NL2014221B1

NL2014221B1 - Side loader as well as a lifting device suitable for such a side loader.

Info

Publication number: NL2014221B1
Application number: NL2014221A
Authority: NL
Inventors: Matheus Maria De Jong Nicolaas
Original assignee: Verhuur- & Handelsonderneming Beltruck B V
Priority date: 2015-02-03
Filing date: 2015-02-03
Publication date: 2016-10-12
Also published as: WO2016124595A1; AU2016214452A1; EP3253619A1

Abstract

Een zijlader is voorzien van een onderstel en ten minste twee op afstand van elkaar gelegen hefinrichtingen voor het verplaatsen van een in een eerste positie op het onderstel tussen de hefinrichtingen gelegen lading naar een naast een eerste zijde van het onderstel gelegen tweede positie en naar een naast een op afstand van de eerste zijde gelegen tweede zijde van het onderstel gelegen derde positie. De hefinrichting is voorzien van een kantelarm die met een eerste uiteinde nabij de eerste zijde vergrendelbaar is met het onderstel en met een tweede uiteinde nabij de tweede zijde vergrendelbaar is met het onderstel. De hefinrichting is voorzien van een lineaire verplaatsingsinrichting die om een zwenkas zwenkbaar met het onderstel is verbonden en om een rotatieas roteerbaar met de kantelarm is verbonden. Bij een ontgrendeld tweede uiteinde van de kantelarm, is de kantelarm met behulp van de lineaire verplaatsingsinrichting kantelbaar om een nabij het eerste uiteinde van de kantelarm gelegen eerste kantelas terwijl bij een ontgrendeld eerste uiteinde van de kantelarm, de kantelarm met behulp van de lineaire verplaatsingsinrichting kantelbaar is om een nabij het tweede uiteinde van de kantelarm gelegen tweede kantelas. De zwenkas is op een nagenoeg gelijke afstand van de eerste en tweede kantelas, aan een van het onderstel afgekeerde zijde van een virtueel verbindingsvlak tussen de kantelassen gelegen. De zwenkas is gelegen tussen een eerste en tweede uiteinde van de lineaire verplaatsingsinrichting.A side loader is provided with a chassis and at least two spaced apart lifting devices for moving a load located between the lifting devices in a first position on the chassis to a second position located next to a first side of the chassis and to a second a third position remote from the first side of the chassis. The lifting device is provided with a tilting arm which can be locked with the first end near the first side with the undercarriage and can be locked with a second end near the second side with the undercarriage. The lifting device is provided with a linear displacement device which is pivotally connected to the chassis about a pivot axis and is rotatably connected to the tilting arm about an axis of rotation. With an unlocked second end of the tilting arm, the tilting arm can be tilted with the aid of the linear displacement device about a first tilting axis located near the first end of the tilting arm, while with an unlocked first end of the tilting arm, the tilting arm can be tilted using the linear displacement device is about a second tilting axis located near the second end of the tilting arm. The pivot axis is located at substantially the same distance from the first and second tilt axes, on a side remote from the chassis of a virtual connecting surface between the tilt axes. The pivot axis is located between a first and second end of the linear displacement device.

Description

Zijlader alsmede een hefinrichting geschikt voor een dergelijke zijlader GEBIED VAN DE UITVINDINGSide loader as well as a lifting device suitable for such a side loader FIELD OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een zijlader voorzien van een onderstel en ten minste twee op afstand van elkaar gelegen hefinrichtingen voor het verplaatsen van een in een eerste positie op het onderstel tussen de hefinrichtingen gelegen lading naar een naast een eerste zijde van het onderstel gelegen tweede positie en naar een naast een op afstand van de eerste zijde gelegen tweede zijde van het onderstel gelegen derde positie, waarbij ten minste een hefinrichting is voorzien van een kantelarm die met een eerste uiteinde nabij de eerste zijde vergrendelbaar is met het onderstel en met een tweede uiteinde nabij de tweede zijde vergrendelbaar is met het onderstel, welke hefinrichting is voorzien van een lineaire verplaatsingsinrichting die om een zwenkas zwenkbaar met het onderstel is verbonden en om een rotatieas roteerbaar met de kantelarm is verbonden, waarbij bij een ontgrendeld tweede uiteinde van de kantelarm, de kantelarm met behulp van de lineaire verplaatsingsinrichting kantelbaar is om een nabij het eerste uiteinde van de kantelarm gelegen eerste kantelas terwijl bij een ontgrendeld eerste uiteinde van de kantelarm, de kantelarm met behulp van de lineaire verplaatsingsinrichting kantelbaar is om een nabij het tweede uiteinde van de kantelarm gelegen tweede kantelas, waarbij de zwenkas op een nagenoeg gelijke afstand van de eerste en tweede kantelas, aan een van het onderstel afgekeerde zijde van een virtueel verbindingsvlak tussen de kantelassen is gelegen.The invention relates to a side loader provided with an undercarriage and at least two spaced apart lifting devices for moving a load located in a first position on the undercarriage between the lifting devices to a second position located next to a first side of the undercarriage and to a third position located next to a second side of the chassis which is situated at a distance from the first side, wherein at least one lifting device is provided with a tilting arm which can be locked with a first end near the first side with the chassis and with a second end can be locked near the second side to the chassis, which lifting device is provided with a linear displacement device which is pivotally connected to the chassis about a pivot axis and is rotatably connected to the tilting arm about an axis of rotation, wherein with an unlocked second end of the tilting arm, tilt arm using the side linear displacement device can be rotated about a first tilting axis located near the first end of the tilting arm, while with an unlocked first end of the tilting arm, the tilting arm can be tilted by means of the linear displacement device about a second tilting axis located near the second end of the tilting arm, wherein the pivotal axis is located at substantially the same distance from the first and second tilt axis, on a side remote from the chassis of a virtual connecting surface between the tilt axes.

