NL2023198B1

NL2023198B1 - Ombouwset voor het ombouwen van een tweewielige fiets naar een driewielige fiets

Info

Publication number: NL2023198B1
Application number: NL2023198A
Authority: NL
Inventors: Drost Maikel; Jan Gijsbert Te Velthuis Ernst
Original assignee: De Voorwerkers Mobiliteit B V
Priority date: 2019-05-24
Filing date: 2019-05-24
Publication date: 2020-12-02
Also published as: WO2020239575A1

Abstract

De uitvinding omvat een ombouwset voor het ombouwen van een fiets omvattende een fietsframe meteen achtervork, een voonNiel en een enkel achterwiel, naar een fiets met drie wielen, waarvan een voorwiel en twee achtenNielen‚ waarbij de ombouwset omvat: - een frame omvattende een rechter- en een linker achtervorkbevestigingspunt, - een rechterachterwiel, - een linkerachtenNiel, - een rechtersteunstang die zich vanaf het frame naar boven en naar voren toe uitstrekt, en die aan het bovenste einde daarvan een rechterstang-bevestigingspunt heeft, - een linkersteunstang die zich vanaf het frame naar boven en naar voren toe uitstrekt, en die aan het bovenste einde daarvan een linkerstang-bevestigingspunt heeft, waarbij het frame van de ombouwset ingericht is om Iosneembaar te worden bevestigd aan het fietsframe, waarbij de ombouwset ingericht is om via het rechter- en het linker achtervorkbevestigingspunt bevestigd te worden aan de achtervork van de fiets en via het rechter- en linkerstang-bevestigingspunt bevestigd te worden aan het fietsframe op een punt dat zich boven de achterwielas, en in zij- en bovenaanzicht voor de achterwielas, bevindt, waarbij de ombouwset een aandrijving omvat die ingericht is om bij de achtenNielas metde oorspronkelijke fietsaandrijving gekoppeld te worden, zodanig datde achterwielen van de ombouwset met de oorspronkelijke trappers kunnen worden aangedreven, met het kenmerk dat het frame in hoofdzaak is vervaardigd uit plaatmateriaal.

Description

P34088NLOO/WHA Titel: Ombouwset voor het ombouwen van een tweewielige fiets naar een driewielige fiets Inleiding De uitvinding heeft betrekking op een ombouwset voor het ombouwen van een fiets met twee wielen naar een fiets met drie wielen. Dergelijke ombouwsets zijn bekend, bijvoorbeeld uit US3834721 en in de vorm van de Altena Bike Opus 3. Achtergrond van de uitvinding Huidige ombouwsets voor het ombouwen van een fiets naar een driewieler zijn veelal duur, zwaar en visueel onaantrekkelijk. Daarnaast vergen huidige ombouwsets vaak permanente aanpassingen aan het originele fietsframe, waardoor terugbouwen naar een fiets met twee wielen niet zonder meer mogelijk is. Ook hebben de driewielige fietsen die middels deze ombouwsets geconstrueerd worden vaak geen ideale rijeigenschappen.

Samenvatting van de uitvinding Om ten minste een van deze problemen op te lossen, verschaft de uitvinding een ombouwset voor het ombouwen van een fiets omvattende een fietsframe met een achtervork, een voorwiel en een enkel achterwiel, naar een fiets met drie wielen, waarvan een voorwiel en twee achterwielen, waarbij de ombouwset omvat: - een frame omvattende een rechter- en een linker achtervorkbevestigingspunt, - een rechterachterwiel, - een linkerachterwiel, - een rechtersteunstang die zich vanaf het frame naar boven en naar voren toe uitstrekt, en die aan het bovenste einde daarvan een rechterstang-bevestigingspunt heeft, - een linkersteunstang die zich vanaf het frame naar boven en naar voren toe uitstrekt, en die aan het bovenste einde daarvan een linkerstang-bevestigingspunt heeft, waarbij het frame van de ombouwset ingericht is om losneembaar te worden bevestigd aan het fietsframe, waarbij de ombouwset is ingericht om via het rechter- en het linker achtervorkbevestigingspunt bevestigd te worden aan de achtervork van de fiets en via het rechter- en linkerstang-bevestigingspunt bevestigd te worden aan het fietsframe op een punt dat zich boven de achterwielas, en in zij- en bovenaanzicht voor de achterwielas, bevindt, waarbij de ombouwset een aandrijving omvat die ingericht is om bij de achterwielas met de oorspronkelijke fietsaandrijving gekoppeld te worden, zodanig dat de achterwielen van de ombouwset met de oorspronkelijke trappers kunnen worden aangedreven, met het kenmerk dat het frame in hoofdzaak is vervaardigd uit plaatmateriaal.

Door gebruik van plaatmateriaal in het frame is dit frame lichter en goedkoper te produceren dan wanneer traditionele framebuizen gebruikt zouden worden. Plaatmateriaal heeft een hogere luchtweerstand dan framebuizen, maar gezien de verwachte beperkte snelheid van driewielige fietsen is dit nadeel acceptabel.

