NL2018898B1

NL2018898B1 - Inrichting voor het daarop plaatsen van een stuurwielconsole en pedaalconsole van een racesimulatorspel, alsmede een racesimulator.

Info

Publication number: NL2018898B1
Application number: NL2018898A
Authority: NL
Inventors: Van Beek Maas
Original assignee: Van Beek Maas
Priority date: 2016-12-23
Filing date: 2017-05-11
Publication date: 2018-07-02
Also published as: US10953321B2; EP3558480A1; US20190358536A1; EP3558480B1

Abstract

Een inrichting (10) voor het daarop plaatsen van een stuurwielconsole (12) en een pedaalconsole (14) van een racesimulatorspeL De inrichting omvat een basisframe (24) dat opstelbaar is op de vloer en een kantelframe (26) dat rond een horizontale as kantelbaar is verbonden met het basisframe (24). Ver is de inrichting voorzien van een stuurwielconsolesteun (18), pedaalconsolesteun (20) en een bevestigingsvoorziening voor het daarop bevestigen van een stoel (22) die alle direct zijn verbonden met het kantelframe (26). Verder is een racesimulator beschreven voorzien van een stoel, een stuurwielconsole en een pedaalconsole en eventueel een beeldscherm die alle zijn bevestigd op het kantelframe van de inrichting.

Description

Titel: Inrichting voor het daarop plaatsen van een stuurwielconsole en pedaalconsole van een racesimulatorspel, alsmede een racesimulator.

VELD

Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het daarop plaatsen van een stuurwielconsole en een pedaalconsole van een racesimulatorspel.

ACHTERGROND

Uit NL2012740C is een dergelijke inrichting bekend, waarbij een stoel en de steunen voor het plaatsen van stuurwielconsole en een pedaalconsole verstelbaar met een frame zijn verbonden. WO 2010/059034 beschrijft een soortgelijke inrichting.

SAMENVATTING

De positie van de bestuurder in een rallyraceauto wijkt aanzienhjk af van de positie van de bestuurder van een Formule 1-raceauto. Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat het gewenst is om een racesimulator te verschaffen die geschikt is voor het simuleren van verschillende type auto’s, zoals bijvoorbeeld een rallyraceauto en een Formule 1-raceauto. Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het daarop plaatsen van een stuurwielconsole en een pedaalconsole van een racesimulatorspel, waarbij de inrichting met een eenvoudige verstelmogelijkheid van een rallyracestand in een Formule 1stand brengbaar is.

Hiertoe verschaft de uitvinding een inrichting volgens conclusie 1. Meer in het bijzonder verschaft de uitvinding een inrichting voor het daarop plaatsen van een stuurwielconsole en een pedaalconsole van een racesimulatorspel, omvattend:

• een frame;

• een stuurwielconsolesteun;

• een pedaalconsolesteun; en • een bevestigingsvoorziening voor het daarop bevestigen van een stoel;

gekenmerkt doordat het frame omvat:

• een basisframe dat opstelbaar is op de vloer; en • een kantelframe dat rond een horizontale as kantelbaar is verbonden met het basisframe;

waarbij de stuurwielconsolesteun, de pedaalconsolesteun en de bevestigingsvoorziening voor het daarop bevestigen van een stoel direct zijn verbonden met het kantelframe.

De inrichting kan op deze wijze heel eenvoudig in een rallyracestand en een Formule 1-stand gezet worden. De uitvinding is daarmee uitermate geschikt om te gebruiken in een racesimulator voor het simuleren van verschillende type auto’s, bijvoorbeeld een rallyraceauto en een Formule 1-raceauto.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, onder verwijzing naar een voorbeeld dat is weergegeven in de figuren, nader worden verduidelijkt.

