NL2014271B1 - Onderbouw voor een kunstgrasveld. - Google Patents

Onderbouw voor een kunstgrasveld. Download PDF

Info

Publication number
NL2014271B1
NL2014271B1 NL2014271A NL2014271A NL2014271B1 NL 2014271 B1 NL2014271 B1 NL 2014271B1 NL 2014271 A NL2014271 A NL 2014271A NL 2014271 A NL2014271 A NL 2014271A NL 2014271 B1 NL2014271 B1 NL 2014271B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sand
layer
substructure
layers
substructure according
Prior art date
Application number
NL2014271A
Other languages
English (en)
Inventor
Koning Ronald
Van Reijen Peter
Original Assignee
Desso Sports B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Desso Sports B V filed Critical Desso Sports B V
Priority to NL2014271A priority Critical patent/NL2014271B1/nl
Priority to EP16714567.1A priority patent/EP3256645B1/en
Priority to PCT/NL2016/050083 priority patent/WO2016129995A1/en
Priority to US15/550,285 priority patent/US20180030670A1/en
Priority to AU2016102418A priority patent/AU2016102418A4/en
Priority to AU2016218512A priority patent/AU2016218512A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2014271B1 publication Critical patent/NL2014271B1/nl
Priority to ZA2017/06075A priority patent/ZA201706075B/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C13/00Pavings or foundations specially adapted for playgrounds or sports grounds; Drainage, irrigation or heating of sports grounds
    • E01C13/02Foundations, e.g. with drainage or heating arrangements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C13/00Pavings or foundations specially adapted for playgrounds or sports grounds; Drainage, irrigation or heating of sports grounds
    • E01C13/08Surfaces simulating grass ; Grass-grown sports grounds

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een onderbouw voor een kunstgrasveld, omvattende een toplaag van kunstgrasvezels en een daar onder gelegen aantal onderlagen, omvattende een basislaag, een of meer zandlagen en een schokabsorberende laag, met het kenmerk, dat voornoemde schokabsorberende laag door een of meer tussenlagen is gescheiden van voornoemde toplaag van kunstgrasvezels, waarbij voornoemde een of meer tussenlagen zijn gekozen uit de groep van steenslag, lava en zand, of een combinatie hiervan.

