NL2020365B1

NL2020365B1 - Werkwijze voor het bedienen van een centrifuge-inrichting

Info

Publication number: NL2020365B1
Application number: NL2020365A
Authority: NL
Inventors: Ernest Ferdinand Marie Haffmans Hubertus
Original assignee: Sormac B V
Priority date: 2018-02-01
Filing date: 2018-02-01
Publication date: 2019-08-12
Also published as: US11910820B2; WO2019151852A1; EP3745885B1; US20200352209A1; EP3745885A1

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een centrifuge-inrichting. De uitvinding heeft verder betrekking op een centrifugeinrichting. De centrifuge-inrichting is voorzien van een met een te variëren rotatiesnelheid aandrijfbare trommel, van een frame en van tussen het frame en de trommel opgestelde trillingdempers. De uitvinding heeft verder betrekking op een computerprogramma product.

Description

Octrooicentrum

Θ 2020365

(2?) Aanvraagnummer: 2020365 (22) Aanvraag ingediend: 1 februari 2018

Int. CL:

B04B 13/00 (2018.01) B04B 9/12 (2018.01)

0 Aanvraag ingeschreven:	0 Octrooihouder(s):
12 augustus 2019	Sormac B.V. te VENLO.
0 Aanvraag gepubliceerd:
-	0 Uitvinder(s):
	Hubertus Ernest Ferdinand Marie Haffmans
0 Octrooi verleend:	te VENLO.
12 augustus 2019
0 Octrooischrift uitgegeven:	0 Gemachtigde:
13 augustus 2019	ir. J.M.G. Dohmen c.s. te Eindhoven.

54) Werkwijze voor het bedienen van een centrifuge-inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een centrifuge-inrichting. De uitvinding heeft verder betrekking op een centrifuge-inrichting. De centrifuge-inrichting is voorzien van een met een te variëren rotatiesnelheid aandrijfbare trommel, van een frame en van tussen het frame en de trommel opgestelde trillingdempers. De uitvinding heeft verder betrekking op een computerprogramma product.

NL B1 2020365

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Korte aanduiding: Werkwijze voor het bedienen van een centrifuge-inrichting

Beschrijving

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een centrifuge-inrichting voorzien van een met een te variëren rotatiesnelheid aandrijfbare trommel, van een frame en van tussen het frame en de trommel opgestelde trillingdempers.

De uitvinding heeft verder betrekking op een centrifuge-inrichting.

Centrifuges bestaan er in vele uitvoeringen. Groenten, maar ook andere agrarische en industriële producten, worden veelal mechanisch ontwaterd met behulp van een centrifuge-inrichting.

Centrifuge-processen worden tevens voor talrijke andere scheidingsprocessen van vaste en vloeibare stoffen, en zelfs voor het scheiden van twee vloeibare stoffen met verschillende fysische eigenschappen ingezet.

Elke centrifuge-inrichting omvat een bepaald toerentalgebied waarin de uitslag van de trommel als gevolg van vibraties en trillingen, al dan niet veroorzaakt door een onbelans in een trommel van een centrifuge-inrichting, maximaal is. Dit verschijnsel heet resonantie. Dit verschijnsel kan worden versterkt indien de trommel van de centrifuge-inrichting relatief ongunstig wordt beladen met een te centrifugeren product. Het is dan zelfs mogelijk dat in het specifieke toerentalgebied de vibraties en trillingen dusdanig groot worden dat ter vermijding van schade aan de centrifugeinrichting of de omgeving het centrifuge-proces onderbroken moet worden. Onderbreking leidt tot een ontoereikend gecentrifugeerd product. Het ontoereikend gecentrifugeerde product kan ofwel worden verwijderd of nogmaals worden gecentrifugeerd. Kortom, dergelijke onderbrekingen zijn ongewenst, onder andere vanuit bedrijfseconomisch oogpunt.

De uitvinding heeft als doel ten grondslag om het centrifugeproces te verbeteren, door de kans op onderbreking van het centrifugeproces door te grote vibraties en trillingen te minimaliseren of zelfs nagenoeg uit te sluiten.

Dit doel wordt bereikt met de werkwijze volgens conclusie 1.

