NL2020852B1

NL2020852B1 - Stelinrichting, systeem en werkwijze voor het uitlijnen van een te metselen of te lijmen muur

Info

Publication number: NL2020852B1
Application number: NL2020852A
Authority: NL
Inventors: Wermink Peter
Original assignee: Oca B V
Priority date: 2018-04-23
Filing date: 2018-05-01
Publication date: 2019-10-31

Abstract

De uitvinding verschaft een stelinrichting omvattende een basisdeel en ten minste één opzetdeel, het basisdeel omvattende een bodemdeel dat is ingericht voor het plaatsen van de 5 inrichting op een ondergrond, waarop de muur moet worden geplaatst, waarbij het bodemdeel een bodemdeelnormaal heeft die zich uitstrekt in een eerste richting en twee zij wanden die in hoofdzaak loodrecht op elkaar georiënteerd zijn en zich in hoofdzaak parallel aan de bodemdeelnormaal vanaf het bodemdeel in de eerste richting uitstrekken; en een basisdeelkoppelelement dat koppelbaar is met het opzetdeel, waarbij het bodemdeel en de zijwanden een 10 hoekruimte definiëren die toegankelijk is door een openingsvlak, dat zich uitstrekt tussen het bodemdeel en de twee zij wanden, waarbij het openingsvlak zich ten minste gedeeltelijk parallel aan en/of onder een hoek met de bodemnormaal vanaf het bodemdeel in een eerste richting naar een boveneinde uitstrekt; en het opzetdeel omvattende twee opzetdeel-zij wanden die in hoofdzaak loodrecht op elkaar georiënteerd zijn en die zich van een proximaal naar een distaal uiteinde 15 uitstrekken en die zich, in gebruik van de inrichting, parallel aan de bodemnormaal vanaf het boveneinde in de eerste richting uitstrekken; en een proximaal koppelelement dat zich aan het proximale uiteinde van het opzetdeel bevindt en dat koppelbaar is met het basisdeelkoppelelement, waarbij de koppeling zodanig is dat de zij wanden van het opzetdeel en een achterzijde van de zij wanden van het basisdeel zich in hoofdzaak in elkaars verlengde uitstrekken. 20 De uitvinding relateert ook aan een systeem en werkwijze voor het uitlijnen van een te realiseren muur.

Description

E04G 21/18 (2018.01) E04G 5/00 (2019.01) © Aanvraag ingediend: 1 mei 2018 (© Afsplitsing van aanvraag , ingediend (30) Voorrang:

april 2018 NL 2020811

67) Aanvraag ingeschreven:

oktober 2019 © Aanvraag gepubliceerd:

oktober 2019 © Octrooischrift uitgegeven:

november 2019 © Octrooihouder(s):

OCA B.V. te Oosterwolde © Uitvinder(s):

Peter Wermink te Oosterwolde © Gemachtigde:

ir. P.J. Hylarides c.s. te Den Haag

54) Stelinrichting, systeem en werkwijze voor het uitlijnen van een te metselen of te lijmen muur

57) De uitvinding verschaft een stelinrichting omvattende een basisdeel en ten minste één opzetdeel, het basisdeel omvattende een bodemdeel dat is ingericht voor het plaatsen van de inrichting op een ondergrond, waarop de muur moet worden geplaatst, waarbij het bodemdeel een bodemdeelnormaal heeft die zich uitstrekt in een eerste richting en twee zijwanden die in hoofdzaak loodrecht op elkaar georiënteerd zijn en zich in hoofdzaak parallel aan de bodemdeelnormaal vanaf het bodemdeel in de eerste richting uitstrekken; en een basisdeel-koppelelement dat koppelbaar is met het opzetdeel, waarbij het bodemdeel en de zijwanden een hoekruimte definiëren die toegankelijk is dooreen openingsvlak, dat zich uitstrekt tussen het bodemdeel en de twee zijwanden, waarbij het openingsvlak zich ten minste gedeeltelijk parallel aan en/of onder een hoek met de bodemnormaal vanaf het bodemdeel in een eerste richting naar een boveneinde uitstrekt; en het opzetdeel omvattende twee opzetdeelzijwanden die in hoofdzaak loodrecht op elkaar georiënteerd zijn en die zich van een proximaal naar een distaai uiteinde uitstrekken en die zich, in gebruik van de inrichting, parallel aan de bodemnormaal vanaf het boveneinde in de eerste richting uitstrekken; en een proximaal koppelelement dat zich aan het proximale uiteinde van het opzetdeel bevindt en dat koppelbaar is met het basisdeel-koppelelement, waarbij de koppeling zodanig is dat de zijwanden van het opzetdeel en een achterzijde van de zijwanden van het basisdeel zich in hoofdzaak in eikaars verlengde uitstrekken. De uitvinding relateert ook aan een systeem en werkwijze voor het uitlijnen van een te realiseren muur.

NL B1 2020852

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift wijkt af van de oorspronkelijk ingediende stukken. Alle ingediende stukken kunnen bij Octrooicentrum Nederland worden ingezien.

Stelinrichting, systeem en werkwijze voor het uitlijnen van een te metselen of te lijmen muur

De uitvinding is gericht op een stelinrichting voor het uitlijnen van een te metselen of te lijmen muur, alsmede een systeem en een werkwijze daarvoor.

Uit de praktijk zijn stelinrichtingen bekend voor het uitlijnen van te metselen of te lijmen muren voor gebouwen. Traditioneel omvat een stelinrichting een stelsel van aan elkaar verbonden latten met een staander, waarbij de latten worden uitgelijnd om de muur uit te lijnen. Dergelijke constructies zijn moeilijk plaatsbaar en uitlijnbaar. Een alternatieve uit de praktijk bekende stelinrichting wordt gevormd door kokervormige aluminiumprofielen, waarbij de kokervorm rechthoekig of vierkant is. Nadeel van dergelijke profielen is dat deze relatief duur zijn en daarbij ook vaak per ongeluk worden aangezien als afval en daarmee verdwijnen.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde stelinrichting die de nadelen van de bekende stelinrichtingen wegneemt of vermindert.

Daartoe voorziet de uitvinding in een stelinrichting voor het uitlijnen van een te metselen of te lijmen muur, zoals een kimlaag bij kalkzandsteenbouw, de stelinrichting omvattende een basisdeel en ten minste één opzetdeel, het basisdeel omvattende:

een bodemdeel dat is ingericht voor het plaatsen van de inrichting op een ondergrond, waarop de muur moet worden geplaatst, waarbij het bodemdeel een bodemdeelnormaal heeft die zich uitslrekt in een eerste richting;

twee zijwanden die in hoofdzaak loodrecht op elkaar georiënteerd zijn en zich in hoofdzaak parallel aan de bodemdeelnormaal vanaf het bodemdeel in de eerste richting uitstrekken; en een basisdeel-koppelelement dat koppelbaar is met ten minste één opzetdeel;

waarbij het bodemdeel en de zijwanden een hoekruimte definiëren die toegankelijk is door een openingsvlak, dat zich uitstrekt tussen het bodemdeel en de twee zijwanden, waarbij het openingsvlak zich ten minste gedeeltelijk parallel aan en/of onder een hoek met de bodemnormaal vanaf het bodemdeel in een eerste richting uitstrekt;

en waarbij het opzetdeel omvat:

twee opzetdeel-zij wanden die in hoofdzaak loodrecht op elkaar georiënteerd zijn en die zich van een proximaal uiteinde naar een distaai uiteinde uitstrekken en die zich, in gebruik van de inrichting, in hoofdzaak parallel aan de bodemnormaal vanaf het tegenover het bodemdeel gelegen uiteinde van het basisdeel in de eerste richting uitstrekken; en een proximaal koppelelement dat zich aan het proximate uiteinde van het opzetdeel bevindt en dat koppelbaar is met het basisdeel-koppelelement, waarbij de koppeling zodanig is dat de zijwanden van het opzetdeel een in hoofdzaak ononderbroken voortzetting vormen van de zijwanden van het basisdeel.

