NL2023362A - Regenwatertank - Google Patents

Regenwatertank Download PDF

Info

Publication number
NL2023362A
NL2023362A NL2023362A NL2023362A NL2023362A NL 2023362 A NL2023362 A NL 2023362A NL 2023362 A NL2023362 A NL 2023362A NL 2023362 A NL2023362 A NL 2023362A NL 2023362 A NL2023362 A NL 2023362A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
buffer
tank
porous
storage space
Prior art date
Application number
NL2023362A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2023362B1 (nl
Inventor
Vandebeek Luc
Original Assignee
M H C Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by M H C Nv filed Critical M H C Nv
Publication of NL2023362A publication Critical patent/NL2023362A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2023362B1 publication Critical patent/NL2023362B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B3/00Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water
    • E03B3/02Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water from rain-water
    • E03B3/03Special vessels for collecting or storing rain-water for use in the household, e.g. water-butts
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B38/00Porous mortars, concrete, artificial stone or ceramic ware; Preparation thereof
    • C04B38/0051Porous mortars, concrete, artificial stone or ceramic ware; Preparation thereof characterised by the pore size, pore shape or kind of porosity
    • C04B38/0058Porous mortars, concrete, artificial stone or ceramic ware; Preparation thereof characterised by the pore size, pore shape or kind of porosity open porosity
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B11/00Arrangements or adaptations of tanks for water supply
    • E03B11/10Arrangements or adaptations of tanks for water supply for public or like main water supply
    • E03B11/14Arrangements or adaptations of tanks for water supply for public or like main water supply of underground tanks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B3/00Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water
    • E03B3/02Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water from rain-water
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B9/00Methods or installations for drawing-off water
    • E03B9/02Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
    • E03B9/14Draining devices for hydrants
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F1/00Methods, systems, or installations for draining-off sewage or storm water
    • E03F1/002Methods, systems, or installations for draining-off sewage or storm water with disposal into the ground, e.g. via dry wells
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/10Collecting-tanks; Equalising-tanks for regulating the run-off; Laying-up basins
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/10Collecting-tanks; Equalising-tanks for regulating the run-off; Laying-up basins
    • E03F5/101Dedicated additional structures, interposed or parallel to the sewer system
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/10Collecting-tanks; Equalising-tanks for regulating the run-off; Laying-up basins
    • E03F5/105Accessories, e.g. flow regulators or cleaning devices
    • E03F5/106Passive flow control devices, i.e. not moving during flow regulation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/14Devices for separating liquid or solid substances from sewage, e.g. sand or sludge traps, rakes or grates
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B11/00Arrangements or adaptations of tanks for water supply
    • E03B2011/005Tanks with two or more separate compartments divided by, e.g. a flexible membrane
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A20/00Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A20/00Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use
    • Y02A20/108Rainwater harvesting

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Sewage (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Abstract

De tank is voorzien van een poreuze betonnen binnenwand (8) om een opslagruimte (3,30) en een bufferruimte (9,90,91) te definieren. De binnenwand is vervaardigd uit een waterdrainerend beton met een maximale waterdoorlaatbaarheid van 0,05 liter/m2/s tot en met 5 liter/m2/s, bij voorkeur van 0,1 liter/m2/s tot en met 3 liter/m2/s, waarbij die waterdoorlaatbaarheid gemeten is bij een vrijwel watervolle opslagruimte (3).

