NL2015488B1 - Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming. - Google Patents

Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming. Download PDF

Info

Publication number
NL2015488B1
NL2015488B1 NL2015488A NL2015488A NL2015488B1 NL 2015488 B1 NL2015488 B1 NL 2015488B1 NL 2015488 A NL2015488 A NL 2015488A NL 2015488 A NL2015488 A NL 2015488A NL 2015488 B1 NL2015488 B1 NL 2015488B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling means
sail
screening device
sails
uprights
Prior art date
Application number
NL2015488A
Other languages
English (en)
Inventor
Antonius Wouter Belgers Johannes
Original Assignee
Systems For All
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Systems For All filed Critical Systems For All
Priority to NL2015488A priority Critical patent/NL2015488B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2015488B1 publication Critical patent/NL2015488B1/nl

Links

Landscapes

  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)

Abstract

Een afscherminrichting 1 heeft ten minste drie voeten 5 en staanders 7. Bij het opzetten van de afscherminrichting is tussen twee van de staanders een zeil 11 opgehangen en wordt een verder zeil 9 met het tweede zeil gekoppeld door het in de richting van de pijl te verplaatsen. De zeilen zijn aan een eerste rand 9c, 11c los en voorzien van eerste koppelmiddelen 13, 16. Aan de tweede zijrand 9d, 11d zijn de zeilen voorzien van een hoes 29, 31 waardoorheen de staanders steken en zijn de zeilen voorzien van tweede koppelmiddelen 14, 15. De eerste en tweede koppelmiddelen bestaan elk uit een verticale strook klittenband 17a, 17b en een verticale magneetstrip 19a, 19b. De beide magneetstrippen worden met elkaar verbonden en de beide stoken klittenband worden met elkaar verbonden. Op deze wijze ontstaat een losneembare gasdichte afdichting tussen de beide zeilen.