De uitvinding heeft verder betrekking op een hefinrichting geschikt voor een dergelijke zijlader.The invention further relates to a lifting device suitable for such a side loader.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

Een dergelijke zijlader is bijvoorbeeld bekend uit het Franse octrooi FR2903049. Dergelijke zijladers worden ondermeer gebruikt voor het plaatsen van ladingen zoals bakken of containers op een onderstel. Het onderstel is bij voorkeur verrijdbaar en koppelbaar met een vrachtwagen of maakt deel uit van een vrachtwagen. Op de gewenste locatie wordt vervolgens de lading verplaatst vanaf het onderstel naar een positie naast het onderstel. Met de zijlader volgens het Franse octrooi FR2903049 kan de lading aan weerszijden van het onderstel worden geplaatst. De lineaire verplaatsingsinrichting wordt door een hydraulische cilinder gevormd.Such a side loader is for example known from the French patent FR2903049. Such side loaders are used inter alia for placing loads such as trays or containers on a chassis. The chassis is preferably mobile and can be coupled to a truck or forms part of a truck. At the desired location, the load is then moved from the undercarriage to a position next to the undercarriage. With the side loader according to the French patent FR2903049 the load can be placed on either side of the undercarriage. The linear displacement device is formed by a hydraulic cylinder.

Het kantelen van de kantelarm om de eerste kantelas, waarbij de kantelarm met het eerste uiteinde nabij de eerste zijde met het onderstel is vergrendeld en het tweede uiteinde nabij de tweede zijde is ontgrendeld, geschiedt met behulp van een hydraulische cilinder. De hydraulische cilinder is met een eerste uiteinde zwenkbaar om de zwenkas met het onderstel verbonden en met een tweede uiteinde roteerbaar om de rotatieas met de kantelarm verbonden. De zwenkas en rotatieas van de hydraulische cilinder zijn aan een van het onderstel afgekeerde zijde van een virtueel verbindingsvlak tussen de kantelassen gelegen.Tilting of the tilting arm about the first tilting axis, wherein the tilting arm with the first end near the first side is locked with the chassis and the second end near the second side is unlocked, is effected with the aid of a hydraulic cylinder. The hydraulic cylinder is connected to the chassis with a first end pivotally about the pivot axis and is rotatably connected to the tilting arm with a second end about the axis of rotation. The pivot axis and axis of rotation of the hydraulic cylinder are located on a side remote from the chassis of a virtual connecting surface between the tilt axes.

De hoogte van de vrachtwagen met onderstel en de op het onderstel geplaatste container en hefinrichtingen worden door wetten en regelgeving bepaald en mag momenteel in diverse landen niet hoger zijn dan 4 meter.The height of the truck with undercarriage and the container and lifting devices placed on the undercarriage are determined by laws and regulations and may currently not exceed 4 meters in various countries.

Een onderstel ligt voor bijvoorbeeld zogenaamde high-cube containers gebruikelijk op bijvoorbeeld 1 meter zodat voor de hefinrichtingen een hoogte van 3 meter beschikbaar is. In de eerste positie strekt de hydraulische cilinder zich verticaal uit. Aangezien de zwenkas en rotatieas van de hydraulische cilinder aan een van het onderstel afgekeerde zijde van een virtueel verbindingsvlak tussen de kantelassen zijn gelegen, is de lengte van de hydraulische cilinder die wordt bepaald door de afstand tussen de zwenkas en de rotatieas beperkt.For, for example, so-called high-cube containers, a chassis usually lies at, for example, 1 meter, so that a height of 3 meters is available for the lifting devices. In the first position, the hydraulic cylinder extends vertically. Since the pivot axis and axis of rotation of the hydraulic cylinder are located on a side remote from the chassis of a virtual connecting surface between the tilt axes, the length of the hydraulic cylinder determined by the distance between the pivot axis and the axis of rotation is limited.

Bij het kantelen van de kantelarm over ongeveer 90 graden, is de hoek tussen een eerste verbindingslijn tussen de zwenkas en de rotatieas en een tweede verbindingslijn tussen de zwenkas en de eerste respectievelijk tweede kantelas relatief klein, waardoor de door de hydraulische cilinder uit te oefenen mechanische krachten relatief groot zijn en er derhalve een relatief zware hydraulische cilinder moet worden voorzien. Bovendien treedt bij dergelijke relatief kleine hoeken relatief grote versnellingen op. Bij een horizontale ligging van de kantelarm is ten gevolge van deze relatief kleine hoeken de hefinrichting nagenoeg niet gecontroleerd bestuurbaar.When the tilting arm is tilted by approximately 90 degrees, the angle between a first connecting line between the pivot axis and the axis of rotation and a second connecting line between the pivot axis and the first and second tilting axis is relatively small, so that the mechanical cylinder to be exerted by the hydraulic cylinder forces are relatively large and therefore a relatively heavy hydraulic cylinder must be provided. Moreover, relatively large accelerations occur at such relatively small angles. When the tilting arm is in a horizontal position, the lifting device can hardly be controlled in a controlled manner due to these relatively small angles.

BESCHRIJVING VAN DE UITVINDINGDESCRIPTION OF THE INVENTION

De uitvinding beoogt ondermeer een zijlader te verschaffen waarmee de kantelarm over een relatief groot bereik aan weerszijden van het onderstel kan worden gekanteld.The invention has for its object, inter alia, to provide a side loader with which the tilting arm can be tilted over a relatively large range on either side of the undercarriage.

Dit doel wordt bij de zijlader volgens de uitvinding bereikt doordat de zwenkas tussen een eerste en tweede uiteinde van de lineaire verplaatsingsinrichting is gelegen.This object is achieved with the side loader according to the invention in that the pivot axis is located between a first and second end of the linear displacement device.

Door de zwenkas niet te laten aangrijpen op het eerste uiteinde van de lineaire verplaatsingsinrichting maar tussen het eerste en tweede uiteinde van de lineaire verplaatsingsinrichting, kan met eenzelfde afstand tussen de zwenkas en de rotatieas een lineaire verplaatsingsinrichting worden toegepast die een grotere totale lengte kan verkrijgen in de uitgeschoven positie van de lineaire verplaatsingsinrichting. De lineaire verplaatsingsinrichting kan bijvoorbeeld een hydraulische cilinder, een pneumatische cilinder of een lineaire motor omvatten.By not engaging the pivot axis on the first end of the linear displacement device but between the first and second end of the linear displacement device, with the same distance between the pivot axis and the axis of rotation a linear displacement device can be applied which can obtain a greater total length in the extended position of the linear displacement device. The linear displacement device can for instance comprise a hydraulic cylinder, a pneumatic cylinder or a linear motor.

