor het eerste uitsteeksel 232 in de eerste sleuf 216 beweegt. De bajonetverbinding die het eerste uitsteeksel 232 en de eerste sleuf 216 samen vormen wordt daarmee gesloten. Daardoor komt ook het lagerhuis 230 tegen het bovenoppervlak 211 van het steunelement te liggen. De tweede borgmiddelen 233 van het lagerhuis komen daarbij in een opening 220 in het bovenoppervlak 211 te liggen, die eerste borgmiddelen vorm die met de tweede borgmiddelen 233 samenwerkt. Daardoor is het lagerhuis 230 ten opzichte van het steunelement 210 geborgd tegen verplaatsing in richtingen in het bovenoppervlak 211 (zie figuur 3C), terwijl door de ronde vorm van zowel de opening 220 als het verhoogde deel 233 een rotatiebew'eging als nodig voor de bajonetverbinding mogelijk blijft. Een eerste aangrijpgat in het lagerhuis 230 komt bij het verbinden van de bajonetverbinding in het verlengde van het eerste doorgaande gal 218 le liggen. Daardoor kan een eerste fixeerelement 234 door het doorgaande gat 218 op het lagerhuis 230 aangrijpen om die vast en tevens losneembaar met het steunelement 210 te verbinden (zie figuur 3D).
Figuren 4A - 4C tonen hoe in een tweede stap een cilinder 250 met het steunelement 210 verbonden kan worden. Hel steunelement 210 is reeds bevestigd aan een balk 202, en in het steunelement 210 is het lagerhuis 230 geplaatst en verbonden met het eerste fixeerelement 234 (zie figuur 4A). Eventueel is in een lagerkom 231 van het lagerhuis 230 een dempingslaag, bijvoorbeeld van rubber aangebracht. De cilinder 250 kan met een bol 251 daarvan tegen de lagerkom 231 worden gebracht, door een tweede uitsteeksel 253 van de cilinder 250 in een tweede sleuf 217 te brengen (zie figuur 4B). Het tweede uitsteeksel 253 en de tweede sleuf 217 vormen samen een tweede bajonetverbinding, die gesloten kan worden door de cilinder 250 ten opzichte van het steunelement 210 en het lagerhuis 230 te roteren (zie figuur 4C). Daardoor komt een tweede aangrijpgat in de cilinder in het verlengde van een tweede doorgaand gat 219 in het steunelement 210 te liggen. Een tweede fixeerelement 254 kan daardoor door het tweede doorgaande gat 219 op de cilinder 250 aangrijpen, om deze beweegbaar met het steunelement 210 te verbinden. De dwarsdoorsnedeafmetingen van de tweede sleuf 217 en het tweede doorgaande gat 219 zijn groter dan althans een lokale dwarsdoorsnede van het tweede uitsteeksel 253 respectievelijk het tweede fixeerelement 254. Daardoor ontstaat een speling tussen de tweede sleuf 217 en het tweede doorgaande gat 219 en het tweede uitsteeksel 253 respectievelijk het tweede fixeerelement 254. Door die speling kan cilinder 250 bewegen ten opzichte van het lagerhuis 230 en het steunelement 210. Dit is van belang om variaties in de stand van de cilinder als gevolg van het in- of uitveren van de onderste wieldraagarm 4 op te vangen.
De uitvinding is niet beperkt tot de getoonde en/of genoemde uitvoeringsvormen, maar kan op velerlei wijze worden gevarieerd. Zo zouden het lagerhuis en/of de cilinder op andere wijze dan door een bajonetverbinding losneembaar bevestigd kunnen worden. Ook hoeven het lagerhuis en de cilinder niet beiden op dezelfde wijze bevestigd te worden, maar zou voor een van beiden een bajonetverbinding en voor de ander een alternatieve bevesligingswijze gekozen kunnen worden. Ook de uitvoering van het lagerhuis en van het steunelement kunnen anders zijn dan hier getoond en beschreven. De cilinder zou door middel van de bajonetverbinding met een ander type lagerhuis verbonden kunnen zijn dan hel getoonde lagerhuis met rubber. Anderzijds zou dit lagerhuis met rubber toegepast kunnen worden in combinatie met een cilinder die op andere wijze bevestigd is.
De omvang van de uitvinding wordt dan ook bepaald door de aangehechte conclusies.