Description

Korte aanduiding: Onderbouw voor een kunstgrasveld
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een onderbouw voor een kunstgrasveld, omvattende een toplaag van kunstgrasvezels en een daar onder gelegen aantal onderlagen, omvattende een basislaag, een of meer zandlagen en een schokabsorberende laag.
Uit de Internationale aanvraag W02013009174 ten name van de onderhavige aanvrager is een onderbouw voor een kunstgrasveld bekend, waarbij onder een toplaag van kunstgrasvezels en een onderlaag is gelegen, waarbij de onderlaag een basislaag, een op de basislaag liggende tussenlaag en een op de tussenlaag liggende zandlaag omvat, in het bijzonder dat de zandlaag ten minste twee sublagen omvat, waarbij de eerste sublaag een zandfractie met een deeltjesgrootte omvat die groter is dan de deeltjesgrootte van de zandfractie van de tweede sublaag.
Uit Nederlands octrooi 1021171 is een onderbouw bekend waarin een kunstgrasveld is gevormd door een relatief harde onderlaag, waarover een vlakke laag van verend en/of dempend materiaal is aangebracht, die een dikte kan vertonen van ongeveer 6 tot 35 mm, bijvoorbeeld 10 tot 14 mm. Op voornoemde verende en/of dempende laag is een toplaag aangebracht in de vorm van een kunstgrasmat die bestaat uit een rug en door tuften, breien of weven daarmee verbonden kunstgrassprieten. De verende en/of dempende laag kan op verschillende wijzen zijn gevormd, bijvoorbeeld door uitgaande van een mengsel van rubberkorrels, die gemengd zijn met een vloeibaar bindmiddel, bijvoorbeeld polyurethaan.
Een onderbouw voor het beoefenen van de golfsport, is op zich bekend uit de Britse octrooipublicatie GB 2 072 022.
Verder openbaart Internationale aanvrage WO 2006/007862 een ondergrond voor een sportvloer.
Verder is uit Nederlands octrooi 1013987 een op een fundatielaag aangebrachte ondergrond voor een ten minste gedeeltelijk met natuurgras bedekt sportveld bekend, waarbij de ondergrond voor een deel uit steenwol bestaat.
Het Nederlands octrooi 1016193 openbaart een kunstgrasveld, omvattende een drainagelaag, opgebouwd uit kiezels, een op de drainagelaag aangebrachte onderlaag, welke onderlaag de oorspronkelijk afgegraven en vervolgens verwijderde grond omvat, en een bovenlaag waarin zich vezels bevinden.
Uit document de Europese aanvrage EP 1 428 935 is een onderbouw voor een kunstgrasveld bekend, waarbij een zogenaamde undersheet van geotextielmateriaal over een reeds voorbewerkte ondergrond is aangebracht, waarbij op undersheet een laag zand is aangebracht, waarbij vervolgens een rubberlaag en tenslotte een textiellaag hier overheen zijn gelegd om aldus een zogenaamde “envelop” te vormen. Undersheet en textiellaag zijn aan hun uiteinden met elkaar verbonden. Tenslotte is een kunstgrasveld op voornoemde onderbouw aangebracht.
De Europese aanvrage EP 0 093 008 openbaart een ondergrond waarop een envelop van een bepaald weefsel is aangebracht, welke envelop met bijvoorbeeld zand is gevuld, een onderlaag, omvattende een mat van gebonden rubberdeeltjes, waarbij op onderlaag een kunstgrasveld dan wel een polyetheenschuimlaag kan worden aangebracht. Afhankelijk van de te beoefenen sport zijn verschillende afmetingen van zandkorrels weergegeven.
De Europese aanvrage EP 1 462 572 heeft betrekking op een onderbouw voor sportvloeren, waarbij er sprake is van een zandpakket waarin een waterverdelingssysteem is aangebracht, omvattende distributieleidingen verbonden met een waterreservoir. NL 2009968 heeft betrekking op een onderbouwconstructie voor een kunstgrasveld, omvattende: een in hoofdzaak water ondoorlatende isolatielaag voor het in hoofdzaak in een horizontale richting draineren van het kunstgrasveld; en - een boven en/of in de isolatielaag aangebrachte afwateringslaag voor het in hoofdzaak in een verticale richting draineren van het kunstgrasveld, zodanig dat boven de granulaatlaag een kunstgrasveld aanbrengbaar is.
De Franse publicatie FR 2 395 357 heeft betrekking op een onderbouw die is omgeven door een omhulling.
De Amerikaanse octrooiaanvrage US 2004/086664 heeft betrekking op een sportvloer omvattende een kunstgrasveld en een funderingslaag, waarbij een geotextielmembraan is geplaatst tussen de funderingslaag en de grasmat.
De Duitse publicatie DE 38 35 880 heeft betrekking op een veerkrachtige mat voor sportieve toepassingen.
Kunstgrasvelden worden in het algemeen voor een groot aantal sporten toegepast, bijvoorbeeld voetbal en hockey. Met name zal de toepassing van kunstgras in de voetbalwereld een grote vlucht gaan nemen. Omdat voetbal een contactsport is, waarbij tevens sprake is van korte sprintjes, slidings en sprongbewegingen, met name bij het nemen van hoekschoppen, is het wenselijk dat een kunstgrasveld een mate van demping of veerkracht vertoont die nagenoeg overeenkomt met die van een natuurlijke onderbouw, te weten een grasveld. Verder moet de onderbouw van een voetbalveld een zo natuurlijk mogelijk drainagegedrag vertonen, hetgeen inhoudt dat bij regenval de vorming van waterplassen op het veld tot een minimum is beperkt. Verder moet de toplaag van een dergelijk voetbalveld “aanvoelen” alsof er op een natuurlijk grasveld wordt gespeeld.
In de huidige kunstgrasvelden waarop de voetbalsport wordt beoefend wordt de demping van het veld hoofdzakelijk tot stand gebracht door de keuze van het zogenaamde infill-materiaal, bijvoorbeeld gemalen rubberdeeltjes. Een dergelijk veld zal na verloop van tijd een demping vertonen die afwijkend is van de oorspronkelijk ingestelde waarde. Ook is het vaak noodzakelijk om bepaalde plekken op het voetbalveld van extra hoeveelheden infill-materiaal te voorzien, hetgeen voor een niet homogene demping voor het voetbalveld zal zorgen.
Een aspect van de onderhavige vinding is het verschaffen van een onderbouw voor een sportveld, in het bijzonder een sportveld waarop voetbal wordt gespeeld, welke onderbouw een demping aan het sportveld verschaft die nagenoeg overeenkomt met de demping van een natuurlijk grasveld.
Een ander aspect van de onderhavige vinding is het verschaffen van een onderbouw voor een sportveld, in het bijzonder een sportveld waarop voetbal wordt gespeeld, welke onderbouw een zodanige waterhuishouding kent dat de vorming van waterplassen tot een minimum is beperkt.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een onderbouw voor een sportveld, in het bijzonder een sportveld waarop voetbal wordt gespeeld, waarbij het waterniveau van het sportveld op een gewenste waarde kan worden gestuurd.
Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een onderbouw voor een sportveld, in het bijzonder een sportveld waarop voetbal wordt gespeeld, waarbij een nagenoeg vlakke, stabiele ondergrond wordt verkregen.
