NL2014368B1 - Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting. - Google Patents

Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting. Download PDF

Info

Publication number
NL2014368B1
NL2014368B1 NL2014368A NL2014368A NL2014368B1 NL 2014368 B1 NL2014368 B1 NL 2014368B1 NL 2014368 A NL2014368 A NL 2014368A NL 2014368 A NL2014368 A NL 2014368A NL 2014368 B1 NL2014368 B1 NL 2014368B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
upright
tensioning element
tensioning
walls
foundation
Prior art date
Application number
NL2014368A
Other languages
English (en)
Inventor
Weijma Dirk
Koornneef Pieter
Original Assignee
De Hoop Pekso Productie B V
Hordijk Eps Verpakkingen En Isolatieproducten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by De Hoop Pekso Productie B V, Hordijk Eps Verpakkingen En Isolatieproducten B V filed Critical De Hoop Pekso Productie B V
Priority to NL2014368A priority Critical patent/NL2014368B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014368B1 publication Critical patent/NL2014368B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D27/00Foundations as substructures
    • E02D27/01Flat foundations
    • E02D27/02Flat foundations without substantial excavation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting, welke meerdelige funderingsbekisting een bodemsectie met een bovenzijde en een onderzijde, en opstaande wanden, omvat. Voor het beperken van het wijken van de opstaande wanden wanneer de funderingsbekisting met beton wordt gevuld wordt gebruik gemaakt van - een eerste spanelement en een tweede spanelement die lussen omvatten; en - een eerste opstaand verstijvingselement en een tweede opstaand verstijvingselement, welke in een toestand waarin zij tegen de opstaande wanden afsteunen middels de spanelementen op hun plaats worden gehouden.

