NL2015482B1 - Funderingselement uit met polymeer versterkt beton. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een funderingselement vervaardigd uit een met polymeer versterkt beton en bestaande uit een langwerpig funderingslichaam dat aan een eerste kops uiteinde een in axiale richting taps toelopende koppelprojectie omvat, en dat aan het tegenovergelegen tweede kopse uiteinde een corresponderende taps toelopende koppeluitsparing omvat. Het funderingslichaam is voorzien van een zich in axiale richting van het funderingslichaam uitstrekkende doorgaande boring. Met het funderingselement is een funderingspaal vormbaar. Daarbij kan een eerste funderingselement met een tweede funderingselement verbonden worden. De verbinding kan eenvoudig en snel plaats vinden. De funderingslichamen kunnen eenvoudig en snel met elkaar verlijmd worden.

Description

Korte aanduiding: Funderingselement uit met polymeer versterkt beton Beschrijving

De uitvinding betreft een funderingselement voor het vormen van een funderingspaal voor een fundering van een gebouw, alsmede een funderingspaal en een werkwijze voor het vormen van een funderingspaal.

Funderingspalen en werkwijzen voor plaatsen daarvan in een bodem zijn algemeen bekend.

Ten behoeve van het opnieuw funderen van bestaande gebouwen wordt volgens de stand van techniek gebruik gemaakt van het principe van drukken. Omdat de beschikbare ruimte bij bestaande gebouwen beperkt is, dienen de funderingspalen uit segmenten gevormd te zijn. De segmenten worden één voor één in de grond gedrukt. Er worden stalen buissegmenten gebruikt, die vervolgens gevuld worden met beton en eventueel voorzien worden van een wapening.

Het is een nadeel van de bekende funderingspaal dat het plaatsen daarvan tijdrovend is, aangezien de gebruikte stalen buissegmenten nauwkeurig waterdicht aan elkaar gelast dienen te worden. Als de buissegmenten niet waterdicht afgelast zijn, dringt het water in de buis, en zal deze eerste leeggezogen moeten worden. Vervolgens kan de buis gevuld worden met beton voor het verkrijgen van de noodzakelijke sterkte voor de drukbelasting. Dit maakt de bekende funderingspaal en de bekende werkwijze relatief duur.

Uit EP 2 620 552 B1 is een funderingselement bekend, met een funderingslichaam uit polymeerbeton, die voorzien is van een metalen staaf of buis. De staaf of buis dient als wapeningselement voor het opnemen van drukkrachten en trekkrachten op het funderingselement. Alhoewel dit funderingselement aanzienlijke verbeteringen verschaft, met name in het sneller, eenvoudiger en goedkoper kunnen plaatsen van een funderingspaal, is dit funderingselement voor verbetering vatbaar.

Het is derhalve een doel van de uitvinding, om te voorzien in een verbeterd funderingselement, waarmee nog sneller, eenvoudiger en goedkoper gewerkt kan worden, met name bij het opnieuw funderen van bestaande gebouwen.