Description

Θ 2023362 © A OCTROOIAANVRAAG © Aanvraagnummer: 2023362 (22) Aanvraag ingediend: 22 juni 2019 © Int. Cl.:
E03F5/10 (2019.01)
(30) Voorrang: 28 juni 2018 BE 2018/0079 © Aanvrager(s): M.H.C. NV te Sint-Truiden, België, BE
© Aanvraag ingeschreven: 6 januari 2020 © Uitvinder(s): Luc Vandebeek te Alken (BE)
© Aanvraag gepubliceerd: 7 januari 2020 © Gemachtigde: ir. R. Wijnstra te Amsterdam
© Regenwatertank (57) De tank is voorzien van een poreuze betonnen binnenwand (8) om een opslagruimte (3,30) en een bufferruimte (9,90,91) te definiëren. De binnenwand is vervaardigd uit een waterdrainerend beton met een maximale waterdoorlaatbaarheid van 0,05 liter/m2/s tot en met 5 liter/m2/s, bij voorkeur van 0,1 liter/m2/s tot en met 3 liter/m2/s, waarbij die waterdoorlaatbaarheid gemeten is bij een vrijwel watervolle opslagruimte (3).
A 2023362
Deze publicatie komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
Korte aanduiding: Regenwatertank
De uitvinding heeft betrekking op een waterbuffersysteem, in het bijzonder een regenwaterbuffertank.
Meer en meer huizen en andere gebouwen zijn voorzien van watertanken om regenwater op te slaan. In geval van onvoldoende watergebruik, blijven de watertanken vrijwel vol van water, waarbij in geval van hevige regen, zij geen oplossing bieden tegen te hoge waterafvoer naar waterlopen.
Om problemen met stormwater te verhelpen, kent men een systeem datkunststof modulen samenvoegt met behulp van een poreus textielmateriaal. Het bouwen van zo een systeem vergt ondergrondswerken om voldoende grond stabiliteit te bekomen. Ook zou een top laag nuttig zijn om erop te kunnen rijden.
Watertanken die ook als drainerende systemen kunnen gebruikt worden zijn bijvoorbeeld in WO95/16833 beschreven. In het draineersysteem volgens dit document gebruikt men geperforeerde wanden en poreus textielmateriaal om een opslagvolume te definiëren, waarbij water door de wanden en het poreus textielmateriaal doorvloeit om water te laten infiltreren in de ondergrond.
Zo een systeem vereist grondwerken om zeker te zijn dat er een poreus grondlaag ligt rondom de wanden met het poreus textielmateriaal. Bovendien, in geval van natte gronden, zijn dergelijke systemen totaal inefficient. Inderdaad, zal er grondwater vloeien door de poreus zijwanden in de tank, waardoor de ruimte voor het opvangen van regenwater beperkt wordt.
Het gebruik van poreus betonnen lagen is gekend voor opritten, wegenissen en parking. Het poreus beton heeft een zeer grote doorlaatbaarheid en is bestemd water om naar een onder gelegen grondlaag te voeren. Zodra die grondlaag nat is, zal de efficiëntie van het poreus beton verkleinen.
DE9412053U1 beschrijft een watertank die voorzien is van een filterelement en van een uitloopopening die op een peil ligt dat zich boven het filterelement bevindt. Het filterelement werkt dus niet als middel om het afvoeren van regenwater te controleren.
US2012/01 11428 beschrijft een in HDPE vervaardigde watertank voor het opvangen van regenwater, waarbij de watertank voorzien is van een filterstructuur met een filterfolie, om vaste deeltjes met een grootte vanaf 20μηι op te vangen. Zo een filter werkt niet als middel om het afvoeren van regenwater te controleren.
DE10231241 beschrijft een filterelement uit poreus beton. Het water vloeit van onder naar boven door het poreus beton. Bovendien, vanzodra er te veel regenwater is, deponeren vaste deeltjes op het horizontale filterelement, waardoor het afvoeren van regenwater niet kan worden gecontroleerd.
DE4338085 beschrijft een filterinstallatie met horizontale filterelementen om het regenwater te filteren. Zo een installatie werkt ook niet als middel om het afvoeren van regenwater uit de tank te controleren.
Al deze gekende systemen bieden geen efficiënte oplossingen om het afvoeren van regenwater naar beken of rivieren te controleren gedurende een regenperiode en na een regenperiode, bij-voorbeeld in geval de grond al te nat is.
De uitvinding betreft een waterbuffersysteem voor het opslaan van regenwater/water. Met het buffersysteem volgens de uitvinding, is het aanleggen van een poreus grondlaag rondom de watertank niet meer nodig. Het afvoeren van regenwater hangt niet af van de grondlaag, waarin de watertank geplaatst is. Door het effectieve regelen van de regenwaterafvoer door middel van één of meerdere buffersystemen volgens de uitvinding is het mogelijk het waterdebiet dat naar de rivieren, grachten, beken, overstromingsgebieden, enz. stroomt, te regelen. Waterbuffersystemen volgens de uitvinding kunnen ook gebruikt worden als middel om de waterstand in kanalen, grachten, rivieren, enz. te regelen.
Bijvoorbeeld kunnen waterbuffersysternen volgens de uitvinding gebruikt worden langs (en/of als deel van) kribben, dammen, jaagpaden en inspectiewegen van kanalen, grachten, beken, rivieren, enz. om waterstand minstens gedeeltelijk te regelen.
Indien nodig, kan de poreus betonnen verticale binnenwand eenvoudig gereinigd worden.
Het buffersysteem volgens de uitvinding bevat tenminste een watertank (T) voor het opvangen en (tenminste tijdelijk) opslaan van regenwater/water, en voor een gecontroleerde waterafvoer. De watertank van het buffersysteem volgens de uitvinding omvat tenminste:
- één of meerdere buitenwanden (1) die vervaardigd is/zijn uit niet poreus beton en die een binnenvolume (2) definieert, waarvan een deel als opslagruimte (3) van regenwater/water dienst doet met een opslagvolume voor regenwater/water;
- een inlaatopening (4) langs waar regenwater/water in de opslagruimte (3) kan vloeien;
- een uitloopopening (5) voor het afvoeren van regenwater/water uit de watertank (T);
- een deksel (6) met een mangat (7); en
- een controlesysteem (5,8) om het afvoerdebiet van regenwater/water uit de watertank (T) te controleren.
Volgens de uitvinding bestaat het controlesysteem (5,8) tenminste uit één of meerdere poreus betonnen verticale binnenwanden (8) die zich uitstrekken in het binnenvolume (2) van de watertank (T), en dit binnenvolume opsplitst tenminste in een opslagruimte (3) voor regenwater/water, en een bufferruimte (9) met een buffervolume om water op te vangen dat door de poreuze betonnen binnenwand(en) (8) vloeit.
De bufferruimte (9) is van de uitloopopening (5) voorzien voor het afvoeren van regenwater/water, terwijl de poreus betonnen verticale binnenwand(en) (8) vervaardigd is/zijn uit een verharde waterdrainerend beton dat vervaardigd wordt door het laten verharden van een mengsel van minstens cement, agregaten met deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm en water om een openporiënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het het verharde poreus waterdrainerend beton, waarbij het verharde poreus waterdrainerende beton een waterdoorlaatbaarheid van 0,05 liter/m2/s tot en met 5 liter/m2/s, bij voorkeur van 0,1 liter/m2/s tot en met 3 liter/m2/s, en liefst tussen 0,1 liter/m2/s tot en met 1 liter/m2/s (zoals 0,1 ; 0,2 ; 0,4 ; 0,5 ; 0,7 ; 0,8 en 1 liter/m2/s), waarbij die waterdoorlaatbaarheid gemeten is bij een vrijwel watervolle opslagruimte (3) en een lege bufferruimte (9).
