NL2014368B1

NL2014368B1 - Method for providing a foundation using a multi-part foundation formwork.

Info

Publication number: NL2014368B1
Application number: NL2014368A
Authority: NL
Inventors: Weijma Dirk; Koornneef Pieter
Original assignee: De Hoop Pekso Productie B V; Hordijk Eps Verpakkingen En Isolatieproducten B V
Priority date: 2015-02-27
Filing date: 2015-02-27
Publication date: 2016-10-14

Abstract

Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting, welke meerdelige funderingsbekisting een bodemsectie met een bovenzijde en een onderzijde, en opstaande wanden, omvat. Voor het beperken van het wijken van de opstaande wanden wanneer de funderingsbekisting met beton wordt gevuld wordt gebruik gemaakt van - een eerste spanelement en een tweede spanelement die lussen omvatten; en - een eerste opstaand verstijvingselement en een tweede opstaand verstijvingselement, welke in een toestand waarin zij tegen de opstaande wanden afsteunen middels de spanelementen op hun plaats worden gehouden.Method for providing a foundation using a multi-part foundation formwork, which multi-part foundation formwork comprises a bottom section with an upper side and a lower side, and upright walls. To limit the deflection of the upright walls when the foundation formwork is filled with concrete, use is made of - a first tensioning element and a second tensioning element comprising loops; and - a first upright stiffening element and a second upright stiffening element, which are held in place in a state in which they rest against the upright walls by means of the tensioning elements.

Description

Werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekistingMethod for providing a foundation using a multi-part foundation formwork

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van een fundering onder gebruikmaking van een meerdelige funderingsbekisting, welke meerdelige funderingsbekisting - een bodemsectie met een bovenzijde en een onderzijde, en - opstaande wanden, omvat; waarbij op de bodemsectie wapening wordt geplaatst, de bodemsectie van de opstaande wanden wordt voorzien onder oplevering van de funderingsbekisting, beton in de funderingsbekisting wordt gebracht, en het beton de gelegenheid wordt gegeven uit te harden onder oplevering van de fundering.The present invention relates to a method for providing a foundation using a multi-part foundation formwork, which comprises multi-part foundation formwork - a bottom section with an upper side and a lower side, and - upright walls; whereby reinforcement is placed on the bottom section, the bottom section is provided with the upright walls while delivering the foundation formwork, concrete is introduced into the foundation formwork, and the concrete is given the opportunity to harden while delivering the foundation.

Het gebruik van een funderingsbekisting volgens de aanhef is uit de praktijk bekend. De funderingsbekisting is een zogeheten verloren funderingsbekisting. Een dergelijke funderingsbekisting wordt gevormd door twee parallelle opstaande wanden, welke aan hun onderzijde op een bodemsectie rusten. Doordat bij de bekende meerdelige funderingsbekisting de bodemsectie niet integraal met de opstaande wanden verbonden is, kan op de bouwplaats eerst de bodemsectie op de ondergrond (aarde) worden geplaatst, wordt daarop de wapening geplaatst, en worden pas daarna de wanden op de bodemsectie geplaatst. Aldus kan de wapening op relatief ergonomische verantwoorde wijze worden aangebracht.The use of a foundation formwork according to the preamble is known from practice. The foundation formwork is a so-called lost foundation formwork. Such a foundation formwork is formed by two parallel upright walls, which rest on their bottom side on a bottom section. Because in the known multi-part foundation formwork the bottom section is not integrally connected with the upright walls, the bottom section can first be placed on the building site (earth), the reinforcement is placed on it, and only then the walls are placed on the bottom section. The reinforcement can thus be applied in a relatively ergonomically responsible manner.

Een probleem is dat door het vullen van de meerdelige funderingsbekisting de opstaande wanden, die gebruikelijk van EPS zijn vervaardigd, gaan wijken. Dit kan ook leiden tot lekkage van beton dat in de meerdelinge funderingsbekisting wordt gegoten. Om dit wijken te verminderen is het bekend om de opstaande wanden van zich in lengterichting van de bekisting uitstrekkende regels (latten) te voorzien, eventueel geschoord met opstaande stutpalen. De regels van tegenoverliggende wanden worden middels beugels met elkaar verbonden om het wijken van de opstaande wanden tegen te gaan.A problem is that by filling the multi-part foundation formwork, the upright walls, which are usually made of EPS, will give way. This can also lead to the leakage of concrete that is poured into the multi-part foundation formwork. To reduce this yielding, it is known to provide the upright walls with lines (slats) extending in the longitudinal direction of the formwork, possibly supported with upright support posts. The rules of opposite walls are connected to each other by means of brackets to prevent the upright walls from giving way.