De achterzijde van de zijwanden wordt hierbij gedefinieerd als de van de hoekruimte af gelegen zijde van de zijwand of, anders gezegd, de zijde van de zijwand die tegenoverliggend is van de zijwand die grenst aan de hoekruimte. De koppeling is daarmee zodanig dat de zijwanden van het opzetdeel en de van de hoekruimte af gelegen zijde van de zijwanden van het basisdeel zich in hoofdzaak in eikaars verlengde uitstrekken.

De stelinrichting volgens de uitvinding vormt een relatief lichte en goedkope stelinrichting met voldoende stijfheid om buigen van de stelinrichting tijdens gebruik te voorkomen, zodat de te plaatsen muren uitgelijnd kunnen worden. Additioneel voordeel van de stelinrichting volgens de uitvinding is dat deze, mede door het gebruik van de twee zijwanden in combinatie met de hoekruimte en openingsvlak, stapelbaar of nestbaar is door het openingsvlak. Dit vereenvoudigt transport, opslag. Bijkomend wordt het gebruik in de praktijk op een bouwplaats hiermee eenvoudiger en efficiënter, zoals verder nog wordt toegelicht.

Een verder voordeel van de stelinrichting volgens de uitvinding is de opzetdelen het mogelijk maken om de hoogte van de stelinrichting aan te passen aan de hoogte van de realiseren muur. Zo kan elke laag van de te metselen muur worden uitgelijnd met de stelinrichting. Bij het optrekken van de muur worden, naar gelang de hoogte, additionele opzetdelen geplaatst op de stelinrichting om uitlijning van de te metselen lagen mogelijk te maken.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding is het basisdeelkoppelelement aan of nabij een tegenover het bodemdeel gelegen uiteinde van de zijwanden gepositioneerd. Hierdoor wordt het verbinden van de koppeldelen eenvoudig, terwijl tegelijkertijd een stevige en stijve constructie wordt gerealiseerd.

Bij voorkeur wordt de stelinrichting uitgevoerd uit kunststof, zoals door middel van spuitgieten, waarmee de vervaardigingskosten beperkt kunnen worden. Bijkomend wordt hiermee het gewicht van de stelinrichting verder gereduceerd. Dit bevordert toepassing van de stelinrichting in de praktijk.

De stelinrichting volgens de uitvinding kan op diverse manieren worden uitgevoerd en/of vormgegeven. Zo geldt dat het opzetdeel en het proximaal koppelelement in beginsel op diverse manieren met elkaar verbonden kunnen zijn, waarbij zowel een vaste verbinding als een losmaakbare verbinding gebruikt kan worden. Zo kan worden gekozen voor een vormverbinding, een schroefverbinding, een klemverbinding of een andere geschikte verbinding. Daarnaast en/of in aanvulling daarop geldt dat bijvoorbeeld worden gekozen voor een vaste verbinding. Hierbij zijn legio mogelijk, zoals een opzetdeel met een integraal gevormd proximaal koppelelement, bijvoorbeeld uit spuitgegoten kunststof, een lasverbinding tussen hel proximale einde van het opzetdeel en het proximale koppelelement, een lijmverbinding of een andere verbinding die geschikt is als vaste verbinding.

Daarnaast en/of in aanvulling op het type verbinding zoals bovengenoemd, kan worden gekozen voor een losmaakbare verbinding, waarbij het opzetdeel en het proximale koppelelement twee afzonderlijke, met elkaar koppelbare delen of elementen zijn, waarbij deze bij voorkeur zijn ingericht voor samenwerking. Ook hiervoor geldt dat een dergelijke verbinding op diverse verschillende manieren kan worden uitgevoerd, zoals een (losmaakbare) vormverbinding, zoals een schuif-, klik- of steeekverbinding, een schroefverbinding, een klemverbinding, een combinatie van dergelijke verbindingen of een andere geschikte verbinding. Verder geldt dat het proximaal koppelelement ook kan zijn voorzien van een deel dat integreerbaar en/of verbindbaar is met een opzetdeel, zoals een bajonetverbinding die in of aan het opzetdeel is aangebracht. Een dergelijke uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld worden toegepast in combinatie met een vierkante, rechthoekig en/of hol profiel.

Voor de vormgeving van het basisdeel en het opzetdeel zijn ook meerdere vormen mogelijk. In een uitvoeringsvorm kan worden gekozen voor een piramide-vormige stelinrichting, waarbij het bodemdeel, de zijwand en het openingsvlak een driehoekige, tweedimensionale vorm hebben. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan echter ook worden gekozen om het bodemdeel en/of de zijwanden in een andere configuratie uit te voeren, bijvoorbeeld als tweedimensionale rechthoeken of tweedimensionale rechthoeken met afgeronde hoeken. Zo kan het bodemdeel zijn vormgegeven als vierkant met een cirkelvormig deel waarvan de omtrek zich uitstrekt van de ene naar de andere zijwand, zodat het cirkelvormige deel de basis vormt voor het openingsvlak. In een dergelijke alternatieve uitvoeringsvorm geldt dat het openingsvlak een driedimensionaal, gedeeltelijk gekromd oppervlak vormt. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van twee driehoekig gevormde zijwanden in combinatie met een driehoekig bodemdeel of grondvlak.

Bij voorkeur worden het vanaf het bodemdeel in de eerste richting gezien gelegen uiteinde van de zijwanden af te knotten, zodat een snijpunt van de zijwanden niet resulteert in een scherpe punt, maar in een afgeknot vlak dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan het bodemdeel uitstrekt. De zijranden van de zijwanden snijden elkaar in dat geval in een virtueel snijpunt.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de zijwanden en het openingsvlak een gezamenlijk snijpunt hebben, waarbij het snijpunt zich op een afstand van het bodemvlak in de eerste richting bevindt.

Het voordeel van deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is dat de hoeveelheid materiaal voor het vervaardigen van de stelinrichting relatief beperkt blijft zonder dat de benodigde stijfheid van de stelinrichting om buigen te voorkomen, wordt verminderd. In het bijzonder een uitvoeringsvorm waarin de stelinrichting is uitgevoerd in een piramidevorm is in dit kader voordelig. Daarnaast wordt de robuustheid van de zijwanden met deze uitvoeringsvorm gewaarborgd en wordt in hoofdzaak voorkomen dat één of beide zijwanden geheel of gedeeltelijk verbuigen tijdens gebruik en/of transport van de stelinrichting. In deze uitvoeringsvorm geldt dat het snijpunt een fysiek snijpunt is. In andere uitvoeringsvormen, zoals die hieronder beschreven, kan het snijpunt ook een virtueel snijpunt zijn.

In een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm waarin de stelinrichting in hoofdzaak piramidevormig is, kan de piramidevorm ook zijn voorzien van een afgeknotte punt, waarbij de zijwanden en het openingsvlak uitmonden in een snijvlak. Dit snijvlak kan in hoofdzaak driehoekig van vorm zijn en kan zich in hoofdzaak parallel uitstrekken aan het bodemdeel. Daarbij geldt dat de zijranden van de zijwanden elkaar snijden in een virtueel snijpunt in plaats van in een fysiek snijpunt.

Het voordeel van deze alternatieve uitvoeringsvorm is dat een bovenzijde van de stelinrichting die zich aan het tegenover het bodemdeel gelegen uiteinde bevindt, geen scherpe punt vormt die de veiligheid van een gebruiker en/of omstander in gevaar kan brengen.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding, kan het basisdeelkoppelelement een insteekelement zijn dat het vrouwelijk deel van de koppeling vormt, en waarbij het proximaal koppelelement een met het vrouwelijke deel corresponderend mannelijk deel vormt.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de respectievelijke koppeldelen makkelijk koppelbaar zijn met elkaar en, aanvullend, dat deze ook makkelijk van elkaar los te maken zijn. Daarbij geldt dat meerdere vormen kunnen worden toegepast die leiden tot dergelijke koppelingen.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding, waarbij het basisdeelkoppelelement kan zijn gevormd als een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel en de zijwanden een insteekruimte definiëren, en waarbij het proximaal koppelelement is gevormd als een hoekprofiel dat is ingericht om ingebracht te worden in het basisdeel-koppelelement en, waarbij het proximaal koppelelement zich evenwijdig aan de zijwanden van het opzetdeel uitstrekt en ten opzichte daarvan is ingesprongen.