Description

Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting, welke meerdelige funderingsbekisting - een bodemsectie met een bovenzijde en een onderzijde, en - opstaande wanden, omvat; waarbij op de bodemsectie wapening wordt geplaatst, de bodemsectie van de opstaande wanden wordt voorzien onder oplevering van de funderingsbekisting, beton in de funderingsbekisting wordt gebracht, en het beton de gelegenheid wordt gegeven uit te harden onder oplevering van de fundering.
Het gebruik van een funderingsbekisting volgens de aanhef is uit de praktijk bekend. De funderingsbekisting is een zogeheten verloren funderingsbekisting. Een dergelijke funderingsbekisting wordt gevormd door twee parallelle opstaande wanden, welke aan hun onderzijde op een bodemsectie rusten. Doordat bij de bekende meerdelige funderingsbekisting de bodemsectie niet integraal met de opstaande wanden verbonden is, kan op de bouwplaats eerst de bodemsectie op de ondergrond (aarde) worden geplaatst, wordt daarop de wapening geplaatst, en worden pas daarna de wanden op de bodemsectie geplaatst. Aldus kan de wapening op relatief ergonomische verantwoorde wijze worden aangebracht.
Een probleem is dat door het vullen van de meerdelige funderingsbekisting de opstaande wanden, die gebruikelijk van EPS zijn vervaardigd, gaan wijken. Dit kan ook leiden tot lekkage van beton dat in de meerdelinge funderingsbekisting wordt gegoten. Om dit wijken te verminderen is het bekend om de opstaande wanden van zich in lengterichting van de bekisting uitstrekkende regels (latten) te voorzien, eventueel geschoord met opstaande stutpalen. De regels van tegenoverliggende wanden worden middels beugels met elkaar verbonden om het wijken van de opstaande wanden tegen te gaan.
Het aanbrengen van regels is maatwerk en tijdrovend. Dit is een tijdrovend aspect van deze werkwijze, en derhalve een groot nadeel. Na uitharden kunnen de stutpalen, beugels en eventueel ook de regels worden verwijderd (waardoor zij kunnen worden hergebruikt) of kan daarvan (deels) worden afgezien (hetgeen tijd bespaart).
De uitvinding heeft tot doel een werkwijze te verschaffen waarmee op een bouwplaats op een kostenbesparende wijze een fundering kan worden verschaft.
Hiertoe wordt een werkwijze volgens de aanhef gekenmerkt doordat de opstaande wanden - een eerste opstaande wand met een eerste buitenzijde en een eerste binnenzijde; en - een tweede opstaande wand met een tweede buitenzijde en een tweede binnenzijde; omvatten; waarbij voor het tegengaan van het wijken van de opstaande wanden gebruik wordt gemaakt van - een eerste spanelement en een tweede spanelement, waarbij deze spanelementen elk een eerste lussectie welke deel uitmaakt van een gesloten lus en een tweede lussectie welke deel uitmaakt van een al dan niet dezelfde gesloten lus omvatten, waarbij de lussecties van een spanelement met elkaar zijn verbonden; en - een eerste opstaand verstijvingselement en een tweede opstaand verstijvingselement, waarbij elk verstijvingselement een eerste uiteinde en een tweede uiteinde bezit; waarbij de werkwijze de stappen omvat van - het in een lager dan de eerste opstaande wand en dan de tweede opstaande wand verschaft eerste spanelement steken van het eerste uiteinde van het eerste opstaande verstijvingselement en het tegen de eerste buitenzijde van de eerste opstaande wand afsteunen van het eerste opstaande verstijvingselement; - het in het eerste spanelement steken van het eerste uiteinde van het tweede opstaande verstijvingselement en het tegen de tweede buitenzijde van de tweede opstaande wand afsteunen van het tweede opstaande verstijvingselement; en - het boven de opstaande wanden verbinden van i) het tweede uiteinde van het tegen de eerste buitenzijde van de eerste opstaande wand afgesteunde eerste opstaande verstijvingselement in een toestand waarbij het tweede uiteinde van het genoemde eerste opstaande verstijvingselement boven de bovenzijde van de eerste opstaande wand uitsteekt met ii) het tweede uiteinde van het tegen de tweede buitenzijde van de tweede opstaande wand afgesteunde tweede opstaande verstijvingselement in een toestand waarbij dit tweede opstaande verstijvingselement met het tweede uiteinde ervan boven de bovenzijde van de tweede opstaande wand uitsteekt, onder gebruikmaking van het tweede spanelement, welk tweede spanelement kunststof omvat en waarbij de eerste lussectie van het tweede spanelement aangrijpt op het tweede uiteinde van het eerste opstaande verstijvingselement en de tweede lussectie van het tweede spanelement aangrijpt op het tweede uiteinde van het tweede opstaande verstijvingselement.