Het aanbrengen van regels is maatwerk en tijdrovend. Dit is een tijdrovend aspect van deze werkwijze, en derhalve een groot nadeel. Na uitharden kunnen de stutpalen, beugels en eventueel ook de regels worden verwijderd (waardoor zij kunnen worden hergebruikt) of kan daarvan (deels) worden afgezien (hetgeen tijd bespaart).Applying rules is customized and time-consuming. This is a time-consuming aspect of this method, and therefore a major drawback. After hardening, the post poles, brackets and possibly also the lines can be removed (allowing them to be reused) or can be (partially) dispensed with (which saves time).

De uitvinding heeft tot doel een werkwijze te verschaffen waarmee op een bouwplaats op een kostenbesparende wijze een fundering kan worden verschaft.The invention has for its object to provide a method with which a foundation can be provided on a construction site in a cost-saving manner.

Hiertoe wordt een werkwijze volgens de aanhef gekenmerkt doordat de opstaande wanden - een eerste opstaande wand met een eerste buitenzijde en een eerste binnenzijde; en - een tweede opstaande wand met een tweede buitenzijde en een tweede binnenzijde; omvatten; waarbij voor het tegengaan van het wijken van de opstaande wanden gebruik wordt gemaakt van - een eerste spanelement en een tweede spanelement, waarbij deze spanelementen elk een eerste lussectie welke deel uitmaakt van een gesloten lus en een tweede lussectie welke deel uitmaakt van een al dan niet dezelfde gesloten lus omvatten, waarbij de lussecties van een spanelement met elkaar zijn verbonden; en - een eerste opstaand verstijvingselement en een tweede opstaand verstijvingselement, waarbij elk verstijvingselement een eerste uiteinde en een tweede uiteinde bezit; waarbij de werkwijze de stappen omvat van - het in een lager dan de eerste opstaande wand en dan de tweede opstaande wand verschaft eerste spanelement steken van het eerste uiteinde van het eerste opstaande verstijvingselement en het tegen de eerste buitenzijde van de eerste opstaande wand afsteunen van het eerste opstaande verstijvingselement; - het in het eerste spanelement steken van het eerste uiteinde van het tweede opstaande verstijvingselement en het tegen de tweede buitenzijde van de tweede opstaande wand afsteunen van het tweede opstaande verstijvingselement; en - het boven de opstaande wanden verbinden van i) het tweede uiteinde van het tegen de eerste buitenzijde van de eerste opstaande wand afgesteunde eerste opstaande verstijvingselement in een toestand waarbij het tweede uiteinde van het genoemde eerste opstaande verstijvingselement boven de bovenzijde van de eerste opstaande wand uitsteekt met ii) het tweede uiteinde van het tegen de tweede buitenzijde van de tweede opstaande wand afgesteunde tweede opstaande verstijvingselement in een toestand waarbij dit tweede opstaande verstijvingselement met het tweede uiteinde ervan boven de bovenzijde van de tweede opstaande wand uitsteekt, onder gebruikmaking van het tweede spanelement, welk tweede spanelement kunststof omvat en waarbij de eerste lussectie van het tweede spanelement aangrijpt op het tweede uiteinde van het eerste opstaande verstijvingselement en de tweede lussectie van het tweede spanelement aangrijpt op het tweede uiteinde van het tweede opstaande verstijvingselement.To this end, a method according to the preamble is characterized in that the upright walls - a first upright wall with a first outer side and a first inner side; and - a second upright wall with a second outside and a second inside; include; wherein a first tensioning element and a second tensioning element are used for preventing the upright walls from receding, wherein these tensioning elements each have a first loop section which forms part of a closed loop and a second loop section which forms part of an or not comprise the same closed loop, the loop sections of a tensioning element being connected to each other; and - a first upright stiffening element and a second upright stiffening element, wherein each stiffening element has a first end and a second end; the method comprising the steps of - inserting a first tensioning element lower than the first upstanding wall and then the second upstanding wall and providing the first end of the first upstanding stiffening element and supporting the first end of the first upstanding wall first upright stiffening element; - inserting the first end of the second upright stiffening element into the first tensioning element and supporting the second upright stiffening element against the second outside of the second upright wall; and - connecting i) the second end of the first upright stiffening element supported against the first outer side of the first upright wall in a state where the second end of said first upright stiffening element is above the top of the first upright wall protrudes from ii) the second end of the second upright stiffening element supported against the second outside of the second upright wall in a state where this second upright stiffening element protrudes above the top of the second upright wall with its second end, using the second tensioning element, which second tensioning element comprises plastic and wherein the first loop section of the second tensioning element engages the second end of the first upright stiffening element and the second loop section of the second tensioning element engages the second end of the second upstanding stiffening element.

