NL2022707B1

NL2022707B1 - Frame voor een simulator

Info

Publication number: NL2022707B1
Application number: NL2022707A
Authority: NL
Inventors: Smit Fernando
Original assignee: F Smit Holding B V
Priority date: 2019-03-08
Filing date: 2019-03-08
Publication date: 2020-09-17
Also published as: US20220176257A1; EP3935615A1; CN113795875A; US11896912B2; BR112021017808A2; WO2020185072A1

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een frame voor een simulator, omvattende een steun voor pedalen, een steun voor een handbesturingseenheid en een steun voor een stoel, alsmede ten minste twee langwerpige framedelen die zich aan weerszijden van de steunen uitstrekken en daarmee verbonden zijn, waarbij de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun in langsrichting van het frame verplaatsbaar zijn. Daarbij kunnen de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun in tegenovergestelde richting verplaatsbaar zijn om daartussen een ruimte te vormen. De uitvinding betreft verder een simulator die een dergelijk frame omvat, waarbij op de stoelsteun een stoel gemonteerd is, op de steun voor de handbesturingseenheid een handbesturingseenheid gemonteerd is, en op de pedaalsteun pedalen gemonteerd zijn.

Description

FRAME VOOR EEN SIMULATOR De uitvinding heeft betrekking op een frame voor een simulator, in het bijzonder voor een voertuigsimulator, zoals een simulator van een raceauto.

Simulatoren zijn in verschillende varianten bekend. Voor simulatoren die bedoeld zijn om gebruikt te worden door verschillende personen is van groot belang dat zij voor de verschillende gebruikers geschikt gemaakt kunnen worden, waarbij elke gebruiker ongeacht zijn of haar postuur een voor de gesimuleerde activiteit realistische zithouding kan aannemen. Daarnaast is het voor dergelijke simulatoren van groot belang dat zij bestand zijn tegen intensief en langdurig IO gebruik.

De uitvinding heeft tot doel een verbeterd [rame voor een dergelijke simulator te verschaffen. Volgens de uitvinding omvat een dergelijk simulatorframe een steun voor pedalen, een steun voor een handbesturingseenheid en een steun voor een stoel, alsmede ten minste twee langwerpige framedelen die zich aan weerszijden van de steun uitstrekken en daarmee verbonden zijn, waarbij de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun in langsrichting van het frame verplaatsbaar zijn. Door het frame te vormen op basis van twee of meer langwerpige framedelen en een aantal daar tussen geplaatste steunen, wordt een zeer robuust frame verkregen. Door bovendien zowel de steun voor de handbesturingseenheid als de stoelsteun verplaatsbaar uit te voeren, kan de simulator waarvan het frame onderdeel uitmaakt geschikt gemaakt worden voor gebruik door mensen met uiteenlopend postuur, bijvoorbeeld zowel volwassenen als kinderen, Overigens kan de handbesturingseenheid daarbij een stuurwiel omvatten, eventueel voorzien van schakelflippers, of een of meer joysticks, afhankelijk van het doel van de simulator.

Wanneer de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun in tegenovergestelde richting verplaatsbaar zijn om daartussen een ruimte te vormen, kan een gebruiker relatief eenvoudig in de simulator plaatsnemen of daar weer uitstappen. De gebruiker kan daartoe eerst de handbesturingseenheid en de stoel van elkaar verplaatsen, en dan in de daardoor gevormde tussenruimte stappen. Vervolgens kan de gebruiker zich in de stoel laten zakken en zijn benen onder de handbesturingseenheid door naar voren uitstrekken in de richting van de pedalen.

Wanneer de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun zodanig verplaatsbaar zijn dat een op de betreffende steun gemonteerde handbesturingseenheid zich uitstrekt boven een op de stoelsteun gemonteerde stoel, kan een gebruiker wanneer die eenmaal in de simulator zit de handbesturingseenheid, dus het stuur of de joystick weer dicht naar zich toe trekken voor een optimale controle over de simulator. Zo kan de gebruiker een zithouding aannemen die realistisch is voor de gesimuleerde activiteit, dus voor het racen in een formule-auto of het vliegen in een gevechtsvliegtuig.

De steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun kunnen in hoofdzaak horizontaal in het frame verschuifbaar zijn. Zo kunnen de handbesturingseenheid en de stoel relatief snel en eenvoudig in de juiste positie gebracht worden. Door de horizontale verschuifbaarheid verandert de richting van de verschillende onderdelen niet ten opzichte van elkaar wanneer zij na elkaar toe of van elkaar af bewogen worden.

De steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun kunnen verschuifbaar zijn over in de framedelen aan weerszijden van de steun opgenomen geleiders, Zo dienen de framedelen dus niet slechts voor de stevigheid, maar vervullen zij ook een functie bij de instelbaarheid van de verschillende onderdelen.

De steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun kunnen in verschillende posities in langsrichting van het frame fixeerbaar zijn. Zo kunnen de onderdelen na het instellen van een gewenste positie in die positie worden vastgezet. Daarbij kan het gaan om een aantal discrete posities, die bijvoorbeeld bepaald worden door een vertanding of een pen/gat-systeem, maar ook kan voor het fixeren gebruik gemaakt worden van een klemsysteem, waardoor de verschillende onderdelen op willekeurige posities kunnen worden vastgezet.

In elk geval de steun voor de handbesturingseenheid kan in hoogterichting van het frame instelbaar zijn. Zo kan de handbesturingseenheid op een voor een gebruiker optimale hoogte worden geplaatst.

Daarnaast of in plaats daarvan kan een hellingshoek van de steun voor de handbesturingseenheid instelbaar zijn. Door de hoek waaronder de handbesturingseenheid geplaatst is ten opzichte van de horizontale verplaatsingsrichting in te stellen kan de zithouding voor gebruikers van uiteenlopend postuur verder worden geoptimaliseerd, waardoor de beleving verbeterd wordt.

De pedaalsteun kan op een vaste positie in het frame zijn bevestigd. Omdat met name bij het spelen van racespellen vaak met veel kracht op de pedalen getrapt zal worden, is het van belang dat deze pedaalsteun vast in een frame bevestigd is, om de op de pedalen uitgeoefende krachten goed te kunnen opvangen en doorleiden.

Voor een optimale simulatie van een raceauto kunnen de steunen zodanig in het frame gepositioneerd zijn, dat een zitting van een op de stoelsteun gemonteerde stoel in hoofdzaak op eenzelfde hoogte boven een ondergrond gelegen is als op de pedaalsteun gemonteerde pedalen, en een bovendeel van een rugleuning van de op de stoelsteun gemonteerde stoel in hoofdzaak op eenzelfde hoogte gelegen is als een op de betreffende steun gemonteerde handbesturingseenheid. Zo wordt de liggende houding gesimuleerd die typerend is voor het besturen van een formule auto. Ook voor simulatie van gevechtsvliegtuigen is deze houding overigens geschikt.

Daarbij kan de stoelsteun ingericht zijn om de stoel in achterover gekantelde stand daarop te monteren.

Het frame kan een voorste deel omvatten waarin de pedaalsteun en de steun voor de handbesturingseenheid zijn opgenomen, alsmede een achterste deel waarin de stoelsteun is opgenomen, Zo kunnen de stoelsteun enerzijds en de pedaalsteun en steun voor de handbesturingseenheid anderzijds functioneel en constructief van elkaar gescheiden worden.

Teneinde het frame eenvoudig te Kunnen transporteren kunnen het voorste en achterste framedeel losneembaar met elkaar verbonden zijn. Door deze delen uit elkaar te nemen kunnen zij afzonderlijk worden getransporteerd, waardoor zij eenvoudiger hanteerbaar zijn dan het frame als geheel.

Voor een optimale sterkte en stijfheid van het frame kunnen de voorste en de achterste delen door middel van voorgespannen bevestigingselementen aan elkaar bevestigd worden. Daarbij kunnen de bevestigingselementen zowel inwendig als uitwendig zijn aangebracht.

Het voorste framedeel kan hoger boven de ondergrond gelegen zijn dan het achterste framedeel, zodat de pedalen relatief hoog gelegen zijn ten opzichte van de stoel, en een gebruiker dus inderdaad een gewenste liggende positie inneemt.

Het frame kan verder een hellend verbindingssegment omvatten tussen het voorste en achterste framedeel. Door dit hellende segment kunnen belastingen goed worden doorgegeven van het hoger gelegen voorste deel aan het lager gelegen achterste deel en vice versa. Daarnaast kan het hellend segment van het frame ook als handgreep fungeren om het in- en uitstappen te vereenvoudigen. Wanneer het voorste en achterste framedeel losneembaar aan elkaar bevestigd zijn kan de deling en de bijbehorende bevestiging gevormd zijn in het hellende verbindingssegment.

