NL2014234B1

NL2014234B1 - Mobiele veiligheidsunit voor het beveiligen van een railvak tegen in en uit het railvak rijden van treinen.

Info

Publication number: NL2014234B1
Application number: NL2014234A
Authority: NL
Inventors: Jansen Tommy
Original assignee: Lloyd's Register Rail Europe B V
Priority date: 2015-02-04
Filing date: 2015-02-04
Publication date: 2016-10-12
Also published as: WO2016126160A3; EP3253639A2; WO2016126160A2

Abstract

Een mobiele veiligheidsunit 1 voor het beveiligen van een railvak 23 tegen in en uit het railvak rijden van treinen 25, 27, heeft een elektrische geleider 3 die met of nabij de uiteinden in contact gebracht kan worden met de beide spoorstaven 5 van een rail 7, alsmede een schakelaar 9 voor het onderbreken en sluiten van de elektrische geleider. De veiligheidsunit 1 heeft voorts een zender 11 voor het geven van een stopsignaal dat door de boven de rails aanwezige opnamespoelen van een trein gedetecteerd kan worden. De veiligheidsunit heeft verder een elektronische unit 13 voor het verstoren van een door de spoorstaven 5 lopend signaal dat aangeeft dat met hoge snelheid gereden mag worden.

Description

Mobiele veiligheidsunit voor het beveiligen van een railvak tegen in en uit het railvak rijden van treinen BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een mobiele veiligheidsunit voor het beveiligen van een railvak tegen in en uit het railvak rijden van treinen, omvattende een elektrische geleider die met of nabij de uiteinden in contact gebracht kan worden met de beide spoorstaven van een rail. Onder een railvak wordt een werkgebied verstaan met raildelen van een of meer spoorbanen waar tijdelijk werkzaamheden uitgevoerd worden.

Tijdens werkzaamheden aan de rails dient voorkomen te worden dat treinen die een andere bestemming dan het railvak hebben door het railvak waar werkzaamheden plaatsvinden rijden. Tevens dient voorkomen te worden dat werktreinen die in het betreffende railvak operatief zijn het railvak verlaten en op de rails terecht komen waar treinen met hoge snelheid volgens de dienstregeling rijden.

Stand van de techniek

Een dergelijke mobiele veiligheidsunit is algemeen bekend in de vorm van een kortsluitlans die beide spoorstaven van een rail elektrisch met elkaar verbindt om daarmee de aanwezigheid van een trein te simuleren zodat in treinen aanwezige veiligheidssystemen bij het met hoge snelheid naderen van de kortsluitlans de trein afremmen en stoppen om een botsing te voorkomen. Echter, het effect van de bekende kortsluitlans op de veiligheidssystemen is zodanig dat indien treinen met lage snelheid (onder de 40 km/uur) naderen niet ingegrepen wordt.

Ook zijn veiligheidssystemen bekend (ATB EG systeem) die een zender omvatten die de spoorstaven als een zendmiddel gebruiken en die worden gestuurd in overeenstemming met de seingeving. Deze zender zend een waarschuwingssignaal uit dat aangeeft hoe snel de trein mag rijden. Dit signaal wordt continu door in de trein aanwezige opnamespoelen waargenomen. Indien de trein met te hoge snelheid rijdt, dwingt een met de opnamespoelen gekoppelde regeleenheid de trein tot afremmen. De laagste door dit veiligheidssysteem bewaakte snelheid is 40 km/uur. Bij lagere snelheden is het systeem zodanig ontworpen dat het ATB EG systeem niet ingrijpt.

Daarnaast zijn veiligheidssystemen bekend (ATBvv systeem) die eveneens een zender omvatten die direct naast een spoorstaaf aanwezig is en die er wel voor zorgen dat treinen onder de 40 km/uur stoppen. Deze bekende installatie is vast geplaatst en daardoor niet geschikt voor afscherming van een tijdelijk werkgebied.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een mobiele veiligheidsunit van de in de aanhef omschreven soort die meer veiligheid verschaft dan de bekende veiligheidsunits. Hiertoe is de mobiele veiligheidsunit volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat deze voorts een zender omvat voor het geven van een stopsignaal dat door de boven de rails aanwezige opnamespoelen van een trein gedetecteerd kan worden. Met de veiligheidsunit volgens de uitvinding wordt voorkomen dat een werktrein met lage snelheid (kleiner dan 40 km/uur) het werkgebied uit kan rijden en dat een trein het werkgebied binnen kan rijden.