Description

Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming BESCHRIJVING:
Gebied van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op een afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming van een bepaalde hoogte nabij een werkplek.
Stand van de techniek
Gasdichte afscherminrichtingen zijn bekend en hebben een zeil uit gasdicht, vlamvertragend en anti-statisch materiaal. Vaak is het gewenst om nabij of rond een werkplek tijdens werkzaamheden een veilige gasvrije zone te creëren. Hiertoe dient dan tijdelijk een gasdichte afscherming nabij of om de werkplek geplaatst te worden. Nadeel van de bekende afscherminrichtingen is dat het opbouwen ervan omslachtig en tijdrovend is.
Samenvatting van de uitvinding
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een afscherminrichting van de in de aanhef omschreven soort dat snel en eenvoudig op te bouwen is en waarmee een gasdichte afscherming verkregen wordt. Hiertoe is de afscherminrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de afscherminrichting: ten minste drie voeten omvat, alsmede ten minste drie staanders die losneembaar met de voeten zijn verbonden, ten minste twee gasdichte zeilen die elk verticaal georiënteerd tussen de staanders aanwezig zijn en met de staanders en met elkaar zijn gekoppeld, welke zeilen elk zijn voorzien van een onderrand, een bovenrand en een eerste en een tweede zijrand, waarbij de eerste zijrand van een eerste van de zeilen is voorzien van eerste koppelmiddelen en de tweede zijrand van het andere, tweede zeil is voorzien van tweede koppelmiddelen, waarbij de eerste koppelmiddelen van het eerste zeil zijn gekoppeld met de tweede koppelmiddelen van het tweede zeil, welke eerste en tweede koppelmiddelen elk een verticaal georiënteerde strook klittenband (Velcro tape) en een verticaal georiënteerde magneetstrip omvatten, en waarbij de magneetstrip van de eerste koppelmiddelen van het eerste zeil is gekoppeld met de magneetstrip van de tweede koppelmiddelen van het tweede zeil en de klittenband van de eerste koppelmiddelen van het eerste zeil is gekoppeld met de klittenband van de tweede koppelmiddelen van het tweede zeil.
Door de afscherming uit verschillende zeilen op te bouwen zijn deze makkelijker hanteerbaar waardoor de afscherminrichting makkelijk en snel is op te bouwen en af te breken. Door de klittenband kunnen de zeilen gemakkelijk en snel met elkaar gekoppeld worden en de magneetstroken zorgen hierbij voor een gemakkelijk en snel te verwezenlijken gasdichte verbinding die nadien weer eenvoudig is los te maken.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede zeil met de tweede zijrand verbonden met een van de staanders en is van de eerste koppelmiddelen de magneetstrip tussen de eerste zijrand en de klittenband aanwezig en is van de tweede koppelmiddelen de klittenband tussen de tweede zijrand en de magneetstrip aanwezig. De magneetstrippen zullen zo door spanningen in de zeilen of door wapperen van de zeilen door wind niet los van elkaar getrokken worden doordat de stroken klittenband de zeilen stevig tegen elkaar houden.
Om de zeilen zoveel mogelijk allemaal identiek uit te voeren, zodat niet per ongeluk verkeerde zeilen met elkaar gekoppeld worden, is het tweede zeil bij voorkeur tevens voorzien van verdere eerste koppelmiddelen en is het eerste zeil bij voorkeur voorzien van verdere tweede koppelmiddelen.
Bij voorkeur zijn de eerste koppelmiddelen op de van de werkplek afgekeerde achterzijde van het zeil aanwezig en zijn de tweede koppelmiddelen op de naar de werkplek toegekeerde voorzijde van het zeil aanwezig. Hierdoor wordt, mede in samenhang met verdere hierna beschreven uitvoeringsvormen, de kans verkleind dat de zeilen los van elkaar kunnen raken door externe op de zeilen uitgeoefende krachten, zoals bijvoorbeeld windbelasting.
Om een goede afdichting met de ondergrond te verkrijgen is elk zeil bij voorkeur langs de volledige onderrand voorzien van een flap die zich tot voorbij een van de zijranden uitstrekt om zo een overlapping te vormen met de flap van een naburig zeil.
Bij voorkeur is de flap aan de voorzijde van het zeil op de ondergrond aanwezig. Hierdoor wordt, mede in samenhang met hiervoor en hierna beschreven uitvoeringsvormen, de kans verkleind dat de zeilen los van elkaar kunnen raken.
Bij een verdere uitvoeringsvorm heeft de afscherminrichting voorts ten minste twee verzwaarde slangen die op de flappen liggen. Hierdoor wordt een gasdichte afdichting met de ondergrond gewaarborgd en wordt voorkomen dat de flappen opwaaien bij wind.
Om de zeilen gemakkelijk en snel aan te kunnen brengen, zijn de zeilen bij voorkeur opgehangen aan dwarsverbindingen die met de uiteinden zijn verbonden met bovenste uiteinden van de staanders. Voorts zijn hiertoe de zeilen bij voorkeur aan de tweede zijrand voorzien van een aan de onderzijde en bovenzijde open hoes die om een van de staanders aanwezig is.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de afscherminrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de voeten elk een H-vormige plaat omvatten die in het midden is voorzien van verdere koppelmiddelen voor koppeling met een van de staanders. De platte vorm van met name de middelste strip is gunstig om een gasdichte afdichting tussen de flap van het zeil, dat tijdens gebruik over dit deel ligt, en de ondergrond te verkrijgen. Eventueel kan onder tegen de flap een gemakkelijk platdrukbare afdichtstrip aangebracht worden om de gasdichtheid te waarborgen. Voorts is de H-vorm gunstig om een in alle richtingen zo groot mogelijke weerstand tegen omvallen van een met de voet gekoppelde staander te verkrijgen.
Bij een eenvoudige en gemakkelijk te vervaardigen uitvoering zijn de verdere koppelmiddelen gevormd door een uitsteeksels waarover de staander met een hol onderste uiteinde geschoven kan worden.
Beknopte omschrijving van de tekeningen
Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de afscherminrichting volgens de uitvinding. Hierbij toont:
Figuur 1 twee zeilen van de afscherminrichting volgens de uitvinding voordat zij met elkaar gekoppeld worden;