De aan weerszijden van de steunen verlopende langwerpige framedelen kunnen nabij hun einden met elkaar verbonden zijn door dwarse framedelen. Zo wordt een gesloten frame gevormd, dat de simulator een grote mate van stijfheid en sterkte geeft.

Een doelmatige constructie wordt daarbij verkregen, wanneer de framedelen buisvormige elementen omvatten. Dergelijke buisvormige elementen zijn als gevolg van hun gesloten doorsnedevorm relatief sterk en stijf bij een relatief gering gewicht.

Voor een optimale stijfheid, met name tegen torderen van het frame wanneer met kracht op de pedalen getrapt wordt, kunnen althans enkele framedelen gevormd zijn door twee of meer in hoofdzaak evenwijdig boven op elkaar geplaatste buisvormige elementen. Hierdoor wordt het frame als het ware dubbel, driedubbel of nog verder versterkt uitgevoerd.

Daarbij kan het frame verder voorzien zijn van de boven elkaar geplaatste buisvormige elementen met elkaar verbindende verstijvingselementen, waardoor de buisvormige elementen de op het frame werkende belastingen gezamenlijk kunnen opnemen en verdelen.

Wanneer het frame uit losneembare voorste en achterste framedelen bestaat kunnen de bevestigingselementen tussen deze framedelen tevens fungeren als verstijvingselementen.

Althans sommige van de verstijvingselementen kunnen voorzien zijn van poten voor afsteuning op de ondergrond, zodat belastingen die op het frame werken rechtstreeks in de ondergrond kunnen worden ingeleid.

De geleiders kunnen bij deze uitvoering aan de buisvormige elementen bevestigde rails omvatten. Zo wordt de geleidingsfunctie losgekoppeld van de verstijvingsfunctie van de buizen, waardoor het risico op vastlopen van de verplaatsbare steunen wordt verkleind.

De uitvinding heeft verder betrekking op een simulator die voorzien is van een frame van de hiervoor beschreven soort. Daarbij is op de stoelsteun van het frame een stoel gemonteerd, is op de steun voor de handbesturingseenheid een handbesturingseenheid gemonteerd, en zijn op de pedaalsteun pedalen gemonteerd.

Bij een verdere uitvoeringsvorm omvat de simulator verder ten minste één scherm, dat bij voorkeur vanuit een stoel beschouwd in hoofdzaak in het verlengde van de handbesturingseenheid geplaatst is. Het is overigens denkbaar dat er aan weerszijden van dit centraal geplaatste scherm nog extra schermen geplaatst zijn, voor het bieden van een zo levensecht mogelijke ervaring.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin: Fig. 1 een zijaanzicht is van een frame voor een simulator volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, Fig. 2 een bovenaanzicht is van het frame van Fig. 1, Fig. 3 een vooraanzicht is van het frame van Fig. 1 en 2, Fig. 4 een perspectivisch voor-zijaanzicht toont van een simulator op basis van het frame van Fig. 1 tot 3, met een stoel, pedalen en een handbesturingseenheid, Fig. 5 een zijaanzicht toont van de simulator van Fig. 4 waarin verschillende posities van de handbesturingseenheid en de stoel zijn weergegeven, Fig. 6 een perspectivisch achter-zijaanzicht toont van de simulator van Fig. 4 en 5, Fig. 7 een perspectivisch detailaanzicht is van een geleider voor de stoelsteun, Fig. 8 een perspectivisch detailaanzicht is van de pedaalsteun in een andere stand dan in Fig. 4-6, wanneer de simulator voorzien is van andere pedalen, Fig. 9 een zijaanzicht is van de pedaalsteun en de pedalen van Fig. 8, en Fig. 10 een met Fig. 6 overeenkomend aanzicht toont van de simulator met de pedalen van Fig. 8 en 9 en een andere handbesturingseenheid.

Een frame 1 voor een simulator 2 omvat twee zijdelen 3, 4 en drie daartussen aangebrachte steunen 5, 6, 7. De voorste steun 5 is onbeweeglijk aan de zijdelen 3, 4 bevestigd en vormt een steun voor pedalen 8. Een middelste steun 6 is in langsrichting van het frame | beweegbaar en vormt een steun voor een handbesturingseenheid 9. De achterste steun 7 is eveneens in langsrichting van het frame | beweegbaar en vormt een steun voor een stoel 10.