In een voorkeurs-uitvoeringsvorm is een substantieel deel van het frame vervaardigd van een plano die meerdere vouwen heeft. Dit maakt een snelle productie mogelijk. Vouwen zijn relatief makkelijk en goedkoop te maken, makkelijker en goedkoper dan lasverbindingen.

In een uitvoeringsvorm omvat het plaatmateriaal in het frame meerdere vouwen. Dit geeft meer stevigheid aan het frame, waardoor dunner plaatmateriaal gebruikt kan worden, wat het gewicht verder beperkt. Bovendien kan het frame uit een relatief groot plano worden vervaardigd zodat relatief weinig snijbewerkingen nodig zijn om de plano uit een plaat te snijden. Daarnaast kan materiaalverlies geminimaliseerd worden door de plaatdelen op de plano efficiënt in elkaar te passen.

In een uitvoeringsvorm omvat het frame een linkerplaatdeel dat een linkerzijde van het frame vormt en een rechterplaatdeel dat een rechterzijde van het frame vormt, een linkeras- steunplaat met daarin opgenomen het linker achtervorkbevestigingspunt en een rechteras- steunplaat met daarin opgenomen het rechter achtervorkbevestigingspunt en een centraal plaatdeel dat het linkerplaatdeel en het rechterplaatdeel met elkaar verbindt, waarbij in bovenaanzicht de linkeras-steunplaat en de rechteras-steunplaat zich voor het centrale plaatdeel bevinden. Deze opstelling van componenten draagt bij aan de stevigheid van het frame en de eenvoud van installatie van de ombouwset.

In een verdere uitvoeringsvorm is het centraal plaatdeel ingericht om zich ten minste gedeeltelijk onder de aandrijving van het linker achterwiel en het rechter achterwiel door van een linkerzijde van het frame naar een rechterzijde van het frame uit te strekken, waarbij het centrale plaatdeel in achteraanzicht in het bijzonder de vorm van een U of een V heeft. Deze configuratie draagt bij aan de stevigheid van het frame en de eenvoud van installatie van de ombouwset.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft het linkerplaatdeel een linkerhoofddeel en een aan de binnenzijde daarvan gelegen naar beneden aflopend linkerovergangsdeel en het rechterplaatdeel heeft een rechterhoofddeel en een aan de binnenzijde daarvan gelegen naar beneden aflopend rechterovergangsdeel, waarbij het centrale plaatdeel verbonden is met een binnenste rand van de linker en rechter overgangsdelen en deze met elkaar verbindt. Deze configuratie draagt bij aan de stevigheid van het frame. In een verdere uitvoeringsvorm bevindt zich tussen het linkerhoofddeel en linkerovergangsdeel een linkervouw of linkerknik die zich in longitudinale richting uitstrekt en bevindt zich tussen het rechterhoofddeel en het rechterovergangsdeel een rechtervouw of rechterknik die zich in longitudinale richting uitstrekt. Deze vouwen of knikken dragen bij aan de stevigheid van het frame en zijn relatief makkelijk te vervaardigen.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat het frame verder een centraal steundeel dat een verdere verbinding vormt tussen het linkerplaatdeel en het rechterplaatdeel. Het centrale steundeel kan ook met het centrale plaatdeel verbonden zijn. Het centrale steundeel kan zijn vervaardigd van sterker plaatmateriaal dan de rest van het frame, bijvoorbeeld door een grotere dikte of gebruik van een ander materiaal. Deze configuratie draagt bij aan de stevigheid van het frame.

In een verdere uitvoeringsvorm strekken de linkeras-steunplaat en de rechteras-steunplaat zich vanaf het centrale steundeel naar boven toe uit.

In een uitvoeringsvorm zijn het linkerplaatdeel en het rechterplaatdeel met uitzondering van de respectieve overgangsdelen in hoofdzaak horizontaal of naar buiten toe schuin aflopend georiënteerd, waarbij de as-steunplaten in hoofdzaak verticaal georiënteerd zijn, en waarbij het centrale steundeel in hoofdzaak verticaal georiënteerd is. Deze opstelling draagt onder andere bij aan een aantrekkelijk uiterlijk van het frame.

In een uitvoeringsvorm omvat het linkerplaatdeel een linkervoorrandvouw, een linkerzijrandvouw en een linkerachtervouw, zodanig dat de linker-, voor- en achterranden van het linkerplaatdeel neerwaarts worden gevouwen en omvat het rechterplaatdeel een rechtervoorrandvouw, een rechterzijrandvouw en een rechterachtervouw, zodanig dat de linker-, voor- en achterranden van het rechterplaatdeel neerwaarts worden gevouwen. De omgevouwen achterranden van het linker- en het rechterplaatdeel kunnen daarbij een diagonale vouw omvatten. Deze vouwen dragen bij aan de stevigheid van het frame en dragen bij aan een aantrekkelijk uiterlijk van het frame. De linkervoorrandvouw, de linkerzijrandvouw, de rechtervoorrandvouw en de rechterzijrandvouw onttrekken de onderzijde van het frame deels aan het zicht en voorkomen scherpe zijwaarts uitstekende randen van het plaatmateriaal.