Figuur 2 de volledige afscherminrichting met de beide in figuur 1 weergegeven zeilen aan elkaar gekoppeld en gekoppeld met een beginzeil;
Figuur 3 een detail van de koppeling tussen beide zeilen in doorsnede langs lijn III-III in figuur 1;
Figuur 4 het beginscherm van de afscherminrichting; en
Figuur 5 een voet van de afscherminrichting.
Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen
In figuur 1 zijn twee zeilen 9 en 11 van de afscherminrichting 1 tijdens het opbouwen van de afscherminrichting weergegeven. Bij het opzetten van de afscherminrichting is tussen twee van de staanders een zeil 11 opgehangen en wordt een verder zeil 9 met het tweede zeil gekoppeld. De afscherminrichting is ontworpen om een tijdelijke gasdichte afscherming van een bepaalde hoogte nabij een werkplek op een ondergrond 3 te vormen.
De afscherminrichting 1 heeft ten minste drie voeten 5 en evenzoveel staanders 7 die losneembaar met de voeten zijn verbonden. Koppelstangen 27 zijn op de bovenste uiteinden van de staanders geschoven. Deze koppelstangen vormen dwarsverbindingen via welke de staanders met elkaar worden verbonden. Aan deze koppelstangen zijn de zeilen met een bovenrand 9b, 11b opgehangen. Tussen twee van de staanders 7 is het tweede zeil 11 al opgehangen en het eerste zeil 9, dat ook al aan een koppelstang 27 is opgehangen, wordt met het tweede zeil gekoppeld door het in de richting van de pijl naar het tweede zeil toe te brengen. De zeilen zijn aan een eerste rand 9c, 11c los en zijn aan een tweede zijrand 9d, lid voorzien van een aan de onderzijde en bovenzijde open hoes 29, 31 waarmee de zeilen met de staanders zijn verbonden.
Nabij de eerste zijrand 9c, 11c zijn de zeilen voorzien van eerste koppelmiddelen 13 en 16 en nabij de tweede zijrand 9d, lid zijn de zeilen voorzien van tweede koppelmiddelen 14 en 15. Bij verplaatsing in de richting van de pijl wordt het eerste zeil 9 met de eerste koppelmiddelen 13 gekoppeld met de tweede koppelmiddelen 15 van het tweede zeil 11. De eerste en tweede koppelmiddelen 13, 15 bestaan elk uit een verticale strook klittenband 17a, 17b (Velcro tape) en een verticale magneetstrip 19a, 19b. De beide magneetstrippen 17a en 17b zijn met elkaar verbonden en de beide stoken klittenband 19a en 19b zijn met elkaar verbonden.
De eerste koppelmiddelen 13 en 16 zijn op de van de werkplek afgekeerde achterzijden 9A en 11A van de zeilen aanwezig en de tweede koppelmiddelen 15 zijn op de naar de werkplek toegekeerde voorzijden 11B van de zeilen aanwezig. Bij de eerste koppelmiddelen 13 is de magneetstrip 19a tussen de eerste zijrand 9c en de klittenband 17a aanwezig terwijl bij de tweede koppelmiddelen 15 de klittenband 17b tussen de tweede zijrand lid en de magneetstrip 19b aanwezig is. De magneetstrippen zullen zo door spanningen in de zeilen of door wapperen van de zeilen door wind niet los van elkaar getrokken worden doordat de stroken klittenband de zeilen stevig tegen elkaar houden.
Aan elk zeil 9, 11 is langs de volledige onderrand 9a, 11a een flap 21, 23 bevestigd, die aan de voorzijde 9B, 11B van het zeil 9, 11 op de ondergrond 3 aanwezig is. Deze flappen strekken zich vanaf de tweede zijranden 9d, lid tot voorbij de eerste zijranden 9c, 11c uit zodat zij elkaar overlappen. Op de flappen worden verzwaarde slangen gelegd om een gasdichte afdichting met de ondergrond te verkrijgen en om te voorkomen dat de flappen opwaaien bij wind.
In figuur 3 is ter verduidelijking de koppeling tussen beide zeilen in doorsnede langs lijn III-III in figuur 1 in detail weergegeven. Hierin is duidelijk te zien dat de magneetstrip 17b en klittenband 19b zich op de voorzijde 11B van het tweede zeil 11 bevinden en dat de magneetstrip 17a en klittenband 19a op de achterzijde 9A van het eerste zeil 9 aanwezig zijn. Ook is hierin goed duidelijk dat bij de eerste koppelmiddelen 13 de magneetstrip 19a tussen de eerste zijrand 9c en de klittenband 17a aanwezig is en dat bij de tweede koppelmiddelen 15 de klittenband 17b tussen de tweede zijrand lid en de magneetstrip 19b aanwezig is.
In figuur 2 is de volledige afscherminrichting 1 weergegeven die uit drie zeilen bestaat. Naast de beide hierboven beschreven zeilen 9 en 11 heeft de afscherminrichting voorts een beginzeil 33 dat met beide zijranden is verbonden met de staanders 7. In figuur 4 is dit beginscherm 33 afzonderlijk weergegeven. Aan beide zijranden 33c en 33d is het zeil 33 voorzien van een hoes 32 waar doorheen de staanders 7 steken. Hierbij zijn enkel nabij de tweede zijrand 33d koppelmiddelen aanwezig. Deze koppelmiddelen zijn op de voorzijde 33B van het zeil aangebracht.
Deze koppelmiddelen hebben ook weer een magneetstrip 37 en een strook klittenband 39. Aan de onderrand 33a van het zeil 33 is ook hier een flap 41 aan het zeil bevestigd, die voorbij de tweede zijrand 3 3d uitsteekt. Om te voorkomen dat de flap 41 bij wind los komt van de ondergrond 3 wordt een met granulaat of zand gevulde flexibele slang 25 op de flap 41 gelegd. Nabij de bovenrand 33b van het zeil 33 zijn ophangogen 43 in het zeil aanwezig waar doorheen haken 45 steken die met koorden 47 aan de dwarsverbinding 27 zijn opgehangen.
In figuur 5 is een van de voeten 5 van de afscherminrichting afzonderlijk weergegeven. Deze voet 5 heeft een H-vormige metalen plaat 5A die uit aan elkaar gelaste strippen is vervaardigd. In het midden van de voet bevinden zich verdere koppelmiddelen 5B voor koppeling met een van de staanders. Deze verdere koppelmiddelen 5B zijn gevormd door een pen met ronde doorsnede waarover een staander met een hol onderste uiteinde geschoven kan worden.
De platte vorm van met name de middelste strip is gunstig om een gasdichte afdichting tussen de flap van het zeil, dat tijdens gebruik over dit deel ligt, en de ondergrond te verkrijgen. Eventueel kan onder tegen de flap een gemakkelijk platdrukbare afdichtstrip aangebracht worden om de gasdichtheid te waarborgen. Voorts is de H-vorm gunstig om een in alle richtingen zo groot mogelijke weerstand tegen omvallen van een met de voet gekoppelde staander te verkrijgen.
Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (12)