Details en kenmerken van voordelige uitvoeringsvormen van de het buffersysteem volgens de uitvinding of van de watertank van het buffersysteem volgens de uitvinding zijn één of meerdere van de volgende:
- de watertank (T) bezit een hoogte van minder dan 3m, liefst tussen 1 en 2,5m;
- in zijn eerste uitvoeringsvorm (fig 1) varieert de totale waterafvoercapaciteit lineair met de aanwezige waterhoogte tussen 0% en 100%,
- in een tweede uitvoeringsvorm is de totale waterafvoercapaciteit gemeten bij waterhoogte van de helft van de opslagruimte, en bij voorkeur bij een waterhoogte van 0,3m, gelijk aan 80% t/m 100%, bij voorkeur 90% t/m 100% van deze gemeten bij een vrijwel watervolle opslagruimte (3) en een vrijwel lege bufferruimte (9);
- het verharde poreus waterdrainerend beton bezit één of meerdere zones met verhoogde waterdoorlaatbaarheid ten opzichte van de gemiddelde waterdoorlaatbaarheid van het verharde poreus waterdrainerend beton, waarbij die zone of zones (10) ligt/liggen op een hoogte (h) van de bodem (3B) van de opslagruimte (3) die kleiner is dan 50cm, en bij voorkeur kleiner dan 3 0 cm. Op die manier kan men het afvoeren van regenwater beter regelen.
Bij normale regenintensiteiten, wordt het water dat in de watertank vloeit met een kleine vertraging naar de beek afgevoerd. In dat geval, wordt de opslagruimte enkel gedeeltelijk gebruikt. Bij hevige regenbuien, zijn de opslagruimte en de bufferruimte vrijwel vol. Het waterdebiet dat afgevoerd wordt naar de beek is vrijwel beperkt door de doorgang van de uitloopopening (5). De opslagruimte werkt als eerste middel om het regenwaterdebiet naar de beek, gracht, kanaal, rivier, enz. te reguleren / regelen. Zodra die opslagruimte vol is, werkt dan de bufferruimte als bijkomende opslagruimte en buffermiddel voor regenwater;
- de volumeverhouding opslagruimte (3) / bufferruimte (9) van de watertank (T) is groter of gelijk aan 2, bij voorkeur groter dan 5, en liefst tussen 5 en 20;
- de poreus betonnen verticale binnenwand(en) (8) van de watertank (T) definieert/definieren een poreus oppervlak dat gericht is naar de opslagruimte (3), waarbij de verhouding opslagvolume (3) in m3 / poreus oppervlak in m2 tussen 0,5 en 1,5 gelegen is;
- de uitloopopening (5) voor het afvoeren van regenwater bezit een doorgang die geschikt is om het waterafvoerdebiet door die uitloopopening (5) te beperken tussen de 1 en de 201iter/s en bij voorkeur tot maximaal 51iter/s (die uitloopopening kan eventueel voorzien worden met een ventiel of klepmechanism om het waterafvoerdebiet te beperken, bijvoorbeeld tot 1 ; 2 ;
; 4 ; 5 ; 10 liter/s);
- Het buffersysteem bezit een uitloopopening (5) voor het afvoeren van regenwater, waarbij zolang het waterpeil in de opslagruimte (3) lager is dan een maximale waterpeil, de uitloopopening (5) voorzien is met een doorgangsysteem dat geschikt is om het waterafvoerdebiet door die uitloopopening (5) te beperken tussen de 1 en de 201iter/s en bij voorkeur tot maximaal 51iter/s. Het doorgangsysteem bevat een poreus betonnen element met een binnenkamer die via een een buissysteem met de uitloopopening (5) verbonden is. Het poreus betonnen element is tenminste gedeeltelijk vervaardigd uit een verharde poreus waterdrainerend beton dat vervaardigd wordt door het laten verharden van een mengsel van minstens cement, agregaten met deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm, en water om een openporiënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het verharde poreus waterdrainerend beton;
- De watertank is van een vrijwel verticale poreuze betonnen binnenwand voorzien die het binnenvolume van de watertank opsplitst in een opslagruimte (3) en in een bufferruimte (9), waarbij de bufferruimte (9) van de watertank (T) verbonden is via een verbindingspijp aan een buffertank (BT), waarbij die verbindingspijp op een peil is gelegen boven de bodem van de bufferruimte (9) en boven de bodem van de buffertank (BT). De buffertank is van een uitloopopening (50) voorzien die boven de bodem van de buffertank (BT) gelegen is, waarbij de uitloopopening (50) voorzien of verbonden is met een doorgangsysteem dat geschikt is om het waterafvoerdebiet door die uitloopopening (50) te beperken tussen de 1 en de 201iter/s en bij voorkeur tot maximaal 51iter/s, waarbij het doorgangsysteem een poreus betonnen element bevat met een binnenkamer die via een een buissysteem met de uitloopopening (50) verbonden is, en xvaarbij het poreus betonnen element tenminste gedeeltelijk vervaardigd is uit een verharde poreus waterdrainerend beton dat vervaardigd wordt door het laten verharden van een mengsel van minstens cement, agregaten met deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm, en water om een openporiënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het verharde poreus waterdrainerende beton. Het doorgangsysteem is bij voorkeur in de buffertank (BT) gelegen;
- Het poreus betonnen element neemt steunt op de bodem van de bufferruimte (9) of van de de buffertank (BT), waarbij het poreus betonnen element één of meerdere poreuze wanden bevat, alsook een poreus bovenzijde, en waarbij, bij voorkeur, het buissysteem voorzien is van een een overloopsysteem om water af te voeren zodra het waterpeil in de bufferruimte of in de buffertank een bovenpeil overschrijdt;
- de watertank of de watertank van het buffersysteem is voorzien van tenminste twee aparte overlopen (3A,9A), namelijk een eerste overloop (3A) voor de opslagruimte (3) voor het afvoeren van regenwater zodra het waterpeil in de opslagruimte (3) het peil (H3A) van die eerste overloop (3A) overschrijdt, en een tweede overloop (9A) voor de bufferruimte (9) voor het afvoeren van regenwater zodra het waterpeil in de bufferruimte (9) het peil (H9A) van die tweede overloop (9A) overschrijdt;
- de eerste overloop (3A) ligt tenminste gedeeltelijk op een peil (H3A) dat onder het laagste peil (H9A) van de tweede overloop (9A) gelegen is. Die twee overlopen kunnen water afvoeren naar eenzelfde afvoerpijp naar een beek of rivier;
- de eerste overloop (3A) bezit een doorgangsoppervlak dat groter is dan het doorgangsoppervlak van de tweede overloop (9A);
- de poreuze betonnen verticale binnenwand(en) (8) bezit/bezitten een bovenzijde (8B) die op een peil (H8B) ligt dat hoger is dan de onderrand van de eerste overloop (3A) en de onderrand van de tweede overloop (9A). Dit is om te voorkomen dat water boven de bovenzijde van de binnenwand kan vloeien;
- tenminste één poreuze betonnen verticale binnenwand (8) is beweegbaar en/of uitneembaar gemonteerd ten opzichte van de watertank, waarbij een onderrand (8X) van de binnenwand op de bodem van de watertank (T) kan rusten. Dit is voordelig voor de montage- en/of onderhoudswerken;
- de watertank is van een afneembaar deksel met mangat voorzien;
- de watertank is van tenminste twee aparte bufferruimten voorzien, namelijk tenminste een eerste bufferruimte (90) die langs de bodem van een opslagruimte (3) gelegen is, waarbij die eerste bufferruimte (90) water van de opslagruimte (3) opvangt via een tenminste gedeeltelijk horizontale poreuze betonnen wand (80), en tenminste een tweede bufferruimte (9) die samenwerkt met een vrijwel verticale poreuze betonnen wand (8) om water van de opslagruimte (3) op te vangen, en met het kenmerk dat de eerste bufferruimte (90) en de tweede bufferruimte (9) verbonden zijn door een buis of kanaal (100), die bij voorkeur langs de bodem van de watertank gelegen is;