De onderhavige uitvinding heeft aldus betrekking op een onderbouw voor een kunstgrasveld, omvattende een toplaag van kunstgrasvezels en een daar onder gelegen aantal onderlagen, omvattende een basislaag, een of meer zandlagen en een schokabsorberende laag, waarbij voornoemde schokabsorberende laag door een of meer tussenlagen is gescheiden van voornoemde toplaag van kunstgrasvezels, waarbij voornoemde een of meer tussenlagen zijn gekozen uit de groep van steenslag, lava en zand, of een combinatie hiervan.
De onderhavige uitvinders hebben geconstateerd dat door het aanbrengen van een fysieke scheiding tussen de toplaag van kunstgrasvezels en de schokabsorberende laag, welke scheiding de aanwezigheid van een of meer tussenlagen betreft, aan een of meer van voornoemde doelstelling kan worden voldaan. De materiaalkeuze van een dergelijke tussenlaag is gekozen uit de groep van steenslag, lava en zand, of een combinatie hiervan.
Als de voorkeur verdiende materialen om te worden toegepast voor de schokabsorberende laag kunnen worden genoemd: SBR rubber, gemalen kunststofdeeltjes, polyetheen, polypropeen, polyamide, polyester of een mengsel hiervan, bij voorkeur polyetheenschuim, eventueel in combinatie met een of meer bindmiddelen. In bepaalde uitvoeringsvormen is het wenselijk dat de schokabsorberende laag uit een aantal afzonderlijke, schokabsorberende lagen is samengesteld. In andere uitvoeringsvormen is het wenselijk dat de schokabsorberende laag uit een enkelvoudige schokabsorberende laag is samengesteld.
In de toplaag van kunstgrasvezels bevindt zich bij voorkeur een zogenaamd infill-materiaal met een goede waterdoorlaatbaarheid, bij voorkeur zand van het type dat een deeltjesgrootteverdeling bezit waarbij 25-75 gew.% van het zand door een zeef van 0,250 mm heen gaat, in het bijzonder dat 90-99 gew.% door een zeef van 1 mm heen gaat. Voornoemd type infill-materiaal is met name geschikt vanwege de goede waterdoorlaatbaarheid, welk aspect in de onderhavige onderbouw van groot belang is, in het bijzonder ten aanzien van het hierna nog te benoemen simulatie van “eb en vloed”.
Het is met name wenselijk dat voornoemde een of meer tussenlagen zand omvat, waarbij de zand omvattende tussenlaag uit ten minste twee sublagen bestaat, waarbij de eerste sublaag een zandfractie met een deeltjesgrootte omvat die groter is dan de deeltjesgrootte van de zandfractie van de tweede sublaag, waarbij de eerste sublaag met grovere zandfractie is gelegen in de nabijheid van de toplaag. Een dergelijke samenstelling van de sublagen van zand heeft bijzonder goede eigenschappen voor wat betreft waterdoorlaatbaarheid en demping.
Het is wenselijk dat de sublaag met grovere zandfractie is gelegen in de nabijheid van de toplaag. Aldus zal het hemelwater, dat door de toplaag van kunstgrasvezels naar onderen zal worden afgevoerd, eerst de grove zandfractie in de zandlaag passeren en vervolgens de minder grove zandfractie. Een goede passage van hemelwater is gewaarborgd. Bovendien is de tegengestelde verplaatsingsrichting van water in de onderbouw, te weten van beneden naar boven gericht, bij een dergelijke verdeling van fracties in de zandlaag gunstig gebleken.
De onderhavige onderbouw laat in feite een simulatie van “eb en vloed” zien, hetgeen betekent dat het waterniveau in de onderbouw kan dalen en stijgen, waarbij het gewenste waterniveau instelbaar is. Een dergelijk transport van vloeistof door de onderbouw kent derhalve een naar boven gerichte, te weten in de richting van de toplaag, en een naar beneden gerichte, te weten van de toplaag afgekeerd, verplaatsingsrichting, waarbij het niveau of de stand van de vloeistof in de onderbouw nauwkeurig instelbaar is gebleken.
De in de onderhavige aanvrage genoemde waarden voor deeltjesgrootte waarborgen ook een snel transport van water door de zandlaag heen, hetgeen wenselijk is wanneer een aanpassing van het waterniveau wordt nagestreefd. Indien een zandfractie met fijnere deeltjes dan hiervoor besproken wordt toegepast, dan zal het watertransport een hogere weerstand ondervinden, hetgeen de reactiesnelheid of responstijd van het waterbeheersingssysteem nadelig zal beïnvloeden.
Door toepassing van voornoemde onderbouwconstructie is tevens een onderbouw verkregen die een stabiele ondergrond verschaft voor het aanleggen van een kunstgrasveld waarbij vorming van kuilen en welvingen tot een minimum zijn beperkt.
In een dergelijke uitvoeringsvorm verdient het de voorkeur dat in voornoemde zandlaag de ten minste twee sublagen van elkaar zijn gescheiden door middel van een scheidingslaag.
Volgens een andere uitvoeringsvorm verdient het de voorkeur dat voornoemde een of meer tussenlagen zand omvat, waarbij voornoemd zand een deeltjesgrootteverdeling bezit waarbij 25-75 gew.% van het zand door een zeef van 0,250 mm heen gaat, in het bijzonder dat 90-99 gew.% door een zeef van 1 mm heen gaat. Een dergelijke samenstelling van zand heeft bijzonder goede eigenschappen voor wat betreft waterdoorlaatbaarheid en demping.
Voornoemde tussenlagen en schokabsorberende lagen kunnen van elkaar zijn gescheiden door een scheidingslaag, in het bijzonder om ongewenste verplaatsing dan wel vermenging van zandfracties te voorkomen.
Als voorbeelden van gewenste scheidingslagen worden doek, vlies, mat en geotextiel genoemd. De scheidingslaag is water doorlaatbaar, bij voorkeur voorzien van perforaties waardoor watertransport kan plaatsvinden doch verplaatsing van vaste stof van de ene sublaag naar de andere sublaag wordt belemmerd.
Voor met name goede dempingseigenschappen is het wenselijk dat voornoemde schokabsorberende laag is ingebed tussen twee afzonderlijke zandlagen, waarbij beide zandlagen bij voorkeur van hetzelfde type zijn. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan een aantal schokabsorberende lagen worden afgewisseld door een aantal zandlagen waarmee de mate van demping van het uiteindelijke veld kan worden gestuurd.
De schokabsorberende laag kan in bepaalde uitvoeringsvormen ten minste twee afzonderlijke, schokabsorberende lagen omvatten, bijvoorbeeld drie, vier maar in bepaalde uitvoeringsvormen zelfs vijf afzonderlijke, schokabsorberende lagen, waarbij zich tussen voornoemde schokabsorberende lagen een of meer tussenlagen kunnenbevinden, in het bijzonder zandlagen.
In de laatstgenoemde uitvoeringsvorm kunnen dergelijke zandlagen uit ten minste twee sublagen bestaan, waarbij de eerste sublaag een zandfractie met een deeltjesgrootte omvat die groter is dan de deeltjesgrootte van de zandfractie van de tweede sublaag, waarbij de sublaag met grovere zandfractie is gelegen in de nabijheid van de toplaag.
Daarentegen is het in bepaalde uitvoeringsvormen wenselijk dat de tussen de schokabsorberende lagen zandlaag een deeltjesgrootteverdeling bezit waarbij 25-75 gew.% van het zand door een zeef van 0,250 mm heen gaat, in het bijzonder dat 90-99 gew.% door een zeef van 1 mm heen gaat.
