NL2023024B1 - Aan beide zijden van prismatische structuren voorziene dunwandig optisch element lens voor een lichtbron. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een Iangwerpig dunwandig optisch element, ingericht om in een van een lichtbron voorzien armatuur tussen de lichtbron en de omgeving te worden geplaatst, waarbij het optische element aan één zijde is voorzien van zich in de lengterichting van het optische element uitstrekkende prisma’s, waarbij het optische element aan de tegenoverliggende zijde is voorzien van reliëfstructuren, waarvan wanden zich tenminste gedeeltelijk in de dwarsrichting uitstrekken. Hierdoor kan het uit het optische element tredende licht beter worden beïnvloed, daar de aan de andere zijde van het optische element aanwezige reliëfstructuren de lichtverdeling in de lengterichting besturen. De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk optisch element, waarbij, volgend op de extrusie het element aan de tegenoverliggende zijde wordt geleid langs tenminste één roterend stempel, dat is ingericht voor het op het optische element aanbrengen van reliëfstructuren, waarvan wanden zich tenminste gedeeltelijk in de dwarsrichting uitstrekken.

Description

Aan beide zijden van prismatische structuren voorziene dunwandig optisch element lens voor een lichtbron. De uitvinding betreft een langwerpig, dunwandig optisch element, dat is ingericht om in een van een langwerpige lichtbron voorzien armatuur tussen de lichtbron en de omgeving te worden geplaatst, waarbij het optische element aan één zijde is voorzien van zich in de lengterichting van het optische element uitstrekkende prisma's. Onder het begrip ‘optisch element’ wordt hier een transparant optisch element verstaan dat het van de lichtbron afkomstige licht beïnvloedt, dat wil zeggen, van richting doet veranderen, verstrooit of bundelt.

Dergelijk dunwandige optische elementen zijn bekend in de vorm van transparante licht verstrooiende en bundelende platen in bijvoorbeeld armaturen voor TL- lampen, maar tevens in de vorm van licht verstrooiende en bundelende platen voor armaturen die van leds zijn voorzien, zoals lijnverlichtingssystemen. Overigens is de uitvinding niet beperkt tot de toepassing van langwerpige lichtbronnen in de zin van TL-balken, maar strekt deze zich ook uit over langwerpige lichtbronnen in de zin van in langwerpige reeksen gerangschikte leds.

Moderne regelgeving voor werkplaatsverlichting vereist veelal hoge waarden aan verlichtingssterkte, die slechts met een grote lichtstroom kunnen worden opgewekt. Veelal hebben dergelijke armaturen een geringe breedte. Wanneer dergelijke smalle armaturen een grote lichtstroom op moeten wekken, zal noodzakelijkerwijs de luminantie van de lichtuittrede-opening van het armatuur, namelijk het optische element groot zijn. Dit is in het bijzonder het geval wanneer de luminantie van het optische element ongelijkmatig is, en de luminantie lokaal groter is dan het gemiddelde. In het bijzonder in dergelijke situaties komt het voor dat de maximale luminantie groter is dan de regelgeving toelaat.

Voorts komt het voor dat het uit het optische element lens tredende licht niet op elke locatie en in elke richting dezelfde kleur heeft. Dit wordt in veel gevallen veroorzaakt door de golflengteafhankelijke breking van het licht door het optische element en door het feit dat het licht van de diverse leds een verschillende kleur heeft en het onvoldoende wordt gemengd.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een optisch element, dat in het algemeen meer vrijheid biedt om de het uittredende licht te kunnen beheersen en dat in het bijzonder de hierboven genoemde nadelen vermijdt.

Dit doel wordt bereikt door een optisch element van de bovengenoemde soort, dat aan de tegenoverliggende zijde is voorzien van reliëfstructuren, waarvan wanden zich tenminste gedeeltelijk in de dwarsrichting uitstrekken.

Als gevolg van deze maatregelen is het mogelijk meer invloed uit te oefenen op het uit het optische element tredende licht, daar niet alleen de aan één zijde van het optische element aangebrachte prisma's kunnen worden gebruikt voor het beïnvloeden van het licht in de dwarsrichting, maar tevens de aan de andere zijde van het optische element aanwezige reliëfstructuren voor de beïnvloeding van de lichtverdeling in de lengterichting van het optische element.

