BE1020118A3 - Afstandshouder voor beton. - Google Patents

Abstract

Afstandshouder (1) voor het op een afstand van elkaar vasthouden van bewapeningsstangen (11) bij het gieten van beton, daardoor gekenmerkt dat de afstandshouder (1) bestaat uit klemmen (3) die op een afstand van elkaar zijn aangebracht op een dwarsverbinding (2) en waarin bewapeningsstangen (11) kunnen worden gevat door de stangen erin te drukken en die voorzien is van pootjes (4) waarmee de afstandshouder (1) op een bodem van een bekisting (13) of dergelijke kan rusten, waarbij de lengte van de pootjes zodanig is dat de in de afstandshouder (1) gevatte bewapeningsstangen (11) op een hoogte boven de bodem gehouden worden.

Description

Afstandshouder voor beton.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een afstandshouder voor beton.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het positioneren van bewapening bij het gieten van balken in beton.

Balken in beton worden toegepast in bouwconstructies als draagelementen en bestaan in allerlei vormen en afmetingen en zijn meestal voorzien van een bewapening.

Traditioneel worden dergelijke gewapende betonnen balken gevormd door het gieten van beton in een bekisting waarin de bewapening van het te gieten betonnen voorwerp wordt aangebracht.

Traditioneel bestaat de bewapening uit meerdere bewapeningsstangen in rond bewapeningsstaal die in de lengterichting van de balk worden gelegd en die in de dwarsrichting verbonden worden door stangen die door middel van vlechtwerk aan de stangen in de lengterichting worden bevestigd waardoor een bewapeningsrooster ontstaat.

Deze werkwijze beoogt de juiste afstand tussen de bewapeningsstangen in de lengterichting tijdens het gieten te bewaren, alsook de juiste afstand tussen de dwarsgerichte stangen.

Het bewapeningsrooster moet ook op een gepaste afstand van de bekisting worden gehouden, om ervoor te zorgen dat er bij het gieten van het beton, tussen de bekisting en de bewapening voldoende beton kan vloeien om de bewapening volledig door beton te omgeven.

Dit is nodig om de nodige draagkracht aan het beton te verschaffen en ook om te voorkomen dat de bewapening in contact zou komen met de atmosfeer waarbij corrosie van de bewapening zou kunnen optreden.

Traditioneel wordt dit opgelost door bij het gieten van het beton het bewapeningsrooster enigszins op te tillen, of door het sporadisch plaatsen van pootjes onder het bewapeningsrooster, bijvoorbeeld in hout, die ervoor zorgen dat het bewapeningsrooster niet tegen de bekisting rust.

Een nadeel van deze werkwijze is dat ze arbeidsintensief is, doordat het aanbrengen van vlechtwerk en van een ondersteuning voor het bewapeningsrooster veel manuren vergt.

Een nadeel van deze werkwijze is ook, dat ze gebruik maakt van dwarsverbindingen tussen de stangen in de lengterichting, waar deze dwarsverbindingen geen draagkracht in de lengterichting bijbrengen, maar alleen maar onnodig gewicht bijbrengen.

Dit is vooral kritisch in toepassingen zoals het gieten van holle welfsels die voorzien zijn van holtes in de lengterichting om gewicht te besparen, en waarbij de bewapening in de lengterichting de draagkracht van het holle welfsei bepaalt.

De bewapeningsstangen in de lengterichting moeten in deze toepassing bijzonder nauwkeurig gepositioneerd worden, om ze op de juiste positie ten opzichte van de holle ruimten aan te brengen en ten opzichte van de buitenkant van de holle welfsels zodat ze niet door corrosie kunnen worden aangetast.

Doordat holle welfsels in de regel niet op de bouwwerf worden gegoten maar wel in een centrale productiefaciliteit is het automatiseren van het productieproces mogelijk.

Het gebruik van de traditionele werkwijze is echter arbeidsintensief en leent zich niet goed tot automatisatie.

Bovendien laat de traditionele werkwijze niet toe, de dwarsverbindingen in betonijzer achterwege te laten, aangezien de bewapeningsstangen in de lengterichting hiermee op een juiste afstand van elkaar worden gehouden.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een afstandshouder die toelaat het productieproces te versnellen en te vereenvoudigen.