Aldus kan wijken van de tegenoverelkaar geplaatste opstaande wanden doelmatig worden tegengegaan. De opstaande verstijvingselementen zullen zich ten minste 5 cm, bij voorkeur ten minste 7 cm en met nog meer voorkeur ten minste 10 cm van de binnenzijde van de opstaande wand waartegen het genoemde opstaande verstijvingselement afsteunt bevinden. De verstijvingselementen hebben bijvoorbeeld de vorm van een rond of rechthoekig paaltje, bijvoorbeeld van hout, of een metalen buis of kokerprofiel.
Het eerste uiteinde van een verstijvingselement is bij voorkeur taps toelopend uitgevoerd, hetgeen het inbrengen in het eerste spanelement vergemakkelijkt.
De spanelementen zijn bijvoorbeeld halter-vormig, d.w.z. omvatten dan twee ogen welke zijn verbonden door een verbindingsstuk. Hierdoor kan het spanelement licht en toch sterk zijn.
Het eerste spanelement en het tweede spanelement kunnen al dan niet vormvast zijn. Met name voor het eerste spanelement geldt dat indien het spanelement vormvast is, het gemakkelijk op de juiste plaats kan worden verschaft en het insteken van de verstijvingselementen wordt vergemakkelijkt. Het eerste spanelement is bijvoorbeeld van kunststof of metaal, zoals metaaldraad. Het tweede spanelement kan omdat dit over ten minste een deel van de lengte ervan van kunststof is snel en gemakkelijk worden doorgeknipt of doorgesneden, waardoor de opstaande verstijvingselementen snel en gemakkelijk kunnen worden weggenomen en voor hergebruik beschikbaar zijn, hetgeen kosten bespaart.
In het algemeen zal de bovenzijde van de bodemsectie twee zich in de lengterichting van de bodemsectie uitstrekkende keerranden omvatten, en wordt de wapening tussen de keerranden geplaatst. De keerranden zijn aanliggend aan de binnenzijden van de op de bovenzijde van de bodemsectie geplaatste opstaande wanden en verlagen aldus het risico dat beton tussen de bodemsectie en de opstaande wanden doorloopt.
Beton wordt in het algemeen tot de bovenrand van een opstaande wand gestort. De binnenwanden van de opstaande wanden zullen in de praktijk zijn voorzien van holtes of groeven met een zwaluwstaart doorsnede, waardoor na het uitharden van het beton en het verwijderen van de opstaande verstijvingselementen de opstaande wanden tegen de fundering aan blijven zitten.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat als ten minste een van het eerste spanelement en het tweede spanelement een spanelement wordt gebruikt in de vorm van een O-vormige of 8-vormige lus.
Een dergelijke lus is in het geval van het eerste spanelement met voordeel gevormd uit draad, zoals metaaldraad. Het draad heeft met voordeel een diameter tussen 1 en 4 mm, al is groter zoals bijv. 7 mm niet uitgesloten maar duurder. Hiermee kunnen zeer doelmatig krachten tussen een paar aan weerszijden van de funderingsbekisting verschafte opstaande verstijvingselementen worden opgenomen. De ronde doorsnede van het draad vergemakkelijkt het insteken van de eerste uiteinden van de opstaande verstijvingselementen. Wanneer de opstaande verstijvingselementen rechthoekig zijn, hebben de lussen aan de distale uiteinden ervan, d.w.z. ter plaatse van de betreffende lussectie, haakse hoeken. Daar waar een lus zich tussen de opstaande verstijvingselementen uitstrekt, zal de betreffende verbindingssectie daarvan recht zijn (d.w.z. staafvormig en niet gebogen), voor het doelmatig op kunnen nemen van trekkracht om wijken van de opstaande wanden tegen te gaan.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat ten minste het tweede spanelement een kunststof band omvat.
Een dergelijke kunststof band werkt kostprijs verlagend. Een dergelijke band is bijvoorbeeld een band zoals bekend van tiewrap, of een platte polypropyleen band zoals bekend voor het gesloten houden van dozen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de bodemsectie van de funderingsbekisting een afschuining bezit die tot de bovenzijde ervan reikt.
Aldus kan een opstaand verstijvingselement gemakkelijker worden aangebracht, bijvoorbeeld gemakkelijker in een lus van een eerste spanelement dat een lus omvat worden gestoken.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de bovenzijde van de bodemsectie groeven bevat voor het gedeeltelijk opnemen van de middensectie van het eerste spanelement.
Dit vergemakkelijkt de regelmatige plaatsing van de eerste spanelementen. Desgewenst kan het eerste spanelement door de groeven op zijn plaats worden gehouden, bijvoorbeeld door klemmen in de genoemde groeven.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de buitenzijden van de opstaande wanden hoofdvlakken van de opstaande wanden zijn.
Dit maakt de plaatsing van de opstaande verstijvingselementen mogelijk onafhankelijk van de plaats van de wanden in de lengterichting van de funderingsbekisting. De lussecties steken bij deze uitvoeringsvorm tot voorbij de buitenste hoofdvlakken.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de binnenzijden van de opstaande wanden zijn voorzien van zich na plaatsing van de bodemsectie opwaarts uitstrekkende merktekens.