In een uitvoeringsvorm omvat de ombouwset een bevestigingsorgaan dat is ingericht om aan het fietsframe bevestigd te worden en om het rechter- en linkerstang-bevestigingspunt via dat bevestigingsorgaan aan het fietsframe te bevestigen.

In een uitvoeringsvorm zijn alle verbindingen tussen de ombouwset en het fietsframe losneembaar, en in het bijzonder boutverbindingen, schroefverbindingen of klemelementen. Hierdoor is installatie van de ombouwset op de fiets eenvoudig en niet-permanent en kan de ombouwset ook eenvoudig verwijderd worden van de fiets, wat terugbouw naar een tweewielige fiets mogelijk maakt.

In een uitvoeringsvorm zijn de steunstangen verbonden met het linker- respectievelijk het rechterplaatdeel. In een verdere uitvoeringsvorm omvatten het linkerplaatdeel en het rechterplaatdeel ieder een gat waardoorheen de linkersteunstang respectievelijk de rechtersteunstang zich naar boven toe uitstrekt. Hierdoor kunnen de steunstangen aan de binnenzijde van de omgevouwen randen van het linker- en rechterplaatdeel worden bevestigd, wat het aantal naar buiten uitstekende delen aan het frame vermindert ten opzichte van bevestiging van de steunstangen aan de buitenzijde van het frame. Dit vermindert het risico op beschadigingen van de ombouwset of zaken die hiermee in contact komen en op verwondingen van de gebruiker en draagt bij aan een visueel aantrekkelijk uiterlijk van de ombouwset. In een uitvoeringsvorm zijn de achterwielen kleiner dan het originele achterwiel en zijn de assen van de achterwielen ten opzichte van de originele achteras neerwaarts en achterwaarts verzet. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor het frame en kan de originele hoogte van de fiets in stand gehouden worden. In een uitvoeringsvorm worden beide achterwielen aangedreven vanaf een naaf die zich in de achtervork bevindt, waarbij de naaf in het bijzonder wordt aangedreven door de originele fietsketting. Deze inrichting vereenvoudigt de installatie van de ombouwset en de eventuele terugbouw naar een tweewielige fiets. In een uitvoeringsvorm omvat de ombouwset een linkeraandrijving en een rechteraandrijving voor het onafhankelijk aandrijven van het linker- respectievelijk het rechterachterwiel, waarbij in zowel de linker aandrijving als de rechteraandrijving een vrijlooplager is opgenomen, zodanig dat elk achterwiel wel sneller maar niet langzamer kan draaien dan de snelheid die door een gemeenschappelijk deel van de aandrijving wordt bepaald. Deze inrichting stelt de wielen in staat om met verschillende snelheden te draaien, waarbij het snelst draaiende wiel vrij loopt en het langzaamst draaiende wiel kan worden aangedreven.

Als de wielen met dezelfde snelheid draaien, kunnen beide wielen worden aangedreven.

Deze inrichting zorgt voor goede tractie en rechtuitstabiliteit en staat toe dat de wielen in bochten met verschillende snelheden draaien, waarbij de driewielige fiets zich in bochten naar links en naar rechts gelijk 5 gedraagt, omdat het altijd het binnenste wiel wordt aangedreven, tenzij dit wiel geen of onvoldoende tractie heeft.

In een verdere uitvoeringsvorm zijn beide achterwielen verbonden met een gemeenschappelijke as, die op ten minste twee locaties gelagerd is bevestigd aan het frame, door middel van lagers die toestaan dat elk achterwiel wel sneller maar niet langzamer kan draaien dan de snelheid die door de aandrijving wordt bepaald, waarbij de gemeenschappelijke as wordt aangedreven door een ketting die wordt aangedreven door een aandrijftandwiel op de naaf en die een astandwiel op de gemeenschappelijke as aandrijft.

Op deze wijze kan door gebruik van een enkele aandrijfketting en een enkele achteras toch het effect worden bereikt dat de wielen met verschillende snelheden kunnen draaien, waarbij het snelst draaiende wiel vrij loopt en het langzaamst draaiende wiel kan worden aangedreven.

In een andere uitvoeringsvorm omvat de ombouwset een linkeras en een rechteras, waarbij de achterwielen verbonden zijn met de respectieve assen, waarbij elke as op ten minste twee locaties gelagerd is bevestigd aan het frame.

In een verdere uitvoeringsvorm is op de linkeras en op de rechteras respectievelijk een linkerastandwiel en een rechterastandwiel bevestigd dat door respectievelijk een linkerketting en een rechterketting wordt aangedreven.