Een hydraulische of pneumatische cilinder omvat gebruikelijk een cilindrische behuizing en een in de cilindrische behuizing onder druk van een fluïdum, zoals olie of lucht, verplaatsbare zuigerstang. Een eerste uiteinde van de zuigerstang is roteerbaar om de rotatieas met de kantelarm verbonden. Een van het eerste uiteinde van de zuigerstang afgekeerd tweede uiteinde is in de cilindrische behuizing gelegen. Bij de zijlader volgens de uitvinding is dit tweede uiteinde verplaatsbaar naar een van de rotatieas afgekeerde zijde van de zwenkas.A hydraulic or pneumatic cylinder usually comprises a cylindrical housing and a piston rod movable in the cylindrical housing under pressure of a fluid, such as oil or air. A first end of the piston rod is rotatably connected to the tilting arm about the axis of rotation. A second end remote from the first end of the piston rod is located in the cylindrical housing. In the side loader according to the invention, this second end is displaceable to a side of the pivot axis remote from the axis of rotation.

Een lineaire motor omvat een ten opzichte van een behuizing verplaatsbaar element zoals bijvoorbeeld een stang. Een eerste uiteinde van de stang is roteerbaar om de rotatieas met de kantelarm verbonden. Bij de zijlader volgens de uitvinding is een van het eerste uiteinde afgekeerd tweede uiteinde van de stang verplaatsbaar naar een van de rotatieas afgekeerde zijde van de zwenkas.A linear motor comprises an element, such as a rod, which is displaceable relative to a housing. A first end of the rod is rotatably connected to the tilting arm about the axis of rotation. In the side loader according to the invention, a second end of the rod remote from the first end can be moved to a side of the pivot axis remote from the axis of rotation.

Bij een dergelijlce ligging van de zwenkas ten opzichte van de lineaire verplaatsingsinrichting, is het ook mogelijk om de afstand tussen de zwenkas en het virtuele verbindingsvlak tussen de kantelassen te vergroten zonder dat dit ten koste gaat van de totale maximale lengte van de lineaire verplaatsingsinrichting, waardoor de kantelarm over een relatief grote hoek kan worden gekanteld. Hierbij blijft de hoek tussen een eerste verbindingslijn tussen de zwenkas en de rotatieas en een tweede verbindingslijn tussen de zwenkas en de eerste respectievelijk tweede kantelas relatief groot, waardoor de door de lineaire verplaatsingsinrichting uit te oefenen krachten relatief beperkt blijven en de massa van de lineaire verplaatsingsinrichting en de hefinrichting ook beperkt kan worden gehouden.With such a position of the pivot axis relative to the linear displacement device, it is also possible to increase the distance between the pivot axis and the virtual connection surface between the tilt axes without this being at the expense of the total maximum length of the linear displacement device, whereby the tilting arm can be tilted over a relatively large angle. The angle between a first connecting line between the pivot axis and the rotation axis and a second connecting line between the pivot axis and the first and second tilting axis remains relatively large, as a result of which the forces to be exerted by the linear displacement device remain relatively limited and the mass of the linear displacement device and the lifting device can also be kept limited.

Dit is van belang omdat de op het onderstel te plaatsen massa vaak technisch en/of wettelijk gelimiteerd is en een lagere massa van de hefinrichting een hogere massa van de lading mogelijk maakt. Door een hogere massa van de te verplaatsen lading is de zijlader breder inzetbaar.This is important because the mass to be placed on the chassis is often technically and / or legally limited and a lower mass of the lifting device makes a higher mass of the load possible. Due to a higher mass of the load to be moved, the side loader can be used more widely.

Bij voorkeur strekt de lineaire verplaatsingsinrichting zich in de eerste positie verticaal, in het midden tussen de kantelassen uit, zodat een symmetrische opbouw van de hefinrichting wordt verkregen.The linear displacement device preferably extends vertically in the first position, midway between the tilting axes, so that a symmetrical structure of the lifting device is obtained.

Een uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat ten minste in de eerste positie het eerste uiteinde van de lineaire verplaatsingsinrichting aan een naar het onderstel toegekeerde zijde van het virtueel verbindingsvlak tussen de kantelassen is gelegen.An embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that at least in the first position the first end of the linear displacement device is located on a side of the virtual connecting surface between the tilt axes facing the chassis.

Hierdoor wordt een verlenging van de lineaire verplaatsingsinrichting verkregen die ten minste gelijk is aan de afstand tussen de zwenkas en het virtuele verbindingsvlak.This results in an extension of the linear displacement device which is at least equal to the distance between the pivot axis and the virtual connecting surface.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat in de tweede en/of derde positie van de hefinrichting een hoek tussen een eerste verbindingslijn tussen de rotatieas en de zwenkas en een tweede verbindingslijn tussen de rotatieas en de eerste respectievelijk tweede kantelas minimaal 15 graden, bij voorkeur minimaal 18 graden is.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that in the second and / or third position of the lifting device an angle between a first connecting line between the axis of rotation and the pivot axis and a second connecting line between the axis of rotation and the first and second tilting axis, respectively, is minimal. degrees, preferably at least 18 degrees.

Bij dergelijke minimale hoeken zijn de door de drukcilinder uit te oefenen krachten beperkt. De kantelarm kan over ten minste 90 graden worden gekanteld.At such minimum angles, the forces to be exerted by the printing cylinder are limited. The tilting arm can be tilted by at least 90 degrees.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afstand tussen de eerste en tweede kantelas minimaal 1,5 meter, bij voorkeur minimaal 2 meter is.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that the distance between the first and second tilting axis is at least 1.5 meters, preferably at least 2 meters.

Bij een dergelijke afstand kan de lineaire verplaatsingsinrichting en derhalve de kantelarm over een relatief grote hoek worden gekanteld, waarbij de door de lineaire verplaatsingsinrichting uit te oefenen krachten beperkt blijven.At such a distance, the linear displacement device and therefore the tilting arm can be tilted through a relatively large angle, while the forces to be exerted by the linear displacement device remain limited.