De werkwijze voor het bedienen van een centrifuge-inrichting die is voorzien van een met een te variëren rotatiesnelheid aandrijfbare trommel, van een bijvoorbeeld op een ondergrond gepositioneerd frame en van tussen het frame en de trommel opgestelde trillingdempers, bij voorkeur zijn de trillingdempers opgesteld tussen het frame en een tussenframe voor het ondersteunen/dragen van de roteerbare trommel, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:

A- het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel,

B- het, tijdens het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel (stap

A), aanpassen van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers, zodanig dat voor elke trillingdemper de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdemper wordt verlaagd.

De centrifuge-inrichting heeft bij het accelereren, dat wil zeggen verhogen van het toerental een bepaalde tijd nodig om het toerentalgebied waar resonantie optreedt, te passeren. Normaliter is de centrifuge-inrichting zo geconstrueerd dat het toerentalgebied waar resonantie optreedt, een relatief laag toerentalgebied is ten opzichte van de toerentalgebieden waarin het product wordt gecentrifugeerd, dat wil zeggen ontwaterd of de stoffen van elkaar worden gescheiden. Hoe langer de centrifuge-inrichting zich binnen het resonantie toerentalgebied bevindt des te groter zullen de uitslagen van de trommel worden. Proefondervindelijk en rekenkundig is vastgesteld dat het resonantiebereik in bedrijf kan worden beïnvloed, dat wil zeggen door het aanpassen van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers. Bij de werkwijze wordt bij het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel voor elke trillingdemper de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdemper verlaagd. Door deze verlaging tijdens het versnellen van de trommel, kan het resonantie toerentalgebied naar een lager toerental worden verplaatst dan waar dit oorspronkelijk zonder aanpassing van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers zou hebben gelegen voor de desbetreffende centrifuge-inrichting. Op deze wijze kan het verblijf in het toerentalgebied waar resonantie optreedt minimaal worden gehouden of zelfs nagenoeg worden uitgesloten, waardoor de trommel geen kans zal krijgen om een onacceptabele uitslag te bereiken waardoor het centrifugeproces moet worden onderbroken.

De hierboven beschreven werkwijze kan automatisch worden uitgevoerd. Er kan een bedrijfsparameter van de centrifuge-inrichting worden geselecteerd waarmee bij het bereiken van een vooraf bepaalde waarde van de bedrijfsparameter tijdens stap A, stap B wordt gestart. Het plotseling verlagen van de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdempers kan plaatsvinden op basis van het toerental, bijvoorbeeld indien het resonantie toerental gebied vooraf bepaald is of voor de centrifuge-inrichting bekend is, of op basis van het bereiken van een vooraf bepaalde drempel-trilsnelheid van de trommel.

Bij het bepalen welke bedrijfsparameter(s) voor initiatie van stap B het meest geschikt is, kunnen de omstandigheden voor het uit te voeren centrifugeproces, bijvoorbeeld gewicht, hoeveelheid vloeistof in het te centrifugeren product, vast te stellen verdeling van het product in de centrifuge-inrichting, worden gebruikt.

Voor het bepalen van de waarde van de bedrijfsparameter voor de start van stap B kan bijvoorbeeld een interne of externe processor worden gebruikt. Dit is bijvoorbeeld voordelig indien de met de centrifuge-inrichting uit te voeren centrifuge-processen van elkaar verschillen, waardoor het resonantie bereik in de verschillende uit te voeren centrifuge-processen kan verschillen. Met behulp van de processor kan een aan de centrifuge-inrichting toegewezen regelaar de dempingseigenschappen van de trillingsdempers aanpassen. Met behulp van de processor en de regelaar kunnen de dempingseigenschappen van de trillingsdempers actief worden geregeld om de doorlooptijd door het resonantie toerentalgebied of door verschillende resonantie toerentalgebieden te verkorten.

Het is ook mogelijk dat de centrifuge-inrichting zodanig is geconfigureerd dat de bedrijfsparameter en de waarde daarvan voor initiatie van stap B vast liggen in een regelaar voor een specifieke centrifuge-inrichting. Dit is mogelijk indien de met de centrifuge-inrichting uit te voeren centrifuge-processen niet of minimaal van elkaar verschillen, dat wil zeggen het resonantie bereik verschilt niet of minimaal voor de met de centrifuge-inrichting uit te voeren centrifuge-processen.