Met dit doel voor ogen verschaft de uitvinding een funderingselement vervaardigd uit een met polymeer versterkt beton volgens conclusie 1. Volgens de uitvinding bestaat het funderingselement uit een polymeerbeton (PC), een beton waarbij gebruik gemaakt wordt van polymeren voor het ondersteunen of vervangen van cement als bindmiddel, zoals bijvoorbeeld polymeerbeton met onverzadigd polyesterhars (UP), polymeerbeton met methylmethacrylaat (MMA), polymeerbeton met epoxyhars (EP), of een andere soortgelijke of aanverwante composiet. In het bijzonder geschikt is HSB (hoge sterkte beton), bij de vakman ook wel bekend als polymer-Portland-cement concrete, bij voorkeur in een hoge kwaliteitsklasse. Het polymeerbeton of aanverwante composiet is uitstekend bestand tegen drukbelastingen, waardoor het een bijzonder geschikt materiaal is om gebruikt te worden als funderingselement. Tevens is het polymeerbeton bestendig tegen corrosie. Het polymeerbeton is verder relatief eenvoudig te vervaardigen, bijvoorbeeld als prefab-element. Volgens de onderhavige uitvinding heeft het funderingslichaam aan een eerste kops uiteinde een in axiale richting taps toelopende koppelprojectie, en aan het tegenovergelegen tweede kopse uiteinde een corresponderende taps toelopende koppeluitsparing. De koppelprojectie is ingericht om nauwkeurig te passen in de koppeluitsparing. Verder is het funderingslichaam voorzien van een zich in axiale richting van het funderingslichaam uitstrekkende doorgaande boring. Hiermee wordt in feite een hol funderingselement uit polymeerbeton verkregen, dat aan beide kopse uiteinden voorzien is van taps toelopende koppelverbindingen. Door het taps toelopen in de verbinding, en het hol uitvoeren van het funderingslichaam, zal het funderingselement dat slechts bestaat uit polymeerbeton geschikt zijn voor het opnemen van drukkrachten en trekkrachten, waarmee beschadiging van het funderingselement, ten gevolge van krachten in een richting dwars op de langsrichting, tegen gegaan wordt. Opgemerkt wordt daarbij dat, anders dan in EP 2 620 552 B1 het geval is, er bij het funderingselement volgens de onderhavige uitvinding geen metalen staaf of buis voorzien hoeft te worden, maar dat door de bijzondere vormgeving zoals hierboven beschreven een funderingselement dat bestaat uit polymeerbeton volstaat. Het funderingselement volgens de onderhavige uitvinding is dus vrij van een wapeningselement uitgevoerd, waardoor het funderingselement goedkoper kan worden uitgevoerd, maar tevens bij gelijke lengte minder zwaar is dan het thans bekende funderingselement.

Het funderingslichaam volgens de onderhavige uitvinding is ten gevolge van de doorgaande boring hol uitgevoerd, bijvoorbeeld in hoofdzaak buisvormig of kokervormig, waardoor het holle gedeelte van het funderingselement kan dienen als zogeheten sparing voor eventueel benodigde of gewenste leidingen, in het bijzonder voor toepassingen bij bijvoorbeeld geothermische energie, of winning van vloeibare of gasvormige stoffen en/of materialen op matige diepte. Indien gewenst kan het inwendige van het funderingselement, na plaatsing, worden opgevuld.

Bij het vervaardigen van de ronde vorm kan gebruik gemaakt worden van een buismal met een ingietopening aan de bovenzijde daarvan. Het polymeerbeton wordt ingegoten via de ingietopening, en de ingietopening wordt afgesloten met een klep. De buitenzijde van het funderingselement is na harding ter plaatse van de ingietopening niet echt rond maar vlak. Nadelig is verder dat het schoonmaken van de buismal relatief omslachtig is.

In een bijzonder de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm heeft het funderingselement een in hoofdzaak rechthoekige buitenomtrek. Daarmee wordt bedoeld dat de buitenomtrek van het funderingselement rechthoekig, in het bijzonder vierkant, is. De boring is daarbij in het bijzonder rond uitgevoerd. De vervaardiging kan plaatsvinden met behulp van een rechthoekige kokermal met ingietopening. Deze uitvoeringsvorm is vanuit een kostenoogpunt zo’n 25 % tot 30 % voordeliger dan de hierboven vermelde ronde buitenomtrek van het funderingselement, met name doordat het schoonmaken van de kokermal eenvoudiger is.

In een andere uitvoeringsvorm, vormt de doorgaande boring een stromingsbuis voor het daar vanaf het ene uiteinde van het funderingselement naar het andere uiteinde van het funderingselement doorheen voeren van een stroombaar medium. De wand van de doorgaande boring kan hiertoe voorzien zijn van een voor dit doel geschikte coating.

Het funderingslichaam is volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd dat de koppelprojectie aan het eerste uiteinde is ingericht om nauwsluitend aan te sluiten op een koppeluitsparing van een tweede uiteinde van een verder funderingslichaam. Door verlijming van het kopvlak van een eerste funderingslichaam aan het staartvlak van een tweede funderingslichaam kan een snelle, waterdichte en vormsluitende verbinding tussen de funderingslichamen verkregen worden.