Aldus kan wijken van de tegenoverelkaar geplaatste opstaande wanden doelmatig worden tegengegaan. De opstaande verstijvingselementen zullen zich ten minste 5 cm, bij voorkeur ten minste 7 cm en met nog meer voorkeur ten minste 10 cm van de binnenzijde van de opstaande wand waartegen het genoemde opstaande verstijvingselement afsteunt bevinden. De verstijvingselementen hebben bijvoorbeeld de vorm van een rond of rechthoekig paaltje, bijvoorbeeld van hout, of een metalen buis of kokerprofiel.Thus, departing from the upright walls placed opposite each other can be effectively prevented. The upright stiffening elements will be at least 5 cm, preferably at least 7 cm and even more preferably at least 10 cm from the inside of the upright wall against which said upright stiffening element abuts. The stiffening elements are, for example, in the form of a round or rectangular pole, for example made of wood, or a metal tube or box section.

Het eerste uiteinde van een verstijvingselement is bij voorkeur taps toelopend uitgevoerd, hetgeen het inbrengen in het eerste spanelement vergemakkelijkt.The first end of a stiffening element is preferably tapered, which facilitates insertion into the first tensioning element.

De spanelementen zijn bijvoorbeeld halter-vormig, d.w.z. omvatten dan twee ogen welke zijn verbonden door een verbindingsstuk. Hierdoor kan het spanelement licht en toch sterk zijn.The tensioning elements are, for example, dumbbell-shaped, i.e. then comprise two eyes which are connected by a connecting piece. This allows the tensioning element to be light yet strong.

Het eerste spanelement en het tweede spanelement kunnen al dan niet vormvast zijn. Met name voor het eerste spanelement geldt dat indien het spanelement vormvast is, het gemakkelijk op de juiste plaats kan worden verschaft en het insteken van de verstijvingselementen wordt vergemakkelijkt. Het eerste spanelement is bijvoorbeeld van kunststof of metaal, zoals metaaldraad. Het tweede spanelement kan omdat dit over ten minste een deel van de lengte ervan van kunststof is snel en gemakkelijk worden doorgeknipt of doorgesneden, waardoor de opstaande verstijvingselementen snel en gemakkelijk kunnen worden weggenomen en voor hergebruik beschikbaar zijn, hetgeen kosten bespaart.The first tensioning element and the second tensioning element may or may not be dimensionally stable. In particular for the first tensioning element it holds that if the tensioning element is form-retaining, it can easily be provided in the right place and the insertion of the stiffening elements is facilitated. The first tensioning element is, for example, of plastic or metal, such as metal wire. The second tensioning element can, because it is made of plastic over at least a part of its length, be cut quickly and easily, so that the upright stiffening elements can be removed quickly and easily and are available for reuse, which saves costs.

In het algemeen zal de bovenzijde van de bodemsectie twee zich in de lengterichting van de bodemsectie uitstrekkende keerranden omvatten, en wordt de wapening tussen de keerranden geplaatst. De keerranden zijn aanliggend aan de binnenzijden van de op de bovenzijde van de bodemsectie geplaatste opstaande wanden en verlagen aldus het risico dat beton tussen de bodemsectie en de opstaande wanden doorloopt.In general, the top side of the bottom section will comprise two retaining edges extending in the longitudinal direction of the bottom section, and the reinforcement is placed between the retaining edges. The retaining edges are adjacent to the inner sides of the upright walls placed on the upper side of the bottom section and thus reduce the risk that concrete runs between the bottom section and the upright walls.