Bij voorkeur zijn de zich in de lengterichting uitstrekkende prisma’s aan de binnenzijde van het optische element aangebracht en zijn de reliëfstructuren aan de buitenzijde van het optische element aangebracht. Deze maatregel heeft tot gevolg dat de eerste, grove beïnvloeding van het licht in de dwarsrichting door de prisma's aan de binnenzijde van het optische element, dat wil zeggen dicht bij de lichtbron, plaatsvindt en dat de fijnere beïnvloeding van het licht aan de buitenzijde, dat wil zeggen op grotere afstand van de lichtbron plaatsvindt.

Om de lichtverdeling in de dwarsrichting te optimaliseren, heeft het de voorkeur dat aan dezelfde zijde als de zich in de lengterichting uitstrekkende prisma's, cilindrische lensstructuren zijn aangebracht. Opgemerkt wordt dat de cilindrische lensstructuren kunnen worden gecombineerd met of tenminste gedeeltelijk kunnen worden gevormd door de prisma's.

Zoal hierboven is toegelicht is het aantrekkelijk de prismatische structuren een fijne verdeling van het licht uit te laten voeren. Hiertoe heeft het de voorkeur, dat de reliëfstructuren een kleinere steek hebben dan de zich in de lengterichting uitstrekkende prisma's.

Volgens een aantrekkelijke uitvoeringsvorm zijn de reliëfstructuren uitgevoerd als prismatische structuren.

Volgens een eerste, eenvoudige uitvoeringsvorm, omvatten de reliëfstructuren zich in de dwarsrichting uitstrekkende prisma's.

Volgens een tweede, iets gecompliceerder uitvoeringsvorm, omvatten de reliëfstructuren piramidevormige structuren. Deze laatste voorzien niet alleen in de lichtverdeling in de lengterichting, maar ook in de dwarsrichting, zodat meer vrijneidsgraden worden verkregen voor het verder aanpassen van de aanvankelijk door de aan de andere zijde van het optische element geplaatste prisma's en mogelijkerwijs cilindrische lenzen veroorzaakte lichtverdeling in de dwarsrichting. Een nog grotere mate van vrijheid wordt verkregen wanneer het opperviak van de lens is voorzien van reliëfstructuren van verschillende soort. Dit biedt namelijk de mogelijkheid de soort van de reliëfstructuren en daarmede hun invloed op het licht afhankelijk de maken van de plaats op de lens.

Volgens een meer specifieke maatregel is het oppervlak van het optische element verdeeld in zich in de lengterichting uitstrekkende stroken en zijn in elk van de stroken reliëfstructuren van verschillende soort gerangschikt. Door deze maatregel kan de beïnvloeding van het licht afhankelijk worden gemaakt van de afstand in dwarsrichting tot de lichtbronnen en daarmede van de hoek onder welke het van de lichtbron afkomstige licht de betreffende prismatische structuur treft.

Het optische element kan, mede in afhankelijkheid van de vorm en aard van het armatuur, verschillende vormen hebben. Volgens een simpele uitvoeringsvorm is het hoofdvlak van het optische element tenminste gedeeltelijk vlak.

Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat het hoofdvlak van het optische element buiten een vlak deel twee zich loodrecht op dit deel uitstrekkende zijwanden en zijn de binnenvlakken van de zijwanden elk van tenminste één prisma voorzien.

Het is echter eveneens mogelijk dat het hoofdvlak van het optische element is gebogen volgens een zich in de lengterichting uitstrekkende as.

In deze laatste situatie heeft het de voorkeur dat het optische element naar buiten toe bol is, daar op die wijze het optische element zelf de werking van een lens vertoont.

Het is aantrekkelijk wanneer de buitenzijde van het optische element is bedrukt met een regelmatig patroon van punten. Deze punten veroorzaken buiging van het licht, zodat een verder hulpmiddel ter beschikking staat voor het beïnvloeden van het licht.