Om het modulaire karakter van het funderingslichaam te bevorderen, heeft het de voorkeur wanneer een kopvlak aan een eerste uiteinde is ingericht om met enige speling aan te sluiten op een kopvlak van een tweede uiteinde van hetzelfde funderingslichaam. Met enige speling wordt bedoeld dat er een geringe ruimte is tussen de kopvlakken, in het bijzonder van slechts enkele millimeters, welke gebruikt kan worden voor het aanbrengen van een lijm. Door gebruikmaking hiervan, kan het bevestigen van het eerste funderingselement met het tweede funderingselement eenvoudig en snel plaats vinden door verlijming, waarbij de lijm de speling opvult voor het verkrijgen van een vormsluitende verbinding met het onderste uiteinde van het tweede funderingselement. Hiermee is een snelle en waterdichte verbinding mogelijk. Een geschikte lijmsoort is bijvoorbeeld een geschikte mortel of tweecomponenten kit. Voor het verkrijgen van enige speling, kan in een uitvoeringsvorm de axiale dimensie van de koppelprojectie groter zijn dan de axiale dimensie van de koppeluitsparing.

Een optimale opname van druk- en trekkrachten zal mogelijk zijn wanneer de verhouding tussen een diameter (doorsnede) van de doorgaande boring en de diameter (doorsnede) van het funderingslichaam gelegen is in het bereik van 1:2 en 1:4, en in het bijzonder in hoofdzaak gelijk is aan ongeveer 1:3. Door toepassing van een boring met een dergelijke afmeting zal het funderingselement in staat zijn om druk- en trekkrachten beter op te nemen, in het bijzonder doordat door het vrijmaken van het centraal gedeelte van het funderingselement uit polymeerbeton er relatief minder spanningsverschillen in het funderingselement optreden, waardoor het funderingselement volgens de onderhavige uitvinding minder snel kapot zal gaan en/of scheuren.

Om de drukkrachten en trekkrachten zo effectief mogelijk te kunnen opnemen, heeft het de voorkeur wanneer de boring, de koppelprojectie, de koppeluitsparing en het funderingslichaam in hoofdzaak concentrisch zijn uitgevoerd, voor het verkrijgen van een in hoofdzaak symmetrisch funderingselement. De doorgaande boring is in het bijzonder concentrisch ten opzichte van de axiale as van het funderingselement.

Voor het goed doorleiden van krachten en spanningen tussen een veelheid met elkaar verbonden funderingselementen, heeft het de voorkeur wanneer de koppelprojectie en de koppeluitsparing taps verlopen onder een hoek ten opzichte van de longitudinale as van het funderingslichaam, welke hoek gelegen is in het bereik van 8° tot 12°.

Volgens een aspect van de uitvinding voorziet deze in een funderingspaal omvattende een aantal op elkaar gestapelde en met elkaar verbonden funderingselementen volgens de onderhavige uitvinding. De funderingspaal kan in het bijzonder een funderingspaal uit een met polymeer versterkt beton zijn. De doorgaande boringen van de toegepaste funderingselementen kunnen opgevuld zijn, in het bijzonder met beton of met polymeer versterkt beton of soortgelijk materiaal.

Volgens een aspect van de uitvinding voorziet deze in een werkwijze voor het aanbrengen van een funderingspaal in een bodem, omvattende de stappen van het verschaffen van een eerste funderingselement volgens de uitvinding, alsmede het verschaffen van een tweede funderingselement volgens de uitvinding. De werkwijze omvat de verdere stappen van: A. het in de bodem aanbrengen van het eerste funderingselement; B. het op het eerste funderingselement bevestigen van een tweede funderingselement voor het vormen van ten minste een gedeelte van een funderingspaal; alsmede C. het in de bodem aanbrengen van de in stap B verkregen funderingspaal.

