NL2003109C2 - Wegconstructie en werkwijze voor reiniging van een wegdek. - Google Patents

Description

WEGCONSTRUCTIE EN WERKWIJZE VOOR REINIGING VAN EEN WEGDEK

De onderhavige uitvinding betreft een wegconstructie voor het verschaffen van een wegverbinding die reinig-5 baar is. Voorts betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het reinigen van een wegdek. Voorts betreft de onderhavige uitvinding een asfaltsamenstelling die geschikt is voor toepassing in de wegconstructie en de werkwijze.

10 In het wegverkeer komt een grote hoeveelheid fijn- stof vrij. Dit fijnstof ontstaat vanwege een veelheid van redenen. Een groot gedeelte van de fijnstof komt vrij door weerstand van banden met het wegdek, bijvoorbeeld tijdens het optrekken en remmen van de auto en het schakelen van 15 de versnellingsbak. Veel van dit fijnstof komt derhalve vrij door de uitwerking van wrijving. In de samenleving levert dit fijnstof problemen op in die zin dat de lucht die aanwezig is boven en in de buurt van drukke wegen vervuild is boven een niveau dat aanvaardbaar wordt geacht.

20 Hierdoor wordt een verdere ontwikkeling van wegen of van andere projecten in de buurt van dergelijke wegen geremd.

Teneinde dit probleem te helpen ondervangen verschaft de onderhavige uitvinding een wegconstructie voor het verschaffen van een wegverbinding die reinigbaar is, 25 omvattende: - een open wegdekstructuur die geschikt is voor het doorlaten van een vloeistof, - een vloeistofafvoersamenstel voor het afvoeren van de vloeistof vanaf de open wegdekstructuur, en 30 - een vloeistoftoevoersamenstel voor het toevoeren van vloeistof in de open wegdekstructuur waarbij de open wegdekstructuur effectief kan functioneren als transport- 20031 09- 2 laag voor de vloeistof van het vloeistoftoevoersamenstel richting het vloeistofafvoersamenstel.

Een voordeel van een dergelijke wegconstructie volgens de onderhavige uitvinding is dat middels de vloei-5 stof de fijnstof kan worden ingevangen en afgevoerd. De onderhavige uitvinding berust onder meer op het inzicht van de uitvinder dat bij het ontstaan van de fijnstofdeel-tjes de fijnstofdeeltjes elektrisch geladen worden waarna deze al wervelend vrij door de lucht bewegen. Bij aanra-10 king van de aarde verliezen de fijnstofdeeltjes over het algemeen de lading waarna ze hernieuwd opwervelen door de luchtverplaatsing die wordt veroorzaakt door het verkeer. Het is hierbij bijvoorbeeld mogelijk dat het vloeistofafvoersamenstel en het vloeistoftoevoersamenstel zijn uitge-15 voerd als een samenstel dat afwisselend de functie voor toevoer en afvoer vervult.

Wanneer het wegdek door de wegdekconstructie volgens de onderhavige uitvinding vochtig is wordt door hetzelfde wegverkeer dat de fijnstof veroorzaakt door de tur-20 bulentie van de lucht voort uit het wegdek onttrokken in de vorm van een damp of fijne druppels die onder invloed van de zwaartekracht weer terug zullen vallen op het wegdek, althans onderhevig zijn aan grotere zwaartekrachten dan fijnstof. Het vocht is tevens zeer geschikt voor het 25 invangen van de fijnstof. Het is derhalve zeer voordelig dat dede fijnstof middels het vocht wordt gebonden aan het wegdek. Het is voorts mogelijk dat dede fijnstof al aan het wegdek wordt gebonden bij de eerste landing of bij het ontstaan daarvan.

30 In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het vloeistoftoevoersamenstel in de lengterichting van de wegconstructie gezien gerangschikt aan een zijde van hetopen wegdekstructuur voor toe- 3 voer van de vloeistof aan het open wegdekstructuur vanaf deze ene zijde en het vloeistofafvoersamenstel ten opzichte van het vloeistoftoevoersamenstel is gerangschikt aan de andere zijde van het open wegdekstructuur. Het voordeel 5 van deze voorkeursuitvoeringsvormen is dat er een vloei-stofstroming vanaf een zijde naar het tegenoverliggende zijde tot stand kan worden gebracht, middels welke vloei-stofstroming eveneens een afvoeren van het ingevangen fijnstof tot stand kan worden gebracht.