Hiertoe betreft de uitvinding een afstandshouder voor het op een afstand van elkaar vasthouden van bewapeningsstangen bij het gieten van beton, daardoor gekenmerkt dat de afstandshouder bestaat uit klemmen die op een afstand van elkaar zijn aangebracht op een dwarsverbinding en waarin bewapeningsstangen kunnen worden gevat door de stangen erin te drukken en die voorzien is van pootjes waarmee de afstandshouder op een bodem van een bekisting of dergelijke kan rusten, waarbij de lengte van de pootjes zodanig is dat de in de afstandshouder gevatte bewapeningsstangen op een hoogte boven de bodem gehouden worden.

Een voordeel van een dergelijke afstandshouder is dat die toelaat de bewapeningsstangen op de juiste afstand van elkaar te houden zonder vlechtwerk te vereisen.

Nog een voordeel is dat een dergelijke afstandshouder toelaat de dwarsverbindingen in metalen bewapening achterwege te laten, hetgeen een gewichtsbesparing oplevert, zonder de draagkracht van de betonnen balk in de lengterichting nadelig te beïnvloeden.

Nog een voordeel van een dergelijke afstandshouder is dat de pootjes die de bewapening ondersteunen, de bewapeningsstangen op de gewenste afstand van het betonoppervlak houden dat zich onder de pootjes zal vormen.

Bij voorkeur is de afstandshouder ook voorzien van zijwaartse pootjes die de afstandshouder positioneren ten opzichte van de zijranden van de bekisting.

Deze zijwaartse pootjes zorgen voor een juiste positionering van de bewapening ten opzichte van de zijvlakken van de betonnen balk die gegoten zal worden.

Bij voorkeur hebben de neerwaartse en/of de zijwaartse pootjes een vorm die uitloopt in een punt.

Een voordeel van een dergelijke vorm is, dat de pootjes na het gieten niet meer zichtbaar zijn aan de buitenkant van de betonnen balk.

Bij voorkeur bestaat de afstandshouder uit een materiaal dat corrosiebestendig en lichter is dan bewapeningsstaal.

Een voordeel van een dergelijk materiaal is dat het gewicht van de balk daardoor verlaagd kan worden, en dat de afstandshouder geen corrosie van buitenuit kan doorgeven aan de bewapeningsstangen zelf.

Bij voorkeur bestaat de afstandshouder uit kunststof, wat het voordeel oplevert dat hij in alle gewenste variante kleuren en vormen kan worden aangeboden.

Nog een voordeel van kunststof is dat het licht is en daardoor de afstandshouder gemakkelijk te verwerken en te transporteren is.

Nog een voordeel is dat kunststof corrosiebestendig is en geen last heeft van atmosferische omstandigheden op een werf.

Nog een voordeel is dat kunststof door de uitvoering van de afstandshouder met een horizontale rand en een verticale rand voor voldoende stijfheid kan zorgen om de afstand tussen de geklemde bewapeningsstangen te bewaren, ook na het gieten van het beton.

Bij voorkeur wordt de afstandshouder gevormd als één geheel uit hetzelfde materiaal.

Een voordeel van een afstandshouder als één geheel gevormd is dat hij op een goedkope manier geproduceerd kan worden bijvoorbeeld door spuitgieten uit éénzelfde kunststof.

Bij voorkeur bevindt zich onder elke klem van de afstandshouder een pootje, en dit om het doorbuigen van de afstandshouder onder het gewicht van de gedragen bewapeningsstangen te vermijden.

Bij voorkeur zijn de klemmen vervaardigd uit een elastisch verend materiaal, en zijn ze van een type dat toelaat de bewapeningsstangen eruit te trekken zonder de klemmen te beschadigen.

Bij voorkeur is de klemkracht van de klemmen zodanig gekozen dat de bewapeningsstangen er niet door hun eigen gewicht kunnen uitvallen wanneer het bewapeningsrooster gevormd door de afstandshouders en de bewapeningsstangen gekanteld wordt of ondersteboven wordt gehouden.

Een voordeel van een dergelijke klemkracht is dat het bewapeningsrooster onderworpen kan worden aan manipulaties zonder zijn integriteit te verliezen, hetgeen ook voor automatisatie van de bewerkingen belangrijk is.

Bij voorkeur is de dwarsverbinding van de afstandshouder ter plaatse van de klemmen voorzien van een uitsparing, die een concave vorm kan hebben.

Een voordeel van een dergelijke uitsparing is dat de bewapeningsstaaf die door de klem wordt vastgehouden, in deze uitsparing kan rusten en daardoor juist gepositioneerd is.

Bij voorkeur worden de klemmen gevormd door twee benen die aan weerszijden van de uitsparing zijn voorzien aan één zijde van de dwarsverbinding en die zich dwars op de dwarsverbinding uitstrekken, waarbij een lengte van elk been over een scherpe hoek is omgeplooid in de richting van de uitsparing.