In een verdere uitvoeringsvorm worden de linkerketting en de rechterketting respectievelijk aangedreven door een linkeraandrijftandwiel en een rechteraandrijftandwiel, waarbij het linkeraandrijftandwiel een ander tandwiel is dan het rechteraandrijftandwiel.

In een verdere uitvoeringsvorm zijn de achterassen met de respectieve astandwielen verbonden met een lager dat toestaat dat een as sneller draait dan het bijbehorende astandwiel, maar niet dat een as langzamer draait dan het bijbehorende astandwiel.

In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de achterwielen met de respectieve assen verbonden met een lager dat toestaat dat een as langzamer draait dan het bijbehorende wiel, maar niet dat een as sneller draait dan het bijbehorende wiel.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de ombouwset een reminrichting voor elk van beide achterwielen.

Het zal duidelijk zijn dat aspecten of uitvoeringen van de uitvinding kunnen worden gecombineerd.

Beknopte figuuromschrijving De figuren bevatten voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding, aan de hand waarvan de uitvinding nader wordt toegelicht.

De figuren en de figuurbeschrijving zijn bedoeld ter illustratie van de uitvinding en mogen derhalve niet beperkend worden uitgelegd.

Hierbij hebben de figuren betrekking op het volgende: - Figuur 1 toont een schematische afbeelding van een uitvoeringsvorm van de ombouwset geïnstalleerd op een deel van een fietsframe, - Figuur 2 toont een schematische afbeelding van de uitvoeringsvorm van de ombouwset uit figuur 1 vanuit een andere hoek, - Figuur 3 toont een plano afbeelding van de plaatdelen van de uitvoeringsvorm van de ombouwset uit figuren 1 en 2, - Figuur 4 toont een schematische afbeelding van een alternatieve uitvoeringsvorm van het frame van de ombouwset, - Figuur 5 toont een schematische afbeelding van het frame van de uitvoeringsvorm uit figuur 4, - Figuur 6 toont een plano afbeelding van de plaatdelen van de uitvoeringsvorm van de ombouwset uit figuren 4 en 5, waarin de lasnaden en boutverbindingen middels lettercoderingen zijn aangegeven. - Figuur 7 toont de uitvoeringsvorm uit figuren 4 — 8, van de ombouwset geïnstalleerd op een fiets.

Uitgebreide figuurbeschrijving Figuren 1 en 2 tonen verschillende aanzichten van dezelfde uitvoeringsvorm van een ombouwset voor het ombouwen van een fiets omvattende een fietsframe 1 met een achtervork 2, een voorwiel en een enkel achterwiel (beide niet afgebeeld), naar een fiets met drie wielen, waarvan een voorwiel en twee achterwielen 930, 1030. Een aantal onderdelen wordt in de figuren niet getoond om de duidelijkheid te vergroten.

Figuren 4 en 5 tonen verschillende aanzichten van eenzelfde alternatieve uitvoeringsvorm.

De ombouwset omvat een frame 10 dat een rechter- en een linker achtervorkbevestigingspunt 321, 311, een rechterachterwiel 1030, niet afgebeeld in figuren 1 enz, en een linkerachterwiel 9330 omvat.

De ombouwset omvat verder een rechtersteunstang 800 die zich vanaf het frame naar boven en naar voren toe uitstrekt, en die aan het bovenste einde daarvan een rechterstang-

bevestigingspunt 601 heeft, en een linkersteunstang 500 die zich vanaf het frame 10 naar boven en naar voren toe uitstrekt, en die aan het bovenste einde daarvan een linkerstang- bevestigingspunt 501 heeft.

Het frame 10 van de ombouwset is ingericht om losneembaar te worden bevestigd aan het fietsframe. De ombouwset is ingericht om via het rechter- en het linker achtervorkbevestigingspunt 321, 311 bevestigd te worden aan de achtervork 2 van het fietsframe 1 en via het rechter- en linkerstang-bevestigingspunt 601, 501 bevestigd te worden aan het fietsframe op een punt dat zich boven de achterwielas en, in zij- en bovenaanzicht, voor de achterwielas bevindt. In de uitvoeringsvorm uit figuren 1 en 2 bevindt dit punt zich op de zadelsteunstang 3 van het fietsframe 1 en wordt een bevestigingsorgaan 20 gebruikt om beide steunstangen aan het fietsframe 1 te bevestigen De ombouwset omvat een aandrijving 1100 die ingericht is om bij de oorspronkelijke achterwielas met de oorspronkelijke fietsaandrijving gekoppeld te worden, zodanig dat de achterwielen 930, 1030 van de ombouwset met de oorspronkelijke trappers kunnen worden aangedreven.

Het frame 10 is in hoofdzaak vervaardigd uit plaatmateriaal.