S
- die eerste bufferruimte (90) en tweede bufferruimte (9) staan in verbinding door middel van een buis of kanaal (100) met een bovenrand (100A) die een helling heeft ten opzichte van een horizontale vlak, waardoor die bovenrand (100A) in de richting naar de tweede bufferruimte (9) stijgt;
- de watertank (T) bezit tenminste twee aparte opslagruimten (3,30), waarbij die twee aparte opslagruimten (3,30) verbonden zijn via een overloopbuis (31) die bestemd is om water door te voeren van een eerste opslagruimte (3) naar een tweede opslagruimte (30), zodra de eerste opslagruimte (3) vrijwel watervol is, waarbij de tweede opslagruimte (30) voorzien is van een overloop (3A) die op een peil gelegen is dat onder de overloopbuis (31) ligt;
- de inlaatopening (4) voorzien is van een systeem, waardoor als het regenwater debiet dat in de tank vloeit door de inlaatopening (4) kleiner is dan een bepaalde debiet, het systeem gepast is om tenminste een deel van het regenwater debiet direct af te voeren naar de bufferruimte;
- combinaties van twee of meerdere van deze details en kenmerken.
De uitvinding heeft ook betrekking op het gebruik van één of meerdere buffersystemen volgens de uitvinding voor het reguleren van waterdebieten en/of waterstanden in beken en/of rivieren en/of grachten en/of overstromingsgebieden door het reguleren/regelen van afvoerdebieten van regenwater afkomstige van dakken, opritten en wegenisen en/of water afkomstige van een kanaal, beek, gracht of rivier, waarbij regenwater en/of water naar opslagruimten van één of meerdere buffersystemen volgens de uitvinding vloeit, en waarbij dit regenwater en/of water door poreus verticale betonnenwanden van de watertank(en) doorvloeit naar bufferruimten ervan, alvorens afgevoerd te worden naar beken en/of rivieren en/of grachten en/of overstromingsgebieden.
Speciefieke uitvoeringsvormen volgens de uitvinding zullen nu beschereven worden als voordelige voorbeelden volgens de uitvinding. In die beschrijving is naar de bijgevoegde tekeningen verwezen.
In die tekeningen, tonen:
- fig 1 een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een buffersysteem (watertank T) volgens de uitvinding,
- fig 2 een aanzicht van de watertank van figuur 1 in doorsnede langs de lijn IIII,
- fig 3 een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een watertank volgens de uitvinding,
- fig 4 t/m 6 aanzichten in doorsnede van de watertank van figuur 3 respectievelijk langs de lijnen IV-IV, V-V en VI-VI,
- fig 7 een aanzicht van een detail van de watertank van figuur 3,
- fig 8A en fig 8B aanzichten van een detail van een inlaatopening voor een watertank volgens de uitvinding,
- fig 9 een aanzicht van twee watertanken die samenverbonden zijn door middel van pijpen,
- fig 10 een aanzicht in verticale doorsnede van een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding,
- fig 11 een aanzicht in doorsnede langs de lijn XI-XI in fig 10,
- fig 12 een boven aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm die gelijk is aan de uitvoeringsvorm van fig 3,
- fig 13 een aanzicht in doorsnede langs de lijn XIII-XIII in fig 12,
- fig 14 een aanzicht van een deel van een inspectiepad langs een kanaal of gracht, met een reeks watertanken volgens de uitvinding,
- fig 15 een bovenaanzicht van een vierde uitvoeringsvorm,
- fig 16 een aanzicht in doorsnede langs de lijn XVI-XVI in fig 15,
- fig 17 een bovenaanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van een buffersysteem volgens de uitvinding,
- fig 18 een aanzicht in doorsnede lang de lijn XVIII-XVIII in fig 17,
- fig 19 een bovenaanzicht van een zesde uitvoeringsvorm van een buffersysteem volgens de uitvinding,
- fig 20 een aanzicht in doorsnede langs de lijn XX-XX in fig 19, en
- fig 21 een aanzicht in doorsnede van een zevende uitvoeringsvorm.
Fig 1 toont een watertank (T) voor het opvangen en opslaan van regenwater. Die watertank omvat:
- één of meerdere buitenwanden (1) die vervaardigd is/zijn uit niet poreus beton en die een kuip met een binnenvolume (2) definieert, waarvan een deel als opslagruimte (3) dienst doet met een opslagvolume voor regenwater ;
- een inlaatopening (4) langs waar regenwater in de opslagruimte (3) kan vloeien;
- een uitloopopening (5) voor het afvoeren van regenwater uit de watertank (T);
- een deksel (6) met een mangat (7); en
- een controlesysteem (5,8) om het afvoerdebiet van regenwater uit de watertank (T) te controleren.
Het controlesysteem (5,8) bestaat uit één of meerdere poreus betonnen verticale binnenwanden (8) die zich uitstrekken in het binnenvolume (2) van de watertank (T), om dit binnenvolume op te splitsen tenminste in een opslagruimte (3) voor regenwater, en een bufferruimte (9) met een buffervolume om water op te vangen dat door de poreus betonnen verticale binnenwand(en) (8) vloeit.
De bufferruimte (9) is van de uitloopopening (5) voorzien voor het afvoeren van regenwater. Die uitloopopening is langs de bodem van de kuip (T) gelegen.
De poreuze betonnen binnenwand (8) is met speciaal drainerend beton vervaardigd om een aangepaste waterdoorlaatbaarheid te bekomen. Het drainerende beton heeft een minimale waterdoorlaatbaarheid van 0,05 liter/m2/s en een maximale waterdoorlaatbaarheid van 0,1 liter/m2/s tot en met 5 liter/m2/s, bij voorkeur van 0,1 liter/m2/s tot en met 1 liter/m2/s, zoals 0,2 tot en met 0,75 liter/m2/s. De minimale waterdoorlaatbaarheid is bij voorkeur van 0,2 a 0,5 liter/m2/s.
Die waterdoorlaatbaarheid van die verticale poreus binnenwand is opgemeten bij een opslagruimte (3) die vrijxvel watervol is, terwijl de bufferruimte vrijwel leeg is. Voor die opmeting wordt bijvoorbeeld een pomp gebruik om de bufferruimte vrijwel leeg te houden.
Men kan ook de maximale waterdoorlaatbaarheid van het drainerende beton bepalen door het opmaken van een poreuze betonnen plaat die als bodem van een testkuip dient. De testkuip (met een hoogte gelijk aan de hoogte van de tank) zal achteraf met water gevuld worden, en het waterdebiet zal opmeten worden voor het water dat door de poreus bodem vloeit.
Het draineerend beton is bij voorkeur vervaardigd door het laten verharden van een mengsel van minstens cement, aggregaten en water, om bij voorkeur een totale open poriënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het verhard beton. Voor het beton gebruikt men bij voorkeur agregaten met een deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm. Bij vookeur bevatten de granulaten van het draineerend beton 15 gewicht% granulaten met een deelgrootte groter dan 8 mm, tenvijl de gewichtsverhouding xvater / cement kleiner is dan 0,5, ideaerwijs tussen 0,35 en 0,42.
Het niet verhard betonmengsel (zonder water) bevat minder dan 30gewichts% van agregaten, beter tussen de 25 en 27gewichts%, met een grootte van minder dan 4mm. Het betonmengsel kan ook een of meerdere additieven bevatten.
Het niet verhard betonmengsel (zonder water) kan tot 15 gewichts% van zand, met een grootte kleiner dan 4mm, bijvoorbeeld met een grootte van 2 - 4mm. Het zand is bij voorkeur rondkorrelig, en is bijvoorbeeld zand afkomstig van een rivier. Voorbeelden van zandgehalten zijn 2 ; 5 ; 8 ; 10 ; 12 gewichts%.