De deeltjesgrootte van de sublaag met grove fractie bezit bij voorkeur een deeltjesgrootte waarvan ten minste 80% zich bevindt in het gebied van 0-32 mm, bij voorkeur 1-32 mm, in het bijzonder 1-8 mm, met name 1-4 mm.
De dikte van de sublaag met grove fractie bedraagt bij voorkeur 50-200 mm, in het bijzonder 75-125 mm.
De tweede sublaag omvat bij voorkeur zanddeeltjes waarvan ten minste 80% een deeltjesgrootte groter dan 80 urn, bij voorkeur groter dan 100 urn, met name groter dan 125 urn bezit, met name omvat de tweede sublaag zanddeeltjes waarvan ten minste 50% een deeltjesgrootte groter dan 125 urn, bij voorkeur groter dan 150 urn, met name groter dan 200 urn bezit.
De totale dikte van lagen, gelegen onder de toplaag van kunstgrasvezels, bedraagt in het bijzonder 40-150 cm.
De onderhavige onderbouw is bij voorkeur omgeven door een omhulling, waarbij voornoemde omhulling zodanig is geconstrueerd dat het waterniveau, dat zich binnen de omhulling bevindt, in hoogte instelbaar is.
Voornoemde omhulling is in het bijzonder vervaardigd uit een folie gekozen uit de groep van high density polyetheen (HDPE) en etheenpropeendieenmonomeer (EPDM).
Voor het transport van water door het lagenpakket van de onderhavige onderbouw heen is het wenselijk dat zich in een van de tussenlagen, gelegen onder voornoemde schokabsorberende laag, een buizenstelsel bevindt, door welk buizenstelsel water doorleidbaar is, waarbij water naar de lagen van de onderbouw kan uittreden.
In het buizenstelsel zijn in het bijzonder drukverlagingsmiddelen aanwezig voor het aanleggen van een onderdruk in het buizenstelsel, waarbij het buizenstelsel verder omvat een waterreservoir met een of meer aansluitopeningen, een regelbare overloop voor het instellen van het waterniveau in voornoemd reservoir, waterniveaumeetmiddelen en een regelbare watertoevoer, voorzien van noodzakelijke leidingen, pompen en kleppen.
De drukverlagingsmiddelen omvatten in het bijzonder waterniveauverlagingsmiddelen voor het verlagen van het waterniveau in het reservoir, in het bijzonder dat de waterniveauverlagingsmiddelen een dompelpomp omvatten.
Het waterreservoir is met name in een kringloop opgenomen waarin zich verder een buffervat en een overstort bevinden, waarbij het waterreservoir met de onderbouw is verbonden via een of meer aansluitopeningen, welke aansluitopeningen tegen de voor water ondoordringbare laag zijn gelegen.
Voor het aansturen van de pompen, kleppen en besturingsmiddelen kan in een voorkeurssituatie gebruik worden gemaakt van zonne-energie en/of windenergie.
Het toepassen van een de hiervoor beschreven onderbouw, in het bijzonder wanneer de onderbouw is omgeven door een omhulling, heeft tot gevolg dat het mogelijk is om de kunstgrasvezels als het ware “van onderen af” te beregenen. Immers, de toevoer van water aan de toplaag van kunstgrasvezels vindt plaats via de onder de toplaag gelegen zandlaag, waarbij in het bijzonder de tussenlaag zodanig is uitgevoerd dat het in de zandlaag bevindende water niet naar de onder de zandlaag liggende lagen kan wegsijpelen. Daarnaast verschaffen voornoemde waarden voor de korrelanalyse (uitgevoerd via een zeefopstelling waarbij verschillende zeven met verschillende maasgroottes op elkaar worden gestapeld en de op de desbetreffende zeef achterblijvende laag wordt gemeten en de resultaten worden uitgezet in een grafiek) van de zandlaag een goede mogelijkheid van transport van water, te weten qua snelheid en retentievermogen. In dat kader wordt de voorkeur gegeven aan grovere zandsoorten. Daarnaast is gebleken dat met een dergelijk zandpakket zeer vlakke lagen kunnen worden verkregen hetgeen voor het beoefen van voetbal wenselijk is. Bovendien zullen geen verzakkingen of spoorvormingen optreden wanneer de constructie aan de bovenzijde zwaar wordt belast, bijvoorbeeld door verplaatsen van voertuigen.
Voor het aldus aan de “onderzijde” van de toplaag toevoeren van water is het derhalve wenselijk dat zich in een van de tussenlagen een buizenstelsel bevindt, door welk buizenstelsel water naar de bovenliggende lagen kan uittreden. Het buizenstelsel is bij voorkeur gepositioneerd in een laag met een fractie zand die als “fijn” kan worden gezien omdat daarmee een snelle responstijd van het waterbeheersysteem is gewaarborgd. Een dergelijke positionering is ook wenselijk vanuit het oogpunt van bevriezingsverschijnselen waardoor het wenselijk is het buizenstelsel op enige diepte in de onderbouw aan te brengen, welke situatie zich met name in koude winterse perioden van bepaalde landen kan voordoen. In een andere uitvoeringsvorm is het daarentegen ook mogelijk het buizenstelsel te positioneren in een zandlaag van een grovere fractie.
Het buizenstelsel is aldus voorzien van leidingen waarin zich op regelmatige afstand perforaties bevinden, waarbij het aan het kunstgrasveld toe te voeren water via voornoemde perforaties uit het buizenstelsel kan uittreden en zich min of meer zal ophopen in de lagen onder de toplaag van kunstgrasvezels. Ten gevolge van de bij voorkeur toegepaste korrelgrootte van de zanddeeltjes is het mogelijk gebleken dat het in de zandlaag aanwezige waterniveau zodanig kan worden ingesteld dat een kunstgrasveld wordt verkregen waarin een waterniveau aanwezig is dat het bespelen van het veld, in het bijzonder voor de voetbalsport, in combinatie met de beoogde demping, mogelijk maakt.
Om te voorkomen dat het via het buizenstelsel aan de lagen toegevoerde water naar de onderliggende lagen ongewenst kan wegsijpelen, verdient het de voorkeur dat een dergelijke laag aan de onderzijde daarvan is afgeschermd door middel van een voor water ondoordringbare laag, bij voorkeur een folie, bijvoorbeeld een polyetheenfolie.
Bovendien is het wenselijk dat de totale constructie van de onderhavige onderbouw voldoet aan eisen ten aanzien van schokabsorptie en energierestitutie, omdat overmatige vering van een kunstgrasveld door de bespelers daarvan in het bijzonder als onaangenaam en vermoeiend wordt ervaren. Indien de totale constructie van het kunstgrasveld een te grote veerkracht bezit, dan heeft dit tot gevolg dat een op het kunstgrasveld neerkomende bal in vergelijking met een natuurlijk grasveld te hoog en te snel zal terugstuiteren, hetgeen ongewenst is. Bovendien worden door de bespelers daarvan het rennen en trekken van sprintjes als vermoeiend en ook als onnatuurlijk ervaren. Door de bijzondere positionering van de schokabsorberende laag in de onderbouw is het volgens de onderhavige uitvinders mogelijk gebleken een veld te construeren waarin voornoemde problemen worden geminimaliseerd.