Bij voorkeur definiëren de naar binnen omgeplooide lengtes samen een doorgang voor een bewapeningsstang waarvan de vorm eerst versmallend toeloopt in de richting van de uitsparing en daarna verbredend verder loopt naar de uitsparing in de dwarsverbinding.

Een voordeel van dergelijke klemmen is dat ze de bewapeningsstangen automatisch geleiden naar de gewenste positie in de af standshouder, en dat ze praktisch zijn in het gebruik aangezien er geen enkel werktuig nodig is om de bewapeningsstangen aan te brengen of desgewenst weer te verwijderen.

Nog een voordeel is dat dergelijke klemmen in staat zijn de bewapeningsstangen goed vast te houden en te voorkomen dat de bewapeningsstangen uit de afstandshouders zouden vallen bij het manipuleren van het bewapeningsrooster, bijvoorbeeld door het ondersteboven te keren.

Bij voorkeur heeft de dwarsverbinding van de afstandshouder een L-vormig profiel met twee loodrecht op elkaar staande randen, waarvan één rand de klemmen omvat en de andere de pootjes omvat.

Een voordeel van een dergelijk profiel is dat het aan de afstandshouder de nodige stijfheid verleent, die voorkomt dat de afstandshouder zou doorbuigen of plooien en daarmee verzekert dat de gewenste afstand tussen de bewapeningsstangen bewaard blijft.

Bij voorkeur zijn, zowel de neerwaartse, als de zijwaartse pootjes van een vorm die uitloopt in een punt, zodat ze na het gieten van het beton langs de buitenkant van het gegoten beton niet meer te zien zijn.

Bij voorkeur blijven de klemmen de draagstang vasthouden ook indien de klem met draagstang over 180° geroteerd wordt, wat belangrijk is om het omkeren van het bewapeningsrooster gevormd door de bewapeningsstangen en de dwarse afstandshouders toe te laten zonder dat de bewapeningsstangen eruit vallen. Deze beweging laat toe stappen in de productie beter te automatiseren.

Bij voorkeur zijn de klemmen van een type waaruit de bewapeningsstang verwijderd kan worden door het uitoefenen van druk op de bewapeningsstang. Dit laat toe de stangen nog te herpositioneren of anders te verdelen na een eerste plaatsing.

Het voordeel hieraan verbonden is dat er geen werktuigen voor nodig zijn om de bewapeningsstangen vast te maken of weer los te maken.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van de afstandshouder volgens de uitvinding en van het productieproces waarin de afstandshouder gebruikt wordt met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een afstandshouder volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een zijaanzicht van figuur 1 weergeeft en een doorsnede loodrecht op de lengterichting; figuur 3 een bovenaanzicht van figuur 2 weergeeft; figuur 4 een onderaanzicht van figuur 2 weergeeft; figuur 5 een afstandshouder volgens de uitvinding weergeeft, geplaatst op bewapeningsstangen; figuur 6 figuur 5 weergeeft maar omgekeerd en geplaatst in een bekisting; figuur 7 een doorsnede van een hol welfsel toont, met een afstandshouder volgens de uitvinding geproduceerd; figuur 8 een variant van figuur 7 toont met een grotere dikte; figuur 9 in perspectief een variant van figuur 1 weergeeft; figuur 10 in perspectief de achterkant van figuur 9 weergeeft.

Figuur 1 geeft een afstandshouder 1 volgens de uitvinding in perspectief weer, die bestaat uit een dwarsverbinding 2 voorzien van klemmen 3 met onder elke klem een neerwaarts pootje 4 en voorzien van zijwaartse pootjes 5 op de uiteinden van de dwarsverbinding 2. De klemmen 3 zijn onderling verbonden door een horizontale rand 6 over de lengte van de afstandshouder 1, die loodrecht staat op een verticale rand 7 waarvan de neerwaartse pootjes 4 deel uitmaken en die doorloopt tot in de zijwaartse pootjes 5.

De verticale rand 7 vertoont een uitsparing 8 onder elke klem, waarin een bewapeningsstang 9 plaats kan vinden.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de afstandshouder 1 waarop de dwarsverbinding 2, de horizontale rand 6 met de klemmen 3 en de verticale rand 7 met de neerwaartse pootjes 4 en de zijwaartse pootjes 5 duidelijk te zien zijn. De doorsnede dwars op de lengterichting toont de horizontale rand 6, en de daaraan vasthangende verticale rand 7 met een steuntje 4a ter hoogte van de punt 10 aan een neerwaarts pootje 4.