In de afgebeelde uitvoeringsvormen omvat het frame 10 vouwen in het plaatmateriaal 101, 102, 103, 104, 201, 202, 203, 204. Verder omvat het frame een linkerplaatdeel 100 dat een linkerzijde van het frame vormt en een rechterplaatdeel 200 dat een rechterzijde van het frame vormt, een linkeras-steunplaat 310 met daarin opgenomen het linker achtervorkbevestigingspunt 311 en een rechteras-steunplaat 320 met daarin opgenomen het rechter achtervorkbevestigingspunt 321, en een centraal plaatdeel 400 dat het linkerplaatdeel 100 en het rechterplaatdeel 200 met elkaar verbindt.

In bovenaanzicht bevinden de linkeras-steunplaat 310 en de rechteras-steunplaat 320 zich voor het centrale plaatdeel 400.

Het centrale plaatdeel 400 is in de afgebeelde uitvoeringsvorm ingericht om zich ten minste gedeeltelijk onder de aandrijving van het linker achterwiel en het rechter achterwiel door van een linkerzijde van het frame 10 naar een rechterzijde van het frame 10 uit te strekken. In achteraanzicht kan het centrale plaatdeel 400 in het bijzonder de vorm van een U of een V hebben.

Het linkerplaatdeel 100 omvat een linkerhoofddeel 110 en een aan de binnenzijde daarvan gelegen naar beneden aflopend linkerovergangsdeel 120 en het rechterplaatdeel 200 omvat een rechterhoofddeel 210 en een aan de binnenzijde daarvan gelegen naar beneden aflopend rechterovergangsdeel 220, waarbij het centrale plaatdeel 400 is verbonden met de binnenste rand van de linker en rechter overgangsdelen en deze met elkaar verbindt. Tussen het linkerhoofddeel 100 en het linkerovergangsdeel 120 bevindt zich een linkervouw of linkerknik 101 die zich in longitudinale richting uitstrekt en tussen het rechterhoofddeel 200 en het rechterovergangsdeel 220 bevindt zich een rechtervouw of rechterknik 201 die zich in longitudinale richting uitstrekt.

Het frame 10 van de uitvoeringsvorm uit figuren 1 — 3 omvat verder een centraal steundeel 300, dat een verdere verbinding vormt tussen het linkerplaatdeel 100 en het rechterplaatdeel 200 en in hoofdzaak verticaal georiënteerd is. De linkeras-steunplaat 310 en de rechteras- steunplaat 320 strekken zich vanaf het centrale steundeel 300 naar boven toe uit. In de afgebeelde uitvoeringsvorm maken de linker- en rechteras-steunplaten 310, 320 onderdeel uit van het centrale steundeel 300. Het centrale steundeel 300 is vervaardigd van dikker plaatmateriaal dan het linkerplaatdeel en het rechterplaatdeel, om een optimale relatie tussen stevigheid en gewicht van het frame te bereiken.

Het frame 10 van de uitvoeringsvorm uit figuren 4 — 7 omvat geen centraal steundeel 400. Wel omvat deze uitvoeringsvorm een achterplaat 1400 en verstevigingsdelen 1200, 1300. De linkeras-steunplaat 310 en de rechteras-steunplaat 320 strekken zich respectievelijk het linkerplaatdeel 100 en het rechterplaatdeel 200 naar boven toe uit. De achterplaat vormt een verdere verbinding tussen het linkerplaatdeel 100 en het rechterplaatdeel 200 en omvat dezelfde diagonale vouwen 105, 205 als het linkerplaatdeel 100 en het rechterplaatdeel 200. Het linkerplaatdeel 100 en het rechterplaatdeel 200, met uitzondering van de respectieve overgangsdelen 120, 220, zijn in hoofdzaak horizontaal of naar buiten toe schuin aflopend georiënteerd. De as-steunplaten 310, 320 zijn in hoofdzaak verticaal georiënteerd.