KORTE AANDUIDING VAN DE FIGUREN

Fig. 1 toont een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding in een eerste kantelpositie die correspondeert met de rallyrace-positie;

Fig. 2 toont het voorbeeld van de inrichting uit figuur 1 in de tweede kantelpositie die correspondeert met een FORMULE 1-positie;

Fig. 3 toont een zijaanzicht van de inrichting zoals weergegeven in figuur 2;

Fig. 4 toont een zijaanzicht van de inrichting zoals weergegeven in figuur 1;

Fig. 5 toont een voorbeeld van een racesimulator volgens cle uitvinding in een eerste kantelpositie die correspondeert met de rallyracepositie;

Fig. 6 toont een voorbeeld van de racesimulator uit figuur 5 in de tweede kantelpositie die correspondeert met de Formule 1-positie;

Fig. 7 toont een zijaanzicht van de racesimulator zoals weergegeven in figuur 5;

Fig. 8 toont een zijaanzicht van de racesimulator zoals weergegeven in figuur 6;

Fig. 9 toont een zijaanzicht van het basisframe en het achterste kantelframedeel met een daarop gemonteerde stoel in ingeklapte positie; en

Fig. 10 toont een voor aanzicht van het basisframe en het achterste kantelframedeel met een daarop gemonteerde stoel in rallyrace-positie.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

In de volgende gedetailleerde beschrijving wordt met behulp van verwijzingscijfers verwezen naar het voorbeeld dat is weergegeven in de figuren. De uitvoeringsvormen die in de gedetailleerde beschrijving worden beschreven zijn echter niet beperkt tot het voorbeeld dat is getoond in de figuren maar kunnen ook op andere wijze zijn uitgevoerd dan getoond in het voorbeeld. De in de gedetailleerde beschrijving beschreven uitvoeringsvormen dienen derhalve ook zonder de verwijzingscijfers te worden gelezen en begrepen. De diverse, hierna te beschrijven uitvoeringsvormen kunnen in combinatie met elkaar of onafhankelijk van elkaar worden toegepast.

In meest algemene zin verschaft de uitvinding een inrichting 10 voor het daarop plaatsen van een stuurwielconsole 12 en een pedaalconsole 14 van een racesimulatorspel. Een voorbeeld van de inrichting is getoond in figuren 1-4.

De inrichting omvat een frame 24, 26 dat is voorzien van een stuurwielconsolesteun 18, waarop de stuurwielconsole 12 geplaatst wordt, een pedaalconsolesteun 20 waarop de pedaalconsole 14 geplaatst wordt en een bevestigingsvoorziening voor het daarop bevestigen van een stoel 22.

Het frame omvat een basisframe 24 dat opstelbaar is op de vloer en een kantelframe 26 dat rond een horizontale as kantelbaar is verbonden met het basisframe 24. De stuurwielconsolesteun 18, de pedaalconsolesteun 20 en de bevestigingsvoorziening voor het daarop bevestigen van een stoel 22 direct zijn verbonden met het kantelframe 26.

De voordelen zijn reeds hierboven beschreven in het deel dat is aangeduid met “Samenvatting” en worden hier beschouwd als te zijn in gelast.

In een uitvoeringsvorm kan de inrichting 10 een fixatievoorziening 28 omvatten voor het in een eerste kantelpositie fixeren van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24.

Met een dergelijke voorziening kan het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24 in een kantelpositie worden gefixeerd. De hele inrichting 10 beweegt niet meer en staat op dat moment vast. Het gevolg is dat de gebruiker bij het spelen van een racesimulatorspel solide zit, wat de spelbeleving ten goede komt.

In een uitvoeringsvorm kan de fixatievoorziening 28 zijn uitgevoerd als een pen-gatverbinding.

Een dergelijke verbinding is een effectieve oplossing, die eenvoudig en snel te bedienen is. Bovendien is een pen-gatverbinding robuust en relatief goedkoop uit te voeren. Mogelijke alternatieven zijn bijvoorbeeld klemverbindingen, of elektronische klemmen die gebruik maken van magneten.