Om de waterdoorlaatbaarheid van het beton nog beter te controleren, kan men aan het niet verhard betonmengsel één of meerdere additieven toevoegen, zoals waterige polymeerdispersie, in het bijzonder acrylaat/methacrylaat polymeer/copolymeer xvaterige dispersie, zoals copolymeer van acrylzuurester-vinylester waterige dispersie. Men kan bijvoorbeeld 10 t/m 30 gewichts% polymeerdispersie toevoegen in het beton, waarbij die gewichtspercentage gemeten is ten opzichte van het cement gewicht.
De watertank bezit een hoogte (H) van minder dan 3m, zoals van 2 t/m 2,5m.
De hoogte van de tank is liefst groter dan lm.
In zijn eerste uitvoeringsvorm (fig 1) varieert de totale waterafvoercapaciteit lineair met de aanwezige waterhoogte tussen 0% en 100%.
In een tweede uitvoeringsvorm is de totale waterafvoercapaciteit gemeten bij waterhoogte van de helft van de opslagruimte, en bij voorkeur bij een waterhoogte van 0.3m, gelijk aan 80% t/m 100%, bij voorkeur 90% t/m 100% van deze gemeten bij een vrijwel volledig met water gevulde opslagruimte (3).
Door die eigenschap beschikt men over een betere controle over het water dat door de poreuze wand vloeit.
In de uitvoeringsvorm van Fig 3, bezit het poreus beton meerdere zones (10) met verhoogde waterdoorlaatbaarheid ten opzichte van de gemiddelde waterdoorlaatbaarheid van het poreus beton. Die zones (10) liggen in de omgeving van de bodem, bijvoorbeeld op een hoogte (h) van de bodem (3B) van de opslagruimte (3) die kleiner is dan 50cm, en bij voorkeur kleiner dan 30 cm.
Die zones (10) kunnen vervaardigd worden door gebruik van agregaten met verhoogde grootte. Die zones kunnen ook een tussenlaag vormen in de poreuze wand, waarbij die tussenlaag op een hoogte ligt tussen 20 en 50cm ten opzichte van de bodem (3B).
De volumeverhouding opslagruimte (3) / bufferruimte (9) is groter dan of gelijk aan 2, bij voorkeur groter dan 5, liefst tussen 5 en 20.
De poreuze betonnen binnenwand (8) definieert een poreus oppervlak dat gericht is naar de opslagruimte (3), waarbij de verhouding opslagvolume (3) in m3 / poreus oppervlak in m2 tussen 0,5 en 1,5 (zoals tussen 0,7 en 1,25, bij voorkeur 0,8 ; 0,9 ; 1 ; 1,1 en 1,2) gelegen is. Met die verhouding bekomt men een goede controle van het maximale debiet van water dat door de poreuze wand vloeit, en een voldoende opslagvolume voor regenwater.
De uitloopopening (5) voor het afvoeren van regenwater bezit een doorgang die geschikt is om het waterafvoerdebiet door die uitloopopening (5) te beperken tussen de 1 en de 201iter/s en bij voorkeur tot maximaal 51iter/s.
De watertank is voorzien van tenminste twee aparte overlopen (3A,9A), namelijk een eerste overloop (3A) voor de opslagruimte (3) voor het afvoeren van regenwater uit de opslagruimte, zodra het waterpeil in de opslagruimte (3) het peil (H3A) van die eerste overloop (3A) overschrijdt, en een tweede overloop (9A) voor de bufferruimte (9) voor het afvoeren van regenwater uit de bufferruimte, zodra het waterpeil in de bufferruimte (9) het peil (H9A) van die tweede overloop (9A) overschrijdt.
Via die overlopen 3A,9A kunnen twee watertanken T,T1 volgens de uitvinding samengebonden zijn door pijpen 20,21. De tank Tl is bijvoorbeeld op een lagere niveau gelegen ten opzichte van de tank T, waardoor water van tank T vrij kan vloeien naar tank Tl. De overloopopening 3A van de tank T is verbonden met de inlaatopening 4 van de tank Tl via de pijp 20. Zodra de opslagruimte 3 van de tank T vol is, vloeit water van die opslagruimte 3 naar de opslagruimte 3bis van de tank Tl. (zie fig 9)
De overloop 9A van de bufferruimte 9 van de tank T is met een inlaat 40 via de pijp 21. In geval de bufferruimte 9 van de tank T vrijwel vol is, vloeit dan water uit de bufferruimte van de tank T naar de bufferruimte 9 van de tank Tl. Via pijpen 22 wordt water van de bufferruimten 9 van tanken T en T1 naar de beek S afgevoerd.
De eerste overloop (3A) ligt tenminste gedeeltelijk op een peil (H3A) dat boven het laagste peil (H9A) van de tweede overloop (9A) gelegen is.
De eerste overloop (3A) bezit een doorgangsoppervlak dat groter is dan het doorgangsoppervlak van de tweede overloop (9A).
Met die overlopen 3A,9A, is het waterpeil in de bufferruimte 9 altijd lager dan het water peil in de opslagruimte 3, zelf in geval van stormregen.
De poreuze betonnen binnenwand (8) bezit een bovenzijde (8B) die op een peil (H8B) ligt dat hoger is dan de onderrand van de eerste overloop (3A) en de onderrand van de tweede overloop (9A). Dit is voordelig om te vermijden dat water boven de binnenwand van de opslagruimte naar de bufferruimte 9 vloeit.
In de getoonde uitvoeringsvorm van fig 1, is de deksel 6 afneembaar gemonteerd op de kuip 1. In dat geval, is het ook voordelig de poreuze betonnen binnenwand 8 uitneembaar te monteren in de kuip. De onderrand van de wand 8 rust op de bodem van de kuip, eventueel met een rubber tussenstuk.
Via de mangat 7, kan men een zicht hebben op het waterpeil in beide ruimten (3,9). Onderhoudswerken kunnen ook via die mangat in de kuip uitgevoerd worden.
In de uitvoeringsvorm van fig 3, omvat de watertank drie of meer dan drie aparte bufferruimten (9,90,91), namelijk (a) tenminste een eerste en tweede bufferruimten (90, 91) die langs de bodem van een opslagruimte (3) gelegen zijn, waarbij die eerste en tweede bufferruimten (90) water van de opslagruimten (3,30) opvangen via een tenminste gedeeltelijk horizontale poreuze betonnen wand (80,81), en (b) tenminste een derde centrale bufferruimte (9) die samenwerkt met twee vrijwel verticale poreuze betonnen wanden (8,8bis) om water van de opslagruimten (3,30) op te vangen.
De positie van de poreuze wanden 80,81 langs de bodem van de kuip kunnen via bevestigingsmiddelen (staven 111) gehandhaafd worden.
De eerste en tweede bufferruimten zijn met de derde bufferruimte (9) verbonden door buizen (100), die langs de bodem van de watertank gelegen zijn. Die buizen 100 tonen een helling ten opzichte van een horizontale vlak, waardoor de bovenrand (100A) van die buizen in de richting van de derde bufferruimte (9) stijgt. Op die manier kan men voorkomen dat lucht of gas in de bufferruimten 90, 91 blijft, wat nadelig kan zijn voor de doorgang van water.
De twee aparte opslagruimten (3,30) zijn via een overloopbuis (3 1) verbonden. Die buis 31 is bestemd om water af te voeren van de eerste opslagruimte (3) naar de tweede opslagruimte (30), zodra de eerste opslagruimte (3) vrijwel watervol is, waarbij de tweede opslagruimte (30) voorzien is van een overloop (3A) die op een peil gelegen is dat onder de overloopbuis (31) ligt.
In een mogelijke uitvoeringsvorm, kan de inlaatopening (4) van een controlesysteem 400 voorzien, waardoor als het regenwater debiet dat in de tank T vloeit kleiner is dan een bepaalde debiet, het systeem 400 gepast is om tenminste een deel van het regenwater debiet direct af te voeren naar de bufferruimte 9. Met zo een systeem, voor korte en niet stormige regenperiode kan het regenwater gedeeltelijk naar de opslagruimte 3 afgevoerd worden, alsook gedeeltelijk naar de bufferruimte.