Het frame 1 is in het getoonde voorbeeld verder voorzien van dwarse framedelen 11, 12 die de langwerpige zijdelen 3, 4 nabij hun voorste en achterste uiteinden met elkaar 5 verbinden. Het frame 1 vertoont verder een voorste framedeel 13 dat de pedaalsteun 5 en de steun 6 voor de handbesturingseenheid draagt, en een achterste framedeel 14 dat de stoelsteun 7 draagt. Het voorste framedeel 13 is hoger boven een ondergrond G gelegen dan het achterste framedeel 14. Ter plaatste van het voorste dwarsdeel 11 is het frame 1 derhalve voorzien van twee poten 15 waarmee het voorste framedeel 13 afsteunt op de ondergrond G. Tussen het voorste framedeel 13 en het lager gelegen achterste framedeel 14 vertoont het frame een hellend verbindingssegment 16.

In het getoonde voorbeeld is het frame 1 opgebouwd uit buisvormige elementen die op geschikte wijze zijn gebogen om de gewenste vorm van het frame 1 te bereiken. De langwerpige zijdelen 3, 4 van het frame zijn hier telkens opgebouwd uit twee boven elkaar geplaatste, in hoofdzaak evenwijdige buisvormige elementen 21, 22, respectievelijk 23, 24, waardoor de zijdelen 3, 4 een zekere hoogte hebben en tegen vervorming bestand zijn. De bovenste en onderste buisvormige elementen 21, 22, respectievelijk 23, 24 zijn aan de voorzijde van het frame 1 aan elkaar gelast bij het voorste eind 17 van de onderste buis 23 en daarnaast met elkaar verbonden door de pedaalsteun 5. In het achterste deel 14 van het frame 1 zijn de bovenste en onderste buis 22, 24 met elkaar verbonden door gelaste verstijvingselementen 18, die aan hun onderzijde voorzien zijn van poten 19. Deze achterste poten 19 zijn net als de voorste poten 15 voorzien van rubberen doppen 48.

De voorste en achterste framedelen 13, 14 zijn in het getoonde voorbeeld losneembaar met elkaar verbonden. Daartoe zijn aan weerszijden van het frame ! bevestigingsorganen 20 aangebracht, die telkens de beide bovenste buisvormige elementen 21, 22 en de beide onderste buisvormige elementen 23, 24 met elkaar verbinden en zo een deling 44 in het frame 1 overbruggen. Door de frame 1 in twee van elkaar losneembare framedelen 13, 14 te splitsen is dit eenvoudig te transporteren of op te slaan. De bevestigingsorganen 20 zijn ingericht om de framedelen 13, 14 onder voorspanning met elkaar te verbinden. Daartoe omvat elk bevestigingsorgaan 20 een golvende of geknikte plaat 49 (in Fig. 1 zijn de kniklijnen gestippeld weergegeven), die door middel van bouten bevestigd wordt aan twee binnenin de bovenste en onderste buisvormige elementen 21-24 aangebrachte tegenorganen met inwendige schroefdraad. In de buisvormige elementen 21-24 zijn daartoe (hier niet getoonde) gaten gevormd.

Zoals gezegd is de pedaalsteun 5 onbeweeglijk in het frame 1 bevestigd. In het getoonde voorbeeld vertoont de pedaalsteun 5 twee zijwanden 25, die door middel van een schroefverbinding bevestigd zijn aan de aangrenzende buisvormige elementen 21, 23, en waartussen een plaat 49 zwenkbaar om een as 50 gelagerd is. Een voorste eind van de plaat 49 kan door middel van pennen in verschillende posities in gaten 51 in de zijwanden worden gefixeerd, waardoor de hellingshoek van de plaat 49 kan worden ingesteld, passend bij de lengte en hellingshoek van de set pedalen 8 van een bepaalde simulator. In Fig. 4-6 is te zien hoe bij een eerste type pedalen 8 de plaat 49 schuin omhoog staat, waarbij de pennen in de bovenste gaten 51 zijn gestoken, terwijl Fig. 8-10 een de plaat 49 van de pedaalsteun 5 in een vlakkere stand tonen, waarbij de pennen in een lager gelegen paar gaten 51 gestoken is, passend bij cen tweede type pedalen 8’.