Claims (11)

1. Samenstel van een cilinder die een bol van een bollager heeft en een inrichting voor het aan een chassis van een voertuig bevestigen van een dergelijke cilinder, waarbij de bevestigingsinrichting omvat: - een aan hel chassis bevestigbaar steunelement; en - een lagerhuis, dat een lagerkom van het bollager omvat waartegen de bol kan aanliggen, en dat losneembaar aan het steunelement bevestigd is, en waarbij de cilinder en het steunelement zijn voorzien van met elkaar samenw'erkende houdmiddelen, waarmee de cilinder met zijn bol bew'eegbaar in de lagerkom gehouden kan worden, welke met elkaar samenwerkende houdmiddelen een bajonetverbinding omvatten.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de bajonetverbinding een sleuf en een uitsteeksel omvat, waarbij in een verbonden toestand van de bajonetverbinding het uitsteeksel een dwarsdoorsnedeafmeting heeft die kleiner is dan een althans lokale dwarsdoorsnedeafmeting van de sleuf, waardoor het uitsteeksel in de sleuf beweegbaar is.
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bajonetverbinding de of een sleuf in het steunelement en het of een uitsteeksel aan de cilinder en/of de bol daarvan omvat.
4. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houdmiddelen een doorgaand gat in het steunelement omvatten, w'aar een met de cilinder en/of bol verbindbaar fixeerelement doorheen is gestoken, teneinde de cilinder en/of de bol beweegbaar met het steunelement te verbinden.
5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij het doorgaande gat in het steunelement een doorsnedeafmeting heeft die groter is dan een althans lokale dwarsdoorsnedeafmeting van het fixeerelement, waardoor het fixeerelement in het gat bew'eegbaar is.
6. Samenstel volgens één der conclusies 3-5, waarbij het steunelement een aanligvlak omvat waartegen het lagerhuis aanligt, alsmede ten minste tw'ee tegenover elkaar gelegen zijw'anden die zich haaks op het aanligvlak uitstrekken, waarbij de sleuf in één van de zijwanden en het gat in de ander van de zijwanden is aangebracht.
7. Voertuig omvattende een chassis en een wielas en het samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de wielas verbonden is met de cilinder, die met zijn bol in de lagerkom van de inrichting gehouden wordt, en waarbij de inrichting aan het chassis is bevestigd.
8. Werkwijze voor het aan een chassis van een voertuig bevestigen van een cilinder die een bol van een bollager heeft, omvattende de stappen van: - het aan het chassis bevestigen van een steunelement; - het losneembaar aan het steunelement bevestigen van een lagerhuis dat een lagerkom vertoont; en - het losneembaar aan hel chassis bevestigen van de cilinder, zodanig dat de bol van het bollager in de lagerkom rust, waarbij de cilinder aan het chassis bevestigd wordt door deze losneembaar aan het steunelement te bevestigen door middel van een bajonetverbinding.
9. Steunelement, kennelijk bedoeld voor gebruik in een samenstel volgens één der conclusies 1-6 en/of een werkwijze volgens conclusie 8.
10. Lagerhuis, kennelijk bedoeld voor gebruik in een samenstel volgens één der conclusies 1 -6 en/of een werkwijze volgens conclusie 8.
11. Cilinder, kennelijk bedoeld voor gebruik in een samenstel volgens één der conclusies 1-6 en/of een werkwijze volgens conclusie 8.
NL2023417A 2019-07-01 2019-07-01 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig NL2023417B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023417A NL2023417B1 (nl) 2019-07-01 2019-07-01 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023417A NL2023417B1 (nl) 2019-07-01 2019-07-01 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2023417A true NL2023417A (nl) 2019-07-18
NL2023417B1 NL2023417B1 (nl) 2019-11-05

Family

ID=67250257

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2023417A NL2023417B1 (nl) 2019-07-01 2019-07-01 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2023417B1 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL2023417B1 (nl) 2019-11-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3861708A (en) High strength auxiliary axle suspension system for low frame wheeled vehicles
CA2379392C (en) Underbeam axle lift assembly
US6485040B1 (en) Single rotation point attachment part for leaf springs
CN103702847B (zh) 用于重载车辆的侧梁提升组件
US5887881A (en) Leaf spring attachment member
US20110181068A1 (en) Multi-position Tailgate Support Apparatus and Method
CN106457951B (zh) 用于重载车辆的气动控制系统
US20190061847A1 (en) Tandem lift auxiliary axle assembly
US7281721B2 (en) Suspension system for dump truck/paver truck hitch
NL2023417A (nl) Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig
CA2129434A1 (en) Tag axle with rearwardly extending support framework
GB2045186A (en) Vehicle stabilizer
US7111862B1 (en) Unitized fifth wheel and rear axle suspension
US11752818B2 (en) Rear railgear and railgear pin-off systems
NL2020219B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van een cilinder aan een chassis van een voertuig
CN117042990A (zh) 具有提升推动件的提升车桥悬架系统
GB2237541A (en) A mcpherson strut suspension arrangement
NL2015797B1 (en) Wheel axle suspension with axle lift.
RU81126U1 (ru) Рычажная подвеска для неразрезных мостов полуприцепов
CN201856744U (zh) 盘式前桥转向节
US20230131279A1 (en) Plow Lift Cushion Assembly
WO2018222389A1 (en) Brake component positioning assembly
NL1005499C2 (nl) Oplegger.
CN2480227Y (zh) 清障车吊臂机构
JPH0516007Y2 (nl)