Door de relatief grote afstand, wordt de afstand waarover met behulp van de kantelarm, in een nagenoeg horizontale positie van de kantelarm, de lading kan worden verplaatst, verder vergroot.Due to the relatively large distance, the distance over which the load can be moved with the aid of the tilting arm, in a substantially horizontal position of the tilting arm, is further increased.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de kantelarm nabij de eerste en tweede zijde is voorzien van een V-vormige uitsparing, welke V-vormige uitsparing positioneerbaar is om een driehoekvormige behuizing die roteerbaar om de eerste respectievelijk tweede kantelas met het onderstel is verbonden, waarbij de kantelarm is voorzien van ten minste een vergrendelmechanisme voor het vergrendelen van de driehoekvormige behuizing in de V-vormige uitsparing.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that the tilting arm near the first and second side is provided with a V-shaped recess, which V-shaped recess can be positioned about a triangular housing rotatable about the first and second tilting axis respectively. chassis is connected, the tilting arm being provided with at least one locking mechanism for locking the triangular housing in the V-shaped recess.

Een dergelijke V-vormige uitsparing kan eenvoudig over een driehoekvormige behuizing worden gepositioneerd, waarbij tijdens het positioneren de V-vormige behuizing om de kantelas zal roteren. Doordat de driehoekvormige behuizing roteerbaar om de eerste respectievelijk tweede kantelas met het onderstel is verbonden, kan een stevige verbinding en een schone en spelingsarme lagering van de kantelas worden gerealiseerd.Such a V-shaped recess can simply be positioned over a triangular housing, while the V-shaped housing will rotate about the tilt axis during positioning. Because the triangular housing is rotatably connected to the undercarriage about the first and second tilt axis, a strong connection and a clean and low-play bearing of the tilt axis can be realized.

Doordat verder de V-vormige uitsparing naar beneden toe open is, is het risico gering dat vuil in de V-vormige uitsparing geraakt en blijft. Bij het Franse octrooi FR2903049 is het onderstel voorzien van een U-vormige uitsparing waarin een met de kantelarm verbonden kantelas wordt gelagerd. Hierbij is het risico dat vuil zich in de bodem van de U-vormige uitsparing verzamelt en het positioneren van de kantelas in de U-vormige uitsparing verhinderd, aanzienlijk.Furthermore, because the V-shaped recess is open downwards, there is little risk that dirt will get into and remain in the V-shaped recess. With the French patent FR2903049, the chassis is provided with a U-shaped recess in which a tilting axis connected to the tilting arm is mounted. The risk that dirt collects in the bottom of the U-shaped recess and the positioning of the tilting axis in the U-shaped recess is considerable here.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de kantelarm aan een van de kantelassen afgekeerde zijde van de rotatieas is voorzien van met de lading losneembaar koppelbare middelen.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that the tilting arm on a side of the axis of rotation remote from the tilting axes is provided with means that can be detachably coupled to the load.

Met behulp van dergelijke middelen kan de lading eenvoudig losneembaar met de hefinrichting worden gekoppeld. Dergelijke middelen kunnen bijvoorbeeld kettingen, kabels, pensluitingen of twistlocks omvatten.With the aid of such means, the load can easily be releasably coupled to the lifting device. Such means may, for example, comprise chains, cables, pin closures or twistlocks.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de met de lading losneembaar koppelbare middelen een om een scharnieras schamierbare koppelarm omvatten die met op afstand van de schamieras gelegen uiteinden koppelbaar is met de een container omvattende lading, waarbij de uiteinden van de koppelarm zijn voorzien van een met de container koppelbare pen en een zich dwars op de pen uitstrekkende, met de container koppelbare borgpen.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that the means detachable by the load comprise a coupling arm pivotable about a pivot axis which can be coupled to the load comprising a container at a distance from the pivot axis, the ends of the coupling arm are provided with a pin which can be coupled to the container and a locking pin extending transversely to the pin and which can be coupled to the container.

De meeste zogenaamde ISO-containeruitvoeringen zijn gebruikelijk nabij hoekpunten aan elke zijde voorzien van een gestandaardiseerde opening die geschikt is voor koppeling met de borgpen of het inbrengen van de pen. Door nabij een hoekpunt zowel de pen aan te brengen in een opening en de borgpen in een andere opening, wordt een stevige stabiele koppeling met de container verkregen.Most so-called ISO container designs are usually provided with a standardized opening close to corner points on each side that is suitable for coupling to the locking pin or inserting the pin. By providing both the pin in one opening near a corner point and the locking pin in another opening, a firm stable coupling with the container is obtained.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat in de eerste positie de rotatieas aan een van het onderstel afgekeerde zijde van het virtuele verbindingsvlak tussen de kantelassen is gelegen op een nagenoeg gelijke afstand van de eerste en tweede kantelas.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that in the first position the axis of rotation on a side of the virtual connecting surface between the tilt axes remote from the chassis is located at a substantially equal distance from the first and second tilt axis.

Door de symmetrische opstelling, waarbij bij voorkeur ook de zwenkas op een nagenoeg gelijke afstand van de eerste en tweede kantelas is gelegen, wordt de hefinrichting bij het plaatsen van de lading in de tweede positie of in de derde positie op eenzelfde wijze belast.As a result of the symmetrical arrangement, wherein the pivot axis is preferably also situated at a substantially equal distance from the first and second tilting axis, the lifting device is loaded in the same manner when placing the load in the second position or in the third position.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de kantelarm aan een van de kantelassen afgekeerde zijde van de rotatieas, is voorzien van een verlengbaar gedeelte.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that the tilting arm is provided with an extendable portion on a side of the axis of rotation remote from the tilting axes.

Het verlengbare gedeelte kan bijvoorbeeld een aantal telescopisch in elkaar verschuifbare delen omvatten of een aantal zwenkbaar met met de kantelarm verbonden delen.The extendable portion can for instance comprise a number of parts telescopically slidable into each other or a number of parts pivotally connected to the tilting arm.