1. Afscherminrichting voor het op een ondergrond (3) vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming van een bepaalde hoogte nabij een werkplek, omvattende: ten minste drie voeten (5), ten minste drie staanders (7) die losneembaar met de voeten zijn verbonden, ten minste twee gasdichte zeilen (9, 11) die elk verticaal georiënteerd tussen de staanders aanwezig zijn en met de staanders en met elkaar zijn gekoppeld, welke zeilen elk zijn voorzien van een onderrand (9a, 11a), een bovenrand (9b, 11b) en een eerste en een tweede zijrand (9c, 1 lc, 9d, 1 ld), waarbij de eerste zijrand (9c) van een eerste van de zeilen (9) is voorzien van eerste koppelmiddelen (13) en de tweede zijrand (lid) van het andere, tweede zeil (11) is voorzien van tweede koppelmiddelen (15), waarbij de eerste koppelmiddelen (13) van het eerste zeil (9) zijn gekoppeld met de tweede koppelmiddelen (15) van het tweede zeil (11), welke eerste en tweede koppelmiddelen (13, 15) elk een verticaal georiënteerde strook klittenband (17a, 17b) en een verticaal georiënteerde magneetstrip (19a, 19b) omvatten, en waarbij de magneetstrip (19a) van de eerste koppelmiddelen (13) van het eerste zeil (9) is gekoppeld met de magneetstrip (17b) van de tweede koppelmiddelen (15) van het tweede zeil (11) en de klittenband (19a) van de eerste koppelmiddelen (13) van het eerste zeil (9) is gekoppeld met de klittenband (19b) van de tweede koppelmiddelen (15) van het tweede zeil (11).
2. Afscherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede zeil (11) met de tweede zijrand (lid) is verbonden met een van de staanders (7) en van de eerste koppelmiddelen (13) de magneetstrip (19a) tussen de eerste zijrand (9c) en de klittenband (17a) aanwezig is en van de tweede koppelmiddelen (15) de klittenband (17b) tussen de tweede zijrand (lid) en de magneetstrip (19b) aanwezig is.
3. Afscherminrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het tweede zeil (11) tevens is voorzien van verdere eerste koppelmiddelen (16).
4. Afscherminrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het eerste zeil (9) tevens is voorzien van verdere tweede koppelmiddelen (14).
5. Afscherminrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de eerste koppelmiddelen (13) op de van de werkplek afgekeerde achterzijde (9A) van het eerste zeil (9) aanwezig zijn en de tweede koppelmiddelen (15) op de naar de werkplek toegekeerde voorzijde (11B) van het tweede zeil (11) aanwezig zijn.
6. Afscherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk zeil (9, 11) langs de volledige onderrand (9a, 11a) is voorzien van een flap (21, 23) en zich tot voorbij een van de zijranden (9c, 1 lc) uitstrekt.
7. Afscherminrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de flap (21, 23) aan de voorzijde (9B, 11B) van het zeil (9, 11) op de ondergrond (3) aanwezig is.
8. Afscherminrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de afscherminrichting voorts ten minste twee verzwaarde slangen (25) omvat die op de flappen (21, 23) liggen.
9. Afscherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afscherminrichting dwarsverbindingen (27) omvat die met de uiteinden zijn verbonden met bovenste uiteinden van de staanders (7) en waaraan de zeilen (9, 11) zijn opgehangen.
10. Afscherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zeilen (9, 11) aan de tweede zijrand (9b, 1 lb) zijn voorzien van een aan de onderzijde en bovenzijde open hoes (29, 31) die om een van de staanders (7) aanwezig is.
11. Afscherminrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voeten (5) elk een H-vormige plaat (5A) omvatten die in het midden is voorzien van verdere koppelmiddelen (5B) voor koppeling met een van de staanders.
12. Afscherminrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de verdere koppelmiddelen (5B) gevormd zijn door een uitsteeksels waarover de staander (7) met een hol onderste uiteinde geschoven is.
NL2015488A 2015-09-22 2015-09-22 Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming. NL2015488B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015488A NL2015488B1 (nl) 2015-09-22 2015-09-22 Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015488A NL2015488B1 (nl) 2015-09-22 2015-09-22 Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2015488B1 true NL2015488B1 (nl) 2017-04-20