Opgemerkt wordt dat met een combinatie van beide bekende veiligheidssystemen (ATB EG en ATBvv) niet voorkomen wordt dat een werktrein met een lage snelheid (kleiner dan 40 km/uur) het werkgebied uit kan rijden en een trein het werkgebied binnen kan rijden, omdat indien een trein een ATB EG signaal uit de spoorstaven ontvangt, het eventueel aanwezige ATBvv signaal genegeerd wordt door de trein. Een trein die een ATB EG signaal ontvangt zal dus niet stoppen wanneer deze vervolgens een ATBvv signaal ontvangt.

De veiligheidsunit volgens de uitvinding voorziet in de behoefte om bij aanvang en na beëindiging van de werkzaamheden snel, eenvoudig en degelijk het werkgebied te beveiligen tegen het in- en uitrijden van treinen. Hierdoor is minder voorbereidingstijd en tijd voor het verwijderen nodig waardoor de periode waarin het werkgebied gezien de dienstregeling afgesloten kan worden beter benut kan worden voor het uitvoeren van de daadwerkelijke werkzaamheden.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de mobiele veiligheidsunit volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de veiligheidsunit voorts een schakelaar voor het onderbreken en sluiten van de elektrische geleider omvat.

Een verdere uitvoeringsvorm van de mobiele veiligheidsunit volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de veiligheidsunit een elektronische unit omvat voor het verstoren van een door de spoorstaven lopend signaal dat aangeeft dat met hoge snelheid gereden mag worden. Met deze uitvoeringsvorm van de veiligheidsunit volgens de uitvinding wordt voorkomen dat een trein met hoge snelheid het railvak kan naderen zodat een trein die in het werkgebied dreigt te rijden altijd tijdig gestopt kan worden.

In nog een verdere uitvoeringsvorm omvat de hierboven genoemde elektronische unit bij voorkeur ten minste één passieve elektronische component die tussen delen van de elektrische geleider aanwezig is. Met behulp van een passieve elektronische component kan de amplitude van het ATB EG signaal verkleind worden zodanig dat dit signaal niet meer herkend of door de opnamespoelen in de trein niet meer waargenomen kan worden. Deze passieve elektronische component kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een spoel, maar bij voorkeur is deze passieve elektronische component uitgevoerd als een condensator.

In nog een verdere uitvoeringsvorm omvat de hierboven genoemde elektronische unit bij voorkeur een stoorzender die een stoorsignaal op de spoorstaven aan kan brengen zodanig dat het genoemde signaal eveneens niet meer herkend of door de opnamespoelen in de trein niet meer waargenomen kan worden.

Om de veiligheid nog meer te vergroten is een verdere uitvoeringsvorm van de mobiele veiligheidsunit volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de elektronische unit stopmiddelen omvat voor het sturen van een stopsignaal door de spoorstaven of het verzenden van het stopsignaal via de zender, welk stopsignaal aangeeft dat onvoorwaardelijk gestopt dient te worden.

Bij voorkeur omvat de veiligheidsunit een afstandsbediening en omvat de elektronische unit een met de afstandsbediening samenwerkende ontvanger voor het ontvangen en doorleiden van, van de afstandsbediening ontvangen bediensignalen. Hierdoor kan tijd bespaard worden bij het in werking stellen van de veiligheidsunit zodat nog meer werktijd over blijft.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de mobiele veiligheidsunit volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de elektronische unit een signaleringsmodule omvat die aangeeft of de elektronische unit aan staat en of deze correct functioneert. Hiermee is direct kenbaar of het werkgebied goed beveiligd is en kunnen geen misverstanden hieromtrent voorkomen.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de mobiele veiligheidsunit volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de veiligheidsunit volgens de uitvinding; en

Figuur 2 een schematische weergave van een railvak dat beveiligd is door de in figuur 1 weergegeven mobiele veiligheidsunits.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van de mobiele veiligheidsunit volgens de uitvinding schematische weergegeven. De mobiele veiligheidsunit 1 is voor het beveiligen van een railvak ter voorkoming van het in en uit het railvak rijden van treinen. De mobiele veiligheidsunit heeft een elektrische geleider 3 die met de uiteinden in contact gebracht is met de beide spoorstaven 5 van een rail 7, alsmede een schakelaar 9 voor het onderbreken en sluiten van de elektrische geleider. Door de schakelaar te sluiten worden de spoorstaven met elkaar verbonden zoals deze ook verbonden worden door wielen en een wielas van een trein. Hiermee kan dus de aanwezigheid van een trein gesimuleerd worden die weer door andere treinen waargenomen worden en aldaar veiligheidssystemen activeren die voorkomen dat er een botsing plaats kan vinden.