Beton wordt in het algemeen tot de bovenrand van een opstaande wand gestort. De binnenwanden van de opstaande wanden zullen in de praktijk zijn voorzien van holtes of groeven met een zwaluwstaart doorsnede, waardoor na het uitharden van het beton en het verwijderen van de opstaande verstijvingselementen de opstaande wanden tegen de fundering aan blijven zitten.Concrete is generally poured to the top edge of an upright wall. The inner walls of the upright walls will in practice be provided with cavities or grooves with a dovetail cross section, so that after hardening of the concrete and removal of the upright stiffening elements, the upright walls remain against the foundation.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat als ten minste een van het eerste spanelement en het tweede spanelement een spanelement wordt gebruikt in de vorm van een O-vormige of 8-vormige lus.A favorable embodiment is characterized in that if at least one of the first tensioning element and the second tensioning element a tensioning element in the form of an O-shaped or 8-shaped loop is used.

Een dergelijke lus is in het geval van het eerste spanelement met voordeel gevormd uit draad, zoals metaaldraad. Het draad heeft met voordeel een diameter tussen 1 en 4 mm, al is groter zoals bijv. 7 mm niet uitgesloten maar duurder. Hiermee kunnen zeer doelmatig krachten tussen een paar aan weerszijden van de funderingsbekisting verschafte opstaande verstijvingselementen worden opgenomen. De ronde doorsnede van het draad vergemakkelijkt het insteken van de eerste uiteinden van de opstaande verstijvingselementen. Wanneer de opstaande verstijvingselementen rechthoekig zijn, hebben de lussen aan de distale uiteinden ervan, d.w.z. ter plaatse van de betreffende lussectie, haakse hoeken. Daar waar een lus zich tussen de opstaande verstijvingselementen uitstrekt, zal de betreffende verbindingssectie daarvan recht zijn (d.w.z. staafvormig en niet gebogen), voor het doelmatig op kunnen nemen van trekkracht om wijken van de opstaande wanden tegen te gaan.In the case of the first tensioning element, such a loop is advantageously formed from wire, such as metal wire. The wire advantageously has a diameter between 1 and 4 mm, although larger such as e.g. 7 mm is not excluded but more expensive. Hereby, forces can be absorbed very efficiently between a pair of upright stiffening elements provided on either side of the foundation formwork. The circular cross-section of the wire facilitates the insertion of the first ends of the upright stiffening elements. When the upright stiffening elements are rectangular, the loops at the distal ends thereof, i.e. at the location of the respective loop section, have square corners. Where a loop extends between the upright stiffening elements, the respective connecting section thereof will be straight (i.e., bar-shaped and not bent), so as to be able to effectively absorb tensile force to prevent deviation of the upright walls.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat ten minste het tweede spanelement een kunststof band omvat.A favorable embodiment is characterized in that at least the second tensioning element comprises a plastic band.

Een dergelijke kunststof band werkt kostprijs verlagend. Een dergelijke band is bijvoorbeeld een band zoals bekend van tiewrap, of een platte polypropyleen band zoals bekend voor het gesloten houden van dozen.Such a plastic belt has a lower cost price. Such a belt is, for example, a belt as known from tiewrap, or a flat polypropylene belt as known for keeping boxes closed.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de bodemsectie van de funderingsbekisting een afschuining bezit die tot de bovenzijde ervan reikt.A favorable embodiment is characterized in that the bottom section of the foundation formwork has a chamfer that extends to its top.

Aldus kan een opstaand verstijvingselement gemakkelijker worden aangebracht, bijvoorbeeld gemakkelijker in een lus van een eerste spanelement dat een lus omvat worden gestoken.Thus, an upright stiffening element can be fitted more easily, for example, it is easier to insert into a loop of a first tensioning element comprising a loop.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de bovenzijde van de bodemsectie groeven bevat voor het gedeeltelijk opnemen van de middensectie van het eerste spanelement.A favorable embodiment is characterized in that the top side of the bottom section comprises grooves for partially receiving the middle section of the first tensioning element.