Family

ID=58633641

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015488A NL2015488B1 (nl) 2015-09-22 2015-09-22 Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2015488B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR102385170B1 (ko) 낙하물 방지용 보호망 설치장치 및 설치방법
NL2015488B1 (nl) Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming.
NL2015489B1 (nl) Afscherminrichting voor het op een ondergrond vormen van een tijdelijke gasdichte afscherming.
CN209103099U (zh) 球幕投影系统
EP2250948A1 (en) Outdoor christmas tree assembly
US20190022447A1 (en) Trampoline safety enclosure
KR101345966B1 (ko) 외력에 순응하는 기능성 펜스의 지주 구조
CN106556538B (zh) 多角度拉伸测试结构
NL1029553C2 (nl) Systeem voor het afwerken van een rand tussen een plafond en een wand.
CN208981741U (zh) 施工架系统及其施工架结构
CN204552057U (zh) 用于高空作业的吊篮
KR20160000063U (ko) 폴딩 텐트 프레임
GB2507847A (en) Scaffolding Safety Equipment
CN207484944U (zh) 夹扣式附墙装置
CN204252022U (zh) 一种可移动式钢箱梁翼缘板焊接操作平台
JP2017172312A (ja) 簡易トイレハウス
CN205894636U (zh) 用于钢构高空焊接作业的吊笼装置
JP6541458B2 (ja) 地絡防止絶縁カバー
CN204326694U (zh) 便携式折叠遮篷
KR20210002081U (ko) 접이식 안전발판이 구비된 사다리
CN218932883U (zh) 一种防高压可折叠悬吊作业平台
JP2015108249A (ja) 吊り天井の回り縁構造
JP5996890B2 (ja) 足場装置
NL1023581C2 (nl) Staander voor gebruik in de bouw.
CN217231499U (zh) 分离式双幅桥梁防撞墙施工吊篮