De merktekens zijn bijvoorbeeld ondiepe groeven. Deze kunnen als indicator fungeren voor het gemakkelijk tot een gewenste lengte inkorten van de wanden voorafgaande aan de plaatsing daarvan op de bodemsectie.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de opstaande wanden zijn voorzien van rijen niet-doorgaande uitsparingen welke uitmonden op de buitenste hoofdvlakken, welke rijen niet-doorgaande uitsparingen baksteensgewijs ten opzichte van elkaar zijn geplaatst.
Dergelijke opstaande wanden zijn voor een gegeven hoeveelheid materiaal waaruit zij zijn vervaardigd relatief stijf, en daardoor zeer geschikt voor het tegengaan van het wijken van de opstaande wanden.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Fig. la een perspectivisch aanzicht toont op een met de werkwijze volgens de uitvinding verschafte funderingsbekisting voorzien van wapening;
Fig. lb een explosie-aanzicht toont van de in Fig. la weergegeven funderingsbekisting met wapening;
Fig. lc een bovenaanzicht toont van de in Fig. la weergegeven funderingsbekisting met wapening; en
Fig. 2 een vooraanzicht toont op het explosie-aanzicht van Fig. lb.
Fig. la toont een perspectivisch aanzicht op een met de werkwijze volgens de uitvinding verschafte funderingsbekisting 100 voorzien van wapening 110. De funderingsbekisting 100 omvat een bodemsectie 120 een eerste opstaande wand 130', en een tweede opstaande wand 130" (wanddikte 12,5 cm). Daartussen is wapening 110 geplaatst. De bodemsectie 120 en de opstaande wanden 130', 130" zijn net als gebruikelijk van EPS vervaardigd.
Wanneer beton in de holte gedefinieerd door de bodemsectie 120 en de opstaande wanden 130', 130" zou worden gegoten, zouden de opstaande wanden 130', 130" wijken en het beton wegstromen. Om dit tegen te gaan wordt gebruik gemaakt van spanelementen, in het bijzonder een onderste eerste spanelement 140' en een bovenste tweede spanelement 140". Elk spanelement 140', 140" omvat een lus, zoals later uitgelegd.
Verstijvingselementen 150', 150", bij de hier weergegeven uitvoerinsgvorm in de vorm van houten paaltjes met vierkante doorsnede, die aan weerszijden van de opstaande wanden 130', 130" zijn geplaatst en door de lussen van de spanelementen 140', 140" steken. Aldus wordt het wijken van de opstaande wanden 130', 130" doelmatig tegengegaan.
Voor het besparen van EPS bezitten de buitenwanden uitsparingen 131. Voor het doelmatig tegen de buitenzijde afsteunen zijn de uitsparingen van aanliggende rijen baksteensgewijs geplaatst.
De onderste spanelementen 140' zijn opgenomen in groeven, in de bovenzijde van de bodemsectie 120. Het verwijzingscijfer wijst naar een groef 123 waarin geen spanelement 140' is opgenomen.
De werkwijze volgens de uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van Fig. 2, dat een vooraanzicht weergeeft van het explosie-aanzicht van Fig. lb.
De bodemsectie 120 heeft een bovenzijde 221 en een onderzijde 222. De bovenzijde 221 is voorzien van zich dwars op de lengterichting uitstrekkende groeven 123.
Na het plaatsen van bodemsecties 120 worden, als dit nog niet af fabriek van onderste eerste spanelementen 140' is gebeurd, onderste eerste spanelementen 140' in de groeven 123 gebracht zodanig dat deze aan weerszijden van de langsranden van de bodemsectie 120 uitsteken.
Vervolgens wordt de wapening 110 op de bodemsectie 120 geplaatst, gewoonlijk onder gebruikmaking van afstandhouders om afstand te creëren tussen de bovenzijde 221 van de bodemsectie 120 en de onderzijde van de wapening 110.
In een daarop volgende stap worden de opstaande wanden 130', 130" geplaatst. De eerste opstaande wand 130' heeft een eerste buitenzijde 231' en een eerste binnenzijde 232'. De tweede opstaande wand 130" heeft een tweede buitenzijde 231" en een tweede binnenzijde 232". De wapening 110 kon gemakkelijk worden geplaatst omdat de opstaande wanden nog niet geplaatst waren.
Verstijvingselement 150' en verstijvingselement 150" worden tegen respectievelijk de eerste buitenzijde 231' en de tweede buitenzijde 231" geplaatst, waarbij zij een zodanige lengte hebben dat zij boven de bovenranden van de opstaande wanden 130', 130" uitsteken, waarna voor elk paar verstijvingselementen 150', 150" een bovenste tweede spanelement 140" wordt gebruikt voor het verbinden van de opstaande uiteinden van het paar verstijvingselementen 150', 150".