Dit vergemakkelijkt de regelmatige plaatsing van de eerste spanelementen. Desgewenst kan het eerste spanelement door de groeven op zijn plaats worden gehouden, bijvoorbeeld door klemmen in de genoemde groeven.This facilitates the regular placement of the first tensioning elements. If desired, the first tensioning element can be held in place by the grooves, for example by clamping in the said grooves.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de buitenzijden van de opstaande wanden hoofdvlakken van de opstaande wanden zijn.A favorable embodiment is characterized in that the outer sides of the upright walls are main surfaces of the upright walls.

Dit maakt de plaatsing van de opstaande verstijvingselementen mogelijk onafhankelijk van de plaats van de wanden in de lengterichting van de funderingsbekisting. De lussecties steken bij deze uitvoeringsvorm tot voorbij de buitenste hoofdvlakken.This makes it possible to position the upright stiffening elements independently of the location of the walls in the longitudinal direction of the foundation formwork. In this embodiment, the loop sections extend beyond the outer major planes.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de binnenzijden van de opstaande wanden zijn voorzien van zich na plaatsing van de bodemsectie opwaarts uitstrekkende merktekens.A favorable embodiment is characterized in that the inner sides of the upright walls are provided with upwardly extending marks after placement of the bottom section.

De merktekens zijn bijvoorbeeld ondiepe groeven. Deze kunnen als indicator fungeren voor het gemakkelijk tot een gewenste lengte inkorten van de wanden voorafgaande aan de plaatsing daarvan op de bodemsectie.The marks are, for example, shallow grooves. These can act as an indicator for easily shortening the walls to a desired length prior to their placement on the bottom section.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de opstaande wanden zijn voorzien van rijen niet-doorgaande uitsparingen welke uitmonden op de buitenste hoofdvlakken, welke rijen niet-doorgaande uitsparingen baksteensgewijs ten opzichte van elkaar zijn geplaatst.A favorable embodiment is characterized in that the upright walls are provided with rows of non-continuous recesses which open onto the outer main surfaces, which rows of non-continuous recesses are arranged brickwise relative to each other.

Dergelijke opstaande wanden zijn voor een gegeven hoeveelheid materiaal waaruit zij zijn vervaardigd relatief stijf, en daardoor zeer geschikt voor het tegengaan van het wijken van de opstaande wanden.Such upright walls are relatively stiff for a given amount of material from which they are made, and are therefore very suitable for preventing the upright walls from receding.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarinThe present invention will now be explained with reference to the drawing, in which

Fig. la een perspectivisch aanzicht toont op een met de werkwijze volgens de uitvinding verschafte funderingsbekisting voorzien van wapening;FIG. 1a shows a perspective view of a foundation formwork provided with reinforcement provided with the method according to the invention;

Fig. lb een explosie-aanzicht toont van de in Fig. la weergegeven funderingsbekisting met wapening;FIG. 1b shows an exploded view of the device shown in FIG. foundation foundation with reinforcement shown in la;

Fig. lc een bovenaanzicht toont van de in Fig. la weergegeven funderingsbekisting met wapening; enFIG. 1c shows a top view of the device shown in FIG. foundation foundation with reinforcement shown in la; and

Fig. 2 een vooraanzicht toont op het explosie-aanzicht van Fig. lb.FIG. 2 shows a front view of the explosion view of FIG. lb.

Fig. la toont een perspectivisch aanzicht op een met de werkwijze volgens de uitvinding verschafte funderingsbekisting 100 voorzien van wapening 110. De funderingsbekisting 100 omvat een bodemsectie 120 een eerste opstaande wand 130', en een tweede opstaande wand 130" (wanddikte 12,5 cm). Daartussen is wapening 110 geplaatst. De bodemsectie 120 en de opstaande wanden 130', 130" zijn net als gebruikelijk van EPS vervaardigd.FIG. 1a shows a perspective view of a foundation formwork 100 provided with the method according to the invention provided with reinforcement 110. The foundation formwork 100 comprises a bottom section 120, a first upstanding wall 130 ', and a second upstanding wall 130 "(wall thickness 12.5 cm). In between, reinforcement 110 is placed. Bottom section 120 and upright walls 130 ', 130 "are made of EPS as usual.