Figuur 3 toont het bovenaanzicht van de afstandshouder met de horizontale rand 6 met de klemmen 3, die over de hele lengte ondersteund wordt door een verticale rand 7.

Figuur 4 toont het onderaanzicht van de afstandshouder 1 met de verticale rand 7, voorzien van pootjes 4 die uitlopen in een punt 10, en die over de hele lengte van de afstandshouder 1 verbonden is met de horizontale rand 6.

Figuur 5 toont de afstandshouder 1 geplaatst over bewapeningsstangen 11 in de lengterichting met vorming van een bewapeningsrooster 12, waarbij de pootjes 4,5 naar boven zijn gericht en de klemmen 3 naar onder.

Figuur 6 toont het bewapeningsrooster 12 geplaatst in een bekisting 13 voor het gieten van een betonnen balk, met de pootjes 4,5 naar onder, rustend op de bekisting 13 en de klemmen 3 naar boven toe gericht.

Figuur 7 toont een doorsnede dwars op de lengterichting van een gegoten welfsel 14 waarin de bewapeningsstangen 11 door afstandshouders 1 volgens de uitvinding op hun plaats worden gehouden in het gegoten beton en waarin de holle ruimten 15a cylindrisch zijn.

Figuur 8 toont een variant 16 van figuur 7 waarin de doorsnede van de holle ruimten 15b hoger is en de totale dikte 17b van het gegoten holle welfsel ook groter is dan de dikte 17a in figuur 7.

Figuur 9 en figuur 10 geven een variant 18 weer langs voor-en rugzijde van een afstandshouder volgens de uitvinding waarbij de pootjes voorzien zijn van een wigvormig uitsteeksel 19 dat past in een uitsparing 20 aan de andere zijde van een overeenstemmend pootje van een naburige afstandshouder.

Deze variant 18 laat toe de afstandshouder aan elkaar te bevestigen door de wigvormige uitsteeksels 19 van één afstandshouder in een overeenstemmende uitsparing 20 van een volgende afstandshouder te schuiven, hetgeen opslag en transport ervan vereenvoudigt. Bij het in gebruik nemen van de afstandshouders kunnen deze eenvoudig van elkaar los worden gemaakt en op een gepaste afstand van elkaar op de bewapeningsstangen worden bevestigd.

Het productieproces van een gegoten betonnen hol welfsel 14 met afstandshouders 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en bestaat uit de volgende stappen: het klaarleggen van bewapeningsstangen 11 in de lengterichting van het te gieten betonnen voorwerp; - het aandrukken langs boven van afstandshouders 1 op de gewenste onderlinge afstand over de bewapeningsstangen 11 zodat deze door de klemmen 3 van de afstandshouders 1 gevat worden door het uitoefenen van druk P; - het omkeren van het gevormde bewapeningsrooster 12 over 180°; - het plaatsen van het bewapeningsrooster 12 met de neerwaartse pootjes 4 op de bodem van de bekisting 13 en met de zijwaartse pootjes 5 in de plooien die de opstaande zijkanten van de bekisting 13 afbakenen; het aanbrengen van holtevormende lichamen boven het bewapeningsrooster 12 op de gewenste afstand; - het gieten van beton tot de gewenste hoogte in de bekisting 13; - het trillen van het beton om de punten 10 van de pootjes 4,5 onzichtbaar te maken vanuit de buitenkant van het gegoten beton; - het ontmallen door het holle welfsel 14 uit de bekisting 13 te tillen na droging van het beton.

Na het verwijderen van het gegoten holle welfsel 14 kan de bekisting 13 opnieuw worden gebruikt voor een nieuwe gieting van een hol welfsel 14.

Het productieproces herhaald kan worden op een geautomatiseerde wijze, waarbij de vorming van het bewapeningsrooster 12 en het omkeren en plaatsen ervan in de bekisting kan gebeuren zonder manuele tussenkomst.

Het spreekt voor zich dat de afstandshouders 1 ook voor éénmalige betongietingen op een werf gebruikt kunnen worden en manueel kunnen worden aangebracht en dat de gevormde bewapeningsroosters 12 ook zo kunnen worden samengevoegd, dat ze geen omkering meer behoeven.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een afstandshouder 1 volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt en worden toegepast zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (18)

1. Afstandshouder (1) voor het op een afstand van elkaar vasthouden van bewapeningsstangen (11) bij het gieten van beton, daardoor gekenmerkt dat de afstandshouder (1) bestaat uit klemmen (3) die op een afstand van elkaar zijn aangebracht op een dwarsverbinding (2) en waarin bewapeningsstangen (11) kunnen worden gevat door de stangen erin te drukken en die voorzien is van pootjes (4) waarmee de af standshouder (1) op een bodem van een bekisting (13) of dergelijke kan rusten, waarbij de lengte van de pootjes zodanig is dat de in de afstandshouder (1) gevatte bewapeningsstangen (11) op een hoogte boven de bodem gehouden worden.