Het linkerplaatdeel 100 omvat een linkervoorrandvouw 102, een linkerzijrandvouw 103 en een linkerachtervouw 104, zodanig dat de linker-, voor- en achterranden van het linkerplaatdeel neerwaarts worden gevouwen. Ook omvat de omgevouwen achterrand van het linkerplaatdeel 100 een diagonale vouw 105, die vanuit heet midden naar buiten toe omhoog loopt. Het rechterplaatdeel 200 omvat een rechtervoorrandvouw 202, een rechterzijrandvouw 203 en een rechterachtervouw 204, zodanig dat de linker-, voor- en achterranden van het rechterplaatdeel neerwaarts worden gevouwen. Ook omvat de omgevouwen achterrand van het rechterplaatdeel 200 een diagonale vouw 205, die vanuit het midden naar buiten toe omhoog loopt. De afgebeelde uitvoeringsvormen van ombouwset zijn met boutverbindingen aan het de achtervork 2 van het fietsframe 1 verbonden bij het linker achtervorkbevestigingspunt 311, het rechter achtervorkbevestigingspunt 321, het linkerstang-bevestigingspunt 501 en het rechterstang-bevestigingspunt 601. De steunstangen 500, 600 zijn aan de onderzijde verbonden met het linker- respectievelijk het rechterplaatdeel 100, 200 en in de uitvoeringsvorm uit figuren 4 — 7 ook met de achterplaat 1400. Het linkerplaatdeel 100 en het rechterplaatdeel 200 omvatten ieder een stang-gat 112, 212 waardoorheen de linkersteunstang 500 respectievelijk de rechtersteunstang 600 zich naar boven toe uitstrekt. In de afgebeelde uitvoeringsvormen zijn de achterwielen 930, 1030 kleiner dan het originele achterwiel en zijn de assen van de achterwielen 900, 1000 ten opzichte van de originele achterwielas neerwaarts en achterwaarts verzet. Beide achterwielen worden aangedreven vanaf een naaf 1110 die zich in de achtervork 2 bevindt op dezelfde plek als de originele achterwielnaaf, waarbij de naaf 1110 wordt aangedreven door de originele fietsketting. De ombouwset omvat een linkeraandrijving 1120 en een rechteraandrijving 1130 voor het onafhankelijk aandrijven van het linkerachterwiel 930 en het rechterachterwiel 1030, waarbij in zowel de linkeraandrijving 1120 als de rechteraandrijving 1130 een vrijlooplager 1121, 1131 is opgenomen, zodanig dat elk achterwiel 930, 1030 wel sneller maar niet langzamer kan draaien dan de snelheid die door een gemeenschappelijk deel van de aandrijving wordt bepaald.

De linkeraandrijving 1120 en de rechteraandrijving 1130 omvatten verder elk een aandrijftandwiel 1122, 1132 op de naaf 1110, een astandwiel 1123, 1133 op de respectieve wielas en een ketting 1024, 1034, waarbij het aandrijftandwiel 1122, 1132 het astandwiel 1123, 1133 aandrijft door middel van de ketting 1024, 1034.

In de afgebeelde uitvoeringsvorm omvat het gemeenschappelijke deel van de aandrijving onder andere de naaf 1110, de originele fietsketting (niet afgebeeld) en de trappers (niet afgebeeld). De afgebeelde uitvoeringsvorm omvat een linkeras 900 en een rechteras 1000 waarbij de achterwielen 930, 1030 verbonden zijn met de respectieve assen, waarbij elke as op ten minste twee locaties 910, 920, 1010, 1020 gelagerd is bevestigd aan het frame. De linkeras loopt door een binnenste linkerasgat 121 en een buitenste linkerasgat 112 in het linkerplaatdeel 100 en de rechteras loopt door een binnenste rechterasgat 221 en een buitenste rechterasgat 212 in het rechterplaatdeel 200.

Om de originele fietsketting van een tweewielige fiets te kunnen spannen, is in het algemeen het achterwiel in lengterichting verplaatsbaar. In een driewielige fiets, voorzien van de ombouwset van de onderhavige uitvinding, kan de naaf 1110 met hetzelfde of een vergelijkbaar mechanisme in lengterichting verplaatsbaar zijn om de originele fietsketting te kunnen spannen. Hierbij beweegt het frame mee via de achtervorkbevestigingspunten 311 en

321. Hierbij kunnen steunstangen 500 en 600 in lengte verstelbaar zijn. De afgebeelde uitvoeringsvorm omvat verder een reminstallatie voor beide achterwielen, dat voor elk achterwiel een bijbehorende reminrichting 700, 800 omvat. De reminrichtingen omvatten een remschijf 710, 810, een remklauw 720, 820 en een remklauwhouder 730, 830 Zoals vereist is een gedetailleerde uitvoeringsvorm van de uitvinding bovenstaand beschreven. Het wordt echter als duidelijk verondersteld dat andere variaties eveneens mogelijk zijn. De figuren en figuurbeschrijvingen moeten derhalve als illustratief worden gezien en niet als limiterend voor de uitvinding zoals omschreven in de conclusies. Index van figuurnummers 1 fietsframe 2 achtervork 3 zadelsteunstang 10 frame 20 bevestigingsorgaan 100 linkerplaatdeel 101 linkervouw 102 linkervoorrandvouw 103 linkerzijrandvouw 104 linkerachtervouw 105 linker diagonale vouw 110 linkerhoofddeel 111 buitenste linkerasgat 112 linkerstang-gat 120 linkerovergangsdeel 121 binnenste linkerasgat

200 rechterplaatdeel 201 rechtervouw 202 rechtervoorrandvouw 203 rechterzijrandvouw 204 rechterachtervouw

205 rechter diagonale vouw 210 rechterhoofddeel 211 buitenste rechterasgat 212 rechterstang-gat

220 rechterovergangsdeel 221 binnenste rechterasgat 300 centraal steundeel 310 linkeras-steunplaat

311 linker achtervorkbevestigingspunt 320 rechteras-steunplaat 321 rechter achtervorkbevestigingspunt 400 centraal plaatdeel