Het toegepaste buizenstelsel bezit bij voorkeur drukverlagingsmiddelen voor het aanleggen van onderdruk in voornoemd buizenstelsel, waarbij het buizenstelsel verder omvat een waterreservoir met een of meer aansluitopeningen, een regelbare overloop voor het instellen van het waterniveau in het reservoir, waterniveaumeetmiddelen en een regelbare watertoevoer. In een dergelijke constructie is het met name wenselijk dat de drukverlagingsmiddelen waterniveauverlagingsmiddelen omvatten voor het verlagen van het waterniveau in het reservoir, waarbij de waterniveauverlagingsmiddelen bij voorkeur een dompelpomp omvatten. Voornoemd buizenstelsel is verder bij voorkeur voorzien van een besturing die ten minste gekoppeld is met voornoemde waterniveaumeetmiddelen, regelbare watertoevoer en de drukverlagingsmiddelen. Aldus is voornoemde constructie geschikt voor het aan de onderbouw toevoeren van water, in het bijzonder is het mogelijk gebleken een groot grondoppervlakte hiermee te behandelen.
De onderhavige uitvinding zal hierna aan de hand van een aantal schematisch weergegeven voorbeelden worden toegelicht, waarbij echter dient te worden opgemerkt dat de in de bijgevoegde figuren schematische weergaven niet als beperkend moeten worden opgevat. Bovendien zijn de figuren niet op schaal weergegeven.
Figuur 1 geeft een schematische weergave van een onderbouw voor een kunstgrasveld volgens de onderhavige uitvinding weer.
Figuur 2 geeft een schematische weergave van een andere onderbouw voor een kunstgrasveld volgens de onderhavige uitvinding weer.
Figuur 3 geeft een schematische weergave van een andere onderbouw voor een kunstgrasveld volgens de onderhavige uitvinding weer.
Figuur 4 geeft een schematische weergave van een andere onderbouw voor een kunstgrasveld volgens de onderhavige uitvinding weer.
Figuur 1 toont een onderbouw 10 voor een kunstgrasveld, omvattende een toplaag 1 waarin zich kunstgrasvezels 2 bevinden. In toplaag 1 bevindt zich een zogenaamd infill-materiaal 25 met een goede waterdoorlaatbaarheid, bij voorkeur zand van het type dat een deeltjesgrootteverdeling bezit waarbij 25-75 gew.% van het zand door een zeef van 0,250 mm heen gaat, in het bijzonder dat 90-99 gew.% door een zeef van 1 mm heen gaat. Onder toplaag 1 bevindt zich een tussenlaag 3 gekozen uit de groep van steenslag, lava en zand, of een combinatie hiervan. Onder tussenlaag 3 bevindt zich een schokabsorberende laag 4, waarbij onder schokabsorberende laag 4 een basislaag 5 is gelegen. Basislaag 5 is aan de onderzijde daarvan voorzien van een voor water permeabele folie 15, onder welke folie 15 een aantal drainagebuizen 16 is gelegen. Het geheel van toplaag 1, tussenlaag 3, schokabsorberende laag 4 en basislaag 5 is omgeven door een niet voor water doorlaatbare gelegen omhulling 26, welke omhulling 26 is vervaardigd uit een folie gekozen uit de groep van high density polyetheen (HDPE) en etheenpropeendieenmonomeer (EPDM). Het waterniveau in de verticale kolom van toplaag 1, tussenlaag 3, schokabsorberende laag 4 en basislaag 5 kan worden gestuurd en ingesteld door de toe-en afvoer van water via drainagebuizen 16. Met verwijzingscijfer 27 is schematisch een situatie aangeven waarin op drainagebuizen 16 enige overdruk wordt aangebracht waardoor water uit drainagebuizen 16 kan treden. Vanwege de aanwezigheid van omhulling 26 kan het uittredende water zich slechts in opwaartse richting verplaatsen, in de richting van toplaag 1. Aldus is het mogelijk gebleken om het water, dat uit de drainagebuizen 16 treedt, in de richting van toplaag 1 te sturen zodat de bespelers van het veld een natuurlijk vochtgehalte ervaren. Indien wenselijk, kan men het bereikte waterniveau vervolgens weer laten afnemen, door het aanbrengen van enige onderdruk in drainagebuizen 16 waardoor water zal worden weggenomen, resulterend in een verlaagd waterniveau in het pakket van toplaag 1, tussenlaag 3, schokabsorberende laag 4 en basislaag 5. Voornoemd waterniveau is dus instelbaar en stuurbaar onder invloed van de druk op drainagebuizen 16. De aanwezigheid van voornoemde omhulling zorgt er aldus voor dat het uit de drainagebuizen 16 tredende water niet ongewenst kan wegvloeien. Een dergelijk natuurlijk vochtgehalte maakt het mogelijk om de natuurlijke eigenschappen van een natuurlijk grasveld te benaderen, vooral wat betreft het glijgedrag. In het bijzonder voor het beoefenen van de voetbalsport, waar slidings veelvuldig voorkomen, is het wenselijk dat de bespelers in hun activiteiten niet worden benadeeld door de ondergrond waarop het voetbalspel wordt beoefend. Hoewel in de onderhavige beschrijving sprak is van kunstgrasvezels in toplaag 1, is het ook mogelijk om in toplaag 1 naast kunstgrasvezels ook natuurlijke grassprieten te hebben. Een dergelijk veld, ook wel aangeduid als hybrideveld, is geopenbaard in het Amerikaans octrooi US 5,540,960 ten name van de onderhavige aanvrager waarvan de inhoud hier volledig is ingelast moet worden beschouwd. Indien wenselijk kan toplaag 1 zogenaamde infill-materialen (niet weergegeven) omvatten.
In figuur 2 is een onderbouw 20 voor een kunstgrasveld weergegeven, omvattende een toplaag 1 waarin zich kunstgrasvezels 2 bevinden. In toplaag 1 bevindt zich een zogenaamd infill-materiaal 25 met een goede waterdoorlaatbaarheid, bij voorkeur van het type zoals omschreven in figuur 1. Onder toplaag 1 bevindt zich een tussenlaag 3 die is samengesteld uit twee afzonderlijke zandlagen 6, 7. Zandlagen 6, 7 zijn dus op te vatten als twee sublagen bestaat, waarbij de eerste sublaag 6 een zandfractie met een deeltjesgrootte omvat die groter is dan de deeltjesgrootte van de zandfractie van de tweede sublaag 7, waarbij de eerste sublaag 6 met grovere zandfractie is gelegen in de nabijheid van de toplaag 1. Onder tussenlaag 3 bevindt zich een schokabsorberende laag 4, waarbij onder schokabsorberende laag 4 een basislaag 5 is gelegen. Basislaag 5 is aan de onderzijde daarvan voorzien van een voor water permeabele folie 15, onder welke folie 15 een aantal drainagebuizen 16. Het geheel van toplaag 1, tussenlaag 3, schokabsorberende laag 4 en basislaag 5 is omgeven door een niet voor water doorlaatbare gelegen omhulling 26, welke omhulling 26 is vervaardigd uit een folie gekozen uit de groep van high density polyetheen (HDPE) en etheenpropeendieenmonomeer (EPDM). Met verwijzingscijfer 27 is schematisch een situatie aangeven waarin op drainagebuizen 16 enige overdruk wordt aangebracht waardoor water uit drainagebuizen 16 kan treden. Vanwege de aanwezigheid van omhulling 26 kan het uittredende water zich slechts in opwaartse richting verplaatsen, in de richting van toplaag 1. Zoals reeds is besproken bij de behandeling van figuur 1 hiervoor, laat het waterniveau zich in onderbouw 20 snel en nauwkeurig instellen door de bijzondere samenstelling van de onderbouw en de aanwezigheid van drainagebuizen 16.