Hierdoor kan de kantelarm in bij voorkeur zich dwars op het virtueel verbindingsvlak gelegen richting worden verlengd, zodat de reikwijdte van de kantelarm wordt vergroot. Het verlengen van de kantelarm vindt alleen plaats bij een stilstaand onderstel. Tijdens het verrijden of transport van het onderstel is het aantal delen gebruikelijk in elkaar geschoven of ingeklapt, zodat de lengte daarvan minimaal is. Een mogelijk bijbehorend veiligheidssysteem staat tijdens het rijden op de openbare weg niet toe dat het onderstel kan worden verplaatst als de hefinrichtingen zich niet in een volledig ingeschoven en ingeklapte transportpositie bevinden.As a result, the tilting arm can be extended in the direction preferably situated transversely to the virtual connecting surface, so that the range of the tilting arm is increased. The tilting arm is only extended when the chassis is stationary. During the movement or transport of the chassis, the number of parts is usually pushed together or collapsed, so that the length thereof is minimal. A possible associated safety system does not allow the chassis to be moved while driving on public roads if the lifting devices are not in a fully retracted and collapsed transport position.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de zijlader is voorzien van ten minste een afsteunpoot, welke afsteunpoot is voorzien van een eerste pootdeel dat schamierbaar met het onderstel is verbonden en een tweede in lengte instelbaar pootdeel dat schamierbaar met het eerste pootdeel is verbonden.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that the side loader is provided with at least one support leg, which support leg is provided with a first leg part pivotally connected to the chassis and a second length-adjustable leg part pivotally connected to the first leg part is connected.

Met behulp van een dergelijke afsteunpoot kan het onderstel stevig op een ondergrond worden gepositioneerd, waarbij ongewenst kantelen van het gehele onderstel met de hefinrichtingen en de lading wordt voorkomen.With the aid of such a supporting leg, the undercarriage can be securely positioned on a surface, while undesired tilting of the entire undercarriage with the lifting devices and the load is prevented.

Een andere uitvoeringsvorm van de zijlader volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het eerste pootdeel in een aantal verschillende gescharnierde posities met het onderstel vergrendelbaar is, waarbij in een eerste vergrendelde transportpositie het tweede pootdeel zich evenwijdig aan de lineaire verplaatsingsinrichting uitstrekt en nagenoeg tegen de lineaire verplaatsingsinrichting aan is gelegen.Another embodiment of the side loader according to the invention is characterized in that the first leg part can be locked with the chassis in a number of different hinged positions, wherein in a first locked transport position the second leg part extends parallel to the linear displacement device and substantially abuts the linear displacement device is located.

Door een dergelijke positionering van de tweede pootdelen aan weerszijden van de lineaire verplaatsingsinrichting wordt een compacte opbouw verkregen, waarmee ook de luchtweerstand bij het zonder lading rijden van het onderstel met de hefinrichtingen geminimaliseerd is.Such a positioning of the second leg parts on either side of the linear displacement device results in a compact structure with which also the air resistance when the undercarriage runs with the lifting devices without load is minimized.

KORTE FIGUURBESCHRIJVINGSHORT FIGURE DESCRIPTION

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuren iA en ïB een achteraanzicht en uitvergroot detail van een zijlader volgens de uitvinding tonen, figuren 2A en 2B een achteraanzicht en uitvergroot detail van de in figuur iA weergegeven zijlader tonen bij het aan de rechterzijde daarvan plaatsen van een container op een ondergrond, figuren 3A en 3B een achteraanzicht en uitvergroot detail van de in figuur iA weergegeven zijlader tonen bij het aan de linkerzijde daarvan plaatsen van een container op een ondergrond, figuren 4A, 4B en 4C een perspectivisch aanzicht en uitvergrote details van de in figuur iA weergegeven zijlader tonen bij het aan de linkerzijde daarvan plaatsen van een container op een ondergrond, figuur 5 een perspectivisch aanzicht van de in figuur iA weergegeven zijlader toont bij het aan de linkerzijde daarvan plaatsen van een container op een ondergrond, figuren óA, 6B en 6C een perspectivisch aanzicht en uitvergrote details van de in figuur iA weergegeven zijlader tonen bij het aan de linkerzijde daarvan plaatsen van een container op een oplegger, figuren 7A en 7B een achteraanzicht en uitvergroot detail van de in figuur iA weergegeven zijlader tonen bij het aan de rechterzijde daarvan plaatsen van een container onder het maaiveld gelegen ondergrond, figuur 8 een grafiek toont van de reikwijdte van de in figuur iA weergegeven zijlader, figuur 9 een grafiek toont van de massa van de te verplaatsen lading in relatie tot de verlening van de kantelarm en de ligging van de afsteunpoot, figuur 10 een achteraanzicht van de in figuur iA weergegeven zijlader toont met twee op het onderstel elkaar gestapelde containers, figuur η toont een perspectivisch aanzicht van een koppelarm van de in figuur lA weergegeven zijlader, figuren 12A-12C tonen uitvergrote details van de in figuur 11 weergegeven koppelarm.The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which: figures iA and ïB show a rear view and magnified detail of a side loader according to the invention, figures 2A and 2B show a rear view and magnified detail of the side loader shown in figure iA at placing a container on a right-hand side thereof on a surface, figures 3A and 3B show a rear view and enlarged detail of the side loader shown in figure iA when placing a container on a left-hand side on a surface, figures 4A, 4B and 4C show a perspective view and enlarged details of the side loader shown in figure iA when placing a container on a left side thereof on a surface, figure 5 shows a perspective view of the side loader shown in figure iA when placing a container on the left side thereof container on a surface, figures 6A, 6B and 6C, a perspective view and enlarged details of d The side loader shown in Figure 1A shows when placing a container on its left side on a trailer, Figures 7A and 7B show a rear view and enlarged detail of the side loader shown in Figure 1A when placing a container on its right side under the ground surface, figure 8 shows a graph of the scope of the side loader shown in figure iA, figure 9 shows a graph of the mass of the load to be moved in relation to the extension of the tilting arm and the location of the support leg, figure 10 shows a rear view of the side loader shown in figure iA with two containers stacked on the chassis, figure η shows a perspective view of a coupling arm of the side loader shown in figure 1A, figures 12A-12C show enlarged details of the coupling arm shown in figure 11 .

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.In the figures, corresponding parts are provided with the same reference numeral.