Ten minste een van de volgende bedrijfsparameters kan in de werkwijze worden toegepast:

- het overschrijden van een vooraf te bepalen vibratie-uitslag van de trommel;

- een vooraf te bepalen toerental;

- het verstrijken van een vooraf bepaalde tijdsperiode na de start van de hierboven beschreven stap A.

De vibratie-uitslag kan worden gemeten met daarvoor geschikte sensoren, waarbij een vooraf bepaalde uitslag aanleiding is voor het starten van de hierboven beschreven stap B van de werkwijze.

Het toerental kan met behulp van een toerentalmeter worden gemeten, waarbij bij het bereiken een vooraf bepaalde toerentalwaarde stap B van de werkwijze wordt gestart.

Bij het gebruiken van een vooraf bepaalde tijdsperiode als de bedrijfsparameter is het resonantie toerentalgebied van de centrifuge-inrichting bekend en is het toerental verloop in achtereenvolgens uit te voeren centrifugeprocessen bekend of zelfs in hoofdzaak identiek. Op basis van deze gegevens kan de bedrijfsparameter tijd worden geselecteerd en de tijdswaarde worden bepaald voor het starten van stap B van de werkwijze.

In een verder aspect kan de werkwijze na stap B zijn voorzien van de stap:

C- het aanpassen van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers, zodanig dat voor elke trillingdemper de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdemper wordt verhoogd.

Deze stap is voordelig indien het verhogen van de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdempers het centrifugeproces positief beïnvloed, bijvoorbeeld indien de verhoging bijdraagt aan het reduceren van vibraties of het beperken van geluiden die bij bepaalde (hogere) toerentalgebieden in het centrifugeproces kunnen optreden.

In het bijzonder is deze stap C toe te passen indien de rotatiesnelheid van de trommel wordt verlaagd/afgeremd, omdat dan het hierboven beschreven proces voor het verkorten van de doorlooptijd van het resonantie toerentalgebied op omgekeerde wijze op voordelige wijze kan worden gebruikt. Dat wil zeggen bij het verlagen van de rotatiesnelheid na een uitgevoerd centrifuge-proces zal de centrifugeinrichting op een bepaald moment weer bij het resonantie bereik komen. Door net voor het doorlopen van het resonantiegebied bij het verlagen van de rotatiesnelheid van de trommel, de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdemper te verhogen, kan het resonantie toerentalgebied naar een hoger toerental worden verplaatst dan waar dit oorspronkelijk zonder aanpassing van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers zou hebben gelegen voor de desbetreffende centrifuge-inrichting. Op deze wijze kan het verblijf in het toerentalgebied waar resonantie optreedt ook bij het afremmen minimaal worden gehouden of zelfs nagenoeg worden uitgesloten.

Ten minste een van de trillingsdempers kan een onder druk staand fluïdum omvatten, waarbij in stap B de druk in de trillingdemper wordt verlaagd en/of ten minste een van de trillingsdempers kan een veer zijn, bij voorkeur een magnetische veer. Van een veer kan bijvoorbeeld de veerconstante worden aangepast voor het aanpassen van de dempingseigenschappen volgens de hierin beschreven werkwijze.

De uitvinding heeft verder het doel om een centrifuge-inrichting te verschaffen waarin de hierboven besproken werkwijze uit te voeren is. Tevens heeft de uitvinding betrekking op computerprogramma product, omvattende een uitleesbaar opslag medium voorzien van instructies, die, indien uitgevoerd op ten minste een processor, ervoor zorgen dat de ten minste ene processor de werkwijze zoals hierboven uitvoert of kan uitvoeren. De voordelen van de werkwijze zijn hierboven beschreven en worden hier niet herhaald voor de centrifuge-inrichting en het computerprogramma product.

De hierboven beschreven aspecten zullen hierna aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld in combinatie met de figuren worden uitgelegd. De uitvinding is echter niet tot de hierna beschreven uitvoeringsvoorbeelden beperkt. Veel meer is een aantal varianten en modificaties mogelijk, die eveneens van de gedachte van de uitvinding gebruikmaken en derhalve in het beschermingsgebied vallen. In het bijzonder wordt de mogelijkheid genoemd om de eigenschappen/aspecten die enkel zijn genoemd in de beschrijving en/of zijn getoond in de figuren te combineren met de eigenschappen van de conclusies voor zover compatibel.