Wanneer beton in de holte gedefinieerd door de bodemsectie 120 en de opstaande wanden 130', 130" zou worden gegoten, zouden de opstaande wanden 130', 130" wijken en het beton wegstromen. Om dit tegen te gaan wordt gebruik gemaakt van spanelementen, in het bijzonder een onderste eerste spanelement 140' en een bovenste tweede spanelement 140". Elk spanelement 140', 140" omvat een lus, zoals later uitgelegd.If concrete were to be poured into the cavity defined by the bottom section 120 and the upright walls 130 ', 130 ", the upright walls 130', 130" would yield and the concrete flow away. To counter this, use is made of tensioning elements, in particular a lower first tensioning element 140 'and an upper second tensioning element 140 ". Each tensioning element 140', 140" comprises a loop, as explained later.

Verstijvingselementen 150', 150", bij de hier weergegeven uitvoerinsgvorm in de vorm van houten paaltjes met vierkante doorsnede, die aan weerszijden van de opstaande wanden 130', 130" zijn geplaatst en door de lussen van de spanelementen 140', 140" steken. Aldus wordt het wijken van de opstaande wanden 130', 130" doelmatig tegengegaan.Stiffening elements 150 ', 150 ", in the embodiment shown here in the form of wooden posts with square cross-section, which are placed on either side of the upright walls 130', 130" and protrude through the loops of the tensioning elements 140 ', 140 ". Thus, the deviation of the upright walls 130 ', 130 "is effectively prevented.

Voor het besparen van EPS bezitten de buitenwanden uitsparingen 131. Voor het doelmatig tegen de buitenzijde afsteunen zijn de uitsparingen van aanliggende rijen baksteensgewijs geplaatst.For saving EPS, the outer walls have recesses 131. For the purpose of effectively supporting against the outer side, the recesses of adjacent rows are positioned brickwise.

De onderste spanelementen 140' zijn opgenomen in groeven, in de bovenzijde van de bodemsectie 120. Het verwijzingscijfer wijst naar een groef 123 waarin geen spanelement 140' is opgenomen.The lower tensioning elements 140 'are received in grooves, in the upper side of the bottom section 120. The reference numeral points to a groove 123 in which no tensioning element 140' is included.

De werkwijze volgens de uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van Fig. 2, dat een vooraanzicht weergeeft van het explosie-aanzicht van Fig. lb.The method according to the invention will now be explained with reference to Figs. 2, showing a front view of the explosion view of FIG. lb.

De bodemsectie 120 heeft een bovenzijde 221 en een onderzijde 222. De bovenzijde 221 is voorzien van zich dwars op de lengterichting uitstrekkende groeven 123.The bottom section 120 has an upper side 221 and a lower side 222. The upper side 221 is provided with grooves 123 extending transversely to the longitudinal direction.

Na het plaatsen van bodemsecties 120 worden, als dit nog niet af fabriek van onderste eerste spanelementen 140' is gebeurd, onderste eerste spanelementen 140' in de groeven 123 gebracht zodanig dat deze aan weerszijden van de langsranden van de bodemsectie 120 uitsteken.After placing bottom sections 120, if this has not yet been done ex works of lower first tensioning elements 140 ', lower first tensioning elements 140' are introduced into the grooves 123 such that they project on either side of the longitudinal edges of the bottom section 120.

Vervolgens wordt de wapening 110 op de bodemsectie 120 geplaatst, gewoonlijk onder gebruikmaking van afstandhouders om afstand te creëren tussen de bovenzijde 221 van de bodemsectie 120 en de onderzijde van de wapening 110.Next, the reinforcement 110 is placed on the bottom section 120, usually using spacers to create distance between the top side 221 of the bottom section 120 and the bottom side of the reinforcement 110.

In een daarop volgende stap worden de opstaande wanden 130', 130" geplaatst. De eerste opstaande wand 130' heeft een eerste buitenzijde 231' en een eerste binnenzijde 232'. De tweede opstaande wand 130" heeft een tweede buitenzijde 231" en een tweede binnenzijde 232". De wapening 110 kon gemakkelijk worden geplaatst omdat de opstaande wanden nog niet geplaatst waren.In a subsequent step, the upright walls 130 ', 130 "are placed. The first upright wall 130' has a first outer side 231" and a first inner side 232 ". The second upright wall 130" has a second outer side 231 "and a second inside 232 ". The reinforcement 110 could easily be placed because the raised walls had not yet been placed.