De steun 6 voor de handbesturingseenheid 9 is zoals gezegd in langsrichting van het frame 1 verplaatsbaar. Daartoe zijn in het getoonde voorbeeld aan de binnenzijde van de bovenste buisvormige elementen 21 twee geleidingsrails 27 gelast, waarlangs de steun 6 voor de handbesturingseenheid 9 verschuifbaar is. Deze rails 27 strekken zich nagenoeg vanaf de pedaalsteun 5 uit naar achteren tot een knik 28 in de buisvormige elementen 21 die de overgang vormt van het voorste framedeel 13 naar het hellende deel 16. De steun 6 is langs de geleidingsrails 27 verschuifbaar door middel van lagers 42 die zijn aangebracht op uithouders 40, waartussen een drager 39 voor de handbesturingseenheid 9 is aangebracht. De steun 6 kan in een gewenste positie worden gefixeerd door midde] van (hier niet getoonde) pennen in de uithouders 40, die in gaten 58 in de rails 27 gestoken kunnen worden.

De drager 39 is rond een as 38 zwenkbaar gelagerd tussen de uithouders 40. Een fixatiemechanisme 41 in de vorm van een in een sleuf beweegbare klemschroef zorgt ervoor dat de handbesturingseenheid 9 in de ingestelde stand kan worden gefixeerd. In het getoonde voorbeeld zijn de uithouders 40 overigens ook tweedelig uitgevoerd, met een buitendeel 40A dat langs de geleidingsrails 27 verschuifbaar is en een binnendeel AOB dat ten opzichte van het buitendeel zwenkbaar is om een as 54 en door een soortgelijk fixatiemechanisme 55 in de vorm van een in een sleuf beweegbare klemschroef kan worden vastgezet. Zo kan de handbesturingseenheid 9 zeer nauwkeurig in een gewenste stand voor wat betreft de hoogte en hoek worden gebracht en gefixeerd.

De handbesturingseenheid 9 wordt in het getoonde voorbeeld overigens gevormd door een behuizing 29 waarop een naaf 30 en een stuur 31 vastgeklikt kan worden. Het stuur kan een replica zijn van het stuur van een formuleauto, met verschillende instelknoppen 52 en weergave-elementen, bijvoorbeeld lampjes of een display 53. Verder kan de handbesturingseenheid voorzien zijn van schakelflippers 34 achter het stuurwiel 31.

Ook de stoelsteun 7 is zoals gezegd in langsrichting van het frame 1 verplaatsbaar. De stoelsteun 7 vertoont daartoe aan weerszijden lagers 36, die verschuifbaar zijn langs een geleidingsrail 35 die door middel van uithouders 37 de binnenzijde van het onderste buisvormige element 24 in het achterste framedeel 14 zijn gelast. De lagers 36 zijn bevestigd aan wangen 43 van de stoelsteun 7, die met elkaar verbonden zijn door een aantal dwarsstangen 45. Aan de achterste dwarsstang 45 zijn nog twee naar achteren uitstekende leuningdragers 56 bevestigd. De stoelsteun 7 kan in een gewenste stand worden gefixeerd door middel van een grendelmechanisme

57. De geleidingsrails 35 strekken zich hier weer uit over nagenoeg de gehele lengte van het achterste framedeel 14, vanaf een knik 46 in het onderste buisvormige element 24 die de overgang vormt van het achterste framedeel 14 naar het hellende framedeel 16, tot nabij een knik 47 die de overgang vormt tussen het deel van het buisvormige element 24 dat onderdeel vormt van het zijdeel 3, 4 en het deel van het zelfde buisvormige element 24 dat het achterste dwarse framedeel 12 vormt. De stoel 10 is in het getoonde voorbeeld in achterover gekantelde stand gemonteerd op de stoelsteun 7. Daardoor strekken zowel een zitting als een rugleuning 33 van de stoel 10 zich onder een scherpe hoek met de ondergrond G uit. Door deze hellende stand, in combinatie met het feit dat het voorste framedeel 13 met daarin de pedaalsteun 5 en de steun 6 voor de handbesturingseenheid 9 hoger boven de ondergrond G gelegen is dan het achterste framedeel 14 met daarin de stoelsteun 7, leidt ertoe dat een gebruiker een nagenoeg liggende stand inneemt in de simulator 2. Deze liggende stand is zeer realistisch voor het simuleren van racen in een formuleauto, maar ook voor het vliegen in een gevechtsvliegtuig. De zitting 32 van de stoel 10 bevindt zich zo nagenoeg op dezelfde hoogte als de pedaalsteun 5 en de pedalen 18, terwijl een bovendeel van de rugleuning 33 nagenoeg op dezelfde hoogte gelegen is als de handbesturingseenheid 9. Teneinde ook in een naar achteren geschoven stand van de stoel 10 voldoende ruimte te creëren voor de rugleuning 33, is een middensegment 59 van de buisvormige elementen 22, 24 die het achterste dwarsdeel 14 van het frame 1 vormen verlaagd uitgevoerd.