Figuur 1a, b tonen een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de centrifuge-inrichting alsmede het regelsysteem van deze centrifuge-inrichting;

Figuur 2 toont een grafiek die de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding weergeeft;

Figuur 3 toont een blokdiagram die de werkwijze stappen volgens de onderhavige uitvinding weergeeft.

In de figuren worden dezelfde onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingstekens.

Centrifuges bestaan er in vele uitvoeringen. Grofweg kunnen centrifuges worden gesplitst tussen continu en batch werkende machines. Het eerste type draait in bedrijf met een constante snelheid waarbij het product continu, in het algemeen een vloeibare suspensie de trommel passeert. Bij de batch producerende machine accelereert de trommel bijvoorbeeld van nul RPM (omwentelingen per minuut) naar de gewenste ontwateringssnelheid en remt, na de gewenste centrifugeertijd vervolgens weer af om het product te lossen. Nadat de nieuwe batch gevuld is begint het proces weer van voren af aan. Gemeenschappelijk voor alle centrifuges is dat deze beschikken over een rotatie-symmetrische trommel die om een al dan niet denkbeeldige as roteert. De trommel kan uit geperforeerd plaatwerk bestaan, maar kan ook uit aan elkaar liggende schotels opgebouwd zijn. De positie van de rotatie-as van de trommel kan ook zeer verschillend zijn: horizontaal, verticaal en elke andere hoek hier tussen in.

De figuren 1a,b tonen een centrifuge-inrichting 1 voor een continue bedrijfswijze, alsmede een regelsysteem 3 voor een werkwijze voor het bedienen/aansturen van de centrifuge-inrichting 1 in bedrijf.

De centrifuge-inrichting 1 omvat een trommel 5, een tussenframe 7 alsmede een basisframe 9. Het basisframe omvat vier op een ondergrond gepositioneerde poten. Tussen het tussenframe 7 en het basisframe 9 bevinden zich trilling absorberende elementen, oftewel de trillingsdempers 11a-11d. Dit kunnen onder meer veren, dempers, schokdemper-achtige apparaten of met fluïdum / lucht gevulde balgen zijn. In de figuren 1a, b zijn balgen 11a-11d getoond die met lucht zijn gevuld. De centrifuge-inrichting 1 omvat verder een motor (niet getoond) waarmee de trommel 5 met een te variëren rotatiesnelheid, dat wil zeggen te variëren omwentelingen per minuut, aan te drijven is.

Zoals weergegeven in figuur 2 omvatten de balgen 11a-d een bepaalde luchtdruk, welke specifiek voor de centrifuge-inrichting 1 wordt berekend, zodat tijdens het grootste gedeelte van centrifugeproces de trillingen niet, geluidsarm of in elk geval beperkt aan het basisframe 9 en daarmee aan de vloer worden overgedragen. Deze optimale of standaard luchtdruk van de balgen 11a-11d bedraagt bijvoorbeeld 5 bar.

De centrifuge-inrichting 1 heeft een eigen resonantiebereik (toerentalgebied) waarbinnen de uitslag tussen tussenframe en basisframe maximaal is. De centrifuge-inrichting 1 heeft bij het vanuit een relatief lage eerste rotatiesnelheid accelereren een bepaalde tijd nodig om het resonantiebereik te passeren. Hoe langer het toerental van de centrifuge-inrichting 1 zich binnen dit resonantiebereik bevindt des te groter worden de uitslagen die door trilling absorberende elementen moeten worden gecompenseerd. Is het gewicht en/of de onbalans in de trommel 5 relatief groot, dan kan de trilsnelheid dusdanig groot worden dat ter vermijding van een schade aan de centrifuge-inrichting 1 of de omgeving de centrifuge-cyclus onderbroken moet worden, met als gevolg dat ontoereikend ontwaterd product, bijvoorbeeld gewassen of natte groenten, afgegeven wordt. De resonantie of eigen frequentie van de centrifuge-inrichting 1 ligt normaliter lager dan het toerentalgebied van de centrifugeinrichting 1 waar het centrifuge-proces, dat wil zeggen het scheiden, wordt uitgevoerd. Dit houdt in dat de centrifuge-inrichting 1 tijdens het versnellen (verhogen van het toerental) of afremmen dus in een toerentalgebied of verschillende toerentalgebieden komt waarin de beweging van de trommel 5 samen met het tussenframe 7 door resonantie relatief groot is.