Figuur 3 toont een onderbouw 30 voor een kunstgrasveld, omvattende een toplaag 1 waarin zich kunstgrasvezels 2 bevinden. In toplaag 1 bevindt zich een zogenaamd infill-materiaal 25 met een goede waterdoorlaatbaarheid, bij voorkeur van het type zoals omschreven in figuur 1. Onder toplaag 1 bevindt zich een tussenlaag 3 gekozen uit de groep van steenslag, lava en zand, of een combinatie hiervan. Onder tussenlaag 3 bevindt zich een schokabsorberende laag 4, waarbij schokabsorberende laag 4 is samengesteld uit een aantal afzonderlijke schokabsorberende lagen 8, 9, waaronder een basislaag 5 is gelegen. Basislaag 5 is aan de onderzijde daarvan voorzien van een voor water permeabele folie 15, onder welke folie 15 een aantal drainagebuizen 16 is gelegen. Het geheel van toplaag 1, tussenlaag 3, schokabsorberende laag 4 en basislaag 5 is omgeven door een niet voor water doorlaatbare gelegen omhulling 26, welke omhulling 26 is vervaardigd uit een folie gekozen uit de groep van high density polyetheen (HDPE) en etheenpropeendieenmonomeer (EPDM). Met verwijzingscijfer 27 is schematisch een situatie aangeven waarin op drainagebuizen 16 enige overdruk wordt aangebracht waardoor water uit drainagebuizen 16 kan treden. Vanwege de aanwezigheid van omhulling 26 kan het uittredende water zich slechts in opwaartse richting verplaatsen, in de richting van toplaag 1. Het waterniveau in de verticale kolom van toplaag 1, tussenlaag 3, schokabsorberende laag 4 en basislaag 5 kan nauwkeurig en snel worden gestuurd en ingesteld door de toe-en afvoer van water via drainagebuizen 16.
Figuur 4 toont een onderbouw 40 voor een kunstgrasveld, omvattende een toplaag 1 waarin zich kunstgrasvezels 2 bevinden. In toplaag 1 bevindt zich een zogenaamd infill-materiaal 25 met een goede waterdoorlaatbaarheid, bij voorkeur van het type zoals omschreven in figuur 1. Onder toplaag 1 bevindt zich afwisselend een aantal tussenlagen 3 en schokabsorberende lagen 4, gepositioneerd op een basislaag 5. Dergelijke tussenlagen 3 zijn uit de groep van steenslag, lava en zand, of een combinatie hiervan. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het wenselijk dat schokabsorberende laag 4 is samengesteld uit een aantal afzonderlijke schokabsorberende lagen (niet weergegeven). Basislaag 5 is aan de onderzijde daarvan voorzien van een voor water permeabele folie 15, onder welke folie 15 een aantal drainagebuizen 16 is gelegen. Het geheel van toplaag 1, tussenlagen 3, schokabsorberende lagen 4 en basislaag 5 is omgeven door een niet voor water doorlaatbare gelegen 26, welke omhulling 26 is vervaardigd uit een folie gekozen uit de groep van high density polyetheen (HDPE) en etheenpropeendieenmonomeer (EPDM). Met verwijzingscijfer 27 is schematisch een situatie aangeven waarin op drainagebuizen 16 enige overdruk wordt aangebracht waardoor water uit drainagebuizen 16 kan treden. Vanwege de aanwezigheid van omhulling 26 kan het uittredende water zich slechts in opwaartse richting verplaatsen, in de richting van toplaag 1. Het waterniveau in de verticale kolom van toplaag 1, tussenlagen 3, schokabsorberende lagen 4 en basislaag 5 kan nauwkeurig en snel worden gestuurd en ingesteld door de toe-en afvoer van water via drainagebuizen 16. Hoewel onderbouw 40 een constructie van tussenlaag 3, schokabsorberende laag 4, tussenlaag 3, schokabsorberende laag 4 weergeeft, is het ook in bepaalde uitvoeringsvormen wenselijk dat een of meer schokabsorberende lagen 4 is samengesteld uit een aantal afzonderlijke schokabsorberende lagen 8, 9, welke afzonderlijke schokabsorberende lagen 8, 9 weer op hun beurt van elkaar kunnen zijn gescheiden door een tussenlaag 3, dan wel een basislaag 5.
De onderhavige onderbouw, zoals weergegeven in een aantal uitvoeringsvormen volgens Figuren 1-4, laat in feite een simulatie van “eb en vloed” zien, hetgeen betekent dat het waterniveau in de onderbouw kan dalen en stijgen, waarbij het gewenste waterniveau instelbaar is
Vanwege de leesbarheid van de figuren zijn scheidingslagen, die mogelijk tussen voornoemde lagen kunnen zijn gepositioneerd, niet weergegeven. Voorbeelden van dergelijke scheidingslagen zijn doek, vlies, mat en geotextiel.
In de figuren 1-4 is verder niet ingegaan op de werking van de drainagebuizen 16, maar de werking daarvan kan worden uitgevoerd zoals gepubliceerd in WO2013/009174, ten name van de onderhavige aanvrager, van welk document de inhoud hier volledig als ingelast kan worden beschouwd.
In WO2013/009174 staat uitvoerig beschreven volgens welke wijze een drainage-inrichting is verbonden met een leiding die in vloeistofverbinding staat met de in figuren 1-4 weergegeven onderbouw. Vanwege voornoemde vloeistofverbinding tussen de drainage-inrichting en de onderbouw is de hoogte van het vloeistofniveau in de drainage-inrichting een indicatie van het vloeistofniveau in de onderbouw. De drainage-inrichting is voorzien van een buis, waarbij de hoogte het waterniveau in de drainage-inrichting wordt bepaald door de positionering van de hoogte van de buis, welke positionering instelbaar is. Voornoemde buis staat via een leiding in verbinding met een overstort, waarbij de overstort via een leiding in verbinding staat met een buffervat, dat via een andere leiding weer in verbinding staat met drainage-inrichting.
Wanneer bijvoorbeeld bij verdamping door instraling van de zon en wind het waterniveau in de onderbouw tot een ongewenst laag niveau zal dalen, dan is het wenselijk dat het beoogde waterniveau wordt hersteld, te weten dat water aan de onderbouw wordt toegevoerd. Wanneer echter bij hevige regenval het waterniveau in de onderbouw tot een ongewenst hoog niveau is gestegen, dan is het wenselijk dat het beoogde waterniveau in de onderbouw wordt hersteld. In de laatst genoemde situatie zal, vanwege de vloeistofcommunicatie tussen onderbouw en drainage-inrichting, het waterniveau in drainage-inrichting stijgen en zal het “overtollige” water worden afgevoerd uit de drainage-inrichting. Het af te voeren water wordt geleid naar een zogenaamd overstort. In de overstort wordt het uit de onderbouw afgevoerde water verzameld en vervolgens naar een buffervat geleid, dat met name is bedoeld als waterreservoir voor het op het gewenste niveau instellen en handhaven van het waterniveau in de onderbouw en dientengevolge ook in de drainage-inrichting. Via een meet-en regelsysteem wordt de toevoer van water uit het buffervat naar drainage-inrichting gestart wanneer dat wenselijk is.
Opgemerkt dient te worden dat de in de Figuren 1-4 weergegeven onderdelen niet op schaal zijn.
Voor een optimaal energieverbruik is het wenselijk dat de bij de drainage-inrichting toegepaste apparatuur via zonne-energie en/of windenergie wordt aangedreven. Ook is mogelijk om verwarmingselementen in de drainage-inrichting, dan wel in buffervat en/of overstort toe te passen, bij voorkeur aan te sturen middels zonne-energie en/of windenergie.