10 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het vloeistoftoevoersamenstel ten minste een van een vloei-stofinvoer voorziene vloeistoftoevoerkamer of vloeistof-toevoerkanaal dat is gerangschikt aanliggend aan de open wegdekstructuur en hiermee in vloeistofcommunicerende ver-15 binding staat. Hierdoor wordt op voordelige wijze een vloeistoftoevoer verschaft voor het toevoegen van vloeistof naar het wegdek. Bij verdere voorkeur is het vloei-stoftoevoersamenstel hoger gerangschikt gelegen dan het vloeistofafvoersamenstel.

20 Bij verdere voorkeur is ten minste de vloeistof- communicerende verbinding van het vloeistoftoevoersamen-stel naar de wegdekstructuur hoger gelegen dan de vloei-stofcommunicerende verbinding van de wegdekstructuur naar het vloeistofafvoersamenstel, op welke wijze een afschot 25 vormbaar is van bij voorkeur 0 tot 10 %, bij verdere voorkeur 1 tot 8 %, bij verdere voorkeur 1,5 tot 7 %, bij verdere voorkeur 2 tot 6 %, bij verdere voorkeur 2 tot 5 %, en bij verdere voorkeur 2 tot 3 %. Hierdoor wordt het mogelijk om een continue vloeistofstroom vanaf de inlaat tot 30 de uitlaat tot stand te brengen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de vloeistofcommunicerende verbinding van het vloeistoftoevoersamenstel naar de open wegdekstructuur en/of de vloei- 4 stofcoirimunicerende verbinding vanaf de open wegdekstruc-tuur naar het vloeistofafvoersamenstel gerangschikt onder tenminste een deel van de open wegdekstructuur. Hierdoor wordt het mogelijk om de toe- en afvoer van de vloeistof 5 te spreiden over het oppervlak van het wegdek.

Voor het besparen van relatief kostbaar drinkwater omvat de inrichting voorts bij voorkeur toevoermiddelen voor toevoer van vloeistof vanaf een grijswateropslag. Hierdoor wordt het mogelijk om in de omgeving aanwezig wa-10 ter toe te passen in een systeem en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de wegconstructie reinigingstoevoermiddelen voor het aan de vloeistof toevoegen of inbrengen van reinigingsmiddel 15 en/of oppervlakte actieve stoffen. Met behulp van dergelijke middelen of actieve stoffen kan de afvoer van de fijnstof verder worden bevorderd. Ook andere vervuiling kan op deze wijze regelmatig of incidenteel worden verwijderd van het wegdek. Verder kunnen dergelijke stoffen be-20 hulpzaam zijn bij het invangen van de fijnstof.

Bij voorkeur is het vloeistofafvoersamenstel geïntegreerd in een wegdekbegrenzing, zoals een stoeprand of een berm, en deze zijn bij voorkeur gekoppeld aaneen riolering. Bij verdere voorkeur is het vloeistoftoevoersamen-25 stel geïntegreerd in de wegdekbegrenzing, zoals een stoeprand of berm. Met deze voorkeursuitvoeringsvormen kan een systeem volgens de onderhavige uitvinding worden uitgevoerd op een voor de gebruiker van de weg relatief herkenbare wijze. Het is hierbij vanzelfsprekend mogelijk om ui-30 terlijke kenmerken toe te passen die aan de gebruiker duidelijk maken dat deze gebruik maakt van een reinigbare weg.

5

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het vloeistoftoevoersamenstel en/of het vloeistofafvoersamen-stel drainagebuizen, bij voorkeur gerangschikt onder of direct naast het wegdek. Dergelijke buizen zijn in het 5 bijzonder geschikt voor het afvoeren van vocht in omgevingen met fijne deeltjes, zoals in zand- of kleilagen.

Bij verdere voorkeur worden drainagebuizen omvat diezijn gerangschikt in toevoergoten en/of afvoergoten. Door middel van dergelijke goten kunnen de drainagebuizen 10 worden beschermd.

Voor het verschaffen van een voordelige spreiding van het toevoerwater omvat de wegconstructie bij voorkeur toevoerbuizen met een vloeistofdoorlaatrestrictie.

Een verder aspect van de onderhavige uitvinding 15 betreft een werkwijze voor het reinigen van een open weg-dekstructuur van een wegconstructie, omvattende stappen voor: - het middels een vloeistoftoevoersamenstel in de open wegdekstructuur brengen van een vloeistof, 20 - het afvoeren van de vloeistof.

Een dergelijke werkwijze verschaft soortgelijke voordelen als zijn beschreven aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen van de wegconstructie.