Wanneer het patroon van punten over een hoek van 45° is gedraaid ten opzichte van de lengterichting van de lens, kunnen de punten zowel in de dalen van de prismatische structuur als op de punten van de bergen van de prismatische structuur worden aangebracht, zodat verschillende afstanden tot de lichtbron van kunnen worden gerealiseerd. Volgens weer andere uitvoeringsvorm is de steek van het patroon van punten kleiner dan de steek van de reliéfstructuren. Hiermede kan een verdere verbetering van de lichtverdeling worden verkregen.

De uitvinding betreft niet alleen een optisch element, maar eveneens een van een langwerpige lichtbron voorzien armatuur, dat is voorzien van tenminste één tussen de lichtbron en de omgeving geplaatst optisch element volgens één van de voorafgaande conclusies.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de lichtbron tenminste twee leds en is het armatuur voorzien van tenminste één tussen het optische element en de lichtbron geplaatste kamer, waarvan tenminste twee zich parallel aan de lengterichting van het optische element uitstrekkende zijwanden sterk reflecterend zijn. Hiermede treedt een betere menging van het door de leds opgewekte en mogelijkerwijs verschillend gekleurde licht op. In het bijzonder, maar niet uitsluitend komen de voordelen van de uitvinding tot uiting wanneer het armatuur is opgenomen in een profiel van een lijnverlichtingssysteem.

De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het vervaardigen van een langwerpig, dunwandig optisch element, dat aan één zijde is voorzien van zich in de lengterichting van het optische element uitstrekkende prisma's, waarbij het 5 optische element door extrusie wordt gevormd, waarbij volgend op de extrusie het optische element aan de tegenoverliggende zijde wordt geleid langs een om een zich dwars op de lengterichting uitstrekkende as roterend stempel, dat is ingericht voor het op het optische element aanbrengen van prismatische structuren. Hiermede is het mogelijk in een enkel proces het optische element van een de gang van het licht beïnvloedende structuur te voorzien, die zich niet alleen in de lengterichting uitstrekt, maar ook in de dwarsrichting. Het geëxtrudeerde optische element, dat al aan één zijde van een zich in de lengterichting uitstrekkende optische structuur is voorzien, wordt door het roterende stempel voorzien van een zich in de dwarsrichting uitstrekkende structuur. Hiervoor is het echter wel vereist dat de geëxtrudeerde strook nog warm en zacht is van de extrusie, zodat het stempel in het geëxtrudeerde materiaal kan worden gedrukt. Om te voorkomen dat de geëxtrudeerde strook wordt weggedrukt door het roterende stempel, is aan de andere zijde van de strook een tegendrukrol aangebracht.

Voor het verkrijgen van een optische element naar buiten toe bol is, heeft het de voorkeur dat het optische element wordt geleid langs een stempel met de holle vorm van een diabolo. Afhankelijk van de gewenste zichtbare vorm van de afscherming en de technische functie van het optische element dat hierbij hoort, dient de stempel altijd een blauwdruk van deze vorm te zijn zodat er evenwijdig aan het optische element druk uitgeoefend word en daarmee het prisma patroon op een uniforme en controleerbare methode op het optische element aangebracht wordt. In afhankelijkheid van de temperatuur van het optische element na het extruderen, kan het aantrekkelijk zijn, dat voorafgaand aan het leiden langs het stempel, het optische element wordt verwarmd.

Voorts kan het de voorkeur hebben dat voorafgaand aan het leiden langs het stempel, materiaal aan het optische element wordt toegevoegd. Dit is in het bijzonder aantrekkelijk wanneer het optische element een combinatie van dikke en dunne delen omvat, welke combinatie in het algemeen lastig te extruderen is. Bij deze werkwijze kan een in zijn geheel dunne strook worden geëxtrudeerd, waarbij vervolgens de dikke delen worden gevormd door toevoeging van materiaal.

Om de vorm van de het toe te voegen materiaal goed te kunnen bepalen, heeft het de voorkeur dat het toegevoegde materiaal door extrusie is verkregen.