Tenslotte wordt beton (niet weergegeven) in het lumen van de aldus gevormde verloren funderingsbekisting 100 gebracht.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting (100), welke meerdelige funderingsbekisting (100) - een bodemsectie (120) met een bovenzijde (221) en een onderzijde (222), en - opstaande wanden (130'), omvat; waarbij op de bodemsectie (120) wapening (110) wordt geplaatst, de bodemsectie (120) van de opstaande wanden (130') wordt voorzien onder oplevering van de funderingsbekisting (100), beton in de funderingsbekisting (100) wordt gebracht, en het beton de gelegenheid wordt gegeven uit te harden onder oplevering van de fundering, met het kenmerk, dat de opstaande wanden (130') - een eerste opstaande wand (130') met een eerste buitenzijde (231') en een eerste binnenzijde (232'); en - een tweede opstaande wand (130") met een tweede buitenzijde (231") en een tweede binnenzijde (232"); omvatten; waarbij voor het tegengaan van het wijken van de opstaande wanden (130') gebruik wordt gemaakt van - een eerste spanelement (140') en een tweede spanelement (140"), waarbij deze spanelementen (140') elk een eerste lussectie welke deel uitmaakt van een gesloten lus en een tweede lussectie welke deel uitmaakt van een al dan niet dezelfde gesloten lus omvatten, waarbij de lussecties van een spanelement met elkaar zijn verbonden; en - een eerste opstaand verstijvingselement en een tweede opstaand verstijvingselement, waarbij elk verstijvingselement een eerste uiteinde en een tweede uiteinde bezit; waarbij de werkwijze de stappen omvat van - het in een lager dan de eerste opstaande wand (130') en dan de tweede opstaande wand (130") verschaft eerste spanelement (140') steken van het eerste uiteinde van het eerste opstaande verstijvingselement en het tegen de eerste buitenzijde (231') van de eerste opstaande wand (130') afsteunen van het eerste opstaande versti jvingselement; - het in het eerste spanelement (140') steken van het eerste uiteinde van het tweede opstaande verstijvingselement en het tegen de tweede buitenzijde (231") van de tweede opstaande wand (130") afsteunen van het tweede opstaande verstijvingselement; en - het boven de opstaande wanden (130') verbinden van i) het tweede uiteinde van het tegen de eerste buitenzijde (231') van de eerste opstaande wand (130') afgesteunde eerste opstaande verstijvingselement in een toestand waarbij het tweede uiteinde van het genoemde eerste opstaande verstijvingselement boven de bovenzijde (221) van de eerste opstaande wand (130') uitsteekt met ii) het tweede uiteinde van het tegen de tweede buitenzijde (231") van de tweede opstaande wand (130") afgesteunde tweede opstaande verstijvingselement in een toestand waarbij dit tweede opstaande verstijvingselement met het tweede uiteinde ervan boven de bovenzijde (221) van de tweede opstaande wand (130") uitsteekt, onder gebruikmaking van het tweede spanelement (140"), welk tweede spanelement (140") kunststof omvat en waarbij de eerste lussectie van het tweede spanelement (140") aangrijpt op het tweede uiteinde van het eerste opstaande verstijvingselement en de tweede lussectie van het tweede spanelement (140") aangrijpt op het tweede uiteinde van het tweede opstaande verstijvingselement.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij als ten minste een van het eerste spanelement (140') en het tweede spanelement (140") een spanelement wordt gebruikt in de vorm van een O-vormige of 8-vormige lus.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten minste het tweede spanelement (140") een kunststof band omvat.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bodemsectie (120) van de funderingsbekisting (100) een afschuining bezit die tot de bovenzijde (221) ervan reikt.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bovenzijde (221) van de bodemsectie (120) groeven (123) bevat voor het gedeeltelijk opnemen van de middensectie van het eerste spanelement (140') .
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenzijden van de opstaande wanden (130') hoofdvlakken van de opstaande wanden (130') zijn.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de binnenzijden van de opstaande wanden (130') zijn voorzien van zich na plaatsing van de bodemsectie (120) opwaarts uitstrekkende merktekens.
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 6 of 7, waarbij de opstaande wanden (130') zijn voorzien van rijen niet-doorgaande uitsparingen (131) welke uitmonden op de buitenste hoofdvlakken, welke rijen niet-doorgaande uitsparingen (131) baksteensgewijs ten opzichte van elkaar zijn geplaatst.
NL2014368A 2015-02-27 2015-02-27 Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting. NL2014368B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014368A NL2014368B1 (nl) 2015-02-27 2015-02-27 Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014368A NL2014368B1 (nl) 2015-02-27 2015-02-27 Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2014368B1 true NL2014368B1 (nl) 2016-10-14