GEDETAILLEERDE FIGUURBESCHRIJVINGDETAILED FIGURE DESCRIPTION

De figuren 1-7C, 10 tonen diverse aanzichten van een zijlader 1 volgens de uitvinding. De zijlader 1 is voorzien van een onderstel 2 en ten minste twee op afstand van elkaar gelegen hefinrichtingen 3 voor het verplaatsen van een in een eerste positie op het onderstel 2 tussen de hefinrichtingen 3 gelegen lading zoals een container 4 naar een naast een eerste rechterzijde R (figuren 2A, 7A, van het onderstel gelegen tweede positie en naar een naast een tweede linkerzijde L (figuren 3A, 4A, 5, 6A) van het onderstel 2 gelegen derde positie. De container 4 kan bijvoorbeeld een ISO-container zijn met een standaardhoogte van 8.6 voet (2,59 meter) of een high-cube container met een standaardhoogte van 9.6 voet (2,9 meter).Figures 1-7C, 10 show various views of a side loader 1 according to the invention. The side loader 1 is provided with an undercarriage 2 and at least two spaced apart lifting devices 3 for moving a load located in a first position on the underframe 2 between the lifting devices 3 such as a container 4 to a next right side R (Figures 2A, 7A, second position of the chassis and to a third position adjacent to a second left-hand side L (Figures 3A, 4A, 5, 6A) of the chassis 2. The container 4 may, for example, be an ISO container with a standard height of 8.6 feet (2.59 meters) or a high-cube container with a standard height of 9.6 feet (2.9 meters).

Het onderstel 2 is duidelijk zichtbaar in figuur 5. Het onderstel 2 omvat een met een vrachtwagen koppelbaar voorste gedeelte 5 en een achterste gedeelte 6 dat in de door de dubbele pijl Pi aangegeven richting ten opzichte van het voorste gedeelte 5 verplaatsbaar is voor het instellen van de afstand tussen de twee hefinrichtingen 3. Het voorste en achterste gedeelte 5, 6 zijn voorzien van wielen 7, waarmee het onderstel 2 verrijdbaar is. De door de dubbele pijl Pi aangegeven richting strekt zich uit in de rijrichting van het onderstel. De container 4 kan met behulp van op zich bekende twistlock verbindingen 33 losneembaar met het onderstel 2 worden gekoppeld.The chassis 2 is clearly visible in Figure 5. The chassis 2 comprises a front section 5 which can be coupled to a truck and a rear section 6 which is displaceable relative to the front section 5 in the direction indicated by the double arrow Pi to adjust the front section 5 the distance between the two lifting devices 3. The front and rear parts 5, 6 are provided with wheels 7, with which the chassis 2 can be moved. The direction indicated by the double arrow Pi extends in the direction of travel of the chassis. The container 4 can be detachably coupled to the chassis 2 with the aid of twistlock connections known per se.

Een dergelijk onderstel is op zich bekend en zal derhalve niet nader worden toegelicht.Such an undercarriage is known per se and will therefore not be further explained.

Zoals zichtbaar in figuur 4A is de hefinrichting 3 voorzien van een met het onderstel 2 losneembaar gekoppelde grondplaat 8 en zich dwars op de grondplaat 8 en de door de dubbele pijl Pi aangegeven richting uitstrekkende steunplaten 9, 10, 11. De steunplaten 11 van de beide hefinrichtingen 3 zijn naar elkaar toegericht, de steunplaten 9 van de beide hefinrichtingen 3 zijn aan de buitenzijde gelegen. De steunplaat 10 is tussen de steunplaten 9,11 gelegen.As is visible in Figure 4A, the lifting device 3 is provided with a base plate 8 detachably coupled to the chassis 2 and support plates 9, 10, 11 extending transversely to the base plate 8 and the direction indicated by the double arrow Pi. lifting devices 3 are directed towards each other, the supporting plates 9 of the two lifting devices 3 are located on the outside. The supporting plate 10 is located between the supporting plates 9, 11.

Tussen de steunplaten 9, 10 zijn aan de linker- en rechterzijde driehoekvormige behuizingen 12 roteerbaar om een eerste en tweede kantelas 13,14. Zie ook figuur 4B.Between the supporting plates 9, 10, on the left and right side, triangular housings 12 are rotatable about a first and second tilting axis 13,14. See also figure 4B.

Tussen de steunplaten 9, 10 is verder een kantelarm 15 gelegen. De kantelarm 15 is aan de linker- en rechterzijde L, R is voorzien van een V-vormige uitsparing 16 die positioneerbaar is om de driehoekvormige behuizing 12. De kantelarm 15 is nabij beide zijden voorzien van een vergrendelmechanisme 17 voor het vergrendelen van de driehoekvormige behuizing 12 in de V-vormige uitsparing 16. Het vergrendelmechanisme 17 omvat een hydraulische of pneumatische cilinder 18 met behulp waarvan een verschuifbare vergrendelplaat 19 verschuifbaar is in de door pijl P2 aangegeven richting van een op afstand van de V-vormige uitsparing 16 gelegen ontgrendelde positie (zichtbaar bij de linker V-vormige uitsparing 16) naar een de V-vormige uitsparing 16 afsluitende positie (zichtbaar bij de rechter V-vormige uitsparing 16 en in figuur 4C), waarin de driehoekvormige behuizing 12 in de V-vormige uitsparing 16 is vergrendeld.A tilting arm 15 is furthermore situated between the supporting plates 9, 10. The tilting arm 15 is provided on the left and right-hand side L, R with a V-shaped recess 16 which can be positioned around the triangular housing 12. The tilting arm 15 is provided with a locking mechanism 17 near both sides for locking the triangular housing 12 in the V-shaped recess 16. The locking mechanism 17 comprises a hydraulic or pneumatic cylinder 18 with the aid of which a slidable locking plate 19 is slidable in the direction indicated by arrow P2 from an unlocked position remote from the V-shaped recess 16 ( visible at the left V-shaped recess 16) to a position closing off the V-shaped recess 16 (visible at the right V-shaped recess 16 and in Figure 4C), in which the triangular housing 12 is locked in the V-shaped recess 16 .

De hefinrichting 3 is voorzien van een lineaire verplaatsingsinrichting die een hydraulische hoofdcilinder 20 omvat, die tussen de steunplaten 10, 11 is gelegen en om een zwenkas 21 zwenkbaar met de steunplaten 10, 11 is verbonden. De hydraulische hoofdcilinder 20 is om een rotatieas 22 roteerbaar met de kantelarm 15 verbonden.The lifting device 3 is provided with a linear displacement device which comprises a main hydraulic cylinder 20, which is located between the supporting plates 10, 11 and is pivotally connected to the supporting plates 10, 11 about a pivot axis 21. The main hydraulic cylinder 20 is rotatably connected to the tilting arm 15 about an axis of rotation 22.