In een voorkeursuitvoering geldt dat zowel het opzetdeel als het proximaal koppelelement daarvan een hoekprofiel vormen. Een dergelijke vormen heeft een hoge mate van sterkte en stijfheid en is daardoor zeer geschikt voor gebruik in de stelinrichting. Het basisdeelkoppelelement is daarbij bij voorkeur uitgevoerd als een hoekprofiel dat zo is verbonden met het basisdeel dat een (hoekvormige) insteekruimte wordt gevormd waarin het proximate koppelelement dat worden opgenomen. Daarbij geldt dat de insteekruimte en het proximate koppelelement op elkaar zijn aangepast zodat een sluitende koppeling wordt gevormd die de rotatie van het opzetdeel ten opzichte van het basisdeel in hoofdzaak uitsluit. Dit heeft het voordeel dat het torderen/roteren van het opzetdeel niet leidt tot een verkeerde uitlijning van de stelinrichting en daarmee een verkeerd uitgelijnde muur.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding kan het proximaal koppelelement vast verbonden zijn met het opzetdeel.

Een voordeel van een vaste verbinding tussen het proximaal koppelelement en het opzetdeel is dat het risico op losraken en/of torderen van het opzetdeel wordt verminderd. Daarnaast geldt dat een opzetdeel met een vast verbonden proximaal koppelelement integraal gevormd kan worden, bijvoorbeeld uit metaal, kunststof or een andere daarvoor geschikt materiaal. Hierdoor kan het opzetdeel tegen relatief lage kosten worden vervaardigd.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding kan het proximaal koppelelement losmaakbaar verbindbaar zijn met het opzetdeel.

Een voordeel van een losmaakbaar verbindbaar proximaal koppelelement is dat de stelinrichting ook gebruikt kan worden in combinatie met bestaande metselprofielen. De bekende metselprofielen zijn gevormd als vierkante of rechthoekige balken uit hout of metaal, bij voorkeur aluminium. In deze uitvoeringsvorm kan het proximaal koppelelement zodanig zijn uitgevoerd dat het koppelbaar is aan het basisdeel alsook te koppelen is aan een bestaand metselprofiel. Hierdoor hoeven bestaande metselprofielen niet te worden weggegooid en kunnen deze alsnog worden gebruikt als onderdeel van de stelinrichting volgens de uitvinding. Het proximaal koppelelement wordt daarbij bij voorkeur als een ‘adapter’ uitgevoerd die passend is op een bestaand metselprofiel.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding kan het proximaal koppelelement een koppeldeel omvatten dat is ingericht om samen te werken met het basisdeelkoppelelement en een steundeel omvatten dat is ingericht voor het losmaakbaar verbinden van het koppelelement met het proximale uiteinde van het opzetdeel.

Het proximaal koppelelement is bij voorkeur voorzien van een koppeldeel dat is ingericht voor samenwerking met het basisdeel-koppelelement, zoals bijvoorbeeld een hoekprofiel, dat inschuifbaar is in een insteekruimte van het basisdeel-koppelelement. Dit koppeldeel verschilt daarmee ook bij voorkeur niet van een opzetdeel met een vast verbonden proximaal koppelelement. Het proximaal koppelelement volgens deze uitvoeringsvorm is daarnaast voorzien van een steundeel dat koppelbaar is aan het opzetdeel. Dit is vooral interessant bij het gebruik van bekende metselprofielen, zoals een houten balk. Zo kan het steundeel bijvoorbeeld een steunvlak vormen dat zich, in gebruik van de inrichting, in hoofdzaak evenwijdig aan het bodemvlak uitstrekt en is voorzien van middelen om het steunvlak (en daarmee het proximaal koppelelement) te verbinden met een (bekend) metselprofiel.

Een voordeel van een dergelijke constructie is dat bekende metselprofielen kunnen worden gebruikt, zodat deze niet weggegooid hoeven te worden. Een verder voordeel is dat het koppelen van het metselprofiel en het proximaal koppelelement eenvoudig te realiseren is, bij voorbeeld door het steunvlak tegen een onderzijde van het metselprofiel te plaatsen en daarna te verbinden. Dit is zelfs mogelijk als het metselprofiel (horizontaal) op de grond ligt en pas wordt geplaatst na het verbinden met het proximaal koppeldeel.

Bij voorkeur is de combinatie van het koppeldeel en het steundeel zo gekozen dat een met het steundeel verbonden metselprofiel automatisch op de juiste positie is om, na plaatsing in het basisdeel, een koppeling te vormen die zodanig is dat de zijwanden van het opzetdeel en een achterzijde van de zijwanden van het basisdeel zich in hoofdzaak in eikaars verlengde uitstrekken.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding kan het distale uiteinde van het opzetdeel zijn voorzien van een distaai koppelelement, en kan de stelinrichting zijn voorzien van een verder opzetdeel, waarbij het proximaal koppelelement koppelbaar is met het distaai koppelelement van het opzetdeel.

Bij voorkeur zijn de opzetdelen voorzien van een proximaal en een distaai koppelelement, zodat de opzetdelen met het basisdeel en met elkaar koppelbaar zijn. Dit maakt het mogelijk om meerdere opzetdelen op een enkel basisdeel te plaatsen, waardoor de hoogte van de stelinrichting kan worden aangepast aan de hoogte van de te realiseren muur. Daarbij geldt dat de hoogte van de stelinrichting vooraf en/of tijdens het realiseren van de muur opgehoogd kan worden door achtereenvolgende plaatsing van opzetdelen.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding, waarbij het distaai koppelelement een in hoofdzaak gelijke vorm kan hebben als het basisdeel-koppelelement.

Het is een voordeel als het distaai koppelelement en het basisdeel-koppelelement in hoofdzaak een gelijke vorm hebben, omdat de opzetdelen dan uitwisselbaar zijn in relatie tot het basisdeel. Anders gezegd, alle opzetdelen zijn zowel met elkaar als met het basisdeel koppelbaar. Hierdoor wordt het aantal verschillende delen van een stelinrichting beperkt, waardoor eenvoudiger en goedkoper geproduceerd kan worden. Daarnaast geldt dat opzetdelen en basisdelen eenvoudig kunnen worden uitgewisseld als deze kapot gaan. Opgemerkt moet worden dat het voor bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding de voorkeur heeft om opzetdelen te hebben die aan twee zijden zijn voorzien van een proximaal of een distaai koppeldeel.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding kunnen de zijwanden zich vanaf een verbinding tussen de zij wanden in respectievelijk een tweede richting (x) en een derde richting (y) uitstrekken, waarbij de stelinrichting kan zijn voorzien van ten minste één bodemdeel-koppelelement dat zich aan of nabij een tegenover de verbinding in de tweede en/of derde richting gelegen uiteinde is gepositioneerd, en waarbij elk van het ten minste één bodemdeelkoppelelement koppelbaar is met ten minste één opzetdeel.

Naast het koppelen van een opzetdeel dat zich in de hoogte uitstrekt, kan het basisdeel ook zijn ingericht om opzetdelen te koppelen die zich evenwijdig met een zijwand over de bodem uitstrekken. Hierdoor wordt het mogelijk om één stelinrichting uit te lijnen die er voor zorgt dat, door de koppeling, ook één of meer andere stelinrichting automatisch worden uitgelijnd.

Een verder voordeel is dat de stelinrichting op deze wijze stabieler kunnen worden geplaatst op de ondergrond.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding, kan in gebruik van de stelinrichting het opzetdeel zodanig aan het bodemdeelkoppelelement gekoppeld zijn dat de achterzijde van de zijwand van stelinrichting en de zijde van het opzetdeel in hoofdzaak op één lijn gepositioneerd zijn.

Door de achterzijde van de wand en de wand van het opzetdeel in lijn met elkaar te brengen, kan de kimlaag op eenvoudige wijze langs de opzetdelen worden aangebracht. Dit vormt daarmee een extra voordeel ten opzichte van het voordeel dat meerdere stelinrichting in één keer kunnen worden uitgelijnd.