Doordat zowel de steun 6 voor de handbesturingseenheid 9 als de stoelsteun 7 over relatief grote lengtes in het frame 1 verschuifbaar zijn, kan enerzijds het in- en uitstappen worden vereenvoudigd, terwijl daarnaast elke gebruiker eenvoudig een geschikte positie kan vinden voor het gebruik van de simulator 2. Bij echte formuleauto’s wordt het in- en uitstappen vereenvoudigd door het stuur los te nemen. Dit is voor een simulator die regelmatig en door verschillende mensen gebruikt moet worden niet praktisch. Daarbij moet bedacht worden dat het stuur 31 niet slechts mechanisch met het huis 29 verbonden moet zijn, maar ook elektrisch, in verband met de verschillende functies die in het stuur 31 zijn opgenomen. Er is dus een groot aantal elektrische connectoren aanwezig tussen het stuur 31 en het huis 29, en veelvuldig losnemen en weer terug plaatsen van het stuur 31 zou kunnen leiden tot slijtage, beschadiging en slechte contacten.

Door nu de steun 6 te ontgrendelen en zo ver mogelijk naar voren te schuiven over de geleidingsrails 27 naar de in Fig. 5 gestippeld weergegeven voorste eindstand, en tegelijkertijd de stoelsteun 7 te ontgrendelen en zo ver mogelijk naar achteren te schuiven over de geleidingsrails 35 naar de eveneens gestippeld weergegeven achterste eindstand, wordt tussen het stuur 31 en de zitting 33 van de stoel 10 een ruimte S gevormd waarin een gebruiker kan gaan staan. Daarbij kan de gebruiker met zijn handen steunen op de buisvormige elementen van het hellende middensegment 16 van het frame 1. Vervolgens kan de gebruiker zich in de stoel 10 laten zakken en zijn of haar benen onder de steun 6 uitstrekken in de richting van de pedaalsteun 5. Om in de voorste framehelft 13 voldoende ruimte te creëren voor de benen van de gebruiker is het voorste dwarse framedeel 11 verder naar beneden geknikt uitgevoerd. Tegelijkertijd wordt door de knikken in het voorste framedeel 11 een geschikt punt gevormd voor het inleiden van de belastingen vanuit de poten 15. Nadat een gebruiker in de simulator 2 heeft plaatsgenomen kan de steun 6 weer naar achteren worden bewogen, tot het stuur 31 in langsrichting van het frame 1 op een gewenste positie staat. Tegelijkertijd kan de stoel 7 naar voren worden bewogen, zodat de gebruiker voldoende dicht bij het stuur 31 komt. Het stuur 31 staat dan ongeveer ter plaatse van een overgang tussen de zitting 32 en de rugleuning 33 van de stoel, hetgeen voor een formule-auto een realistische stand is. De steunen 6, 7 kunnen dan door middel van hun grendelmechanismen 57, 58 worden gefixeerd, waarna de gebruiker de simulator 2 kan gebruiken.

Hoewel in de figuren uitsluitend het frame en de verschillende daarin gemonteerde onderdelen van de simulator zijn getoond, zal het duidelijk zijn dat de simulator daarnaast één of meer schermen zal omvatten, waarop de situaties uit een spel, bijvoorbeeld een racespel of een viuchtsimulator getoond worden. Ten minste één van de schermen zal vanuit de stoel 10 beschouwd in hoofdzaak in het verlengde van het stuur 31 geplaatst zijn. Dit scherm kan op het frame 1 zijn gemonteerd, of daarvoor of daaroverheen zijn geplaatst. Bij meer geavanceerde simulatoren zullen naast een centraal scherm aan de zijkanten nog extra schermen voorzien zijn.

Zo verschaft de uitvinding dus een frame voor een simulator waarin een zeer levensechte ervaring wordt geboden, terwijl het frame voldoende robuust is voor veelvuldig gebruik en de verplaatsbare opstelling van de verschillende onderdelen eenvoudig in- en uitstappen mogelijk maakt.