In een uitvoeringsvorm omvat de pen-gatvoorziening 28 ten minste één basisframegat 30 in het basisframe 24, ten minste één kantefframegat 32 in het kantelframe 26 en een pen 34. In het in de figuren getoonde voorbeeld is het basisframe 24 aan weerszijden voorzien van een buisprofiel 30’ dat een basisframegat 30 vormt. Verder is in het getoonde voorbeeld het kantelframe 26 aan weerszijden voorzien van een buisprofiel 32’ dat het kantelframegat 32 vormt. Wanneer een kantelframegat 32 op één lijn ligt met een basisframegat 30 en de pen 34 zich door beide gaten uitstrekt, is het kantelframe 26 in de eerste kantelpositie gefixeerd. Een tweede kantelpositie kan bijvoorbeeld automatisch worden ingenomen wanneer de pen 34 zich niet uitstrekt door het kantelframegat 32 en het basisframegat 30. Deze tweede kantelpositie kan bijvoorbeeld worden ingenomen onder invloed van de zwaartekracht, zodat het kantelframe 26 eventueel door het gewicht van de gebruiker die plaats neemt in de stoel 22 of onder invloed van het eigen gewicht van het kantelframe 26 met stoel 22 automatisch de tweede kantelpositie inneemt. Wanneer deze tweede kantelpositie niet gewenst is, kan het kantelframe 26 in de eerste kantelpositie worden gefixeerd met behulp van de pen-gatvoorziening 28.

In een nadere uitwerking van de uitvoeringsvorm waarbij fixatievoorziening 28 is uitgevoerd als een pen-gatverbinding, kan in het basisframe 24 en/of in het kantelframe 26 meer dan één basisframegat 30 of kantelframegat 32 zijn aangebracht, zodanig dat het kantelframe 26 afgezien van de eerste kantelpositie ten minste in één verdere kantelpositie. etc. fixeerbaar is met behulp van de pen 34.

Op deze wijze kan de inrichting 10 in meerdere kantelposities stabiel worden gefixeerd in plaats van bijvoorbeeld te vertrouwen op de zwaartekracht voor automatisch het aannemen van de tweede kantelpositie wanneer de pen 34 zich niet door zowel een basisframegat 30 als een kantelframegat 32 uitstrekt.

In een uitvoeringsvorm kan de inrichting 10 een aandrijving (niet getoond) voor het kantelen van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24 omvatten. Daarbij kan de aandrijving zijn gekozen uit de groep bestaande uit: een gasveer, een hydraulisch zuiger/cilinder-samenstel en een elektromotor.

In deze uitvoeringsvorm zorgt een aandrijving voor het kantelen van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24. Dit hoeft dan niet meer handmatig te gebeuren. Eventueel kan de aandrijving tevens zelfremmend zijn uitgevoerd, zodat het kantelframe 26 door de aandrijving in verschillende kantelposities fixeerbaar is. Een uitvoering met een aandrijving voor het kantelen van het kantelframe 26 is een luxere vorm, die het gebruiksgemak verhoogt. Tevens zorgt een dergelijke inrichting ervoor dat voor personen voor wie de handmatige bediening te zwaar is (bijvoorbeeld kleine kinderen of mensen met een fysieke beperking), deze personen toch ongehinderd van de inrichting 10 gebruik kunnen maken.

In een uitvoeringsvorm van de inrichting 10 kan de eerste kantelpositie van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24 overeenkomen met een rallyracestand en kan de tweede kantelpositie van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24 overeenkomen met een Formule 1-stand.

In deze uitvoeringsvorm is het mogelijk de inrichting 10 in twee verschillende racestanden te zetten, te weten een rallyracestand en een Formule 1-stand, welke overeenkomen met respectievelijk een eerste kantelpositie van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24 en een tweede kantelpositie van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24. Hiermee wordt in ultimo uitvoering gegeven aan het in de samenvatting gestelde inzicht dat het gewenst is om een racesimulator te verschaffen die geschikt is voor het simuleren van verschillende type auto’s, zoals bijvoorbeeld een rallyraceauto en een Formule 1-raceauto en waarbij het verstellen van de ene toestand naar de andere toestand met een minimale ingreep kan plaatsvinden, namelijk door het kantelen van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24.