De zwenkas 21 van de hydraulische hoofdcilinder 20 is op een nagenoeg gelijke afstand van de eerste en tweede kantelas 13, 14, aan een van het onderstel 2 afgekeerde zijde van een virtueel verbindingsvlak 23 tussen de kantelassen 13, 14 gelegen.The pivot axis 21 of the main hydraulic cylinder 20 is located at substantially the same distance from the first and second tilt axis 13, 14, on a side remote from the chassis 2 of a virtual connecting surface 23 between the tilt axes 13, 14.

Bij de in figuur 1A weergegeven eerste positie van de hefinrichting 3 strekt de hydraulische hoofdcilinder 20 zich verticaal, dwars op het virtuele verbindingsvlak 23 uit.At the first position of the lifting device 3 shown in Fig. 1A, the hydraulic main cylinder 20 extends vertically, transversely to the virtual connecting surface 23.

De hydraulische hoofdcilinder 20 omvat een cilindervormige behuizing 24 en een middels een gasvormig of vloeistofachtig fluidum zoals olie ten opzichte van de cilindervormige behuizing 24 in en tegengesteld aan de door pijl P3 aangegeven richting verplaatsbare zuigerstang 25. De rotatieas 22 is met een van de cilindervormige behuizing 24 afgekeerd uiteinde 26 van de zuigerstang 25 verbonden.The main hydraulic cylinder 20 comprises a cylindrical housing 24 and a piston rod 25 displaceable relative to the cylindrical housing 24 by means of a gaseous or liquid-like fluid such as oil and opposite to the direction indicated by the arrow P3. The axis of rotation 22 is one of the cylindrical housing. 24 remote from the end 26 of the piston rod 25.

De zwenkas 21 is met de cilindervormige behuizing 24 verbonden op een afstand Hl van een van de zuigerstang 25 afgekeerd uiteinde 27 van de cilindervormige behuizing 24. De uiteinden 27, 26 vormen een eerste en tweede uiteinde van de hydraulische hoofdcilinder 20, waartussen de zwenkas 21 is gelegen.The pivot axis 21 is connected to the cylindrical housing 24 at a distance H1 from an end 27 of the cylindrical housing 24 remote from the piston rod 25. The ends 27, 26 form a first and second end of the main hydraulic cylinder 20, between which the pivot axis 21 is located.

In de eerste positie is de afstand Hl tussen de zwenkas 21 en het eerste uiteinde 26 van de hydraulische hoofdcilinder 20 bij voorkeur minimaal 20%, meer bij voorkeur minimaal 30% van de lengte Li van de hydraulische hoofdcilinder 20 is. Bij een lengte Li van bijvoorbeeld 2,200 meter, is de afstand Hl bijvoorbeeld 0,8 tot 0,85 meter. De lengte Li van de hydraulische hoofdcilinder 20 is de afstand tussen een nabij het eerste uiteinde 27 gelegen uiteinde van de zuigerstang en de in het tweede uiteinde 26 gelegen rotatieas 22 bij een in de cilindervormige behuizing 24 geschoven zuigerstang 25.In the first position, the distance H1 between the pivot axis 21 and the first end 26 of the main hydraulic cylinder 20 is preferably at least 20%, more preferably at least 30% of the length Li of the main hydraulic cylinder 20. With a length Li of, for example, 2,200 meters, the distance H1 is, for example, 0.8 to 0.85 meters. The length Li of the main hydraulic cylinder 20 is the distance between an end of the piston rod located near the first end 27 and the axis of rotation 22 located in the second end 26 with a piston rod 25 slid into the cylindrical housing 24.

Ten minste in de eerste positie is het eerste uiteinde 27 van de hydraulische hoofdcilinder 20 aan een naar het onderstel 2 toegekeerde zijde van het virtuele verbindingsvlak 23 is gelegen. Hierdoor is de zwenkas 21 aan een andere zijde van het virtuele verbindingsvlak 23 tussen de kantelassen 13, 14 gelegen als het eerste uiteinde 27 van de hydraulische hoofdcilinder 20.At least in the first position, the first end 27 of the main hydraulic cylinder 20 is located on a side of the virtual connecting surface 23 facing the chassis 2. As a result, the pivot axis 21 is located on another side of the virtual connecting surface 23 between the tilting axes 13, 14 as the first end 27 of the main hydraulic cylinder 20.

De rotatieas 22 is net als de zwenkas 21 aan een van het onderstel 2 afgekeerde zijde van het virtuele verbindingsvlak 23 gelegen. In de eerste positie is de rotatieas 22 op een nagenoeg gelijke afstand van de eerste en tweede kantelas 13, 14 gelegen.Like the pivot axis 21, the axis of rotation 22 is located on a side of the virtual connecting surface 23 remote from the chassis 2. In the first position, the axis of rotation 22 is located at substantially the same distance from the first and second tilting axes 13, 14.

De afstand H2 tussen de zwenkas 21 en het virtuele verbindingsvlak 23 ligt tussen 0,6 en 0,7 meter, bijvoorbeeld 0,64 meter.The distance H2 between the pivot axis 21 and the virtual connecting surface 23 is between 0.6 and 0.7 meters, for example 0.64 meters.

De afstand H3 tussen de eerste en tweede kantelas 13, 14 is minimaal 1,5 meter, bij voorkeur groter dan 2 meter, bijvoorbeeld 2,1 meter.The distance H3 between the first and second tilting axis 13, 14 is at least 1.5 meters, preferably greater than 2 meters, for example 2.1 meters.

De afstand H4 tussen de zwenkas en de rotatieas 21, 22 ligt tussen 1,3 en 1,4 meter, bijvoorbeeld 1,38 meter in de beginposite en tussen 3 en 3,2 meter, bijvoorbeeld 3,12 meter in een uit de cilindervormige behuizing 24 geschoven zuigerstang 25.The distance H4 between the pivot axis and the axis of rotation 21, 22 is between 1.3 and 1.4 meters, for example 1.38 meters in the starting position and between 3 and 3.2 meters, for example 3.12 meters in an out of the cylindrical housing 24 pushed piston rod 25.