In figuur 2 is dit gevisualiseerd voor het versnellen van de trommel 5. De constant stijgende lijn die op tijdstip 0 seconden, nul toeren/RPM en op tijdstip 6 seconden ongeveer 475 RPM maakt, geeft de rotatiesnelheid van de trommel 5 weer. Het toerentalgebied van de centrifuge-inrichting 1 waarin het centrifuge-proces, dat wil zeggen het daadwerkelijke centrifugeren/scheiden, wordt uitgevoerd is bijvoorbeeld gelegen tussen 450 en 500 RPM of hoger.

De luchtbalgen 11a-d hebben op tijdstip nul een druk van 5 bar. Bij deze luchtdruk is het resonantie toerentalgebied voor de centrifuge-inrichting 1 bijvoorbeeld iets lager dan 300 RPM gelegen, hetgeen met stippellijn en met de letter A is aangeduid in figuur 2. Dit betekent dat bij een druk van 5 bar van de luchtbalgen 11a-d bij het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel 5 op tijdstip ongeveer 4 seconden het resonantie toerentalgebied voor de centrifuge-inrichting 1 is bereikt.

Middels het regelsysteem 3 dat kan zijn voorzien van een regelaar 15 en eventueel een processor (niet getoond) kan op voordelige wijze de centrifugeinrichting 1 worden aangestuurd zodat het resonantiegebied zo snel als mogelijk kan worden doorlopen of zelfs nagenoeg kan worden overgeslagen, door tijdens het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel van bijvoorbeeld 0 RPM tot 475 RPM, de dempingseigenschappen van de balgen 11a-d via de leidingen 13 aan te passen, zodanig dat voor elke balg 11a-d de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de balg 11a-d wordt verlaagd door de druk in de balgen te verlagen.

Het verlagen van de luchtdruk in de balgen met behulp van het regelsysteem 3 is getoond in figuur 2 door de stippellijn met strepen aangeduid door de letter B. Door voor het tijdstip 4 seconden, bijvoorbeeld op 3,5 seconden de druk in de balgen 11a-d te verlagen naar de weergegeven stippellijn B van 4 bar wordt het resonantie toerentalgebied verlaagd naar bijvoorbeeld 200 RPM zoals is getoond in figuur 2.

Proefondervindelijk, na theoretische bepaling, is door testen vastgesteld en bevestigd dat het resonantiebereik door het verlagen van de druk in de balgen naar een lager toerental verplaatst kan worden. Door bij het accelereren van de trommel, wanneer deze het resonantiebereik bereikt heeft of net daarvoor, de druk in de balgen te verlagen, zal de machine het resonantiebereik in een aanzienlijk kortere tijd passeren als wanneer de druk in de balgen 11a-d constant wordt gehouden. Doordat het verblijf in het resonantiebereik hiermee verkort wordt, heeft het systeem een kleinere of zelfs geen kans om op te schommelen naar een onacceptabele uitslag tussen tussenframe 7 en basisframe 9. Hierdoor kan een centrifuge-inrichting 1 worden verschaft die zichtbaar en hoorbaar minder zal bewegen bij het versnellen en meer stabiliteit zal verschaffen.

In de werkwijze wordt bij voorkeur ten minste een bedrijfsparameter van de centrifuge-inrichting 1 geselecteerd, waarbij bij het bereiken van een vooraf bepaalde waarde van die bedrijfsparameter(s) de hierboven beschreven drukverlaging in de balgen 11a-d wordt gestart. De bedrijfsparameter kan bijvoorbeeld het overschrijden van een vooraf te bepalen vibratie-uitslag van de trommel 5 en/of van het tussenframe 7 zijn, welke vibratie/trilling middels een vibratie-uitslag sensor (niet getoond) wordt gemeten. De bedrijfsparameter kan ook een vooraf te bepalen toerental, welke wordt gemeten met een toerentalmeter of het verstrijken van een vooraf bepaalde tijdsperiode na de start van het versnellen van de trommel 5 zijn, welke wordt gemeten met een timer. De meter/sensor voor het detecteren van de bedrijfsparameter en de waarde daarvan is verbonden met het regelsysteem 13.