Bij verdere voorkeur omvatde werkwijze stappen 25 voor het regelen van de watertoevoer gebaseerd op metingen van de aanwezigheid van stof- en fijnstofdeeltjes die aanwezig zijn op de wegdekstructuur, in de wegdekstructuur, in de luchtlaag boven de wegdekstructuur en/of in de nabijheid van de wegconstructie. Hierdoor kan een vooraf be-30 paald vloeistofniveau tot stand worden gebracht en bij voorkeur in stand worden gehouden. Hierdoor kan een niveau worden geregeld dat optimaal is voor het invangen van de fijnstof bij een zo laag mogelijk vloeistofniveau.

6

Bij voorkeur wordt het uitvoeren van de werkwijze uitgevoerd op vooraf bepaalde tijdsperioden.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze stappen voor het op instelbare tijdstippen ver-5 hogen van het vloeistofniveau tot enigszins onder of enigszins boven het wegdekniveau en het vervolgens draineren van de vloeistof. Met behulp van een dergelijk werkwijze wordt het bijvoorbeeld mogelijk om in of op het wegdek aanwezig fijnstof in contact te brengen met de vloei-10 stof en vervolgens direct af te voeren. Een dergelijke werkwijze kan van origineel voordeel zijn in perioden van relatief langdurige droogte.

En verder aspect van de onderhavige uitvinding betreft een asfaltsamenstelling voor toepassing in een weg-15 dekstructuur van een wegconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1 - 13, waarbij tenminste een deel van de steenslag van de asfaltsamenstelling een kor-relgrootte omvat van 4-30 mm, bij voorkeur 4-20 mm, bij verdere voorkeur 4-15 mm, bij verdere voorkeur 6-13 mm, 20 bij verdere voorkeur 8-11 mm, bij verdere voorkeur 4-8 mm, bij verdere voorkeur 11-16 mm, bij verdere voorkeur 2-6 mm. Middels proefnemingen is aangetoond dat een dergelijke asfaltsamenstelling voordelen heeft binnen de toepassing van de onderhavige uitvinding.

25 Bij voorkeur omvat een dergelijke asfaltsamenstel ling verstevigende bindmiddelen, zoals bitumen, dakbitu-men, polymeren, gemodificeerde polymeren. Met name de polymeren en de gemodificeerde polymeren zijn op voordelige wijze specifiek te vervaardigen voor het verschaffen van 30 een zeer stevige open asfaltsamenstelling.

Ten behoeve van het afvoeren van de fijnstof door het asfalt omvat deze bij voorkeur een hoeveelheid holle ruimte in een percentage van 10 - 45 %, bij voorkeur 15 - 7 40%, bij verdere voorkeur 20 - 30%, bij verdere voorkeur 23 - 28%, bij verdere voorkeur 15 - 25 %, bij verdere voorkeur 15 - 20 %, bij verdere voorkeur 20 - 25 % en bij verdere voorkeur ongeveer 25%.

5 Een verder aspect van de onderhavige uitvinding betreft een wegconstructie volgens onderhavige uitvinding een combinatie met een asfaltsamenstelling volgens de onderhavige uitvinding voor het uitvoeren van een werkwijze volgens onderhavige uitvinding.

10 Verdere voordelen, kenmerken en details van de on derhavige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aangehechte figuren.

15 Fig. 1 toont een schematische weergave in dwars doorsnede van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 toont een schematische weergave in perspectief van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de 20 onderhavige uitvinding.

Fig. 3 toont een schematische weergave in perspectief en een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding.

25 Fig. 4 toont een schematische weergave in perspec tief en een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 5 toont een schematische weergave in perspec- 30 tief en een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

8

Fig. 6 toont een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een detail van de voorkeursuitvoeringsvorm van Fig. 5.

Fig. 7 toont een schematische weergave in perspec-5 tief en een schematische weergave in dwarsdoorsnede van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 8 toont een schematische weergave in perspectief en een schematische weergave in dwarsdoorsnede van 10 een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 9 toont een schematische weergave in dwarsdoorsnede van drie verdere voorkeursuitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding.

15 Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) vol gens de onderhavige uitvinding betreft een watertoevoersa-menstel 1. Deze is gerangschikt op een fundering 9 met daarop een eerste ombouw 8, een tussenlaag van steenasfaltbeton (STAB) 7 alsmede een laag open asfaltbeton 5. 20 De laag open asfaltbeton wordt in de conclusies bedoeld met de asfaltsamenstelling. De weg wordt begrensd door een stoeprand 11 en een stoep 14.