Het is hierbij mogelijk gebruik te maken van twee in serie geschakelde extrusietoestellen.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt door middel van co-extrusie tenminste één van een flexibel materiaal vervaardigde afdichtstrook aan het optische element toegevoegd.

Co-extrusie is een op zichzelf bekend proces, dat de mogelijkheid biedt materialen van verschillende soort tezamen te extruderen, waardoor een product met lokaal! verschillende eigenschappen kan worden gevormd.

Bij de onderhavige toepassing worden de optische eigenschappen van het materiaal! dat voor het optische element wordt gebruikt, zoais acryl, gecombineerd met de afdichtende eigenschappen van de zachte kunststof.

Voor het verkrijgen van een optisch element, waarvan de buitenzijde is bedrukt met een regelmatig patroon van punten, heeft het de voorkeur dat het optische element wordt geleid langs een inktjetprinter voor het op tenminste één zijde van de lens aanbrengen van het patroon van punten.

Vervolgens wordt de onderhavige uitvinding toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin voorstellen: Figuur 1: een schematisch doorsnede-aanzicht van een armatuur volgens de uitvinding; Figuur 2: een aanzicht van het in figuur 1 getoonde optische element; Figuur 3: een aanzicht van een eerste alternatief van het in figuur 2 getoonde optische element; Figuur 4: een aanzicht van een tweede alternatief van het in figuur 2 getoonde optische element; Figuur 5: een aanzicht van een derde alternatief van het in figuur 2 getoonde optische element; Figuur 6: een schematisch doorsnede-aanzicht van een optisch element met een gebogen configuratie;

Figuur 7: een doorsnede-aanzicht van een armatuur, voorzien van een alternatieve Uitvoeringsvorm; Figuur 8: een onderaanzicht van het optische element van het in figuur 7 getoonde optische element; Figuur 9: een doorsnedeaanzicht van een rol, ten gebruike bij de vervaardiging van een optisch element volgens de uitvinding; Figuur 10: een doorsnedeaanzicht loodrecht op dat volgens figuur 9 van een inrichting voor het vervaardigen van een optisch element volgens de uitvinding; en Figuur 11: een doorsnede-aanzicht van een optisch element dat op een alternatieve wijze is vervaardigd. In figuur 1 is een armatuur getoond dat een profiel 1 omvat, dat is voorzien van een rugwand 1a en twee zijwanden 1b, 1c, die zich dwars op de rugwand 1a uitstrekken, zodat een rechthoekig, open profiel is verkregen. Tegen de binnenzijde van de rugwand 1a aan is een drager 2 geplaatst, waarop leds 3 zijn geplaatst, die als lichtbron fungeren. De leds 3 worden gevoed door een elektronicaschakeling die niet in de tekening is weergegeven. Bij het vrije einde van de zijwanden is aan de binnenzijden een richel 4a, 4b geplaatst, waarop een optisch element 5 rust. Het optische element 5 is van transparant materiaal zoals een transparante kunststof vervaardigd en het is bij deze uitvoeringsvorm vlak. Aan de binnenzijde is het optische element 5 voorzien van zich in de lengterichting uitstrekkende prisma's 6, die zorg dragen voor een goede verdeling in de dwarsrichting van het door de leds 3 uitgezonden licht. Aan de onderzijde is het optische element 5 voorzien van zich in de dwarsrichting uitstrekkende prisma's 7, die zorg dragen voor een goede verdeling in de lengterichting van het door de leds 3 uitgezonden licht. De binnenzijden van de zijwanden 1a, 1b, zijn sterk reflecterend. Dit kan worden bereikt door toepassing van een sterk reflecterend materiaal voor de vervaardiging van het profiel, maar ook door het aanbrengen van een laag sterk reflecterend materiaal op de binnenzijden van de zijwanden 1a, 1b.

Figuur 2 toont het optische element 5 meer in detail vanaf de buitenzijde. Uit deze figuur blijkt duidelijk de onderlinge loodrechte rangschikking van de prisma's 6, 7, waarbij de zich in de lengterichting, aan de binnenzijde van het optische element 5 uitstrekkende prisma's 6 met stippellijnen zijn weergegeven en de zich in de dwarsrichting uitstrekkende prisma's 7 met getrokken lijnen zijn weergegeven.