Het aanbrengen kan gebeuren met een daartoe geschikte techniek, zoals bijvoorbeeld drukken, slaan (heien) of boren, of een aanverwante techniek. Combinaties van deze technieken zijn eventueel ook denkbaar. De vakman zal in staat zijn om een geschikte techniek toe te passen. In een uitvoeringsvorm heeft drukken echter de voorkeur.

Het bevestigen omvat het plaatsen van de koppelprojectie van het tweede funderingselement op de koppeluitsparing van het eerste funderingselement. Het bevestigen kan de stap van het verlijmen omvatten.

De werkwijze kan de aanvullende stappen van het verschaffen van een of meer verdere funderingselementen volgens de uitvinding, en het op de gevormde funderingspaal bevestigen van deze een of meer verdere funderingselementen.

Zoals reeds vermeld, heeft het de voorkeur wanneer in stap B. het eerste en het tweede funderingselement door middel van een lijmmiddel met elkaar verlijmd worden, zoals bijvoorbeeld 2-componentenlijm.

De uitvinding zal navolgend ter illustratie worden toegelicht aan de hand van een figuurbeschrijving en bijbehorende figuren, waarin tonen:

Fig. 1 - een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een funderingselement volgens de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 - een schematisch zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een funderingselement volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 3 - een schematisch zijaanzicht van een funderingspaal met funderingselementen volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een zijaanzicht van een funderingselement 2. Het funderingselement 2 bestaat volgens de uitvinding uit slechts een funderingslichaam 4. Dit funderingslichaam is in hoofdzaak vervaardigd uit een met polymeer versterkt beton. Geschikt met polymeer versterkt beton is bijvoorbeeld polymeerbeton (PC), polymeerbeton met onverzadigd polyesterhars (UP), polymeerbeton met methylmethacrylaat (MMA), Hoge Sterkte Beton (HBS) of polymeerbeton met epoxyhars (EP). Uiteraard zijn andere soortgelijke of aanverwante composieten bruikbaar. Het funderingslichaam 4 omvat verder een concentrisch geplaatste doorgaande boring 5 (gestippeld weergegeven), welke zich in hoofdzaak in een langsrichting L van het funderingslichaam 4 uitstrekt. Aan een bovenzijde van het funderingslichaam 4 is deze voorzien van een taps verlopende koppeluitsparing 8. Aan een tegenovergelegen kops uiteinde is het funderingslichaam 4 voorzien van een taps verlopende koppelprojectie 9. De koppelprojectie 9 en de koppeluitsparing 8 verlopen op corresponderende wijze taps onder een hoek ten opzichte van de longitudinale as L, hetgeen wil zeggen dat de respectievelijke buitenwanden 18, 19 van de koppeluitsparing 8 en de koppelprojectie 9 zich onder een hoek ten opzichte van de longitudinale as uitstrekken, waarbij de hoek gelegen kan zijn in het bereik van 8° tot 12°. De koppelprojectie 9 is bij voorkeur voorzien van kleinere afmetingen dan de koppeluitsparing 8, zodanig dat de koppelprojectie 9 met enige speling past in de koppeluitsparing 8 van een verder funderingselement 2, waarbij die speling opvulbaar is door middel van een lijmmiddel voor het verkrijgen van nauw aansluitende funderingselementen 2. Om die reden ook heeft de koppelprojectie 9 bij voorkeur een grotere axiale afmeting (in de richting van pijl L) dan de axiale afmeting van de koppeluitsparing 8. Dit betekent dat tussen aansluitende kopse vlakken A, B ook een speling aanwezig is, welke opvulbaar is met een lijmmiddel. Juist doordat hier een speling tussen kopse vlakken aanwezig is, zal het aangebrachte lijmmiddel tijdens het samenstellen van de funderingspaal niet weggedrukt kunnen worden, maar op zijn plek blijven, hetgeen de onderlinge verbinding ten goede komt.