In een uitvoeringsvorm kan het kantelframe 26 zijn voorzien van verstelbare poten 38. De verstelbare poten 38 zijn daarbij zodanig verstelbaar dat in elke kantelpositie van het kantelframe 26 ten opzichte van het basisframe 24 de poten 38 de vloer waarop het basisframe 24 staat raken.

In deze uitvoeringsvorm is de inrichting 10 voorzien van poten 38 die de grond raken en daarmee de stabiliteit van de inrichting verhogen. Bij gebruikmaking van de fixatievoorziening 28 zijn deze poten 38 niet noodzakelijk. Echter, bij het plaatsen van een groot gewicht op de inrichting 10, bijvoorbeeld een stuurwielconsole 12, een pedaalconsole 14, een stoel 56, een beeldscherm 58 en een gebruiker, is deze uitvoeringsvorm van voordeel voor het verschaffen van een verbeterde stabiliteit en voor een geringere belasting van de fixatievoorziening 28. In het getoonde voorbeeld zijn de poten 38 aan de bovenzijde onderling met elkaar verbonden met een dwarsverbinding 38b. De poten 38 zijn uitgevoerd als kokerprofielen die verschuifbaar zijn opgenomen in manchetten 26c die vast zijn verbonden met het kantelframe 26. Met behulp van fixeerbouten 26d voorzien van draaiknoppen kunnen de poten 38 op verschillende posities ten opzichte van het kantelframe 26 worden gefixeerd.

In een uitvoeringsvorm kan de inrichting 10 een beeldschermsteun 40 omvatten die is verbonden met het kantelframe 26.

In een alternatieve uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de inrichting 10 een beeldschermsteun 40 omvatten die is verbonden met de poten 38. In de figuren is de beeldschermsteun 40 met behulp van demontabele klemmen 40a in verschillende zwenkstanden te monteren op de dwarsverbinding 38b.

In plaats van het los van de inrichting 10 opstellen van een beeldscherm of projectiescherm, is het in deze uitvoeringsvorm ook mogelijk het beeldscherm 58 vast aan de inrichting 10 te bevestigen. Op deze wijze kan het beeldscherm 58 dicht bij de gebruiker worden geplaatst en wordt de beeldhoek waaronder naar het beeldscherm gekeken wordt groter. Dit zal de beleving van het racesimulatiespel van de gebruiker intensiveren.

Bovendien zal, doordat het beeldscherm 58 is verbonden met het kantelframe 26 de positie van het beeldscherm 58 automatisch met het verstellen van het kantelframe 26 wijzigen en optimaal georiënteerd blijven ten opzichte van de gebruiker van de inrichting. Wanneer de beeldschermsteun 40 direct met het kantelframe 26 is verbonden, zal dit bij verzwenking van het kantelframe 26 meezwenken. Wanneer, zoals in de alternatieve uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond, de beeldschermsteun 40 is verbonden met de poten 38, zal het beeldscherm 58 dat met de beeldschermsteun 40 is verbonden op ongeveer de zelfde hoogte blijven, ook wanneer het kantelframe 26 verzwenkt van de eerste kantelpositie naar de tweede kantelpositie en omgekeerd.

In een uitvoeringsvorm kan het kantelframe 26 een voorste kantelframedeel 42 en een achterste kantelframedeel 44 omvatten (zie bijvoorbeeld figuur. Hierbij is een positie van het voorste kantelframedeel 42 ten opzichte van het achterste kantelframedeel 44 verstelbaar. Bovendien is daarbij het voorste kantelframedeel 42 in verschillende posities ten opzichte van het achterste kantelframedeel 44 fixeerbaar.

Niet iedere gebruiker is even groot. Met een kantelframe 26 dat een voorste en een achterste kantelframedeel 42, 44 omvat die ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn, kan het verschil in grootte tussen verschillende gebruikers gecompenseerd worden.

In een uitvoeringsvorm kunnen de stuurwielconsolesteun 18, de pedaalconsolesteun 20 zijn bevestigd op het voorste kantelframedeel 42. Daarbij kan de bevestigingsvoorziening 16 voor het daarop bevestigen van een stoel 22 op het achterste kantelframedeel 44 zijn aangebracht.