In een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding kunnen de opzetdelen zijn voorzien van een aantal openingen en/of inkepingen.

Het voordeel van het aanbrengen van openingen en/of inkepingen is dat hier op eenvoudige wijze uitlijndraden kunnen worden verbonden om de muren te kunnen uitlijnen.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de basisdelen van de stelinrichting stapelbaar en/of nestbaar zijn door de hoekruimte en het openingsvlak zodanig in te richten dat een tweede stelinrichting door het openingsvlak van een eerste stelinrichting ten minste gedeeltelijk in de hoekruimte inbrengbaar is en/of kunnen de opzetdelen stapelbaar en/of nestbaar zijn.

Het voordeel van stapelbare en/of nestbare basisdelen en/of opzetdelen is dat de stelinrichtingen volgens de uitvinding makkelijk transporteerbaar zijn en relatief weinig ruimte innemen. Daarbij geldt dat het plaatsen van de stelinrichtingen makkelijker is doordat één persoon meerdere stelinrichtingen volgens de uitvinding in één keer kan meedragen en plaatsen over een bouwplaats. Bij voorkeur worden de basisdelen gestapeld en worden de opzetdelen eveneens (afzonderlijk van de basisdelen) gestapeld.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het bodemvlak zijn voorzien van ten minste twee openingen voor het aanbrengen van bevestigingsmiddelen, waarbij de openingen zodanig in het bodemvlak kunnen zijn gepositioneerd dat de stelinrichting na het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen gefixeerd is ten opzichte van de ondergrond, in het bijzonder rotatie-vast gefixeerd is.

Om verschuiving van de stelinrichting na het op een gewenste positie plaatsen te voorkomen, is het voordelig om het bodemdeel van de stelinrichting te voorzien van ten minste twee openingen om bevestigingsmiddelen in aan te brengen. Door het afzonderlijk van elkaar aanbrengen van ten minste twee bevestigingsmiddelen kan het bodemdeel en daarmee de stelinrichting als geheel worden gefixeerd aan een ondergrond. Met name het voorkomen van rotatie is hiermee gewaarborgd. Doordat de stelinrichting is voorzien van een openingsvlak zijn de openingen voor het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen op eenvoudige wijze toegankelijk. De bevestigingsmiddelen kunnen op diverse wijze worden uitgevoerd. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van spijkers, schroefverbindingen, zoals zelftappende schroeven en/of bout verbindingen zoals zelftappende bouten. Deze bevestigingsmiddelen kunnen door de aanwezigheid van het openingsvlak op eenvoudige wijze in de openingen worden gebracht en daarin worden verankerd om het bodemdeel en de stelinrichting op de ondergrond te fixeren.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het bodemdeel in of in de directe nabijheid van de hoekruimte zijn voorzien van een stelopening voor het opnemen en/of doorvoeren van een stelmiddel zoals een schroef, spijker of stokje, waarbij de stelinrichting rond het stelmiddel roteerbaar is om de stelinrichting op de ondergrond te stellen.

Het voordeel van het gebruik van een stelopening in of nabij de hoek van het bodemdeel maakt het mogelijk om de stelinrichting op eenvoudige wijze te stellen. De stelopening kan daarbij op meerdere manieren worden gebruikt. In een eerste gebruiksvorm wordt de stelinrichting op een gewenste plaats op de ondergrond geplaatst, waarna een stelmiddel zoals een spijker, staafje of pin door de stelopening wordt gevoerd. Kleine aanpassingen van de stelinrichting in de rotatierichting zijn na het aanbrengen nog mogelijk door het roteren van de stelinrichting om het stelmiddel. In een tweede gebruiksvorm wordt het stelmiddel door de stelopening opgenomen. Hierbij wordt de gewenste plaats voor het plaatsen van de muur c.q. de stelinrichting gemarkeerd door het plaatsen van het stelmiddel op of ten minste gedeeltelijk in de ondergrond. Na plaatsing kan de stelinrichting eenvoudig op het stelmiddel worden geplaatst, omdat de stelopening van de stelinrichting is ingericht voor samenwerking met het stelmiddel, in dit geval door het opnemen van het stelmiddel in de stelopening. Dit vindt bij voorkeur plaats door middel van het over het stelmiddel schuiven van de stelinrichting, waarbij het stelmiddel in de stelopening wordt opgenomen.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de stelinrichting zijn voorzien van oriëntatiemiddelen, zoals een kompas, laser, GPS of een chip voor digitale plaatsbepaling, voor het oriënteren van de stelinrichting.

De stelinrichting kan worden uitgelijnd op zicht, maar kan additioneel ook zijn voorzien van oriëntatiemiddelen voor het uitlijnen van de stelinrichting met de juiste oriëntatie. De oriëntatiemiddelen kunnen aan de stelinrichting zijn aangebracht, maar ook integraal in de stelinrichting zijn opgenomen. Diverse oriëntatiemiddelen kunnen worden toegepast, zoals bijvoorbeeld een GPS-chip, een kompas of laseroriëntatiemiddelen. Bij voorkeur is de stelinrichting voorzien van een chip, die is ingericht om ten minste te communiceren met oriëntatiesoftware om de uitlijning van de stelinrichting te realiseren. De toepassing van een chip biedt naast de mogelijkheid om te oriënteren en/of uit te lijnen ook de mogelijkheid om additionele handelingen uit te voeren, zoals het direct communiceren met positionerings- en/of tekensoftware zodat de oriëntatie en positie van de stelinrichting direct digitaal kan worden opgenomen. De oriëntatiemiddelen kunnen echter ook worden gevormd door alternatieve middelen, zoals plaktape of plakband en steldraad. Daarbij wordt plakband of plaktape aangebracht op de hoogte van de te plaatsen kimlaag, waarna op de door de plakband of -tape aangegeven hoogte een steldraad wordt gespannen tussen de stelinrichting op een eerste hoek en de stelinrichting op een tweede hoek, waartussen de muur geplaatst dient te worden.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting kan de stelinrichting zijn voorzien van inkepingen in of projecties van de zijwanden. Het zal duidelijk zijn dat hiermee op eenvoudige wijze bijgedragen kan worden aan een effectievere positiebepaling tijdens de bouw.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de zijwanden zijn voorzien van een rasterwerk dat is aangebracht op een binnen- of buitenzijde van de zijwanden en dat is ingericht voor het vergroten van de weerstand tegen buigen of barsten van de zijwanden.

Door een raster aan te brengen op de zijwanden en/of het bodemdeel kan additionele sterkte van de betreffende wand of het bodemdeel worden bereikt, terwijl tegelijkertijd een reductie kan worden gerealiseerd van de hoeveelheid materiaal die benodigd is voor de vervaardiging. Het rasterwerk kan worden gevormd uit diverse materialen, zoals metaal, waaronder aluminium of roestvast staal of kunststof. In geval van metaal of kunststof kan worden gekozen voor het aanbrengen van het raster op de stelinrichting door bijvoorbeeld lijmen of versmelten. Als de stelinrichting is voorzien uit eenzelfde materiaal als het raster kan ook worden gekozen voor het monolitisch vormen van de stelinrichting.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de stelinrichting zijn vervaardigd uit aluminium, gerecycled kunststof, metaal, plexiglas of een combinatie van voorgaande materialen. Bij voorkeur wordt de stelinrichting uit kunststof en meer bij voorkeur uit gerecycled of gedeeltelijk gerecycled kunststof vervaardigd.