In figuur 3 zijn - ter vereenvoudiging - de zich aan de binnenzijde uitstrekkende prisma's 6 niet weergegeven, zodat alleen de aan de buitenzijde aanwezige piramidevormige structuren 8 zichtbaar zijn. Deze structuren hebben de vorm van een regelmatig vierzijdig prisma 8. Hierdoor verdelen zij het licht niet alleen in de lengterichting, maar ook in de breedterichting.

Ook in figuur 4 zijn de prisma's 6 aan de binnenzijde niet getoond; slechts de structuren 9 aan de buitenzijde zijn weergegeven. Deze structuren hebben de vorm van een kegel 9.

In figuur 5 zijn slechts de structuren 10 aan de buitenzijde weergegeven; zij hebben de vorm van regelmatige zeshoekige prisma's 10.

Het in figuur 6 weergegeven optische element 11 heeft — in tegenstelling tot de eerder getoonde vlakke elementen - een gebogen vorm, hetgeen in sommige situaties aantrekkelijk is voor de lichtverdeling. Evenals de vlakke uitvoeringsvormen, is de binnenzijde van het optische element voorzien van een aantal zich in de lengterichting uitstrekkende prisma’s 6 en is de buitenzijde voorzien van zich in de dwarsrichting uitstrekkende prisma's 7, die als gevolg van de gebogen vorm van het optische element, een gebogen vorm hebben en die hiermede niet voldoen aan de wiskundige definitie van een prisma, maar waar het woord ‘prisma’ wordt gebruikt ter aanduiding van de vorm. Het is overigens eveneens mogelijk gebruik te maken van andere vormen van reliëfstructuren, zoals die zijn weergegeven in de figuren 3-5.

De in figuur 7 weergegeven uitvoeringsvorm is minder schematisch dat de tot nu toe toegelichte uitvoeringsvormen. Deze wijkt af door een andere vorm van in het bijzonder het optische element 15. Dit optische element is, buiten de hoofdwand 15a, voorzien van zijwanden 15b, 15c, die elk van een richel 16 zijn voorzien voor het vormen van een klikverbinding met de binnenzijde van zijwanden 1b, 1c van het profiel aangebrachte richels 4a, 4b. Behalve de hoofdwand 15a van het optische element 15, zijn de zijwanden 15b, 15c ook voorzien van prisma's die zich in de lengterichting uitstrekken. In het bijzonder vallen de op de hoofdwand 15a aangebrachte prisma’s 17a, 17b op die grote afmetingen hebben in relatie tot de aanzien kleinere op zijwanden 15b, 15c aangebrachte prisma's. Ook valt het ‘dal’ tussen de prisma’s 17a, 17b op dat als een lens 18 fungeert voor het uit de leds tredende licht. Deze figuur toont eveneens door middel van coéxtrusie aangebrachte afdichtingslippen 28, die dienen voor het afdichten van het optische element 1 tegen de zijwanden 1b, 1c van het profiel 1. Deze afdichtingslippen 21 zijn van een flexibele kunststof met afdichtende eigenschappen vervaardigd. Dit is een materiaal dat afwijkt van het transparante materiaal waarvan het optische element is vervaardigd.

Figuur 8 toont de aan de buitenzijde van het optische element 15 aanwezige reliëfstructuren 19. Deze zijn in het onderhavige geval van drie verschillende soorten 19a, 19b, 19c., die per soort in een strook zijn gerangschikt. Dit is beter zichtbaar in figuur 8, die een buitenaanzicht toont van de stroken reliëfstructuren 19a, 19b, 19c. Hiermede kan de verdeling van het licht door de reliëfstructuren afhankelijk worden gemaakt van de positie in de breedte van het optische element

1.