Fig. 2 laat een doorsnede zien door de longitudinale as van het funderingselement 2 uit Fig. 1. Hier is goed te zien dat het funderingselement 2 bestaat uit een funderingslichaam 4 met integraal daarin gevormde koppelprojectie 9, koppeluitsparing 8 en een doorgaande boring 5 welke zich over de volledige axiale lengte van het funderingslichaam 4, met inbegrip van de koppelprojectie 9 en tot aan de koppeluitsparing 8, uitstrekt. Zoals te zien is in Fig. 2, zijn de doorgaande boring 5, de koppelprojectie 9, de koppeluitsparing 8 en het funderingslichaam 4 in hoofdzaak concentrisch uitgevoerd. Het funderingslichaam 4 kan buisvormig of kokervormig zijn uitgevoerd, doordat de buitenomtrek 14 van het funderingslichaam een circelvormige of rechthoekige (vierkante) dwarsdoorsnede heeft. Andere holle vormen zijn echter ook denkbaar voor het funderingslichaam 4. De doorgaande boring 5 (begrensd door wand 15 in Fig. 2) heeft bij voorkeur een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Door deze vorm is het funderingselement 2 relatief eenvoudig integraal uit polymeerbeton vervaardigbaar.

Het funderingslichaam 4 van het met polymeer versterkt beton, voorzien van de doorgaande boring 5 en met de zoals hierboven beschreven uitgevoerde koppelprojectie 9 en koppeluitsparing 8, zorgt op verrassende wijze voor een funderingselement dat goed in staat is om drukkrachten en trekkrachten op het funderingselement 2 op te nemen, zonder dat daarbij een metalen wapeningsorgaan noodzakelijk is. Hierdoor is het funderingselement 2 volgens de onderhavige uitvinding geschikt om als onderdeel van de funderingspaal 1 te dienen.

Een dergelijke funderingspaal 1 wordt getoond in Fig. 3. Te zien is dat enkele funderingselementen 2a-c op elkaar geplaatst zijn. Elk funderingselement 2a-2c omvat een volledig uit polymeerbeton (PC) vervaardigd funderingslichaam 4a-4c met een concentrisch voorziene doorgaande boring 5a-5c. De funderingselementen 2a-2c zijn op elkaar geplaatst. Om een stevige verbinding tussen de funderingselementen tot stand te brengen, is gebruik gemaakt van een koppeling tussen de koppelprojectie van een bovenste funderingslichaam op een koppeluitsparing van een daaronder gelegen funderingslichaam. Zo is de verbinding 22 tot stand gebracht door koppeling van de koppelprojectie van funderingslichaam 4b te plaatsen op de koppeluitsparing van funderingslichaam 4c, en is verbinding 21 tot stand gebracht door koppeling van de koppelprojectie van funderingslichaam 4a te plaatsen op de koppeluitsparing van funderingslichaam 4b. De naastgelegen funderingslichamen met de koppelprojecties en -uitsparingen zorgen voor een verbeterde en vereenvoudigde koppeling, die toch goed bestand is tegen druk- en trekkrachten. Aangrenzende kopvlakken van naastgelegen funderingslichamen 4a-4c zijn met enige speling ten opzichte van elkaar voorzien, om ruimte te bieden voor een goede en stevige onderlinge verlijming.

In de funderingspaal 1 van Fig. 3 kan de doorgaande boring 5a-5c functioneren als een stromingsbuis, voor het daar vanaf het ene uiteinde van het funderingselement naar het andere uiteinde van het funderingselement doorheen voeren van een stroombaar medium. De doorgaande boring 5a-5c kan verder gebruikt worden voor het daar doorheen voeren van leidingen, bijvoorbeeld vloeistofleidingen en/of elektrische leidingen, bijvoorbeeld ten behoeve van geothermische warmtetechnieken.

Voor het vormen van een funderingspaal in een bodem kan de hierna beschreven werkwijze gehanteerd worden.