500 linkersteunstang 501 linkerstang-bevestigingspunt 600 rechtersteunstang

601 rechterstang-bevestigingspunt 700 linkerreminrichting 710 linkerremschijf 720 linkerremklauw

730 linkerremklauwhouder 800 rechterreminrichting 810 rechterremschijf 820 rechterremklauw

830 rechterremklauwhouder 900 linkeras

910 binnenste linkeraslager 920 buitenste linkeraslager 930 linkerachterwiel 1000 rechteras 1010 binnenste rechteraslager 1020 buitenste rechteraslager 1030 rechterachterwiel 1100 aandrijving 1110 naaf 1120 linkeraandrijving 1121 linkervrijlooplager 1122 linkeraandrijftandwiel 1123 linkerastandwiel 1124 linkerketting 1130 rechteraandrijving 1131 rechtervrijlooplager 1132 rechteraandrijftandwiel 1133 rechterastandwiel 1134 rechterketting 1200 linkerverstevigingsdeel 1300 rechterverstevigingsdeel 1400 achterplaat

Claims

CONCLUSIES

1. Ombouwset voor het ombouwen van een fiets omvattende een fietsframe met een achtervork, een voorwiel en een enkel achterwiel, naar een fiets met drie wielen, waarvan een voorwiel en twee achterwielen, waarbij de ombouwset omvat: — een frame (10) omvattende een rechter- en een linker achtervorkbevestigingspunt (321, 311), — een rechterachterwiel (1030), — een linkerachterwiel (930), — een rechtersteunstang (600) die zich vanaf het frame naar boven en naar voren toe uitstrekt, en die aan het bovenste einde daarvan een rechterstang- bevestigingspunt (601) heeft, — een linkersteunstang (500) die zich vanaf het frame naar boven en naar voren toe uitstrekt, en die aan het bovenste einde daarvan een linkerstang-bevestigingspunt (501) heeft, waarbij het frame van de ombouwset ingericht is om losneembaar te worden bevestigd aan het fietsframe, waarbij de ombouwset ingericht is om via het rechter- en het linker achtervorkbevestigingspunt bevestigd te worden aan de achtervork van de fiets en via het rechter- en linkerstang-bevestigingspunt bevestigd te worden aan het fietsframe op een punt dat zich boven de achterwielas, en in zij- en bovenaanzicht voor de achterwielas, bevindt, waarbij de ombouwset een aandrijving (1100) omvat die ingericht is om bij de achterwielas met de oorspronkelijke fietsaandrijving gekoppeld te worden, zodanig dat de achterwielen van de ombouwset met de oorspronkelijke trappers kunnen worden aangedreven, met het kenmerk dat het frame in hoofdzaak is vervaardigd uit plaatmateriaal.

2. Ombouwset volgens conclusie 1, waarbij het plaatmateriaal meerdere vouwen omvat.

3. Ombouwset volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het frame omvat: — een linkerplaatdeel (100) dat een linkerzijde van het frame vormt en een rechterplaatdeel (200) dat een rechterzijde van het frame vormt, — een linkeras-steunplaat (310) met daarin opgenomen het linker achtervorkbevestigingspunt en een rechteras-steunplaat (320) met daarin opgenomen het rechter achtervorkbevestigingspunt,

— een centraal plaatdeel (400) dat het linkerplaatdeel en het rechterplaatdeel met elkaar verbindt, en waarbij in bovenaanzicht de linkeras-steunplaat en de rechteras-steunplaat zich voor het centrale plaatdeel bevinden.

4. Ombouwset volgens conclusie 3, waarbij het centrale plaatdeel is ingericht om zich ten minste gedeeltelijk onder de aandrijving van het linker achterwiel en het rechter achterwiel door van een linkerzijde van het frame naar een rechterzijde van het frame uit te strekken, waarbij het centrale plaatdeel in achteraanzicht in het bijzonder de vorm van een U of een V heeft.

5. Ombouwset volgens een van de conclusies 3 — 4, waarbij het linkerplaatdeel een linkerhoofddeel (110) en een aan de binnenzijde daarvan gelegen naar beneden aflopend linkerovergangsdeel (120) heeft en waarbij het rechterplaatdeel een rechterhoofddeel (210) en een aan de binnenzijde daarvan gelegen naar beneden aflopend rechterovergangsdeel (220) heeft, waarbij het centrale plaatdeel is verbonden met een binnenste rand van de linker en rechter overgangsdelen en deze met elkaar verbindt.

6. Ombouwset volgens een van de conclusies 3 — 5, waarbij zich tussen het linkerhoofddeel en linkerovergangsdeel een linkervouw of linkerknik (101) bevindt die zich in longitudinale richting uitstrekt en waarbij zich tussen het rechterhoofddeel en het rechter overgangsdeel een rechtervouw of rechterknik (201) bevindt die zich in longitudinale richting uitstrekt.