Voor het in figuur 2 getoonde voorbeeld vindt de drukverlaging in de balgen 11a-d grofweg plaats tussen de tijdstippen 3 en 4 seconden. Bij het versnellen van de rotatiesnelheid van de trommel 5 bepaalt de waarde van drukverlaging, bijvoorbeeld 1 bar zoals getoond in figuur 2, het minimale tijdstip dat de dempingseigenschappen van de trillingsdempers dient te worden aangepast, terwijl de heersende druk in de balgen 11a-d het maximale tijdstip bepalen.

In figuur 3 is op schematische wijze de werkwijze voor het aansturen van de centrifuge-inrichting 1 getoond, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:

Blok A- het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel,

Blok B- het, tijdens het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel, aanpassen van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers, zodanig dat voor elke trillingdemper de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdemper wordt verlaagd.

Met stippellijn is tevens in figuur 3 de volgende, eventueel optionele, stap getoond: C- het aanpassen van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers, zodanig dat voor elke trillingdemper de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdemper wordt verhoogd.

Het is mogelijk om bij het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel 5 direct na het doorlopen van het resonantie toerentalgebied stap C uit te voeren, bijvoorbeeld in het voorbeeld van figuur 2 bijvoorbeeld bij 5 seconden, indien dit voordelen biedt voor het uit te voeren centrifugeproces, bijvoorbeeld een geluidsarm centrifugeproces bij relatief hoge toerentallen, of constructie-technisch gewenst is of voorgeschreven is. Stap C kan tevens bij het afremmen van de trommel 5 worden toegepast. Dit kan dezelfde voordelen brengen als de door blok B getoonde stap B bij het versnellen van de trommel 5. Bij het verlagen naar bijvoorbeeld 0 RPM zal namelijk wederom het resonantie bereik moeten worden doorlopen. Indien bijvoorbeeld de centrifuge-inrichting 1 na het uitvoeren van een centrifugeproces op 475 RPM klaar is, kan het voordelig zijn om op een bepaald moment tijdens het afremmen van de trommel de dempingseigenschappen volgens stap C aan te passen, zodat de druk in de balgen 11a-d bijvoorbeeld bij het toerental 250 RPM wordt verhoogd van 4 bar (lijn B in figuur 2) naar 5 bar (lijn A in figuur 2). Door deze stap bij dat toerental wordt het resonantie gebied verkort op dezelfde wijze als hierboven bij het versnellen. Uiteraard kunnen hier ook wederom de hierin beschreven bedrijfsparameters worden gebruikt voor het bepalen van de initiatie van stap C. Bij het verlagen van de rotatiesnelheid van de trommel 5 bepaalt de waarde van drukverhoging, bijvoorbeeld 1 bar, het minimale tijdstip dat de dempingseigenschappen van de trillingsdempers dient te worden aangepast, terwijl de heersende druk in de balgen 11a-d het maximale tijdstip bepalen om het resonantiegebied zoveel als mogelijk te vermijden.

In figuur 3 is deze stap C met stippellijn weergegeven om aan te geven dat deze stap optioneel is. Na een centrifugeproces is het product in de trommel 5 normaliter immers minder zwaar / lichter, bijvoorbeeld doordat het ontwaterd is, waardoor de kans op heftige trillingen kleiner is. Echter, ook bij het afremmen kan stap C gewenst zijn om de vibraties en trillingen te verminderen, bijvoorbeeld voor het beperken van het geluid.

Een mogelijk proces dat kan worden doorlopen met de werkwijze voor het bedienen van de centrifuge-inrichting is als volgt: In stap B (figuur 3) worden de dempingseigenschappen van de trillingsdempers vanuit de oorspronkelijke dempingseigenschappen aangepast naar de dempingseigenschappen van stap B voor het verkorten van het resonantiegebied. Daaropvolgend kunnen in stap C de dempingseigenschappen vanuit de dempingseigenschappen in stap B worden aangepast naar de dempingseigenschappen in stap C, waarbij de dempingseigenschappen in stap C bijvoorbeeld corresponderen met de oorspronkelijke dempingseigenschappen in stap A. Bij het afremmen worden de dempingseigenschappen bij stap C, bij een relatief hoog toerental, naar de dempingseigenschappen van stap B gebracht, waarbij afhankelijk van een bedrijfsparameter tijdens het verder afremmen van de trommel 5, de dempingseigenschappen van stap B naar stap C worden gebracht voor het verkorten van het resonantiegebied. Daarna kan de centrifuge-inrichting 1 bijvoorbeeld worden uitgeschakeld of worden ingezet voor een volgende cyclus.