De laag open asfaltbeton 5 is opgebouwd uit grofkorrelige steenslag met bindmiddelen en eventueel een hoe-25 veelheid beton. De bindmiddelen omvatten de genoemde bitumen en polymeren.

Dit open asfaltbeton is volgens onderhavige uitvinding geschikt voor het laten doorstromen met water danwel het daarin laten stromen van water. De bedoeling is 30 dat het water de fijnstof opneemt en eventueel afvoert.

Het water kan in contact komen met de fijnstof in op of boven de asfaltlaag 5.

9

Aan de linkerzijde van de figuur is een watertoe-voerbuis 2 getoond. Deze buis dient voor het toevoegen van water voor gebruik tijdens een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Vanaf de buis 2 bevinden zich dwarsver-5 bindingsbuizen 3 (hier schematisch getoond) voor het overbrengen van water vanuit de buis 2 naar de goot 4. De goot 4 dient voor het in de lengterichting van het wegdek verspreiden van het water. De goot is aan de bovenzijde voorzien van een rooster 12. Aan de rechterzijde is de goot 10 voorzien van openingen 6 voor het overbrengen van water van de goot naar de wegdeklaag 5.

In Fig. 2 is een waterafvoersamenstel 21 getoond naast een wegdek met een STAB laag 7 en een wegdeklaag 5. Langs het wegdek is een afvoergoot 24 gerangschikt. Deze 15 afvoergoot 24 is afgedekt door middel van een afvoerge-schikte stoeprand 26 waarbij deze samen een reeks van af-voerholten vormen. De afvoergeschikte stoeprand 26 omvat aan de onderzijde een reeks holle ruimten voor het toelaten van water in de goot. Zoals is te zien zijn deze af-20 voerholten in vloeistofcommunicerende verbinding met de open asfaltlaag 5. Tussen de holten is de stoeprand goed afgesteund op de goot. Water dat volgens de uitvinding fijnstof heeft opgenomen tijdens die aanwezigheid in de open asfaltlaag 5 kan door middel van de vloeistofcommuni-25 cerende verbinding worden afgevoerd door middel van de goot 24.

In Fig. 3 is een watertoevoersamenstel getoond.

Ook hier is een watertoevoerbuis 2 getoond met doorvoer verbindingen 3 naar de goot 31. Deze goot is zodanig ge-30 plaatst dat de open zijde richting het open asfalt 5 is gericht. Ook hierbij bevindt zich het open asfalt op een STAB laag 7. Tussen de goot en de open asfaltlaag bevindt zich een afdekplaat 35 die is voorzien van openingen 36.

10

In de goot is een verspreidingsbuis gerangschikt met een uitvoerrestrictie in de vorm van kleine openingen 34. De kleine openingen zorgen ervoor dat het water per strekkende meter buis slechts in een gering debiet uit de buis kan 5 uittreden. Hierdoor wordt het water verspreid over de lengte van de goot zodat het over een grote lengte kan intreden in het open asfalt.

In Fig. 4 is een variant getoond waarbij het water vanaf de onderzijde wordt toegevoerd naar het open asfalt. 10 Ook hierbij bestaat een toevoerbuis 2 met een doorvoerbuis 3. Verder is er voorzien in een put of goot 46 afgedekt middels een deksel of reeks deksels 47. In de put 46 is een regeleenheid 41 gerangschikt voor het regelen van de watertoevoer richting het wegdek. De watertoevoer is uit-15 gevoerd middels een overdwarse buis 42 die uitmondt in een mondstuk 44 met een afdekplaat 44. De afdekplaat 44 is voorzien van openingen 45 voor het doorlaten van het water richting de open asfaltlaag 5.

De aansturing van de regeleenheid 41 kan zowel me-20 chanisch zijn als elektronisch, welke laatste als voordeel heeft dat een hele reeks van regeleenheden 41 op eenvoudige wijze kan worden bediend. De afdekplaat 45 zorgt verder voor een fundering van de open asfaltlaag.

In Fig. 5 is een variant op de uitvoeringsvorm van 25 Fig. 4 getoond. In Fig. 5 is het mondstuk 53 gerangschikt in de open asfaltlaag 5. Hierbij is het mondstuk voorzien van openingen 55 in het cilindervormige buitenoppervlak.

De bovenzijde van het mondstuk is voorzien van een gesloten afdekplaat. Deze bevindt zich in het oppervlak van het 30 wegdek. In deze uitvoeringsvorm is dus voorzien in een zijdelingse uitstroom van water uit het mondstuk 53.