Claims

Conclusies i. Frame voor een simulator, omvattende een steun voor pedalen, een steun voor een handbesturingseenheid en een steun voor een stoel, alsmede ten minste twee langwerpige framedelen die zich aan weerszijden van de steunen uitstrekken en daarmee verbonden zijn, waarbij de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun in langsrichting van het frame verplaatsbaar zijn.
2. Frame volgens conclusie 1, waarbij de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun in tegenovergestelde richting verplaatsbaar zijn om daartussen een ruimte te vormen.
3. Frame volgens conclusie 1 of 2, waarbij de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun zodanig verplaatsbaar zijn dat een op de betreffende steun gemonteerde handbesturingseenheid zich uitstrekt boven een op de stoelsteun gemonteerde stoel.
4. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun in hoofdzaak horizontaal in het frame verschuifbaar zijn.
5. Frame volgens conclusie 4, waarbij de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun verschuifbaar zijn over in de framedelen aan weerszijden van de steunen opgenomen geleiders.
6. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de steun voor de handbesturingseenheid en de stoelsteun in verschillende posities in langsrichting van het frame fixeerbaar zijn.
7. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste de steun voor de handbesturingseenheid in hoogterichting van het frame instelbaar is.
8. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een hellingshoek van de steun voor de handbesturingseenheid instelbaar is.
9. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de pedaalsteun op een vaste positie in het frame is bevestigd.
10. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de steunen zodanig in het frame gepositioneerd zijn, dat een zitting van een op de stoelsteun gemonteerde stoel in hoofdzaak op eenzelfde hoogte boven een ondergrond gelegen is als op de pedaalsteun gemonteerde pedalen, en een bovendeel van een rugleuning van de op de stoelsteun gemonteerde stoel in hoofdzaak op eenzelfde hoogte gelegen is als een op de betreffende steun gemonteerde handbesturingseenheid.
11. Frame volgens conclusie 10, waarbij de stoelsteun ingericht is om de stoel in achterover gekantelde stand daarop te monteren.
12. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het frame een voorste deel omvat waarin de pedaalsteun en de steun voor de handbesturingseenheid zijn opgenomen, alsmede een achterste deel waarin de stoelsteun is opgenomen.
13. Frame volgens conclusie 12, waarbij het voorste en achterste framedeel losneembaar met elkaar verbonden zijn.
14. Frame volgens conclusie 13, waarbij het voorste en achterste framedeel door middel van voorgespannen bevestigingselementen aan elkaar bevestigd zijn.
15. Frame volgens één der conclusies 12-14, waarbij het voorste framedeel hoger boven de ondergrond gelegen is dan het achterste framedeel.
16. Frame volgens conclusie 15, verder omvattende een hellend verbindingssegment tussen het voorste en achterste framedeel.
17. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de aan weerszijden van de steunen verlopende langwerpige framedelen nabij hun einden met elkaar verbonden zijn door dwarse framedelen.
18. Frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de framedelen buisvormige elementen omvatten.
19. Frame volgens conclusie 18, waarbij althans enkele framedelen gevormd zijn door meerdere in hoofdzaak evenwijdig boven elkaar geplaatste buisvormige elementen.
20. Frame volgens conclusie 19 in combinatie met conclusie 17, waarbij een bovenste buisvormig element van het achterste dwarse framedeel nabij zijn midden verlaagd is.
21. Frame volgens conclusie 19 of 20, verder voorzien van de boven elkaar geplaatste buisvormige elementen met elkaar verbindende verstijvingselementen.
22. Frame volgens conclusie 21, waarbij althans sommige van de verstijvingselementen voorzien zijn van poten voor afsteuning op de ondergrond.
23. Frame volgens één der conclusies 18-22 in combinatie met conclusie 5, waarbij de geleiders aan de buisvormige elementen bevestigde rails omvatten.
24. Simulator, omvattende een frame volgens één der voorgaande conclusies, waarbij op de stoelsteun een stoel gemonteerd is, op de steun voor de handbesturingseenheid een handbesturingseenheid gemonteerd is, en op de pedaalsteun pedalen gemonteerd zijn.
25. Simulator volgens conclusie 24, verder omvattende ten minste één scherm, dat bij voorkeur vanuit de stoel beschouwd in hoofdzaak in het verlengde van de handbesturingseenheid geplaatst is.