De stelinrichting volgens de uitvinding heeft het voordeel dat de grondstof aangepast kan worden aan de beschikbare, goedkope grondstoffen ter plaatse van de vervaardiging. Bij voorkeur wordt gekozen voor het gebruik van gerecycled materiaal, zoals gerecycled metaal of kunststof. In het geval dat een grote hoeveelheid gerecycled metaal beschikbaar is, kan het voordelig zijn om te kiezen voor het gebruik van metaal. Bij voorkeur wordt de stelinrichting echter gemaakt uit kunststof en meer bij voorkeur uit gerecycled kunststof. Kunststof heeft een aantal voordelen boven andere materialen. Ten eerste geldt dat kunststof relatief licht is in vergelijking met andere materialen, zoals metaal. Daarnaast geldt dat kunststof in hoge mate weerbestendig is en daardoor een lange levensduur kent. Ook is kunststof makkelijk verwerkbaar voor de vervaardiging van de stelinrichtingen en kan het met verschillende technieken, zoals spuitgieten, worden verwerkt.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de zijwand nabij het openingsvlak zijn voorzien van een naar het openingsvlak gerichte afgeschuinde kant.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de stelinrichting in hoofdzaak piramidevormig zijn, waarbij het bodemdeel, de zijwanden en het openingsvlak een in hoofdzaak driehoekige vorm hebben.

Door de stelinrichting in hoofdzaak piramidevormig uit te voeren wordt een stabiele, constructief sterke stelinrichting gerealiseerd tegen een relatief lage hoeveelheid benodigde grondstoffen. Bij voorkeur wordt in deze uitvoeringsvorm het bodemvlak uitgevoerd als gelijkzijdige driehoek, waarbij de zijwanden twee identieke driehoeken vormen die zich van het bodemdeel in de eerste richting naar een gemeenschappelijk punt uitstrekken. Het openingsvlak vormt daarbij een gelijkbenige driehoek.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan, in gebruik van de stelinrichting, de eerste zijwand zich in een tweede richting parallel aan een te plaatsen muur uitstrekt en/of de tweede zijwand zich in een derde richting parallel aan een te plaatsen muur uitstrekt, waarbij de eerste richting, de tweede richting en de derde richting elk in hoofdzaak loodrecht op elkaar staan.

De stelinrichting volgens de uitvinding kan voordelig worden gebruikt om twee muren die een in hoofdzaak rechte hoek met elkaar vormen te plaatsen. Eén van de zijwanden wordt zo geplaatst dat deze bruikbaar is voor het uitlijnen van een eerste muur, terwijl de andere zijwand zo wordt geplaatst dat een tweede muur uitgelijnd kan worden. De eerste en tweede muur komen samen in een punt dat in hoofdzaak wordt gevormd door het hoekpunt van de stelinrichting.

De uitvinding ziet ook op een stelsysteem voor het uitlijnen van te plaatsen muren, zoals door lijmen of metselen, waarbij het stelsysteem een veelvoud aan stelinrichtingen volgens de uitvinding omvat.

Het stelsysteem volgens de uitvinding verschaft dezelfde effecten en voordelen als de hierboven beschreven voor de stelinrichting volgens de uitvinding. Het stelsysteem volgens de uitvinding kan voordelig worden gebruikt voor het uitlijnen van in hoofdzaak alle muren van een te bouwen gebouw, waarbij het aantal stelinrichtingen wordt aangepast aan de hoeveelheid te plaatsen muren. In een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsysteem volgens de uitvinding is ten minste een deel van de afzonderlijke stelinrichtingen van het systeem voorzien van een plaatsbepalingsmiddel, zoals een GPS-module, een chip zoals een locatiebepalingschip die is ingericht voor het samenwerken met een middel voor plaatsbepaling en/of een kompas. Door het gebruiken van of inlezen van informatie van de plaatbepalingsmiddelen van de stelinrichtingen kan het stelsysteem op snelle en efficiënte wijze op de juiste plaatsen worden opgesteld. Door de verzamelde informatie te combineren kan een digitaal beeld worden gegeven van de plaatsing van de stelinrichtingen inclusief de posities van de stelinrichtingen ten opzichte van elkaar.

In een verdere uitwerking van de voorkeursuitvoering kan de plaatsbepalingsinformatie ook worden gekoppeld of vergeleken met de bouwtekeningen om de juiste plaatsing van de stelinrichtingen vast te kunnen stellen.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding kan de stelinrichting ook een stelplaat, zoals een boormal, omvatten die in hoofdzaak een gelijke vorm heeft als het bodemdeel en die is voorzien van openingen voor bevestigingsmiddelen, die in hoofdzaak op de dezelfde locatie in het vlak zijn aangebracht als de openingen voor de bevestigingsmiddelen in het bodemdeel zijn voorzien. Daarnaast is de stelplaat voorzien van een opening voor het opnemen van een stelmiddel die in hoofdzaak op dezelfde locatie in het vlak dat de stelplaat vormt, is aangebracht als de locatie van de stelopening in het bodemdeel is aangebracht.

Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de stelplaat, bij voorkeur een boormal, kan worden gebruikt voor het aanbrengen van gaten of holtes in de ondergrond waarin de bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de stelinrichting kunnen worden opgenomen. Dit voorkomt beschadiging van de stelinrichting. Daarnaast heeft het gebruik van de stelplaat tot voordeel dat het makkelijker is om de holtes in de ondergrond aan te brengen, omdat de stelplaat een in hoofdzaak vlakke plaat vormt zonder ópstaande wanden.

Daartoe wordt bij voorkeur eerst de stelplaat over een geplaatst stelmiddel geplaatst, zodat het stelmiddel in de opening voor het stelmiddel wordt opgenomen. Er kan echter ook worden gekozen om eerst de stelplaat te plaatsen en vervolgens het stelmiddel aan te brengen. Daarna worden de gaten of holtes aangebracht in de ondergrond waarin de bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de stelinrichting aan de ondergrond kunnen worden aangebracht. Na het aanbrengen van de gaten of holtes wordt de stelplaat verwijderd en kan de stelinrichting worden geplaatst en gefixeerd met behulp van de bevestigingsmiddelen.

De uitvinding ziet verder op een houder voor het houden en transporteren van stelinrichtingen volgens de uitvinding of voor het houden en transporteren van een stelsysteem volgens de uitvinding. De houder volgens de uitvinding omvat een behuizing en een in de behuizing aanwezige binnenruimte die is ingericht voor het invoegen en houden van één of meer stelinrichtingen respectievelijk een stelsysteem, waarbij de basisdelen en de opzetdelen bij voorkeur losgekoppeld van elkaar worden bewaard.

De houder volgens de uitvinding verschaft dezelfde effecten en voordelen als hierboven beschreven voor de stelinrichting en het stelsysteem volgens de uitvinding. De stelinrichting/en) of het stelsysteem volgens de uitvinding kunnen voordelig worden opgeslagen, getransporteerd en gehouden met behulp van een bijpassende houder. Een dergelijke houder is bij voorkeur een koffer, zoals een kunststof koffer of doos voorzien van handvatten. In een voorkeursuitvoering is de houder verder voorzien van een inlay, zoals een schuimrubber inlay, waarin de bij voorkeur gestapelde of geneste basisdelen en afzonderlijk daarvan gestapelde of geneste opzetdelen kunnen w'orden gelegd. Tijdens transport zijn worden de stelinrichtingen op die wijze beschermd tegen beschadigingen of het afbreken van delen door te zware schokken.

De uitvinding ziet verder ook op een werkwijze voor het stellen van een stelinrichting voor het uitlijnen van een te lijmen of metselen muur, zoals een kimlaag bij kalkzandsteenbouw, de werkwijze omvattende:

verschaffen van een stelinrichting in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding of het verschaffen van een stelsysteem volgens de uitvinding en het plaatsen van de stelinrichting of stelinrichtingen op een ondergrond;

het aanbrengen of opnemen van een stelmiddel, zoals een spijker of stokje, in de stelopening;

het stellen van de stelinrichting zodanig dat een zijwand parallel loopt aan de te metselen muur;

het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen, zodanig dat de stelinrichting gefixeerd is op de ondergrond;

het bij voorkeur plaatsen van de muur; en het verwijderen van de stelinrichting.