Zo een systeem is in figuren 8A en 8B aangetoond. Het regenwater W vloeit in een kamer 401 die voorzien is van een open binnenvat 402 om tenminste een deel van het regenwater op te vangen. De bodem van dit vat is voorzien van een gat 402A. Binnen dit vat beweegt een vlotter 403 met een oppervlak 403A dat als klepsysteem werkt. Het binnenvat 402 is in verbinding met een inlaatopening 40 van de bufferruimte 9, via een pijp 41.
Voor kleine waterdebieten W, vloeit het water in het binnenvat 402. Daar het debiet niet voldoende is blijft de vlotter 403 in een onderpositie, waardoor een deel van het regen direct naar de bufferruimte 9 vloeit, terwijl een ander deel naar de opslagruimte 3 vloeit via de opening 402A. (zie Fig 8A).
In geval van stormregen, stijgt het waterpeil in het binnenvat, waardoor de vlotter 403 in gesloten positie is, om de inlaat van de pijp 41 af te dichten. In zo gesloten positie, vloeit vrijwel al het regen in de opslagruimte van de tank T.
Een derde uitvoeringsvorm van een watertank volgens de uitvinding is in fig 10 afgebeeld.
De tank T bevat een betonnen kuip (waterdicht) met langs de bodem 1B een uitloop 5. Langs de bodem IB, is de tank voorzien van een of meerdere steunelementen IC voor een plaat 80 uit poreus betonnen. De ronde plaat 80 steunt zich of de steunelementen IC. Boven de plaat 80 staat er cylindrische pijp 82 uit poreus beton.
De plaat 80 kan eventueel voorzien van een gat 80G om de bufferzones 9,90 samen te verbinden. Indien die plaat 80 niet voorzien is van het gat 80G, zijn de bufferruimten in verbinding via de open poriën van de plaat 80.
De cylindrische pijp 82 kan bij voorkeur in de tank geplaatst worden via het mangat 7. De correcte plaatsing van de pijp kan bekomen worden via tussenelementen 110 die tussen de bovenrand van de pijp 82 en het onderoppervlak van de deksel gelegen zijn.
Fig 12 en 13 zijn aanzichten van een uitvoeringsvorm die gelijk is aan de uitvoeringsvorm van van figuren 3 t/m 6, tenzij een paar aanpassingen.
De kuip en/of de verticale poreuze wanden 8,8bis zijn voorzien van steunelementen IC voor poreus platen 80, 81. De positie van de platen op de steunelementen IC is gehandhaafd door gebruik van bevestigingsmiddelen 111, die bijvoorbeeld gedeeltelijk in een wand van de kuip aangebracht zijn.
Fig 14 is een aanzicht van een gracht of kanaal 200, met een dam
201 en twee inspectiepaden 202,203. Langs het inspectie pad 203 zijn er meerdere watertanken volgens de uitving aangelegd. De watertank 1 is in verbinding met het kanaal 200 via de pijp 204. De opslagruimten van de watertanken 1, Ibis, Iter, enz. zijn in verbinding, zodat water van de opslagruimte van tank 1 kan afgevoerd worden naar de opslagruimte van tank Ibis, vanzodra het waterpeil in opslagruimte 3 van tank 1 een bepaald peil overschrijdt.
De uitlaten 5 van alle tanken 1, Ibis, enz zijn in verbinding met een uitlooppijp 205 om water terug af te voeren in het kanaal, na de dam 201.
De watertanken volgens de uitvinding kunnen dus gebruikt worden om de waterstand in het kanaal te regelen. Zodra het waterpeil een maximal peil overschrijdt, kunnen de watertanken 1, Ibis, enz water van het kanaal opvangen, en met vertraging terug afgevoerd worden in het kanaal, wat een oplossing biedt tegen stormwater (met hevige regen op een korte tijd).
Daar de watertanken onder inspectiepaden gelegen kunnen zijn, kan het aanleggen van die tanken uitgevoerd worden met het aanleggen van die inspectiepaden.
Fig 15 t/m 21 zijn aanzichten van uitvoeringsvormen van buffersystemen volgens de uitvinding.
In de uitvoeringsvorm van fig 15 en fig 16 bevat het buffersysteem een rechthoekige tank T met een verticale poreuze betonnen binnenwand (8), die het binnenvolume van de tank opsplitst in een opslagruimte (3) en in een bufferruimte (9).
De tank T is ook voorzien van een inlaatopening (4) dat op een peil ligt dat hoger is dan het bovenste peil van de binnenwand (8), waarbij in geval van stormwater, water direct kan vloeien in de bufferruimte (9). Stormwater kan dan afgevoerd worden via een overlooppijp (51) die verbonden is met de uitloopopening (5).
De uilaatopening (5) is met een poreus betonnen element (85) verbonden via een horizontale pijp (86) (die op een afstand van de bodem van de bufferruimte ligt). Het poreus betonnen element (85) definieert een binnenkamer (87) (om water dat door de poreuze wanden van het element (85) op te vangen) via een een buissysteem (86) met de uitloopopening (5) verbonden is. Het poreus betonnen element is tenminste gedeeltelijk vervaardigd uit een verharde poreus waterdrainerend beton dat vervaardigd wordt door het laten verharden van een mengsel van minstens cement, agregaten met deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm, en water om een openporiënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het verharde poreus waterdrainerende beton.
De open binnenkamer 87 is met de overlooppijp verbonden.
De uitvoeringsvorm van figuren 17 en 18 is gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm van figuren 15 en 16. Het buffersysteem van figuren 17 en 18 bevat een watertank (T), waarvan de bufferruimte verbonden is met een buffertank (BT) door een verbindingspijp 55. De verbindingspijp 55 ligt op een peil dat boven de bodem ligt van de bufferruimte (9) van de tank T en van de bodem van de buffertank (BT).
De buffertank is van een uitloopopening (50) voorzien die boven de bodem van de buffertank gelegen is, waarbij de uitloopopening (50) verbonden is met een doorgangsysteem dat geschikt is om het waterafvoerdebiet door die uitloopopening (50) te beperken tussen de 1 en de 201iter/s en bij voorkeur tot maximaal 51iter/s. Het doorgangsysteem bevat een poreus betonnen element (85) met een binnenkamer (87) die via een een buissysteem (86) met de uitloopopening (50) verbonden is. Het poreus betonnen element is tenminste gedeeltelijk vervaardigd uit een verhard poreus waterdrainerend beton dat vervaardigd wordt door het laten verharden van een mengsel van minstens cement, agregaten met deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm, en water om een openporiënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het verhard poreus waterdrainerend beton.
Het poreus betonnen element steunt op de bodem van de bufferruimte (9bis) of van de buffertank (BT), waarbij het poreus betonnen element (85) één of meerdere poreuze wanden bevat, alsook een poreuze bovenzijde, en waarbij, bij voorkeur, het buissysteem 86 voorzien is van een een 5 overloopsysteem (pijp 51) om water af te voeren zodra het waterpeil in de bufferruimte (9) of in de buffertank (BT) een bovenpeil (bijvoorbeeld het peil van de binnenwand (8)) overschrijdt.
Het buffersysteem van figuren 19 en 20 is gelijkaardig aan het 10 buffersysteem van figuren 17 en 18, tenzij dat de pijp 51 verbonden is aan de binnekamer (87) van het poreus element (85).
Fig 21 toont een buffersysteem met meerdere tanken T1,T2, enz. om regenwater op te vangen, die samen verbonden zijn. Die tanken zijn dan ook verbonden met een buffersysteem volgens de uitvinding om de waterafvoer te controleren, (watertank (T) met poreus verticale binnenwand (8) en buffertank (BT) met element (85)).