Family

ID=53276995

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014368A NL2014368B1 (nl) 2015-02-27 2015-02-27 Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2014368B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2027451B1 (nl) * 2021-01-28 2022-09-02 De Hoop Pekso Productie B V Werkwijze voor het verschaffen van een funderingselement

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0866196A1 (en) * 1997-03-18 1998-09-23 William Winter Shutters
US20130175427A1 (en) * 2012-01-10 2013-07-11 Charles S. Moyher Bracket assembly and forming system for structural components

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0866196A1 (en) * 1997-03-18 1998-09-23 William Winter Shutters
US20130175427A1 (en) * 2012-01-10 2013-07-11 Charles S. Moyher Bracket assembly and forming system for structural components

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2027451B1 (nl) * 2021-01-28 2022-09-02 De Hoop Pekso Productie B V Werkwijze voor het verschaffen van een funderingselement

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9169643B2 (en) Concrete slab forming apparatus
US20060188336A1 (en) Adjustable support bracket for concrete reinforcing bars
US4329825A (en) Reinforcing bar support for joining concrete structures
NL2014368B1 (nl) Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting.
US10895082B1 (en) Rebar cage fabrication system and related methods
NL9401555A (nl) Inrichting voor het rechtop houden van een hekwerk
US8496398B2 (en) Rebar sleeve unit
US20070193192A1 (en) Concrete forms
CN106164379B (zh) 柱件支撑设备
EP3683385B1 (en) A modular fence assembly
EP3133228B1 (en) A modular fence assembly
WO2007117133A1 (en) Method for pouring sleepers and formwork used therefore
BE1020118A3 (nl) Afstandshouder voor beton.
JP6192972B2 (ja) カルバート
US3454255A (en) Bulkhead construction for concrete structures having continuous reinforcements
NL8400058A (nl) Hekwerk- of schuttingsysteem.
AU2014233554A1 (en) Method and apparatus for forming concrete slabs
NL2012352B1 (nl) Afzinkbare betonconstructie
BE1027480B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hekpaal en systeem voor het vervaardigen van een hekpaal
ES2330910B1 (es) Disposicion para la realizacion de forjados reticulares de hormigon armado.
NL1038514C2 (nl) Werkwijze voor het verschaffen van een fundering, alsmede een funderingsbekisting en een bodemsectie.
BE1017733A3 (nl) Werkwijze voor het realiseren van muren van een prefabgebouw en bouwsteen, evenals mal die bij deze werkwijze kunnen worden toegepast.
BE1024368B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van prefab betonwelfsels middels verbeterde afstandshouders
US20110296784A1 (en) Steel mesh for steel reinforced concrete slab
US1195957A (en) Concrete eence construction

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200301