Figuur 9 toont een stempelrol 20 die gebruikt wordt bij het aanbrengen van de reliëfstructuur in het optische element 11. De stempelrol is draaibaar om een as 21 en in volgorde volgende op de in deze tekening niet weergegeven extrusie- inrichting geplaatst. De stempelrol 20 heeft in dit geval de vorm van een diabolo in verband met de gebogen, bolle vorm van het optische element. Wanneer het optische element vlak is, kan de stempelrol cilindrisch worden uitgevoerd. Voorts kan de stempelrol, wanneer het optische element hol is, bolvormig worden uitgevoerd. In deze uitvoeringsvorm is de stempelrol hoger dan het optische element, zodat de volledige breedte van het optische element in contact komt met de stempelrol 20. Het is echter ook mogelijk dat de stempelrol 20 slechts met een deel van de breedte van het optische element in contact komt. Tegenover de stempelrol 20 is een — bolle - tegendrukrol 22 geplaatst.

Voor het aanbrengen van banen reliëfstructuren van onderling verschillende aard, is het mogelijk gebruik te maken van verschillende stempelrolien, zoals getoond is in figuur 10. Deze figuur toont in doorsnede-aanzicht een extrusietoestel 23, waaruit het optische element 1 in de vorm van een strook treedt. Dit uit het extrusietoestel 23 tredende strook is nog warm en daardoor zacht. Hierdoor is het mogelijk dat de van een reliëf voorziene stempelrollen 24, 25 een reliëf aanbrengen in de strook.

Na het passeren van de stempelroilen koelt de strook af en stolt deze met het aangebrachte reliëf.

Ook hierbij zijn tegendrukrollen 26, 27 geplaatst.

Overigens zal het duidelijk zijn dat zich in de lengterichting uitstrekkende prisma's door het extrusie-toestel kunnen worden aangebracht.

Alhoewel dit niet blijkt uit figuur 10, zijn de stempelrolien op verschillende hoogte geplaatst opdat verschillende, naast elkaar gelegen stroken van de optische element van een verschillend reliëf kunnen worden voorzien.

Het is overigens niet uitgesloten dat een enkele stempelrol van verschillende reliëfs is voorzien, zodat ook met een enkele stempelrol verschillende reliëf in het optische element kunnen worden aangebracht.

Zoals reeds eerder is genoemd, kan het aantrekkelijk zijn het optische element samen te stellen uit een enkel extrusieprofiel, waaraan materiaal wordt toegevoegd.

Dit betreft niet de coëxtrusie zoals deze wordt gebruikt voor het aanbrengen van afdichtende profielen, zoals toegelicht bij figuur 7, maar het toevoegen van hetzelfde materiaal waarvan het extrusieprofiel is vervaardigd.

Dit toevoegen geschiedt omdat het bezwaarlijk is de optische element door middel van één enkele extrusie te vormen, bijvoorbeeld omdat de het gewenste profiel dikke en dunne delen kent, die moeilijk tezamen kan kunnen worden geëxtrudeerd.

Door toevoegen van materiaal kan het extrusieprofiel lokaal worden verdikt.

Zodat kan worden volstaan met het extruderen van een dun profiel.

Deze situatie is weergegeven in figuur 11, waarin een doorsnedeaanzicht is getoond van een optisch element dat is samengesteld uit een extrusieprofiel 30 met een gelijkmatige dikte en een toegevoegd profiel 31 dat het extrusieprofiel 30 lokaal verdikt.

Deze verdikking verschaft de gewenste optische eigenschappen.

Het toegevoegde profiel 31 is bij voorkeur eveneens door middel van extrusie vervaardigd.

De bovenstaande beschrijving van uitvoeringsvormen dient slechtst ter toelichting en illustratie.

Het is overigens wel mogelijk dat bij verschillende uitvoeringsvormen behorende maatregelen kunnen worden gecombineerd.

De beschermingsomvang wordt echter bepaald door de bijbehorende conclusies.

Claims (26)

Conclusies

1. Langwerpig dunwandig optisch element, ingericht om in een van een langwerpige lichtbron voorzien armatuur tussen de lichtbron en de omgeving te worden geplaatst, waarbij het optische element aan één zijde is voorzien van zich in de lengterichting van het optische element uitstrekkende prisma's, met het kenmerk, dat het optische element aan de tegenoverliggende zijde is voorzien van reliëfstructuren, waarvan wanden zich tenminste gedeeltelijk in de dwarsrichting uitstrekken.