De veiligheidsunit heeft voorts een zender 11 voor het geven van een stopsignaal dat door de boven de rails aanwezige opnamespoelen van een trein gedetecteerd kan worden, alsmede een elektronische unit 13 voor het aansturen van de zender 11 en het sluiten van de schakelaar 9. De elektronische unit is hiertoe voorzien van vermogenselektronica 15 en een accu 17.

De elektronische unit 13 kan uitgerust zijn met een stoorzender die een stoorsignaal op de spoorstaven kan aanbrengen voor het verstoren van een door de spoorstaven lopend signaal dat aangeeft dat met hoge snelheid gereden mag worden. Voorts kan de elektronische unit voorzien zijn van stopmiddelen voor het sturen van een stopsignaal door de spoorstaven of via de zender 11 dat aangeeft dat onvoorwaardelijk gestopt dient te worden.

De elektronische unit 13 heeft voorts een ontvanger 19 in de vorm van een GSM module zodat deze op afstand bedienbaar is met behulp van afstandsbediening 21. De ontvanger is verbonden met een centrale logische unit 18. Voorts heeft de elektronische unit 13 een signaleringsmodule 20 die aangeeft of de elektronische unit aan staat en of deze correct functioneert.

Ter illustratie is in figuur 2 een railvak 23 weergegeven dat door een aantal hierboven beschreven mobiele veiligheidsunits 1 is beveiligd tegen in het railvak rijden van treinen 25 en het uit het railvak rijden van werktreinen 27.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader. Zo kan in plaats van het aanbrengen van een stoorsignaal voor het verstoren van het door de spoorstaven lopend signaal dat aangeeft dat met hoge snelheid gereden mag worden, de elektronische unit uitgerust zijn met een condensator die tussen de uiteinden van de elektrische geleider aanwezig is.

Claims

1. Mobiele veiligheidsunit (1) voor het beveiligen van een railvak (23) tegen in en uit het railvak rijden van treinen (25, 27), omvattende een elektrische geleider (3) die met of nabij de uiteinden in contact gebracht kan worden met de beide spoorstaven (5) van een rail (7), met het kenmerk, dat de veiligheidsunit (1) voorts een zender (11) omvat voor het uitzenden van een stopsignaal dat door de boven de rails aanwezige opnamespoelen van een trein gedetecteerd kan worden, alsmede een elektronische unit (13) voor het geven van het stopsignaal aan de zender.

2. Mobiele veiligheidsunit (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de veiligheidsunit (1) voorts een schakelaar (9) voor het onderbreken en sluiten van de elektrische geleider (3) omvat.

3. Mobiele veiligheidsunit (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de elektronische unit (13) voorts stoormiddelen omvat voor het verstoren van een door de spoorstaven (5) lopend signaal dat aangeeft dat met hoge snelheid gereden mag worden.

4. Mobiele veiligheidsunit volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de stoormiddelen ten minste één passieve elektronische component omvatten die tussen delen van de elektrische geleider aanwezig is.

5. Mobiele veiligheidsunit (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de stoormiddelen een stoorzender (14) omvatten die een stoorsignaal op de spoorstaven (5) aan kan brengen.

6. Mobiele veiligheidsunit (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elektronische unit (13) stopmiddelen omvat voor het sturen van een stopsignaal door de spoorstaven (5) of het verzenden van het stopsignaal via de zender (11), welk stopsignaal aangeeft dat onvoorwaardelijk gestopt dient te worden.

7. Mobiele veiligheidsunit (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veiligheidsunit een afstandsbediening (21) omvat en de elektronische unit (13) een met de afstandsbediening samenwerkende ontvanger (19) omvat voor het ontvangen en doorleiden van, van de afstandsbediening ontvangen bediensignalen.

8. Mobiele veiligheidsunit (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elektronische unit (13) een signaleringsmodule (20) omvat die aangeeft of de elektronische unit aan staat en of deze correct functioneert.