Door de bevestigingsvoorziening 16 voor het daarop bevestigen van een stoel 22 op het achterste kantelframedeel 44 aan te brengen en de andere steunen 18, 20 op het voorste kantelframedeel 42 te plaatsen is het mogelijk het kantelframe 26 op de beenlengte van de gebruiker af te stellen.

Wanneer met het kantelframe 26 of met de poten 38 tevens een beeldschermsteun 40 is verbonden, wordt met het verstellen van het voorste kantelframedeel 42 ten opzichte van het achterste kantelframedeel 44 tevens de afstand tussen de stoel 22 en het beeldscherm 58 ingesteld.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is het ook mogelijk enkel de pedaalconsolesteun 20 verplaatsbaar te maken ten opzichte van de bevestigingsvoorziening 16 voor het daarop bevestigen van een stoel 22. De stuurwielconsolesteun 18 en de eventueel aanwezige beeldschermsteun 40 zouden dan op dezelfde positie ten opzichte van de bevestigingsvoorziening voor het daarop bevestigen van een stoel 22 blijven.

De uitvoeringsvorm waarbij de stuurwielconsolesteun 18, de pedaalconsolesteun 20 direct, en de eventueel aanwezige beeldschermsteun 40 direct of via de poten 38 zijn verbonden met het voorste kantelframedeel 42 heeft de voorkeur omdat bij een verschil in beenlengte ook andere lichaamsmaten van een gebruiker in min of meer gelijke mate zullen verschillen. Ook de stuurwielconsole 12 en het eventueel aanwezige beeldscherm 58 moeten dan verplaatsbaar zijn. Met deze uitvoeringsvorm gebeurt dat heel effectief in één keer door het verstellen van het voorste kantelframedeel 42 ten opzichte van het achterste kantelframedeel 44. De inrichting 10 is hiermee sneller af te stellen in een toestand die ergonomisch optimaal is voor de gebruiker.

In deze uitvoeringsvorm is het kantelframe 26 niet alleen af te stellen naar de beenlengte van de gebruiker, het is ook mogelijk deze afstelling te fixeren. De hele inrichting 10 op dat moment gefixeerd. Het gevolg is dat de gebruiker bij het spelen van een racesimulatorspel solide zit, wat wederom de spelbeleving ten goede komt.

In een uitvoeringsvorm zijn het voorste kantelframedeel 42 en het achterste kantelframedeel 44 met behulp van een telescopische verbinding 46 met elkaar verbonden.

In deze uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een effectieve, eenvoudige oplossing om de twee kantelframedelen 42, 44 ten opzichte van elkaar te verplaatsen en fixeren.

In een alternatieve uitvoering kunnen de kantelframedelen 42, 44 met elkaar zijn verbonden door middel van geleiderails of door middel van lagers, zoals bijvoorbeeld glijlagers. De fixatie van de kantelframedelen 42, 44 ten opzichte van elkaar kan met borgpennen of borgbouten 43, zoals getoond in de figuren, worden gerealiseerd. In de voorbeelden in de figuren zijn de borgbouten 43 voorzien van met de hand aangrijpbare knoppen.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het kantelframe 26 twee, zich evenwijdig uitstrekkende telescopische profielsamenstellen 26a, 26b omvatten. De beide profielsamenstellen 26a, 26b kunnen elk twee, in een lengterichting in en uit elkaar verschuifbare kokerprofielen omvatten.

Deze uitvoeringsvorm met twee parallelle telescopische profielsamenstellen 26a, 26b zorgt voor een stabiele geleiding. Het voordeel van twee evenwijdige profielsamenstellen 26a, 26b ten opzichte van bijvoorbeeld één buis, is dat het kantelframe 26 stijver is en dus minder onderhavig aan vervorming en mogelijke trillingen.

In een uitvoeringsvorm kan de stuurwielconsolesteun 18 ten opzichte van het kantelframe 26 verplaatsbaar en fixeerbaar zijn.