2. Optisch element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zich in de lengterichting uitstrekkende prisma's aan de binnenzijde van het optische element zijn aangebracht en dat de reliëfstructuren aan de buitenzijde van het optische element zijn aangebracht.

3. Optisch element volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan de zelfde zijde van het optische element als de zich in de lengterichting uitstrekkende prisma's cilindrische lensstructuren zijn aangebracht.

4. Optisch element volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de reliëfstructuren een kleinere steek hebben dan de zich in de lengterichting uitstrekkende prisma's.

5. Optisch element volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reliëfstructuren zijn uitgevoerd als prismatische structuren.

6. Optisch element volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de prismatische structuren zich in de dwarsrichting uitstrekkende prisma's omvatten.

7. Optisch element volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de reliëfstructuren piramidevormige structuren omvatten.

8. Optisch element volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de het oppervlak van het optische element is voorzien van reliëfstructuren van verschillende soort.

9. Optisch element volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het oppervlak van het optische element is verdeeld in zich in de lengterichting uitstrekkende stroken en dat in elk van de stroken reliëfstructuren van verschillende soort zijn gerangschikt.

10. Optisch element volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hoofdvlak van het optische element tenminste gedeeltelijk vlak is.

11. Optisch element volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hoofdviak van het optische element buiten een vlak deel twee zich loodrecht op dit deel uitstrekkende zijwanden omvat en dat de binnenvlakken van de zijwanden elk van tenminste één zich in de lengterichting uitstrekkend prisma zijn voorzien.

12. Optisch element volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het hoofdvlak van het optische element gebogen is volgens een zich in de lengterichting uitstrekkende as.

13. Optisch element volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het optische element naar buiten toe bol is.

14. Optisch element volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenzijde van het optische element is bedrukt met een regelmatig patroon van punten.

15. Optisch element volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het patroon van punten over een hoek van 45° is gedraaid ten opzichte van de lengterichting van de lens.

16. Optisch element volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de steek van het patroon van punten kleiner is dan de steek van de reliëfstructuren.

17. Van een langwerpige lichtbron voorzien armatuur, omvattende tenminste één tussen de lichtbron en de omgeving geplaatst optisch element volgens één van de voorafgaande conclusies.

18. Armatuur volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de lichtbron tenminste één led omvat en dat het armatuur is voorzien van tenminste één tussen het optische element en de lichtbron geplaatste kamer, waarvan tenminste twee zich parallel aan de lengterichting van het optische element uitstrekkende zijwanden sterk reflecterend zijn.

19. Armatuur volgens conclusies 18, met het kenmerk, dat het armatuur is opgenomen in een profiel van een lijnverlichtingssysteem.

20. Werkwijze voor het vervaardigen van een langwerpig, dunwandig optisch element, dat aan één zijde is voorzien van zich in de lengterichting van het optische element uitstrekkende prisma's, waarbij het optische element door extrusie wordt gevormd, met het kenmerk, dat volgend op de extrusie het optische element aan de tegenoverliggende zijde wordt geleid langs tenminste één om een zich dwars op de lengterichting uitstrekkende as roterend stempel, dat is ingericht voor het op het optische element aanbrengen van reliëfstructuren, waarvan wanden zich tenminste gedeeltelijk in de dwarsrichting uitstrekken.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het optische element wordt geleid langs een stempel met de vorm van een diabolo.

22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het leiden langs het stempel, het optische element wordt verwarmd.

23. Werkwijze volgens conclusie 20, 21 of 22, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het leiden langs het stempel, materiaal aan het optische element wordt toegevoegd.

24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de het toegevoegde materiaal door extrusie is verkregen.

25. Werkwijze volgens één van de conclusies 20-24, met het kenmerk, dat door middel van co-extrusie tenminste één van een flexibel materiaal vervaardigde afdichtstrook aan het optische element wordt toegevoegd.

26. Werkwijze volgens één van de conclusies 20 - 25, met het kenmerk dat het optische element wordt geleid langs een inktjetprinter voor het op tenminste één zijde van de lens aanbrengen van een patroon van punten.