2. Afstandshouder (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij voorzien is van zijwaartse pootjes (5) die de afstandshouder (1) positioneren ten opzichte van de zijranden van de bekisting (13) of dergelijke.

3. Afstandshouder (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de neerwaartse (4) en/of de zijwaartse (5) pootjes een vorm hebben die uitloopt in een punt(10).

4. Afstandshouder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij bestaat uit een materiaal dat corrosiebestendig is en lichter is dan bewapeningsstaal.

5. Afstandshouder (1) volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat hij bestaat uit kunststof.

6. Afstandshouder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is gevormd als één geheel uit hetzelfde materiaal.

7. Afstandshouder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat onder elke klem (3) zich een pootje (4) bevindt.

8. Afstandshouder (1) volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de klemmen (3) vervaardigd zijn uit een elastisch verend materiaal.

9. Afstandshouder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de klemmen (3) van een type zijn dat toelaat de bewapeningsstangen (11) eruit te trekken zonder de klemmen (3) te beschadigen.

10. Afstandshouder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de klemkracht van de klemmen (3) zodanig is gekozen dat de bewapeningsstangen (11) er niet door hun eigen gewicht kunnen uitvallen wanneer het bewapeningsrooster (12) gevormd door de afstandshouders (1) en de bewapeningsstangen (11) gekanteld wordt of ondersteboven wordt gehouden.

11. Afstandshouder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dwarsverbinding (2) ter plaatse van de klemmen (3) voorzien is van een uitsparing (8).

12. Afstandshouder (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de uitsparing (8) een concave vorm heeft.

13. Afstandshouder (1)volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de klemmen (3) gevormd worden door twee benen die aan weerszijden van de uitsparing (8) zijn voorzien aan één zijde van de dwarsverbinding (2) en die zich dwars op de dwarsverbinding (2) uitstrekken, waarbij een lengte van elk been over een scherpe hoek is omgeplooid in de richting van de uitsparing (8) .

14. Afstandshouder (1) volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de naar binnen omgeplooide lengtes samen een doorgang definiëren voor een bewapeningsstang (11) waarvan de vorm eerst versmallend toeloopt in de richting van de uitsparing (8) en daarna verbredend verder loopt naar de uitsparing (8) in de dwarsverbinding.

15. Afstandshouder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de dwarsverbinding (2) een L-vormig profiel heeft met twee loodrecht op elkaar staande randen(6,7), waarvan één rand(6) de klemmen(3) omvat en de andere rand(7) de pootjes (4) omvat.

16. Afstandshouder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de pootjes voorzien zijn van een wigvormig uitsteeksel (19) dat past in een uitsparing 20 aan de andere zijde van een overeenstemmend pootje van een naburige afstandshouder.

17. Productieproces, daardoor gekenmerkt dat het proces gebruik maakt van afstandshouders (1) zoals beschreven in conclusie 1 en dat het volgende stappen omvat : het klaarleggen van bewapeningsstangen (11) in de lengterichting van het te gieten betonnen voorwerp; - het aandrukken langs boven van afstandshouders (1) op de gewenste onderlinge afstand over de bewapeningsstangen (11) zodat deze door de afstandshouder gevat worden; - het omkeren van het gevormde bewapeningsrooster (12)over 180°; - het plaatsen van het bewapeningsrooster (12) met de neerwaartse pootjes (4) op de bodem van de bekisting (13) en met de zijwaartse pootjes (5) in de plooien die de opstaande zijkanten van de bekisting (13) afbakenen; - het optioneel aanbrengen van holtevormende lichamen boven het bewapeningsrooster (12) op de gewenste afstand voor het vormen van holle welfsels (14); - het gieten van beton tot de gewenste hoogte in de bekisting (13); - het trillen van het beton om de punten (10) van de pootjes (4) onzichtbaar te maken vanuit de buitenkant van het gegoten beton; - het ontmallen van het gegoten betonnen voorwerp door het uit de bekisting (13) te tillen na droging van het beton.

18. Productieproces volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het geautomatiseerd is en herhaald kan worden zonder manuele tussenkomst te vereisen.