De werkwijze volgens de uitvinding verschaft dezelfde effecten en voordelen als hierboven beschreven voor de stelinrichting, het stelsysteem en de houder volgens de uitvinding. De werkwijze volgens de uitvinding heeft het voordeel dat het plaatsen van de stelinrichtingen voorafgaand aan het plaatsen van de muren zoals door metselen of lijmen op relatief snelle en efficiënte wijze kan worden gerealiseerd. Doordat de stelinrichtingen robuust en makkelijk transporteerbaar zijn, zowel naar als op een bouwplaats, kunnen deze snel worden geplaatst. De robuuste vorm zorgt er verder voor dat de werkwijze efficiënt kan worden toegepast, omdat er in hoofdzaak geen sprake is van vervorming of buiging die interfereert met de uitlijning van de te plaatsen muur.

In een voorkeursnitvoeringsvorm kan de werkwijze verder het verwijderen van de bevestigingsmiddelen en/of het stelmiddel omvatten. Het stelmiddel kan na het plaatsen van de bevestigingsmiddelen uit de stelopening worden verwijderd zodat dit niet na plaatsing van de muur of een deel daarvan hoeft te gebeuren. Dit is voordelig, omdat de bewegingsruimte voorafgaand aan het plaatsen van de muur relatief groot is.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kan de werkwijze het in twee richtingen uitlijnen voor het uitlijnen van de stelinrichting omvatten teneinde twee muren, die in een rechte hoek ten opzichte van elkaar geplaatst moeten worden, te kunnen uitlijnen. In deze uitvoeringsvorm worden beide zijwanden uitgelijnd op een te plaatsen muur om te realiseren dat beide muren recht uitgelijnd worden en onder een in hoofdzaak rechte hoek met elkaar geplaatst zijn.

In een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt tevens gebruik gemaakt van een stelplaat of boormal. Deze stelplaat, bij voorkeur een boormal, heeft in hoofdzaak hetzelfde oppervlak als het bodemdeel en is op dezelfde locaties voorzien van openingen voor bevestigingsmiddelen. Bij voorkeur wordt het stelmiddel, na het plaatsen van het stelmiddel in de ondergrond, opgenomen in de stelplaat. De stelplaat rust op de ondergrond en de daarin vervatte openingen voor bevestigingsmiddelen geven de locatie waar de bevestigingsmiddelen in de ondergrond aangebracht moeten worden. In een navolgende stap wordt de ondergrond ter plaatse van de openingen voorzien van een holte voor het inbrengen van de bevestigingsmiddelen. Vervolgens wordt de stelplaat verwijderd en wordt bij voorkeur de stelinrichting geplaatst over het stelmiddel, zodanig dat het stelmiddel in de stelopening wordt opgenomen. De openingen voor bevestigingsmiddelen in het bodemdeel zijn nu in hoofdzaak geplaatst boven de aangebrachte holtes voor bevestigingsmiddelen in de ondergrond, waardoor deze makkelijk plaatsbaar zijn. De volgende stap is daarna het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen, zodanig dat de stelinrichting gefixeerd is op de ondergrond. De alternatieve uitvoeringsvorm omvat tevens het plaatsen van de muur en het verwijderen van de stelinrichting.

Een voordeel van de alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze is dat de stelinrichting niet wordt beschadigd bij het aanbrengen van de holtes voor de bevestigingsmiddelen in de ondergrond. Daarnaast heeft het gebruik van de stelplaat tot voordeel dat het makkelijker is om de holtes in de ondergrond aan te brengen, omdat de stelplaat een in hoofdzaak vlakke plaat vormt zonder opstaande wanden.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, omvat de stap van het plaatsen van de muur verder het plaatsen van de kimlaag, het plaatsen van volgende lagen van de muur en het plaatsen van een opzetdeel op het basisdeel of een ander opzetdeel.

Een voordeel van de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is dat het aantal opzetdelen kan worden aangepast aan de hoogte van de te plaatsen muur. Bij voorkeur wordt daarbij een opzetdeel geplaatst zodra een volgende te plaatsen laag een grotere hoogte heeft dan de hoogte van de stelinrichting op dat moment. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat op het moment dat een volgende te plaatsen laag boven het basisdeel uitkomt, een opzetdeel wordt geplaatst. Verder geldt dat het plaatsen van een verder opzetdeel op het opzetdeel plaatsvindt zodra een volgende te plaatsen laag een grotere hoogte heeft dan de hoogte van de stelinrichting op dat moment.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht op basis van de voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij wordt gerefereerd aan de bijgesloten tekeningen waarin:

figuur 1 a toont een aanzicht van een uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding in niet-gekoppelde staat;

figuur 1b toont het aanzicht van figuur 1 in gekoppelde staat;

figuur 1c toont een aanzicht van een aantal gestapelde/geneste stelinrichtingen volgens een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding;

figuur 2 toont een zijaanzicht van de stelinrichting uit figuur 1;

figuur 3 toont een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de stelinrichting volgens de uitvinding;

figuur 4 toont een aanzicht van de stelplaat van de stelinrichting volgens de uitvinding; figuur 5 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding; en figuur 6 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van het stelsysteem volgens de uitvinding.

Stelinrichting 1 volgens de uitvinding kan in diverse geometrische vormen worden uitgevoerd (zie figuren 1-3). In een voorbeeld van een eerste uitvoeringsvorm (getoond in figuur 1 en figuur 2) kan stelinrichting 1 zijn uitgevoerd met een piramidevormig basisdeel 2 en hoekvormige opzetdelen 3. Bodemdeel 4 is gevormd als gelijkzijdige driehoek die op ondergrond 6 plaatsbaar is. Zijwanden 8, 10 zijn als driehoek gevormd en strekken zich uit van bodemdeel 4 in eerste richting z naar (virtueel) snijpunt S, waarbij snijpunt S in eerste richting z op een afstand L van bodemdeel 4 gelegen is. Zijwanden 8, 10 staan loodrecht op bodemdeel 4 en staan eveneens loodrecht op elkaar. Openingsvlak 14 is gevormd als gelijkbenige driehoek en geeft toegang tot hoekruimte 12. Als zodanig wordt hoekruimte 12 dus omsloten door bodemdeel 4, zijwanden 8, 10 en openingsvlak 14. In een voorbeeld van een alternatieve uitvoeringsvorm van stelinrichting 1 (zie figuur 3) kan deze ook worden voorzien van rechte zijwanden 8, 10 met afgeronde hoeken, waarbij bodemdeel 4 een vierkante vorm heeft.

Stelinrichting 1 is verder voorzien van één of meer opzetdelen 3. In dit voorbeeld worden twee opzetdelen 3 getoond die losmaakbaar zijn verbonden met basisdeel 2 van stelinrichting 1. Opzetdeel 3 is in dit voorbeeld uitgevoerd als hoekprofiel 3 met opzetdeel-zij wanden 5,7 en dat is voorzien van openingen 40 voor het eventueel verbinden van uitlijnmiddelen of dergelijke. Elk opzetdeel 3 heeft in dit voorbeeld (zie figuur 1 - 3) verder een hoogte H die zich uitstrekt van het distaai einde 3a dat is voorzien van distaai koppelelement 42, naar proximaal uiteinde 3b, waaraan proximaal koppelelement 44 is verbonden dat zich van proximaal uiteinde 3b uitstrekt. Proximaal koppelelement 44 kan ook integraal onderdeel vormen van hoogte H van opzetdeel 3 en opzetdeel 3 kan ook integraal worden gevormd. Proximaal koppelelement 44 is in dit voorbeeld een hoekprofiel dat zich evenwijdig met het overige deel van opzetdeel 3 uitstrekt, maar ten opzichte daarvan is ingesprongen. Proximaal koppelelement 44 is inschuifbaar in insteekopening 46 van basisdeel 2 dat wordt gedefinieerd door basisdeel-koppelelement 48, in dit geval uitgevoerd als hoekprofiel 48, dat is verbonden met zijwanden 8, 10. Een volgend opzetdeel 3’ is verbindbaar met distraal uiteinde 3a van opzetdeel 3 door middel van proximaal koppelelement 44’om zo hogere stelinrichting 1 te vormen.

De koppelelementen 44, 48 zijn zo uitgevoerd dat, na koppeling, de achterzijde 8a, 10a van zijwanden 8,10 van basisdeel 2 zich in het verlengde, dat wil zeggen ononderbroken, uitstrekken met zijwanden 5,7 van opzetdeel 3 (zie figuur 1B).