Claims (13)

  1. CONCLUSIES
    1. Buffersysteem voor regenwater/water dat tenminste een watertank (T) bevat voor het opvangen van regenwater/water, waarbij de watertank (T) tenminste omvat:
    - één of meerdere buitenwanden (1) die vervaardigd is/zijn uit niet poreus beton en die een binnenvolume (2) definieert, waarvan een deel als opslagruimte (3) dienst doet met een opslagvolume voor regenwater/water;
    - een inlaatopening (4) langs waar regenwater/water in de opslagruimte (3) kan vloeien;
    - een uitloopopening (5) voor het afvoeren van regenwater/water uit de watertank (T);
    - een deksel (6) met een mangat (7); en
    - een controlesysteem (5,8) om het afvoerdebiet van regenwater uit de watertank (T) te controleren, met het kenmerk dat het controlesysteem (5,8) bestaat tenminste uit één of meerdere poreus betonnen verticale binnenwanden (8) die zich uitstrekken in het binnenvolume (2) van de watertank (T), en die dit binnenvolume opsplitst tenminste in een opslagruimte (3) voor regenwater/water, en een bufferruimte (9) met een buffervolume om water op te vangen dat door de poreus betonnen verticale binnenwand(en) (8) vloeit, met het kenmerk dat de bufferruimte (9) voorzien is van de uitloopopening (5) voor het afvoeren van regenwater/water, en met het kenmerk dat de poreus betonnen verticale binnenwand(en) (8) vervaardigd is/zijn uit een verharde poreus waterdrainerend beton dat vervaardigd wordt door het laten verharden van een mengsel van minstens cement, agregaten met deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm, en water om een openporiënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het verharde poreus waterdrainerende beton, waarbij het verharde poreus waterdrainerend beton een waterdoorlaatbaarheid bezit van 0,05 liter/m2/s tot en met 5 liter/m2/s, bij voorkeur van 0,1 liter/m2/s tot en met 3 liter/m2/s, liefst tussen 0,1 en 1 liter/m2/s, waarbij die waterdoorlaatbaarheid gemeten is bij een vrijwel volledig met water gevulde opslagruimte (3) en een lege bufferruimte (9).
  2. 2. Buffersysteem volgens conclusie 1, waarbij de watertank (T) een hoogte (H) bezit van minder dan 3m, met het kenmerk dat de totale waterafvoercapaciteit gemeten bij waterhoogte van de helft van de opslagruimte (3), en bij voorkeur ook bij een waterhoogte van 0,3m in de opslagruimet (3), gelijk aan 80% t/m 100%, bij voorkeur 90% t/m 100% van deze gemeten bij een vrijwel volledig met water gevulde opslagruimte (3).
  3. 3. Buffersysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het verharde poreus waterdrainerende beton één of meerdere zones bezit met verhoogde waterdoorlaatbaarheid ten opzichte van de gemiddelde waterdoorlaatbaarheid van het verhard poreus waterdrainerende beton, waarbij die zone of zones (10) ligt/liggen op een hoogte (h) van de bodem (3B) van de opslagruimte (3) die kleiner is dan 50cm, liefst kleiner dan 30cm.
  4. 4. Buffersysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de volumeverhouding opslagruimte (3) / bufferruimte (9) voor de watertank (T) groter of gelijk is aan 2 is, bij voorkeur groter dan 5, en liefst tussen 5 en 20.
  5. 5. Buffersysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de poreuze betonnen binnenwand(en) (8) van de watertank (T) een poreus oppervlak definieert/definieren dat gericht is naar de opslagruimte (3), waarbij de verhouding opslagvolume (3) in m3 / poreus oppervlak in m2 tussen 0,5 en 1,5 gelegen is.
  6. 6. Buffersysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het buffersysteem een uitloopopening (5) bezit voor het afvoeren van regenwater, waarbij zolang het waterpeil in de opslagruimte (3) lager is dan een maximale waterpeil, de uitloopopening (5) voorzien is met een doorgangsysteem dat geschikt is om het waterafvoerdebiet door die uitloopopening (5) te beperken tussen de 1 en de 201iter/s en bij voorkeur tot maximaal 51iter/s, waarbij het doorgangsysteem een poreus betonnen element bevat met een binnenkamer die via een een buissysteem met de uitloopopening (5) verbonden is, en waarbij het poreus betonnen element tenminste gedeeltelijk vervaardigd is uit een verhard poreus waterdrainerend beton dat vervaardigd wordt door het laten verharden van een mengsel van minstens cement, agregaten met deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm, en water om een openporiënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het verharde poreus waterdrainerende beton.
  7. 7. Buffersysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de watertank voorzien is van een vrijwel verticale poreuze betonnen binnenwand (8) die het binnenvolume van de watertank opsplitst in een opslagruimte (3) en in een bufferruimte (9), waarbij de bufferruimte (9) van de watertank (T) verbonden is via een verbindingspijp aan een buffertank (BT), waarbij die verbindingspijp gelegen op een peil dat boven de bodem van de bufferruimte (9) en boven de bodem van de buffertank gelegen is, en waarbij de buffertank voorzien is van een uitloopopening (50) die boven de bodem van de buffertank gelegen is, waarbij de uitloopopening (50) voorzien of verbonden is met een doorgangsysteem dat geschikt is om het waterafvoerdebiet door die uitloopopening (50) te beperken tussen de 1 en 201iter/s en bij voorkeur tot maximaal 51iter/s, waarbij het doorgangsysteem een poreus betonnen element bevat met een binnenkamer die via een een buissysteem met de uitloopopening (50) verbonden is, en waarbij het poreus betonnen element tenminste gedeeltelijk vervaardigd is uit een verhard poreus waterdrainerend beton dat vervaardigd wordt door het laten verharden van een mengsel van cement, agregaten met deeltjesgrootte van 6mm t/m 14mm, en water om een openporiënvolume van 8 t/m 12% te bekomen in het verhard poreus waterdrainerend beton.
  8. 8. Buffersysteem volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat het poreus betonnen element zich steunt op de bodem van de bufferruimte (9) of van de de buffertank (BT), waarbij het poreus betonnen element één of meerdere poreuze wanden bevat, alsook een poreus bovenzijde, en waarbij, bij voorkeur, het buissysteem voorzien is van een een overloopsysteem om water af te voeren zodra het waterpeil in de bufferruimte of in de buffertank een bovenpeil overschrijdt.
  9. 9. Buffersysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de watertank of de watertank met buffertank voorzien is van twee aparte overlopen (3A,9A), namelijk een eerste overloop voor de opslagruimte van de watertank voor het afvoeren van regenwater zodra het waterpeil in de opslagruimte (3) het peil (H3A) van die eerste overloop (3A) overschrijdt, en een tweede overloop (9A) voor de bufferruimte (9) of voor de buffertank (BT) voor het afvoeren van regenwater zodra het waterpeil in de bufferruimte (9) of in de buffertank (BT) het peil (H9A) van die tweede overloop (9A) overschrijdt.
  10. 10. Buffersysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de watertank voorzien is van tenminste twee aparte bufferruimten, namelijk tenminste een eerste bufferruimte (90) die langs de bodem van een opslagruimte (3) gelegen is, waarbij die eerste bufferruimte (90) water van de opslagruimte (3) opvangt via een tenminste gedeeltelijk horizontale poreuze betonnen wand (80), en tenminste een tweede bufferruimte (9) die samenwerkt met een vrijwel verticale poreuze betonnen wand (8) om water van de opslagruimte (3) op te vangen, en met het kenmerk dat de eerste bufferruimte (90) en de tweede bufferruimte (9) verbonden zijn door een buis of kanaal (100), die bij voorkeur langs de bodem van de watertank gelegen is.
  11. 11. Buffersysteem volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de watertank (T) tenminste twee aparte opslagruimten (3,30) bezit, waarbij die twee aparte opslagruimten (3,30) verbonden zijn via een overloopbuis (31) die bestemd is om water door te voeren van een eerste opslagruimte (3) naar een tweede opslagruimte (30), zodra de eerste opslagruimte (3) vrijwel watervol is, waarbij de tweede opslagruimte (30) voorzien is van een overloop (3A) die op een peil gelegen is dat onder de overloopbuis (31) ligt.
  12. 12. Buffersysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inlaatopening (4) voorzien is van een systeem, waardoor als het regenwater debiet dat in de tank vloeit door de inlaatopening (4) kleiner is dan een bepaalde debiet, het systeem gepast is om tenminste een deel van het regenwater debiet direct af te voeren naar de bufferruimte (9) van de watertank.
  13. 13. Gebruik van één of meerdere buffersysternen volgens één der
    5 voorgaande conclusies voor het reguleren van waterdebieten en/of waterstand in beken en/of rivieren en/of grachten en/of overstromingsgebieden door het reguleren van afvoersdebieten van regenwater afkomstige van dakken, opritten en wegenisen en/of water afkomstige van een kanaal, beek, gracht of rivier, waarbij regenwater en/of water naar opslagruimten van één of meerdere
    10 buffersystemen volgens één der voorgaande conclusies vloeit, en waarbij dit regenwater en/of water door poreus betonnen verticale binnenwanden van de watertank doorvloeit naar bufferruimten ervan, alvorens afgevoerd te worden naar beken en/of rivieren en/of grachten en/of overstromingsgebieden.
    y—y< jMWr
    30G
NL2023362A 2018-06-28 2019-06-22 Regenwatertank NL2023362B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20180079A BE1026473B1 (nl) 2018-06-28 2018-06-28 Regenwater tank