De centrifuge-inrichting 1 kan verder zijn voorzien een aantal weegsensoren (niet getoond) voor het bepalen van een massa en/of verdeling van een te centrifugeren product.

In plaats van balgen 11a-d kan er ook voor een andere aanpasbare trillingsdempers worden gekozen zoals een pneumatische demper met of zonder veer, een hydraulische demper met of zonder veer, of een veer, bijvoorbeeld een magnetische veer. Tevens kunnen verschillende typen trillingsdempers met elkaar in een centrifuge-inrichting worden gecombineerd (niet getoond).

Hoewel hier een continue centrifuge-inrichting 1 is getoond en is beschreven in detail, is de geclaimde werkwijze eveneens bijzonder voordelig toe te passen bij een batch centrifuge-inrichting 1. Bij een batch centrifuge-inrichting zal er zelfs frequenter, namelijk voor elke batch weer, een versnelling en vertraging van de trommel 5 optreden zoals is getoond in figuur 2.

De centrifuge-inrichting kan tevens zijn voorzien van trommel die is bevestigd in een tussen-frame, waarbij het tussen-frame slechts met twee trillingdempers met het basis-frame is verbonden.

Claims

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het bedienen van een centrifuge-inrichting voorzien van een met een te variëren rotatiesnelheid aandrijfbare trommel, van een frame en van tussen het frame en de trommel opgestelde trillingdempers, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:

A- het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel,

B- het, tijdens het verhogen van de rotatiesnelheid van de trommel, aanpassen van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers, zodanig dat voor elke trillingdemper de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdemper wordt verlaagd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij een bedrijfsparameter van de centrifuge-inrichting wordt geselecteerd en dat bij het bereiken van een vooraf bepaalde waarde van de bedrijfsparameter tijdens stap A, stap B wordt gestart.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij ten minste een van de volgende bedrijfsparameters in de werkwijze wordt toegepast:

- het overschrijden van een vooraf te bepalen vibratie-uitslag van de trommel;

- een vooraf te bepalen toerental;

- het verstrijken van een vooraf bepaalde tijdsperiode na de start van stap A.
4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de werkwijze na stap B is voorzien van de stap:

C- het aanpassen van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers, zodanig dat voor elke trillingdemper de mechanische kracht die is benodigd voor het indrukken van de trillingsdemper wordt verhoogd.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de centrifuge-inrichting een regelaar omvat voor het actief regelen van de dempingseigenschappen van de trillingsdempers.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een van de trillingsdempers een onder druk staand fluïdum omvat, waarbij in stap B de druk in de trillingdemper wordt verlaagd.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een van de trillingsdempers een veer is, bij voorkeur een magnetische veer.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij op een batch-wijze of op een continue wijze gewassen groenten worden gecentrifugeerd.
9. Centrifuge-inrichting omvattende een roteerbaar aandrijfbare trommel, een frame, tussen het frame en de trommel opgestelde trillingdempers, een regelaar die is ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der conclusies 1-8.
10. Centrifuge-inrichting volgens conclusie 9, waarbij de trommel is voorzien van een tussen-frame dat via ten minste twee trillingdempers met het frame is verbonden.
11. Centrifuge-inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de centrifugeinrichting is voorzien van ten minste een sensor, zoals bijvoorbeeld een vibratie-uitslag sensor van de trommel of een of een aantal weegsensoren voor het bepalen van een massa en/of verdeling van een te centrifugeren product.
12. Centrifuge-inrichting volgens een der conclusies 9-11, waarbij de trillingsdempers zijn geselecteerd uit de groep omvattende:

- een met fluïdum gevulde balg;

- een pneumatische demper met of zonder veer;

- een hydraulische demper met of zonder veer;

- een veer.
13. Centrifuge-inrichting volgens conclusie 12, waarbij de veer een magnetische veer is.
14. Centrifuge-inrichting volgens een der conclusies 9-13, waarbij de regelaar een processor omvat.
15. Computerprogramma product, omvattende een uitleesbaar opslag medium voorzien van instructies, die, indien uitgevoerd op ten minste een processor, ervoor zorgen dat de ten minste ene processor de werkwijze volgens een der conclusies 1-8 uitvoert.

1/2

Fig. 1a

Fig. 1b

2/2