Claims (27)

1. Onderbouw voor een kunstgrasveld, omvattende een toplaag van kunstgrasvezels en een daar onder gelegen aantal onderlagen, omvattende een basislaag, een of meer zandlagen en een schokabsorberende laag, met het kenmerk, dat voornoemde schokabsorberende laag door een of meer tussenlagen is gescheiden van voornoemde toplaag van kunstgrasvezels, waarbij voornoemde een of meer tussenlagen zijn gekozen uit de groep van steenslag, lava en zand, of een combinatie hiervan.
2. Onderbouw volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schokabsorberende laag uit een aantal afzonderlijke, schokabsorberende lagen is samengesteld, omvattende een of meer bestanddelen gekozen uit de groep van SBR rubber, gemalen kunststofdeeltjes, polyetheen, polypropeen, polyamide, polyester of een mengsel hiervan, bij voorkeur polyetheenschuim, eventueel in combinatie met een of meer bindmiddelen.
3. Onderbouw volgens een of meer van conclusies 1-2, met het kenmerk, dat voornoemde een of meer tussenlagen zand omvat, waarbij de zand omvattende tussenlaag uit ten minste twee sublagen bestaat, waarbij de eerste sublaag een zandfractie met een deeltjesgrootte omvat die groter is dan de deeltjesgrootte van de zandfractie van de tweede sublaag, waarbij de eerste sublaag met grovere zandfractie is gelegen in de nabijheid van de toplaag.
4. Onderbouw volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in voornoemde zandlaag de ten minste twee sublagen van elkaar zijn gescheiden door middel van een scheidingslaag.
5. Onderbouw volgens een of meer van conclusies 1-2, met het kenmerk, dat voornoemde een of meer tussenlagen zand omvat, waarbij voornoemd zand een deeltjesgrootteverdeling bezit waarbij 25-75 gew.% van het zand door een zeef van 0,250 mm heen gaat, in het bijzonder dat 90-99 gew.% door een zeef van 1 mm heen gaat.
6. Onderbouw volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een of meer van voornoemde tussenlagen en schokabsorberende lagen van elkaar zijn gescheiden door een scheidingslaag.
7. Onderbouw volgens een of meer van conclusies 4-6, met het kenmerk, dat voornoemde scheidingslaag is gekozen uit de groep van doek, vlies, mat en geotextiel.
8. Onderbouw volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde schokabsorberende laag is ingebed tussen twee afzonderlijke zandlagen.
9. Onderbouw volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat beide zandlagen van hetzelfde type zijn.
10. Onderbouw volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schokabsorberende laag ten minste twee afzonderlijke, schokabsorberende lagen omvat.
11. Onderbouw volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat zich tussen voornoemde schokabsorberende lagen een of meer tussenlagen bevinden, waarbij voornoemde een of meer tussenlagen zand omvat.
12. Onderbouw volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat voornoemd zand uit ten minste twee sublagen bestaat, waarbij de eerste sublaag een zandfractie met een deeltjesgrootte omvat die groter is dan de deeltjesgrootte van de zandfractie van de tweede sublaag, waarbij de sublaag met grovere zandfractie is gelegen in de nabijheid van de toplaag.
13. Onderbouw volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat voornoemd zand een deeltjesgrootteverdeling bezit waarbij 25-75 gew.% van het zand door een zeef van 0,250 mm heen gaat, in het bijzonder dat 90-99 gew.% door een zeef van 1 mm heen gaat.
14. Onderbouw volgens een of meer van de conclusies 3-13, met het kenmerk, dat de deeltjesgrootte van de sublaag met grove fractie een deeltjesgrootte bezit waarvan ten minste 80% zich bevindt in het gebied van 0-32 mm, bij voorkeur 1-32 mm, in het bijzonder 1-8 mm, met name 1-4 mm.
15. Onderbouw volgens een of meer van de conclusies 3-14, met het kenmerk, dat dikte van de sublaag met grove fractie 50-200 mm, in het bijzonder 75-125 mm bedraagt.
16. Onderbouw volgens een of meer van de conclusies 3-15, met het kenmerk, dat de tweede sublaag zanddeeltjes omvat waarvan ten minste 80% een deeltjesgrootte groter dan 80 urn, bij voorkeur groter dan 100 urn, met name groter dan 125 urn bezit.
17. Onderbouw volgens een of meer van de conclusies 3-16, met het kenmerk, dat de tweede sublaag zanddeeltjes omvat waarvan ten minste 50% een deeltjesgrootte groter dan 125 urn, bij voorkeur groter dan 150 urn, met name groter dan 200 urn bezit.
18. Onderbouw volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de totale dikte van lagen, gelegen onder de toplaag van kunstgrasvezels, 40-150 cm bedraagt.
19. Onderbouw volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voornoemde onderbouw is omgeven door een omhulling, waarbij voornoemde omhulling zodanig is geconstrueerd dat het waterniveau, dat zich binnen de omhulling bevindt, in hoogte instelbaar is.
20. Onderbouw volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat voornoemde omhulling is vervaardigd uit een folie gekozen uit de groep van high density polyetheen (HDPE) en etheenpropeendieenmonomeer (EPDM).
21. Onderbouw volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich in een van de tussenlagen, gelegen onder voornoemde schokabsorberende laag, een buizenstelsel bevindt, door welk buizenstelsel water doorleidbaar is, waarbij water naar de lagen van de onderbouw kan uittreden.
22. Onderbouw volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat in het buizenstelsel drukverlagingsmiddelen aanwezig zijn voor het aanleggen van een onderdruk in het buizenstelsel, waarbij het buizenstelsel verder omvat een waterreservoir met een of meer aansluitopeningen, een regelbare overloop voor het instellen van het waterniveau in voornoemd reservoir, waterniveaumeetmiddelen en een regelbare watertoevoer, voorzien van noodzakelijke leidingen, pompen en kleppen.
23. Onderbouw volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de drukverlagingsmiddelen waterniveauverlagingsmiddelen omvatten voor het verlagen van het waterniveau in het reservoir, in het bijzonder dat de waterniveauverlagingsmiddelen een dompelpomp omvatten.
24. Onderbouw volgens een of meer van de conclusies 22-23, met het kenmerk, dat het waterreservoir in een kringloop is opgenomen waarin zich verder een buffervat en een overstort, bevinden.
25. Onderbouw volgens een of meer van de conclusies 22-24, met het kenmerk, dat het waterreservoir met de onderbouw is verbonden via een of meer aansluitopeningen, welke aansluitopeningen tegen de voor water ondoordringbare laag zijn gelegen.
26. Onderbouw volgens een of meer van de conclusies 22-25, met het kenmerk, dat het voor het aansturen van de pompen, kleppen en besturingsmiddelen gebruik wordt gemaakt van zonne-energie en/of windenergie.
27. Onderbouw volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1-26 met het kenmerk, dat zich in voornoemde toplaag een zogenaamd infill-materiaal met een goede waterdoorlaatbaarheid bevindt, bij voorkeur zand van het type dat een deeltjesgrootteverdeling bezit waarbij 25-75 gew.% van het zand door een zeef van 0,250 mm heen gaat, in het bijzonder dat 90-99 gew.% door een zeef van 1 mm heen gaat.
NL2014271A 2015-02-10 2015-02-10 Onderbouw voor een kunstgrasveld. NL2014271B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014271A NL2014271B1 (nl) 2015-02-10 2015-02-10 Onderbouw voor een kunstgrasveld.
EP16714567.1A EP3256645B1 (en) 2015-02-10 2016-02-05 Artificial lawn
PCT/NL2016/050083 WO2016129995A1 (en) 2015-02-10 2016-02-05 Substructure for an artificial lawn
US15/550,285 US20180030670A1 (en) 2015-02-10 2016-02-05 Substructure for an artificial lawn
AU2016102418A AU2016102418A4 (en) 2015-02-10 2016-02-05 Substructure for an artificial lawn
AU2016218512A AU2016218512A1 (en) 2015-02-10 2016-02-05 Substructure for an artificial lawn
ZA2017/06075A ZA201706075B (en) 2015-02-10 2017-09-06 Substructure for an artificial lawn