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2023362A true NL2023362A (nl) 2020-01-06
NL2023362B1 NL2023362B1 (nl) 2021-09-29

Family

ID=63165111

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2023362A NL2023362B1 (nl) 2018-06-28 2019-06-22 Regenwatertank

Country Status (7)

Country Link
BE (2) BE1026473B1 (nl)
DE (1) DE102019117024A1 (nl)
ES (1) ES2737450B2 (nl)
FR (1) FR3083251B1 (nl)
GB (1) GB2576406B (nl)
LU (1) LU101278B1 (nl)
NL (1) NL2023362B1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1028271B1 (nl) * 2020-05-07 2021-12-06 M H C Nv Betonnen waterafvoer remsysteem
BE1028583B1 (nl) * 2020-09-04 2022-04-04 Ecobeton Water Tech Nv Watertank

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4338085C2 (de) * 1993-03-06 1996-11-28 Mall Beton Gmbh Filtereinrichtung für einen Schacht zur Aufnahme von Regenwasser
AUPM294493A0 (en) 1993-12-14 1994-01-13 Urriola, Humberto Underground drainage system
DE9412053U1 (de) * 1994-07-26 1994-10-06 Mall Beton GmbH, 78166 Donaueschingen Filterschacht für einen Regenwasserspeicher
DE19547379C2 (de) * 1995-12-19 1999-11-18 Martin Bullermann Regenwasserspeicher
US5776243A (en) * 1997-02-03 1998-07-07 Goodson And Associates, Inc. Permeable cellular concrete and structure
JPH10237932A (ja) * 1997-02-28 1998-09-08 Ozawa Concrete Kogyo Kk 貯留浸透槽
US6655402B1 (en) * 2002-06-13 2003-12-02 U.S. Environmental Protection Agency System and method for vacuum flushing sewer solids
DE10231241B4 (de) * 2002-07-11 2017-12-14 Hydrocon Gmbh Reinigungssystem für mit Feststoffpartikeln und gelösten Stoffen belastetes Wasser
US8322540B2 (en) * 2005-01-26 2012-12-04 Royal Environmental Systems, Inc. Filter element for water loaded with solid particles and dissolved toxic substances and purification system equipped with said filter element
US8561633B2 (en) * 2010-11-08 2013-10-22 Daniel M. Early Steel-reinforced HDPE rain harvesting system
KR101339455B1 (ko) * 2012-07-04 2013-12-06 주식회사 헥코리아 다단분리를 이용한 빗물 저류 장치
JP6304678B2 (ja) * 2013-08-12 2018-04-04 晴明 山崎 貯水槽及びユニットパネル
KR101772744B1 (ko) * 2015-01-30 2017-08-29 서울과학기술대학교 산학협력단 침투형 빗물 처리 장치
CN106836441B (zh) * 2017-03-30 2018-08-24 同济大学 一种增设多孔透水隔离墙的截留式排水泵站截污优化系统

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026473B1 (nl) 2020-02-13
ES2737450R1 (es) 2020-04-01
BE1026473A1 (nl) 2020-02-07
ES2737450B2 (es) 2020-11-18
GB2576406B (en) 2020-09-02
FR3083251A1 (fr) 2020-01-03
BE1026383A1 (nl) 2020-01-20
NL2023362B1 (nl) 2021-09-29
BE1026383B1 (nl) 2020-07-10
LU101278A1 (fr) 2019-12-30
GB201909127D0 (en) 2019-08-07
GB2576406A (en) 2020-02-19
DE102019117024A1 (de) 2020-01-02
FR3083251B1 (fr) 2021-02-12
LU101278B1 (fr) 2020-06-04
ES2737450A2 (es) 2020-01-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK2085527T3 (en) Rainwater management plant
BE1026383B1 (nl) Regenwater tank
CN109208426A (zh) 一种市政道路施工结构及其施工方法
US5595457A (en) Storm drainage underflow dam unit
US10052570B2 (en) Settling basin insert
CN111255042B (zh) 浮子自动控制初期雨水弃流的生态树池及工作方法
CN109610265B (zh) 一种地埋市政广场雨水收集系统
CN110700386A (zh) 一种海绵城市建设带有补给地下水功能的雨水井
KR20210013515A (ko) 우수토실 무동력 자동 개폐 및 하수량 측정장치.
CN203383144U (zh) 桥面径流收集处理与应急系统
CN114482246B (zh) 一种具有快速过滤功能的调蓄池系统
JP4583215B2 (ja) 雨水流出抑制排水路構造
NL2003109C2 (nl) Wegconstructie en werkwijze voor reiniging van een wegdek.
NL2029112B1 (nl) Watertank, waterinstallatie en gebruik van watertank
CN113833079B (zh) 双向生物滞留设施
CN211368960U (zh) 一种海绵城市建设带有补给地下水功能的雨水井
NL2029089B1 (nl) Debietremsysteem, debietremstelsel en gebruik van debietremstelsel
CN216381500U (zh) 雨水调蓄系统
EP2449181A1 (en) Basin suitable for infiltration or retention
EP1001086A1 (en) Paving element and street provided with a series of such paving elements
JP7227638B2 (ja) 集水桝
CN109518786B (zh) 一种地表径流初雨控制系统
CN209099102U (zh) 防止内涝的城市雨污排放系统
BE1029725A1 (nl) Debietremsysteem
EP1533428B1 (en) Drainage element

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: ECOBETON WATER TECHNOLOGIES NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: M.H.C. NV

Effective date: 20211207