In Fig. 6 is het mondstuk van Fig. 5 in detail getoond.

11

In Fig. 7 is een variant van het waterafvoersamen-stel getoond. Dit betreft een goot 71 die met de open zijde richting de open asfaltlaag 5 is gerangschikt. Hierbij is voorzien in een afdekplaat 72 met openingen 73. Deze 5 afdekplaat voorkomt het migreren van asfalt in de goot.

In Fig. 8 is een verdere variant van het wateraf-voersamenstel getoond. Hierbij is de goot 81 zodanig gerangschikt dat de opening naar de bovenzijde contact maakt met de open asfaltlaag 5. De goot is afgedekt middels een 10 afdekplaat 82 die is voorzien van waterdoorvoeropeningen 83. De afdekplaat verschaft voorts een fundering voor de asfaltlaag 5. De goten van deze uitvoeringsvormen mondden uit in een doorvoer (niet getoond) richting een riool.

In Fig. 9 zijn verdere varianten van het wateraf-15 voersamenstel getoond. In Fig. 9 A is een variant getoond met een zogenoemde kolk 98 waarbij het water in de lengterichting van het wegdek boven het asfalt kan wegstromen zonder de weerstand te hebben die aanwezig is wanneer door het asfalt dient te worden gestroomd.

20 In Fig. 9 b is een variant getoond met een grote 91 met daarin gerangschikt een drainagebuis 94. Een dergelijke drainagebuis bezit een holle ruimte met daaromheen een filterend materiaal voor het niet toelaten van grove deeltjes zoals zand, maar het wel toelaten van fijnstof.

25 Aan de bovenzijde is een groot voorzien van openingen 93 voor het toelaten van het water uit de asfaltlaag 5. Hiertoe is de stoeprand 95 voorzien van wanden 96, 97 drie doorstroomopeningen bevatten.

In de variant van Fig. 9 C. is de kolk gecombi-30 neerd met de goot.

Naast een afvoer richting het riool is het eveneens mogelijk dat er een aanvoer richting een waterzuiveringsinstallatie wordt gerealiseerd voor het verschaffen 12 van een zuivering voordat het water wordt afgevoerd richting het algemene riool.

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvor-5 men. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij alle combinaties die op basis van dit document door een vakman kunnen worden gemaakt dienen te worden meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor 10 de beschermingsomvang van deze tekst. De gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies.

15 20031 09-

Claims (22)

1. Wegconstructie voor het verschaffen van een wegverbinding die reinigbaar is, omvattende: 5. een open wegdekstructuur die geschikt is voor het doorlaten van een vloeistof, - een vloeistofafvoersamenstel voor het afvoeren van de vloeistof vanaf de open wegdekstructuur, en - een vloeistoftoevoersamenstel voor het toevoeren 10 van vloeistof in de open wegdekstructuur waarbij de open wegdekstructuur effectief kan functioneren als transport-laag voor de vloeistof van het vloeistoftoevoersamenstel richting het vloeistofafvoersamenstel.

2. Wegconstructie volgens conclusie 1 waarbij het vloeistoftoevoersamenstel in de lengterichting van de wegconstructie gezien is gerangschikt aan een zijde van de open wegdekstructuur voor toevoer van de vloeistof aan de open wegdekstructuur vanaf deze ene zijde en het vloei-20 stofafvoersamenstel ten opzichte van het vloeistoftoevoersamenstel is gerangschikt aan de andere zijde van de open wegdekstructuur.

3. Wegconstructie volgens conclusie 1 of 2 waarbij 25 het vloeistoftoevoersamenstel ten minste een van een vloeistofinvoer voorziene vloeistoftoevoerkamer of vloei-stoftoevoerkanaal omvat dat is gerangschikt aanliggend aan de open wegdekstructuur en hiermee in vloeistofcommunice-rende verbinding staat. 30

4. Wegconstructie volgens conclusie 1,2 of 3 waarbij het vloeistoftoevoersamenstel hoger gerangschikt is gelegen dan het vloeistofafvoersamenstel, op welke wijze 2003109- een afschot vormbaar is van bij voorkeur 0 tot 10 %, bij verdere voorkeur 1 tot 8 %, bij verdere voorkeur 1,5 tot 7 %, bij verdere voorkeur 2 tot 6 %, bij verdere voorkeur 2 tot 5 %, en bij verdere voorkeur 2 tot 3 %. 5

5. Wegconstructie volgens conclusie 4 waarbij ten minste de vloeistofcommunicerende verbinding van het vloeistoftoevoersamenstel naar de wegdekstructuur hoger gelegen is dan de vloeistofcommunicerende verbinding van 10 de wegdekstructuur naar het vloeistofafvoersamenstel.

6. Wegconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de vloeistofcommunicerende verbinding van het vloeistoftoevoersamenstel naar de open 15 wegdekstructuur en/of de vloeistofcommunicerende verbinding vanaf de open wegdekstructuur naar het vloeistofaf-voersamenstel is gerangschikt onder tenminste een deel van de open wegdekstructuur.

7. Wegconstructie volgens een of meer van de voor gaande conclusies omvattende toevoermiddelen voor toevoer van vloeistof vanaf een grijswateropslag

8. Wegconstructie volgens een of meer van de voor- 25 gaande conclusies omvattende reinigingstoevoermiddelen voor het aan de vloeistof toevoegen of inbrengen van reinigingsmiddel en/of oppervlakte actieve stoffen.

9. Wegconstructie volgens een of meer dan de voor- 30 gaande conclusies waarbij het vloeistofafvoersamenstel is geïntegreerd in een wegdekbegrenzing, zoals een stoeprand of een berm, en deze bij voorkeur is gekoppeld met een riolering.

10. Wegconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het vloeistoftoevoersamen-stel is geïntegreerd in wegdekbegrenzing, zoals een stoep- 5 rand of berm.

11. Wegconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij het vloeistoftoevoersamen-stel en/of het vloeistofafvoersamenstel drainagebuizen om- 10 vat, bij voorkeur gerangschikt onder of direct naast het wegdek.

12. Wegconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende drainagebuizen in toe- 15 voergoten en/of afvoergoten.

13. Wegconstructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende toevoerbuizen en/of afvoerbuizen met een vloeistofdoorlaatrestrictie. 20

14. Werkwijze voor het reinigen van een open weg-dekstructuur van een wegconstructie, omvattende stappen voor: - het middels een vloeistoftoevoersamenstel in de 25 open wegdekstructuur brengen van een vloeistof, - het afvoeren van de vloeistof.

15. Werkwijze volgens conclusie 14 omvattende verdere stappen voor het regelen van de watertoevoer geba- 30 seerd op metingen van de aanwezigheid van stof- en fijn-stofdeeltjes die aanwezig zijn op de wegdekstructuur, in de wegdekstructuur, in de luchtlaag boven de wegdekstructuur en/of in de nabijheid van de wegconstructie.

16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15 omvattende stappen voor het in vooraf bepaalde tijdsperioden toepassen van de spoelstappen. 5

17. Werkwijze volgens conclusie 14,15 of 16 omvattende stappen voor het op een vooraf bepaald vloeistofniveau houden van de vloeistof in de wegdekstructuur, inmiddels bij voorkeur het meten van de hoogte en het daarop 10 aanpassen van de toevoer.

18. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 14 tot en met 17 omvattende stappen voor het op instelbare tijdstippen verhogen van het vloeistofniveau tot 15 enigszins onder of enigszins boven het wegdekniveau en het vervolgens draineren van de vloeistof.

19. Asfaltsamenstelling voor toepassing in een wegdekstructuur van een wegconstructie volgens een of meer 20 van de voorgaande conclusies 1 - 13, waarbij tenminste een deel van de vulling van de asfaltsamenstelling een korrel-grootte omvat van 4-30 mm, bij voorkeur 4-20 mm, bij verdere voorkeur 4-15 mm, bij verdere voorkeur 6-13 mm, bij verdere voorkeur 8-11 mm, bij verdere voorkeur 4-8 mm, bij 25 verdere voorkeur 11-16 mm, bij verdere voorkeur 2-6 mm.

20. Asfaltsamenstelling volgens conclusie 19 omvattende verstevigende bindmiddelen, zoals bitumen, dakbi-tumen, polymeren, gemodificeerde polymeren. 30

21. Asfaltsamenstelling volgens conclusie 19 of 20 omvattende lege ruimte in een percentage van 10-45 %, bij voorkeur 15-40%, bij verdere voorkeur 20-30%, bij verdere voorkeur 23-28%, bij verdere voorkeur 15-25 %, bij verdere voorkeur 15-20 %, bij verdere voorkeur 20-25 % en bij verdere voorkeur ongeveer 25%.

22. Wegconstructie volgens een of meer dan de con clusies 1 tot en met 13 omvattende en asfaltsamenstelling volgens een of meer van de conclusies 19 tot en met 21. 2003109-