Ten eerste wordt naar wens een eerste funderingselement in de bodem aangebracht, door middel van drukken, boren, of heien, of een andere geschikte techniek. Dit eerste funderingselement 2c kan volgens de onderhavige uitvinding zijn uitgevoerd, maar naar wens ook zijn uitgevoerd als een funderingselement met voet, hetgeen op zich voor de vakman bekend is. Dit eerste funderingselement met voet kan volledig bestaan uit polymeerbeton, alhoewel dit voor de uitvinding niet wezenlijk is. Het aanbrengen van het eerste funderingselement 2c gebeurt over een zodanige lengte, dat de bovenzijde van het eerste funderingselement 2c op ongeveer dezelfde hoogte geplaatst is als het bodemoppervlak B (grondniveau). Nu kan een verder funderingselement 2b er bovenop bevestigd worden. Bevestigen gebeurt door middel van verlijming van de koppelprojectie met de koppeluitsparing, voor het tot stand brengen van een verlijmde verbinding 22. Bijzonder voordelig hierbij is dat het bevestigen van het eerste funderingselement met het tweede funderingselement eenvoudig en snel plaats kan vinden. Daarbij kan bijvoorbeeld een 2-componentenlijm gebruikt worden. Na de bevestiging, kan het samenstel 4c, 4b van de aldus gevormde funderingspaal 1 in de bodem gedrukt, geslagen (geheid) worden, of anderszins worden aangebracht, wederom totdat het verdere funderingslichaam 4b juist op ongeveer dezelfde hoogte als het bodemoppervlak B geplaatst is. Nu kan er wéér een verder funderingselement 2a op de funderingspaal 1 bevestigd worden, en dit samenstel kan ook in de bodem aangebracht worden, door deze te drukken, te slaan (heien), te boren, of anderszins aan te brengen. De genoemde stappen kunnen zich eventueel nogmaals herhalen, totdat de gewenste lengte van de funderingspaal bereikt is.

Voor de in Fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm geldt dan nog dat een geïnjecteerde voet 11 gevormd kan worden door vanaf de bovenzijde B via de doorgaande boring een daartoe geschikt medium in te voeren, welke naar onder toe zal stromen, totdat het het uiteinde van de doorgaande boring 5c bereikt. Hier zal het vloeibare medium in de bodem stromen. Na uitharding, is de voet 11 van de funderingspaal 1 gevormd. De voet kan op een voor de vakman bekende wijze zijn uitgevoerd, hiervoor wordt bijvoorbeeld verwezen naar het eerder genoemde EP 2 620 552 B1.

Typische afmetingen van de in Fig. 1 en 2 getoonde funderingslichamen worden ter illustratie beschreven. De lengte kan ongeveer 500 mm zijn, bij een buitendiameter van ongeveer 160 mm. De diameter van de doorgaande boring kan ongeveer 50 mm bedragen. De koppelprojectie strekt zich in axiale richting uit tot voorbij het kopvlak met ongeveer 30 mm. De afstand tussen de twee kopvlakken is daarmee ongeveer 470 mm. De koppelprojectie heeft bijvoorbeeld een basisdiameter van 120 mm en een topdiameter van 116 mm. De koppeluitsparing kan met ongeveer 25 mm dieper gelegen zijn ten opzichte van het bijbehorende kopvlak. De basisdiameter is ongeveer 120 mm, en de diameter nabij het kopvlak is ongeveer 124 mm. Bij deze afmetingen is de verhouding tussen een diameter van de doorgaande boring en de diameter van het funderingslichaam ongeveer gelijk aan 1:3. De verhouding kan volgens de uitvinding echter in het bijzonder gelegen zijn in het bereik van 1:2 en 1:4. Verder is de verhouding tussen een axiale dimensie van de koppelprojectie en een diameter van de doorgaande boring gelijk aan ongeveer 1:2, maar deze kan in het bereik van 1:1 en 1:3 gelegen zijn.

Opgemerkt wordt, dat het in de bodem aanbrengen van de funderingselementen zoals hierboven omschreven, op velerlei manieren mogelijk is, en dat uitsluitend ter illustratie gesproken is over drukken, slaan, heien, boren of anderszins aanbrengen. De uitvinding is echter niet beperkt tot de wijze van aanbrengen van het funderingselement.