Door de stuurwielconsolesteun 18 ten opzichte van het kantelframe 26 verplaatsbaar te maken, is het mogelijk de stuurwielconsole 12 op de voor de gebruiker gewenste afstand te plaatsen. De inrichting 10 is hiermee beter ergonomisch af te stellen.

In een nadere uitwerking, waarvan een voorbeeld is getoond, kan de stuurwielconsolesteun 18 een eerste kokerprofiel 18a omvatten dat aan de onderzijde is voorzien van een tweetal kokerprofielenvormige manchetten 18d die verschuifbaar op de kokerprofielsamenstellen 26a, 26b van het kantelframe 26 zijn aangebracht en met behulp van fixeerbouten

18e op een gewenste positie op het kantelframe 26 kunnen worden gefixeerd. Bovendien kan de stuurwielconsolesteun 18 nog zijn voorzien van een tweede kokerprofiel 18b dat is verbonden met het eerste kokerprofiel 18a en waarin een derde kokerprofiel 18c in verschillende standen ten opzichte van het tweede kokerprofiel 18a fixeerbaar is. Het tweede kokerprofiel 18b sluit in het getoonde voorbeeld een hoek in met het eerste kokerprofiel 18a van de stuurwielconsolesteun 18. Op het uiteinde van het derde kokerprofiel 18c is een steunplaat 18e voor de stuurwielconsole 12 bevestigd.

In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan inrichting 10 zijn voorzien van een stoel 22 die met behulp van de bevestigingsvoorziening 16 voor het daarop bevestigen van een stoel 22 is verbonden met het kantelframe 26.

Om de beleving in de verschillende kantelposities en de daarmee corresponderende zitstanden, zoals bijvoorbeeld een rallyracestand en een Formule 1-stand, zo realistisch mogelijk te maken, kan de stoel 22 zijn voorzien van een onderste rugleuningdeel 22b en een bovenste rugleningdeel 22c dat verzwenkbaar rond een horizontale hartlijn met het onderste rugleuningdeel 22b is verbonden. Het bovenste rugleuningdeel 22c is in nadere uitwerking van deze uitvoeringsvorm in verschillende zwenkstanden fixeerbaar ten opzichte van het onderste rugleuningdeel 22b.

Zoals duidelijk zichtbaar is in de beide zijaanzichten van het voorbeeld in figuren 7 en 8, heeft de stoel 22 in de Formule 1-stand (zie figuur 8) van de racesimulator 54 meer een kuipvorm doordat het bovenste rugleuningdeel 22c iets naar voren is gekanteld ten opzichte van het onderste rugleuningdeel 22b ten opzichte van de stand die is weergegeven in figuur 7 die correspondeert met de rallyracestand.

Zoals getoond in figuur 9, kan het bovenste rugleuningdeel 22c ook nog in een ingeklapte stand worden gebracht, zodat de inrichting 10 compact kan worden verpakt wanneer deze dient te worden vervoerd. Het moge duidelijk zijn dat ook het onderste rugleuningdeel 22b verzwenkbaar kan zijn ten opzichte van de zitting 22a van de stoel 22 om een juiste stand van de stoel 22 te kunnen verschaffen voor elke gebruiker in elke racesimulatiepositie.

De uitvinding verschaft tevens een complete racesimulator 54 die een inrichting 10 met stoel 22 volgens de uitvinding omvat en die verder is voorzien van een stuurwielconsole 12 die is bevestigd op de stuurwielconsolesteun 18 en die voorzien van een stuurwiel 12a. De racesimulator 54 is daarbij ook voorzien van een pedaalconsole 14 die is bevestigd op de pedaalconsolesteun 20 en die is voorzien van ten minste een rempedaal 14a en een gaspedaal 14b. Een voorbeeld van een dergelijke racesimulator 54 is getoond in figuren 5-8. Figuren 5 en 7 tonen de racesimulator 54 in de rallyracestand. Figuren 6 en 8 tonen de racesimulator 54 in de Formule 1-stand.