Verstijvingselement 150' en verstijvingselement 150" worden tegen respectievelijk de eerste buitenzijde 231' en de tweede buitenzijde 231" geplaatst, waarbij zij een zodanige lengte hebben dat zij boven de bovenranden van de opstaande wanden 130', 130" uitsteken, waarna voor elk paar verstijvingselementen 150', 150" een bovenste tweede spanelement 140" wordt gebruikt voor het verbinden van de opstaande uiteinden van het paar verstijvingselementen 150', 150".Stiffening element 150 'and stiffening element 150 "are placed against the first outer side 231' and the second outer side 231", respectively, having a length such that they protrude above the upper edges of the upright walls 130 ', 130 ", whereafter for each pair of stiffening elements 150 ', 150 "an upper second tensioning element 140" is used to connect the upright ends of the pair of stiffening elements 150', 150 ".

Tenslotte wordt beton (niet weergegeven) in het lumen van de aldus gevormde verloren funderingsbekisting 100 gebracht.Finally, concrete (not shown) is introduced into the lumen of the lost foundation formwork 100 thus formed.

Claims

A method of providing a foundation using a multi-part foundation formwork (100), said multi-part foundation formwork (100) - a bottom section (120) having an upper side (221) and a lower side (222), and - upright walls (130) '), includes; wherein reinforcement (110) is placed on the bottom section (120), the bottom section (120) is provided with the upright walls (130 ') yielding the foundation formwork (100), concrete is introduced into the foundation formwork (100), and the concrete is allowed to cure while the foundation is delivered, characterized in that the upright walls (130 ') - a first upright wall (130') with a first outside (231 ') and a first inside (232') ); and - a second upright wall (130 ") with a second outer side (231") and a second inner side (232 "); wherein to prevent deviation of the upright walls (130 ') use is made of - a first tensioning element (140 ') and a second tensioning element (140 "), wherein these tensioning elements (140') each comprise a first loop section that forms part of a closed loop and a second loop section that forms part of a closed loop that may or may not be the same, wherein the loop sections of a tension element are connected to each other; and - a first upright stiffening element and a second upright stiffening element, wherein each stiffening element has a first end and a second end; the method comprising the steps of - inserting a first tensioning element (140 ') into a lower than the first upstanding wall (130') and then the second upstanding wall (130 ') from the first end of the first upstanding stiffening element and the supporting the first upright reinforcement element against the first outer side (231 ') of the first upright wall (130'), - inserting the first end of the second upright reinforcement element into the first tensioning element (140 ') and supporting it against the second supporting the second upright stiffening element outside (231 ") of the second upright wall (130"), and - connecting above the upright walls (130 ') i) the second end of the against the first outer side (231') of first upright stiffening element supported in the first upright wall (130 ') in a state wherein the second end of said first upright stiffening element is above the top side (221) of the first upright wall (130') with (ii) the second end of the second upright stiffening element supported against the second outside (231 ") of the second upright wall (130") in a state where this second upright stiffening element with its second end is above the top (221) of the second upright wall (130 ") protrudes, using the second tensioning element (140"), which second tensioning element (140 ") comprises plastic and wherein the first loop section of the second tensioning element (140") engages the second end of the first upright stiffening element and the second loop section of the second tensioning element (140 ") engages the second end of the second upright stiffening element.

Method according to claim 1, wherein as at least one of the first tensioning element (140 ') and the second tensioning element (140 ") a tensioning element in the form of an O-shaped or 8-shaped loop is used.

The method of claim 1 or 2, wherein at least the second tensioning element (140 ") comprises a plastic strap.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the bottom section (120) of the foundation formwork (100) has a chamfer that extends to its upper side (221).

The method of any preceding claim, wherein the top (221) of the bottom section (120) includes grooves (123) for partially receiving the center section of the first tensioning element (140 ').

The method of any one of the preceding claims, wherein the outer sides of the upright walls (130 ') are major surfaces of the upright walls (130').

Method according to claim 6, wherein the inner sides of the upright walls (130 ') are provided with upwardly extending marks after placement of the bottom section (120).

Method according to one of claims 6 or 7, wherein the upright walls (130 ') are provided with rows of non-continuous recesses (131) which open onto the outer main surfaces, which rows of non-continuous recesses (131) brickwise with respect to are placed apart.