Het funderingselement volgens de onderhavige uitvinding is geschikt voor renovatiewerkzaamheden, voor het vervangen van een fundering bij een reeds bestaand gebouw. Het funderingselement is echter ook geschikt voor nieuwbouw, in het bijzonder voor nieuwbouw op kleine binnenstedelijke percelen waar uitsluitend geluidsarm en trillingvrij funderen is toegestaan. Een funderingselement met grotere dan hierboven genoemde afmetingen kan daarbij uitstekend als funderingselement voor de aan te brengen funderingspalen dienst doen. De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven genoemde maatvoering.

Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding hierboven is beschreven aan de hand van enkele de voorkeur hebbende uitvoeringsvormen, en dat binnen het kader van de uitvinding diverse alternatieve en/of equivalente uitvoeringsvormen denkbaar zijn, welke mogelijk binnen de gevraagde beschermingsomvang van de navolgende conclusies vallen.

Claims (12)

1. Funderingselement vervaardigd uit een met polymeer versterkt beton en bestaande uit een langwerpig funderingslichaam uit met polymeer versterkt beton dat aan een eerste kops uiteinde een in axiale richting taps toelopende koppelprojectie omvat, en dat aan het tegenovergelegen tweede kopse uiteinde een corresponderende taps toelopende koppeluitsparing omvat, waarbij het funderingslichaam voorzien is van een zich in axiale richting van het funderingslichaam uitstrekkende doorgaande boring.

2. Funderingselement volgens conclusie 1, waarbij de verhouding tussen een diameter van de doorgaande boring en de diameter van het funderingslichaam gelegen is in het bereik van 1:2 en 1:4, en in het bijzonder in hoofdzaak gelijk is aan ongeveer 1:3.

3. Funderingselement volgens conclusie 1, of 2, waarbij de verhouding tussen een axiale dimensie van de koppelprojectie en een diameter van de doorgaande boring gelegen is in het bereik van 1:1 en 1:3, en in het bijzonder in hoofdzaak gelijk is aan 1:2.

4. Funderingselement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de doorgaande boring, de koppelprojectie, de koppeluitsparing en het funderingslichaam in hoofdzaak concentrisch zijn.

5. Funderingselement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het funderingslichaam in hoofdzaak buisvormig of kokervormig is uitgevoerd.

6. Funderingselement volgens conclusie 5, waarbij het funderingselement een rechthoekige buitenomtrek heeft, en waarbij de boring een ronde dwarsdoorsnede heeft.

7. Funderingselement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de koppelprojectie en de koppeluitsparing taps verlopen onder een hoek in het bereik van 8° tot 12° ten opzichte van de longitudinale as van het funderingslichaam.

8. Funderingselement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de axiale dimensie van de koppelprojectie groter is dan de axiale dimensie van de koppeluitsparing.

9. Funderingspaal uit een met polymeer versterkt beton, omvattende een aantal op elkaar gestapelde en met elkaar verbonden funderingselementen volgens een van de voorgaande conclusies.

10. Werkwijze voor het aanbrengen van een uit polymeerbeton vervaardigde funderingspaal in een bodem, omvattende de stappen van het verschaffen van een eerste funderingselement volgens een van de conclusies 1 tot en met 8, alsmede het verschaffen van een tweede funderingselement volgens een van de conclusies 1 tot en met 8, waarbij de werkwijze de verdere stappen omvat van; A. het in de bodem aanbrengen van het eerste funderingselement; B. het op het eerste funderingselement bevestigen van een tweede funderingselement voor het vormen van ten minste een gedeelte van een funderingspaal; alsmede C. het in de bodem aanbrengen van de aldus gevormde funderingspaal.

11. Werkwijze volgens conclusies 10, waarbij in stap B. het eerste en het tweede funderingselement door middel van een lijmmiddel met elkaar verlijmd worden.

12. Gebruik van een funderingselement volgens een van de conclusies 1 tot en met 8 als vijzelelement voor het verticaal omhoog brengen van een voorwerp of constructie.