In een uitvoeringsvorm van de racesimulator 54, waarbij de inrichting 10 is voorzien van een beeldschermsteun 40, kan de racesimulator 54 verder een beeldscherm 58 omvatten dat is bevestigd op de beeldschermsteun 40.

Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat een gebruiker direct een complete racesimulator 54 voorhanden heeft. Er hoeft enkel maar een computer aangesloten te worden om te kunnen beginnen met een racesimulatie. De racesimulator 54 kan desgewenst in verschillende standen worden gezet voor een optimale beleving van de simulatie, waaronder een rallyracestand en een Formule 1-stand.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de figuren getoonde voorbeeld. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen kunnen, zoals reeds aangegeven ook anders zijn uitgevoerd dan getoond in het voorbeeld van de figuren. De beschermingsomvang wordt bepaald door de hierna volgende conclusies waarin de verwijzingscijfers geen beperkende werking hebben.

Claims

CONCLUSIES

1. Een inrichting (10) voor het daarop plaatsen van een stuurwielconsole (12) en een pedaalconsole (14) van een racesimulatorspel, omvattend:

• een frame (24, 26);

• een stuurwielconsolesteun (18);

• een pedaalconsolesteun (20); en • een bevestigingsvoorziening (16) voor het daarop bevestigen van een stoel (22);

gekenmerkt doordat het frame omvat:

• een basisframe (24) dat opstelbaar is op de vloer; en • een kantelframe (26) dat rond een horizontale as kantelbaar is verbonden met het basisframe (24);

waarbij de stuurwielconsolesteun (18), de pedaalconsolesteun (20) en de bevestigingsvoorziening (16) voor het daarop bevestigen van een stoel (22) direct zijn verbonden met het kantelframe (26).
2. De inrichting (10) volgens conclusie 1, omvattend:

• een fixatievoorziening (28) voor het in een eerste kantelpositie fixeren van het kantelframe (26) ten opzichte van het basisframe (24).
3. De inrichting (10) volgens conclusie 2, waarbij de fixatievoorziening (28) is uitgevoerd als een pen-gatverbinding.
4. De inrichting (10) volgens conclusie 3, waarbij de pengatvoorziening omvat:

• ten minste één basisframegat (30) in het basisframe (24);

• ten minste één kantelframegat (32) in het kantelframe (26); en • een pen (34);

waarbij, wanneer een kantelframegat (32) op één lijn ligt met een basisgat (30) en de pen (34) zich door beide gaten (30, 32) uitstrekt, het kantelframe (26) in de eerste kantelpositie is gefixeerd.
5. De inrichting (10) volgens conclusie 4, waarbij in het basisframe (24) en/of in het kantelframe (26) meer dan één basisframegat 30 en/of kantelframegat (32) is aangebracht, zodanig dat het kantelframe (26) afgezien van de eerste kantelpositie ten minste in één verdere kantelpositie fixeerbaar is met behulp van de pen (34).
6. De inrichting (10) volgens één van de conclusies 2-5, verder omvattend een aandrijving voor het kantelen van het kantelframe (26) ten opzichte van het basisframe (24), waarbij de aandrijving is gekozen uit de groep omvattend ten minste één van:

• een gasveer;

• een hydraulisch zuiger/cilinder-samenstel;

• een elektromotor.
7. De inrichting (10) volgens één van de conclusies 1-6, waarbij de eerste kantelpositie van het kantelframe (26) ten opzichte van het basisframe (24) een rallyracestand is en een tweede kantelpositie van het kantelframe (26) ten opzichte van het basisframe (24) een Formule 1-stand is.
8 De inrichting (10) volgens één van de conclusies 1-7, waarbij het kantelframe (26) voorzien is van verstelbare poten (38), die zodanig verstelbaar zijn dat in elke kantelpositie van het kantelframe (26) ten opzichte van het basisframe (24) de poten (38) de vloer waarop het basisframe (24) staat raken.
9. De inrichting (10) volgens één van de conclusies 1-8, omvattend:

• een beeldschermsteun (40) die is verbonden met het kantelframe (26).
10. De inrichting (10) volgens conclusie 8, omvattend:

• een beeldschermsteun (40) die is verbonden met de poten (38).
11. De inrichting (10) volgens één van de conclusies 1-10, waarbij het kantelframe (26) een voorste kantelframedeel (42) en een achterste kantelframedeel (44) omvat, waarbij een positie van het voorste kantelframedeel (42) ten opzichte van het achterste kantelframedeel (44) verstelbaar is en waarbij het voorste kantelframedeel (42) in verschillende posities ten opzichte van het achterste kantelframedeel (44) fixeerbaar is.
12. De inrichting (10) volgens conclusie 11, waarbij:

• de stuurwielconsolesteun (18) en de pedaalconsolesteun (20) zijn bevestigd op het voorste kantelframedeel (42); en • de bevestigingsvoorziening (16) voor het daarop bevestigen van een stoel (22) is aangebracht op het achterste kantelframedeel (44).
13. De inrichting (10) volgens één van de conclusies 11-12, waarbij het voorste kantelframedeel (42) en het achterste kantelframedeel (44) met behulp van een telescopische verbinding (46) met elkaar zijn verbonden.
14. De inrichting (10) volgens conclusie 13, waarbij het kantelframe (26) twee, zich evenwijdig uitstrekkende telescopische profielsamenstellen (26a, 26b) omvat, waarbij elk profielsamenstel (26a, 26b) twee, in een lengterichting in en uit elkaar verschuifbare kokerprofielen omvat.
15. De inrichting (10) volgens één van de conclusies 1-14, waarbij de stuurwielconsolesteun (18) ten opzichte van het kantelframe (26) verplaatsbaar en fixeerbaar is.
16. De inrichting (10) volgens conclusie 15, waarbij de stuurwielconsolesteun (18) een eerste kokerprofiel (18a) omvat dat aan de onderzijde is voorzien van ten minste één manchet (18d) die verschuifbaar zijn verbonden met het kantelframe (26) en met behulp van fixeerbouten (18e) op een gewenste positie op het kantelframe (26) kan worden gefixeerd, waarbij de stuurwielconsole (18) is voorzien van een tweede kokerprofiel (18b) dat is verbonden met het eerste kokerprofiel en waarin een derde kokerprofiel (18c) in verschillende standen ten opzichte van het tweede kokerprofiel (18b) fixeerbaar is, waarbij met het derde kokerprofiel (18c) een steunplaat (18d) is verbonden waarop een stuurwielconsole (12) bevestigbaar is.
17. De inrichting (10) volgens één van de voorgaande conclusies, omvattend:

• een stoel (22) die met behulp van de bevestigingsvoorziening voor het daarop bevestigen van een stoel (22) is verbonden met het kantelframe (26).
18. De inrichting volgens conclusie 17, waarbij de stoel (22) een zitting (22a) en een rugleuning (22b, 22c) heeft die is voorzien van:

• een onderste rugleuningdeel (22b); en • een bovenste rugleuningdeel (22c) dat verzwenkbaar rond een horizontale hartlijn met het onderste rugleuningdeel (22b) is verbonden, waarbij het bovenste rugleuningdeel (22c) in verschillende zwenkstanden fixeerbaar is ten opzichte van het onderste rugleuningdeel (22b).
19. Een racesimulator (54), omvattend:

• de inrichting (10) volgens één van de conclusies 17-18;

• een stuurwielconsole (12) die is bevestigd op de stuurwielconsolesteun (18) en die voorzien van een stuurwiel (12a);

5 · een pedaalconsole (14) die is bevestigd op de pedaalconsolesteun (20) en die is voorzien van ten minste een rempedaal (14a) en een gaspedaal (14b);
20. De racesimulator (54) volgens conclusie 19, waarbij de inrichting

10 10 is voorzien van een beeldschermsteun (40), waarbij de racesimulator (54) verder omvat:

• een beeldscherm (58) dat is bevestigd op de beeldschermsteun (40).