7. Ombouwset volgens een van conclusies 3 — 6, waarbij het frame verder een centraal steundeel (300) omvat, dat een verdere verbinding vormt tussen het linkerhoofddeel en het rechterhoofddeel.

8. Ombouwset volgens een de conclusies 5 — 7, waarbij de linkeras-steunplaat en de rechteras-steunplaat zich vanaf het centrale steundeel naar boven toe uitstrekken.

9. Ombouwset volgens een van conclusies 3 — 8, waarbij het linkerplaatdeel en het rechterplaatdeel met uitzondering van de respectieve overgangsdelen in hoofdzaak horizontaal of naar buiten toe schuin aflopend georiënteerd zijn, waarbij de as-

steunplaten in hoofdzaak verticaal georiënteerd zijn, en waarbij het centrale steundeel in hoofdzaak verticaal georienteerd is.

10. Ombouwset volgens een van conclusies 3 — 9, waarbij het linkerplaatdeel een linkervoorrandvouw (102}, een linkerzijrandvouw (103) en een linkerachtervouw (104) omvat, zodanig dat de linker-, voor- en achterranden van het linkerplaatdeel neerwaarts worden gevouwen, waarbij het rechterplaatdeel een rechtervoorrandvouw (202), een rechterzijrandvouw (203) en een rechterachtervouw (204) omvat, zodanig dat de linker-, voor- en achterranden van het rechterplaatdeel neerwaarts worden gevouwen.

11. Ombouwset volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een bevestigingsorgaan (20) dat is ingericht om aan het fietsframe bevestigd te worden en om het rechter- en linkerstang-bevestigingspunt via dat bevestigingsorgaan aan het fietsframe te bevestigen.

12. Ombouwset volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij alle verbindingen tussen de ombouwset en het fietsframe losneembaar zijn, en in het bijzonder boutverbindingen zijn.

13. Ombouwset volgens een van de conclusies 8 — 12, waarbij de steunstangen zijn verbonden met het linker- respectievelijk het rechterplaatdeel.

14. Ombouwset volgens een van de conclusies 3 — 13, waarbij het linkerplaatdeel en het rechterplaatdeel ieder een stang-gat (112, 212) omvatten waardoorheen de linkersteunstang respectievelijk de rechtersteunstang zich naar boven toe uitstrekt.

15. Ombouwset volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de achterwielen kleiner zijn dan het originele achterwiel, en waarbij de assen van de achterwielen ten opzichte van de originele achterwielas neerwaarts verzet zijn, en waarbij assen van de achterwielen ten opzichte van de originele achterwielas achterwaarts verzet zijn.

16. Ombouwset volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij beide achterwielen worden aangedreven vanaf een naaf (1110) die zich in de achtervork bevindt, en waarbij de naaf in het bijzonder wordt aangedreven door de originele fietsketting.

17. Ombouwset volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de ombouwset een linkeraandrijving (1120) en een rechteraandrijving (1130) omvat voor het onafhankelijk aandrijven van het linker- respectievelijk het rechterachterwiel, waarbij in zowel de linker aandrijving als de rechteraandrijving een vrijlooplager (1121, 1131) is opgenomen, zodanig dat elk achterwiel wel sneller maar niet langzamer kan draaien dan de snelheid die door een gemeenschappelijk deel van de aandrijving wordt bepaald.

18. Ombouwset volgens een van de conclusies 1 — 17, waarbij de ombouwset een linkeras (900) en een rechteras (1000) omvat, waarbij de achterwielen verbonden zijn met de respectieve assen, waarbij elke as op ten minste twee locaties (910, 920, 1010, 1020) gelagerd is bevestigd aan het frame.

19. Ombouwset volgens conclusie 17, waarbij beide achterwielen verbonden zijn met een gemeenschappelijke as, die op ten minste twee locaties gelagerd is bevestigd aan het frame, door middel van lagers die toestaan dat elk achterwiel wel sneller maar niet langzamer kan draaien dan de snelheid die door de aandrijving wordt bepaald, waarbij de gemeenschappelijke as wordt aangedreven door een ketting die wordt aangedreven door een aandrijftandwiel op de naaf en die een astandwiel op de gemeenschappelijke as aandrijft.

20. Ombouwset volgens conclusie 18, waarbij op de linkeras en op de rechteras respectievelijk een linkerastandwiel (1123) en een rechterastandwiel (1133) is bevestigd dat door respectievelijk een linkerketting (1124) en een rechterketting (1134) wordt aangedreven.

21. Ombouwset volgens conclusie 20, waarbij de linkerketting en de rechterketting respectievelijk worden aangedreven door een linkeraandrijftandwiel (1122) en een rechteraandrijftandwiel (1132), waarbij het linkeraandrijftandwiel een ander tandwiel is dan het rechteraandrijftandwiel.

22. Fiets met drie wielen, omvattende een frame dat is geconstrueerd volgens een van de voorgaande conclusies.