Stelinrichting 1 moet worden geplaatst nabij een uiteinde van de te plaatsen muur. Daarbij kan worden gekozen om deze plaats aan te geven met een stelmiddel 26. In de uitvoeringsvorm volgens het voorbeeld is stelmiddel 26 uitgevoerd als staaf die in ondergrond 6 is geplaatst om de plaats van stelinrichting 1 aan te geven. Stelinrichting 1 kan over stelmiddel 26 worden geschoven, waarbij stelmiddel 26 wordt opgenomen in stelopening 24. Alternatief kan ook eerst stelinrichting 1 op de locatie worden geplaatst, waarna stelmiddel 26 door stelopening 24 heen in ondergrond 6 wordt geplaatst. Na plaatsing van stelinrichting 1 en stelmiddel 26 is stelinrichting 1 roteerbaar rond stelmiddel 26, zodat stelinrichting 1 kan worden uitgelijnd.

Het uitlijnen van stelinrichting 1 kan met het blote oog geschieden, maar kan ook worden uitgevoerd met behulp van oriëntatiemiddelen 27 die zijn aangebracht op of in stelinrichting 2. In de uitvoeringsvorm volgens dit voorbeeld zijn oriëntatiemiddelen 27 uitgevoerd als laser-pointer die is aangebracht op stelinrichting 2. Na aanschakelen van laserpointer 27 kan stelinrichting 1 zo om stelmiddel 26 worden geroteerd dat de uitlij ning van stelinrichting 1 in de gewenste positie bereikt. Om stelinrichting 1 tijdens gebruik te fixeren op ondergrond 6 is bodemdeel 4 voorzien van openingen 16, 18, 20 waarin bevestigingsmiddelen 22 kunnen worden aangebracht. Bevestigingsmiddelen 22 zijn bij voorkeur uitgevoerd als bouten, schroeven of spijkers.

In gefixeerde positie van stelinrichting 1 loopt zijwand 8 gelijk aan een in richting y te plaatsen muur. Alternatief en of aanvullend kan zijwand 10 gelijk aan een richting x te plaatsen muur. In het geval beide zijwanden 8, 10 elk worden gebruikt voor het uitlijnen van een te plaatsen muur, vormen de te plaatsen muren een rechte hoek met elkaar.

In de getoonde uitvoeringsvormen van stelinrichting 1 (figuren 1-3) zijn zijwanden 8, 10 voorzien van een rasterwerk dat additionele stevigheid verschaft aan zijwanden 8, 10 zodat deze van een dunnere dikte kunnen worden vervaardigd. Zo wordt bespaard op materiaal en kosten voor de vervaardiging. Verder tonen de voorbeelden dat stelinrichting 1 is voorzien van afgeschuinde kanten 32 waarin inkepingen 28 zijn aangebracht.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan stelinrichting 1 mede stelplaat 29 omvatten, waarvan een voorbeeld is opgenomen in de figuren (zie figuur 4). Stelplaat 29 is voorzien van openingen 31 voor het aan brengen van gaten of holtes in ondergrond O waarin bevestigingsmiddelen 22 voor het fixeren van stelinrichting 1 moeten worden aangebracht. Daarnaast is stelplaat 29 voorzien van een opening 33 voor het bij voorkeur opnemen van stelmiddel 26. Daarbij kan stelmiddel 26 worden opgenomen door het plaatsen van stelplaat 29 over stelmiddel 26. Alternatief kan stelmiddel 26 worden ingebracht in opening 33 na plaatsing van stelplaat 29.

In een voorbeeld van stelsysteem 100 volgens de uitvinding (zie figuur 6) omvat stelsysteem 100 een veelvoud aan stelinrichtingen 1, Γ, 1”, Γ” met basisdelen 2, 2’, 2” 2”’ en opzetdelen 3, 3’, 3”, 3’” die worden geplaatst op ondergrond 6 teneinde de muren van een gebouw te kunnen uitlijnen. Bij voorkeur zijn stelinrichtingen 1, Γ, 1”, Γ” daarbij voorzien van oriëntatiemiddelen 27 (niet getoond in figuur 6) om de uitlijning te vereenvoudigen. In de getoonde uitvoeringsvorm is draad 25 aangebracht, waarmee stenen 23 worden uitgelijnd om de kimlaag te vormen.

In een voorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding getoond in figuur 5 omvat de eerste stap het verschaffen 1002 van één of meerdere stelinrichtingen 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding of stelsysteem 200 volgens de uitvinding en het plaatsen 1004 van stelinrichtingen 1 op een ondergrond. In een volgende stap omvat de werkwijze het aanbrengen of opnemen van stelmiddel 1006, zoals een spijker of staaf, in de stelopening en het achtereenvolgens stellen van stelinrichting 1008 zodanig dat een zijwand parallel loopt aan de aan te metselen of te lijmen muur. Alternatief kan de werkwijze ook de stap van het in twee richtingen uitlijnen voor het uitlijnen van stelinrichting 1018 omvatten, teneinde twee muren, die in een rechte hoek ten opzichte van elkaar geplaatst moeten worden, te kunnen uitlijnen. Vervolgens wordt de stap van het bevestigen van bevestigingsmiddelen 1010 uitgevoerd, zodat stelinrichting gefixeerd is op de ondergrond, waarna het plaatsen van de muur of muren 1012 wordt uitgevoerd. De werkwijze omvat verder de stap van het verwijderen van de bevestigingsmiddelen 1016 en het verwijderen van stelinrichting 1014.

In een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt tevens gebruik gemaakt van een stelplaat of boormal. Deze stelplaat, bij voorkeur een boormal, heeft in hoofdzaak hetzelfde oppervlak als het bodemdeel en is op dezelfde locaties voorzien van openingen voor bevestigingsmiddelen. Na het plaatsen van het stelmiddel in de ondergrond, wordt het stelmiddel opgenomen in de stelplaat. De stelplaat rust op de ondergrond en de daarin vervatte openingen voor bevestigingsmiddelen geven de locatie waar de bevestigingsmiddelen in de ondergrond aangebracht moeten worden. In een navolgende stap wordt de ondergrond ter plaatse van de openingen voorzien van een holte voor het inbrengen van de bevestigingsmiddelen. Vervolgens wordt de stelplaat verwijderd en wordt de stelinrichting geplaatst over het stelmiddel, zodanig dat het stelmiddel in de stelopening wordt opgenomen. De openingen voor bevestigingsmiddelen in het bodemdeel zijn nu in hoofdzaak geplaatst boven de aangebrachte holtes voor bevestigingsmiddelen in de ondergrond, waardoor deze makkelijk plaatsbaar zijn. De volgende stap is daarna het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen, zodanig dat de stelinrichting gefixeerd is op de ondergrond. De alternatieve uitvoeringsvorm omvat tevens het plaatsen van de muur en het verwijderen van de stelinrichting.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims

CONCLUSIES

1. Stelinrichting (1) voor het uitlijnen van een te metselen of te lijmen muur, zoals een kimlaag bij kalkzandsteenbouw, de stelinrichting omvattende een basisdeel (2) en ten minste één opzetdeel (3), het basisdeel (3) omvattende:

een bodemdeel (4) dat is ingericht voor het plaatsen van de inrichting op een ondergrond (6), waarop de muur moet worden geplaatst, waarbij het bodemdeel een bodemdeelnormaal (N) heeft die zich uitstrekt in een eerste richting (z);

twee zijwanden (8; 10) die in hoofdzaak loodrecht op elkaar georiënteerd zijn en zich in hoofdzaak parallel aan de bodemdeelnormaal (N) vanaf het bodemdeel in de eerste richting (z) uitstrekken; en een basisdeel-koppelelement (48) dat koppelbaar is met ten minste één opzetdeel (3); waarbij het bodemdeel en de zijwanden een hoekruimte (12) definiëren die toegankelijk is door een openingsvlak (14), dat zich uitstrekt tussen het bodemdeel en de twee zijwanden, waarbij het openingsvlak zich ten minste gedeeltelijk parallel aan en/of onder een hoek met de bodemnormaal vanaf het bodemdeel in een eerste richting (z) naar een boveneinde uitstrekt;

en waarbij het ten minste één opzetdeel (3) omvat:

twee opzetdeel-zij wanden (5,7) die in hoofdzaak loodrecht op elkaar georiënteerd zijn en die zich van een proximaal uiteinde (3b) naar een distaai uiteinde (3a) uitstrekken en die zich, in gebruik van de inrichting, in hoofdzaak parallel aan de bodemnormaal (N) vanaf het boveneinde in de eerste richting (z) uitstrekken; en een proximaal koppelelement (44) dat zich aan het proximale uiteinde van het opzetdeel bevindt en dat koppelbaar is met het basisdeel-koppelelement (48), waarbij de koppeling zodanig is dat de zijwanden (5,7) van het opzetdeel en een achterzijde (8a, 10a) van de zijwanden (8, 10) van het basisdeel zich in hoofdzaak in eikaars verlengde uitstrekken.
2. Stelinrichting volgens conclusie 1, waarbij het basisdeel-koppelelement een insteekelement is dat het vrouwelijk deel van de koppeling vormt, en waarbij het proximaal koppelelement een met het vrouwelijke deel corresponderend mannelijk deel vormt.
3. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het basisdeelkoppelelement is gevormd als een hoekprofiel, waarbij het hoekprofiel en de zijwanden een insteekruimte definiëren, en waarbij het proximaal koppelelement is gevormd als een hoekprofiel dat is ingericht om ingebracht te worden in het basisdeel-koppelelement en, waarbij het proximaal koppelelement zich evenwijdig aan de zijwanden van het opzetdeel uitstrekt en ten opzichte daarvan is ingesprongen.
4. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, w'aarbij het proximaal koppelelement vast is verbonden met het opzetdeel.
5. Stelinrichting volgens één der conclusies 1-3, waarbij het proximaal koppelelement losmaakbaar verbindbaar is met het opzetdeel.
6. Stelinrichting volgens conclusie 5, het proximaal koppelelement omvattende:

een koppeldeel dat is ingericht om samen te werken met het basisdeel-koppelelement; en een steundeel, dat is ingericht voor het losmaakbaar verbinden van het koppelelement met het proximale uiteinde van het opzetdeel.
7. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het distale uiteinde van het opzetdeel is voorzien van een distaai koppelelement, en waarbij de stelinrichting is voorzien van een verder opzetdeel, waarbij het proximaal koppelelement koppelbaar is met het distaai koppelelement van het opzetdeel.
8. Stelinrichting volgens conclusie 6, waarbij het distaai koppelelement een in hoofdzaak gelijke vorm heeft als het basisdeel-koppelelement.
9. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, w'aarbij de zijwanden zich vanaf een verbinding tussen de zijwanden in respectievelijk een tweede richting (x) en een derde richting (y) uitstrekken, waarbij de stelinrichting is voorzien van ten minste één bodemdeel-koppelelement dat zich aan of nabij een tegenover de verbinding in de tweede en/of derde richting gelegen uiteinde is gepositioneerd, en waarbij elk van het ten minste één bodemdeel-koppelelement koppelbaar is met ten minste één opzetdeel.
10. Stelinrichting volgens conclusie 9, waarbij, in gebruik van de stelinrichting, het opzetdeel zodanig aan het bodemdeel-koppelelement gekoppeld is dat de achterzijde van de zijwand van stelinrichting en de zijde van het opzetdeel in hoofdzaak op één lijn gepositioneerd zijn.
11. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de basisdelen van de stelinrichting stapelbaar en/of nestbaar zijn door de hoekruimte en het openingsvlak zodanig in te richten dat een tweede stelinrichting door het openingsvlak van een eerste stelinrichting ten minste gedeeltelijk in de hoekruimte inbrengbaar is en/of waarbij de opzetdelen stapelbaar en/of nestbaar zijn.
12. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het bodemvlak is voorzien van ten minste twee openingen (16; 18; 20) voor het aanbrengen van bevestigingsmiddelen (22), waarbij de openingen zodanig in het bodemvlak zijn gepositioneerd dat de stelinrichting na het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen gefixeerd is ten opzichte van de ondergrond, in het bijzonder rotatie-vast gefixeerd is.
13. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het bodemdeel in of in de directe nabijheid van de hoekruimte is voorzien van een stelopening (24) voor het opnemen en/of doorvoeren van een stelmiddel (26) zoals een schroef, spijker of stokje, waarbij de stelinrichting rond het stelmiddel roteerbaar is om de stelinrichting op de ondergrond te stellen.
14. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stelinrichting is voorzien van oriëntatiemiddelen (27), zoals een kompas, GPS of een chip voor digitale plaatsbepaling, voor het oriënteren van de stelinrichting .
15. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stelinrichting is voorzien van inkepingen (28) in of projecties (28) van de zijwanden.
16. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zijwanden zijn voorzien van een rasterwerk (30) dat is aangebracht op een binnen- of buitenzijde van de zijwanden en dat is ingericht voor het vergroten van de weerstand tegen buigen of barsten van de zijwanden.
17. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stelinrichting is vervaardigd uit aluminium, gerecycled kunststof, metaal, plexiglas of een combinatie van voorgaande materialen, en bij voorkeur uit kunststof en meer bij voorkeur uit gerecycled of gedeeltelijk gerecycled kunststof.
18. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zijwand nabij het openingsvlak is voorzien van een naar het openingsvlak gerichte afgeschuinde kant (32).
19. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stelinrichting in hoofdzaak piramidevormig is, waarbij het bodemdeel, de zijwanden en het openingsvlak een in hoofdzaak driehoekige vorm hebben.
20. Stelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in gebruik van de stelinrichting de eerste zijwand zich in een tweede richting (x) parallel aan een te plaatsen muur uitstrekt en/of de tweede zijwand zich in een derde richting (y) parallel aan een te plaatsen muur uitstrekt, waarbij de eerste richting (z), de tweede richting (x) en de derde richting (y) elk in hoofdzaak loodrecht op elkaar staan.
21. Stelsysteem (102) voor het uitlijnen van te plaatsen muren, omvattende een veelvoud aan stelinrichtingen (2, 2’, 2”, 2”’) volgens één der voorgaande conclusies.
22. Houder (200) voor het houden en transporteren van stelinrichtingen volgens één der voorgaande conclusies 1 - 20 of voor het houden en transporteren van een stelsysteem volgens conclusie 21, omvattende:

een behuizing;

een in de behuizing aanwezige binnenruimte die is ingericht voor het invoegen en houden van één of meer stelinrichtingen, waarbij de basisdelen en de opzetdelen bij voorkeur losgekoppeld van elkaar worden bewaard.
23. Werkwijze voor het stellen van een stelinrichting voor het uitlijnen van een te lijmen of metselen muur, zoals een kimlaag bij kalkzandsteenbouw, de werkwijze omvattende:

verschaffen van een stelinrichting (1002) volgens één der voorgaande conclusies 1 - 20 of het verschaffen van een stelsysteem (1002) volgens conclusie 21 en het plaatsen van de stelinrichtingen (1004) op een ondergrond;

het aanbrengen of opnemen van een stelmiddel (1006), zoals een spijker of stokje, in de stelopening;

het stellen van de stelinrichting (1008) zodanig dat een zijwand parallel loopt aan de te metselen ofte lijmen muur;

het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen (1010), zodanig dat de stelinrichting gefixeerd is op de ondergrond;

het plaatsen van de muur (1012); en het verwijderen van de stalinrichting (1014).
24. Werkwijze volgens conclusie 23, waarbij de stap van het plaatsen van de muur verder omvat:

5 - het plaatsen van de kimlaag;

het plaatsen van volgende lagen van de muur;

het plaatsen van een opzetdeel op het basisdeel of een ander opzetdeel.

1/7

2/7

'16

3/7

FIG. 1C kn

5/7

6/7

1014

Fa λ» sow SS» *— ö J

Fir z

IÜ. 0