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014271A NL2014271B1 (nl) 2015-02-10 2015-02-10 Onderbouw voor een kunstgrasveld.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2014271B1 true NL2014271B1 (nl) 2016-10-13

Family

ID=52774488

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014271A NL2014271B1 (nl) 2015-02-10 2015-02-10 Onderbouw voor een kunstgrasveld.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20180030670A1 (nl)
EP (1) EP3256645B1 (nl)
AU (2) AU2016102418A4 (nl)
NL (1) NL2014271B1 (nl)
WO (1) WO2016129995A1 (nl)
ZA (1) ZA201706075B (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102017113307A1 (de) * 2017-06-16 2018-12-20 Intergreen Ag Sportplatzoberbau und Sportplatz
CN108951358A (zh) * 2018-08-15 2018-12-07 湖南优冠体育材料有限公司 一种高回弹曲丝人造草坪跑道
CN110258244B (zh) * 2019-05-31 2024-04-02 深圳市创想体育设施工程有限公司 一种易拆装的智能人造草坪
WO2021204310A1 (de) * 2020-04-09 2021-10-14 7Seven Relax Group Gmbh Kunstrasensystem und verfahren zur herstellung eines kunstrasensystems
US20210388563A1 (en) * 2020-06-15 2021-12-16 Jason Warren Bell Geocell-Based Drainage Base for Synthetic Turf

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2395357A1 (fr) * 1977-06-22 1979-01-19 Blank Nikolaus Assemblage de couches pour l'irrigation et le drainage souterrains de terrains de sports et de jeux ainsi que de surfaces vegetales de toutes sortes
DE3835880A1 (de) * 1988-10-21 1990-04-26 Sportboden Systeme Gmbh Elastische matte fuer bodenbelaege von sport- und freizeitflaechen
US20040086664A1 (en) * 2002-11-04 2004-05-06 Reed Seaton Sports playing surfaces for realistic game play
NL2009968C2 (nl) * 2012-12-12 2014-06-16 Oranjewoud Realisatie B V Onderbouwconstructie voor een kunstgrasveld, sportveld voorzien daarvan en werkwijze daarvoor.

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2072022A (en) 1980-03-08 1981-09-30 Logan J L Variable putting surface
NZ203964A (en) 1982-04-27 1985-04-30 Nottingham County Council Artificial playing surface
EP0373282A1 (fr) * 1988-12-13 1990-06-20 "H.R.B. Chemie Hiroba Belgium" Procédé pour la réalisation et l'entretien d'un terrain, en particulier d'un terrain de sport, et terrain obtenu par ce procédé
NL9002244A (nl) 1990-10-16 1992-05-18 Desseaux H Tapijtfab Kunstgrasveld.
US6551689B1 (en) * 1998-09-21 2003-04-22 Fieldturf Holdings Inc. Synthetic grass with resilient granular top surface layer
NL1013987C2 (nl) 1999-12-29 2001-07-10 Arcadis Heidemij Realisatie B Steenwol bevattende ondergrond voor een sportveld.
NL1016193C2 (nl) 2000-09-15 2002-03-18 Desseaux H Tapijtfab Werkwijze voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een dergelijk kunstgrasveld.
NL1021171C2 (nl) 2002-07-29 2004-01-30 Hugo De Vries Werkwijze voor het aanleggen van een begaanbaar oppervlak, bijvoorbeeld een speelveld en zo gevormd oppervlak.
GB2396117B (en) 2002-12-14 2006-06-28 Nottinghamshire Sports And Saf Improvements relating to the construction of playing surfaces
EP1462572A1 (en) 2003-03-26 2004-09-29 Anthony Harte A sports ground
US7244477B2 (en) * 2003-08-20 2007-07-17 Brock Usa, Llc Multi-layered sports playing field with a water draining, padding layer
WO2006007862A1 (de) 2004-07-16 2006-01-26 Gebr. Wunderlich Gmbh & Co. Kg Sportboden und verfahren zur herstellung einer elastischen dämpfungsschicht
WO2008051553A2 (en) * 2006-10-24 2008-05-02 Fieldturf Tarkett Inc. Drainage system for synthetic grass system, method of installing a synthetic grass system and business method of providing a synthetic grass system
DE202009009767U1 (de) * 2009-07-17 2010-11-25 Moosdorf, Heidi Reitboden
NL2008291C2 (nl) * 2011-07-13 2013-05-08 Desso Sports Systems N V Onderbouw voor een kunstgrasveld.
US10385520B2 (en) * 2014-12-19 2019-08-20 Ten Cate Thiolon B.V. Sports field construction

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2395357A1 (fr) * 1977-06-22 1979-01-19 Blank Nikolaus Assemblage de couches pour l'irrigation et le drainage souterrains de terrains de sports et de jeux ainsi que de surfaces vegetales de toutes sortes
DE3835880A1 (de) * 1988-10-21 1990-04-26 Sportboden Systeme Gmbh Elastische matte fuer bodenbelaege von sport- und freizeitflaechen
US20040086664A1 (en) * 2002-11-04 2004-05-06 Reed Seaton Sports playing surfaces for realistic game play
NL2009968C2 (nl) * 2012-12-12 2014-06-16 Oranjewoud Realisatie B V Onderbouwconstructie voor een kunstgrasveld, sportveld voorzien daarvan en werkwijze daarvoor.

Also Published As

Publication number Publication date
EP3256645B1 (en) 2020-08-26
AU2016218512A1 (en) 2017-09-28
US20180030670A1 (en) 2018-02-01
EP3256645A1 (en) 2017-12-20
AU2016102418A4 (en) 2019-08-08
ZA201706075B (en) 2019-09-25
WO2016129995A1 (en) 2016-08-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2014271B1 (nl) Onderbouw voor een kunstgrasveld.
US6877932B2 (en) Drainage system and method for artificial grass using spacing grid
US7114877B2 (en) Drainage system for sports fields
US20060045994A1 (en) Synthetic turf system and method
ZA200210075B (en) Synthetic grass with resilient granular top surface layer.
NL1023301C2 (nl) Sportvloer of gedeelte daarvan, alsmede een werkwijze voor het aanleggen van een dergelijke sportvloer.
US20110171401A1 (en) Synthetic Sports Turf Having Lowered Infill Levels
US9809936B2 (en) Substructure for an artificial lawn
JP2007510075A (ja) スポーツ用表面体の排水
CN85109207A (zh) 快速排水的人造草坪运动场
US20060051161A1 (en) Methods and apparatus for reducing sand erosion in golf course bunkers
NL2007101C2 (nl) Onderbouw voor een kunstgrasveld.
EP4022130B1 (en) Arrangement for adjusting moisture content of the soil of a sports field
CA2352934A1 (en) Drainage system for artificial grass using spacing grid
AU2004285991B2 (en) Drainage for sports surface
EP2388052B1 (en) Base for a playing field
NL2009969C2 (nl) Fundatie voor een sportveld, sportveld voorzien daarvan, en werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijke fundatie.
NL1026935C2 (nl) Sportveld alsmede gebruik van een dergelijk sportveld als voetbalveld.
CZ22210U1 (cs) Stavební systém povrchu externího sportoviště krytého syntetickou trávou
WO1991003604A1 (en) Built-up playing court structure and construction method
CZ2010972A3 (cs) Stavební systém povrchu externího sportovište krytého syntetickou trávou

Legal Events

Date Code Title Description
HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: TARKETT SPORTS B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: DESSO SPORTS B.V.

Effective date: 20210211

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220301