De kantelarm 16 is voorzien van een zich, in de eerste positie, dwars op het virtuele verbindingsvlak 23 uitstrekkend eerste kokervormig gedeelte 28 dat aan een van het virtuele verbindingsvlak 23 afgekeerde zijde is verbonden met de rotatieas 22. In het eerste kokervormig gedeelte 28 is een tweede kokervormig gedeelte 29 gelegen dat verschuifbaar is ten opzichte van het eerste kokervormig gedeelte 28 in en tegengesteld aan de door pijl P4 aangegeven richting. In het tweede kokervormig gedeelte 29 is een derde kokervormig gedeelte 30 gelegen dat verschuifbaar is ten opzichte van het tweede kokervormig gedeelte 29 in en tegengesteld aan de door pijl P5 aangegeven richting. Op deze wijze is de kantelarm 16 verlengbaar.The tilting arm 16 is provided with a first tubular portion 28 extending transversely to the virtual connecting surface 23 and connected to the axis of rotation 22 on a side remote from the virtual connecting surface 23. In the first tubular portion 28 there is second tube-shaped portion 29 which is slidable with respect to the first tube-shaped portion 28 in and opposite to the direction indicated by arrow P4. Located in the second tubular portion 29 is a third tubular portion 30 which is slidable relative to the second tubular portion 29 in and opposite to the direction indicated by arrow P5. The tilting arm 16 can be extended in this way.

Aan een van het tweede kokervormig gedeelte 29 afgekeerd uiteinde is het derde kokervormig gedeelte 30 voorzien van een om een schamieras 31 scharnierbare koppelarm 32. De koppelarm 32 is aan op afstand van de scharnieras 31 gelegen uiteinden voorzien van een met de container koppelbare pen en een zich dwars op de pen uitstrekkende, met de container koppelbare borgpen.At an end remote from the second tubular section 29, the third tubular section 30 is provided with a coupling arm 32 pivotable about a pivot axis 31. Coupling arm 32 is provided at ends remote from pivot axis 31 with a pin connectable to the container and a locking pin extending transversely to the pin and connectable to the container.

De zijlader 1 is verder bij elke hefinrichting 3 voorzien van twee afsteunpoten 40. De twee afsteunpoten 40 zijn aan weerszijden van de hydraulische hoofdcilinder 20 tussen de steunplaten 10, 11 gelegen. Elke afsteunpoot 40 omvat een eerste pootdeel 41 dat scharnierbaar is om een coaxiaal aan de kantelas 13, 14 gelegen schamieras. Het is ook mogelijk om het eerste pootdeel 41 om een parallel aan de kantelas 13, 14 gelegen scharnieras te schernieren.The side loader 1 is furthermore provided with two supporting legs 40 at each lifting device 3. The two supporting legs 40 are situated on either side of the main hydraulic cylinder 20 between the supporting plates 10, 11. Each supporting leg 40 comprises a first leg part 41 which is pivotable about a pivot axis located at the pivot axis 13, 14. It is also possible to pivot the first leg part 41 about a pivot axis located parallel to the tilting axis 13, 14.

Elke afsteunpoot 40 omvat een tweede in lengte instelbaar pootdeel 42 dat scharnierbaar om een schamieras 43 met het eerste pootdeel 41 is verbonden. Het tweede pootdeel 42 omvat twee in elkaar schuifbare delen 44, 45 en een scharnierbaar op een schamieras 46 met het deel 45 verbonden afsteunplaat 47. De afsteunplaat 47 is positioneerbaar tegen een ondergrond 48.Each support leg 40 comprises a second leg part 42 which is adjustable in length and which is pivotally connected to the first leg part 41 about a pivot axis 43. The second leg part 42 comprises two parts 44, 45 which can be slid into each other and a support plate 47 hinged to a pivot axis 46. The support plate 47 can be positioned against a base 48.

Het eerste pootdeel 41 is in drie verschillend gescharnierde posities met het onderstel vergrendelbaar is.The first leg part 41 can be locked with the frame in three different hinged positions.

Bij een in figuur 1B weergegeven eerste vergrendelde transportpositie strekt het tweede pootdeel 42 zich evenwijdig aan de hydraulische hoofdcilinder 20 uit en is nagenoeg tegen de hydraulische hoofdcilinder 20 aan is gelegen. Het eerste pootdeel 41 is middels door openingen 49, 50 in het eerste pootdeel 41 en de steunplaten 10,11 gestoken pennen 51, 52 met de steunplaten 10,11 vergrendeld. Het eerste pootdeel 41 is bijvoorbeeld met behulp van een draaicilinder scharnierbaar om de scharnieras.At a first locked transport position shown in Fig. 1B, the second leg part 42 extends parallel to the main hydraulic cylinder 20 and is situated substantially against the main hydraulic cylinder 20. The first leg part 41 is locked with pins 51, 52 inserted through openings 49, 50 into the first leg part 41 and the supporting plates 10, 11 with the supporting plates 10, 11. The first leg part 41 can, for example, be pivoted about the pivot axis by means of a rotary cylinder.

Bij de in figuur 2A aan de linker en rechterzijde L, R weergegeven steunpositie is de eerste steunpoot 41 geroteerd en strekt een pen 53, die zich op dezelfde afstand van het virtuele verbindingsvlak 23 bevindt als de pen 52, zich door de steunplaten 10, 11 en de opening 49 uit.In the support position shown in Fig. 2A on the left and right-hand side L, R, the first support leg 41 is rotated and a pin 53, which is at the same distance from the virtual connecting surface 23 as the pin 52, extends through the support plates 10, 11 and the opening 49.

Bij de in figuur 6A aan linkerzijde L weergegeven overzetpositie is de eerste steunpoot 41 geroteerd en strekt de pen 52 zich door de steunplaten 10, 11 en de opening 49 uit. Zie ook figuur 6C. Bij de in figuur óA aan rechterzijde R weergegeven steunpositie is de eerste steunpoot 41 geroteerd en strekt de pen 53 zich door de steunplaten 10,11 en de opening 49 uit. Zie ook figuur 6B.At the transfer position shown on Fig. 6A on left side L, the first support leg 41 is rotated and the pin 52 extends through the support plates 10, 11 and the opening 49. See also figure 6C. In the supporting position shown on the right-hand side R in Figure 6A, the first supporting leg 41 is rotated and the pin 53 extends through the supporting plates 10, 11 and the opening 49. See also figure 6B.

De pennen 51, 52,53 worden onder veerkracht in de betreffende opening 49, 50 aangebracht en tegen veerkracht in, pneumatisch of hydraulisch uit de betreffende opening 49, 50 verplaatst.The pins 51, 52,53 are inserted under spring force in the relevant opening 49, 50 and are moved pneumatically or hydraulically out of the relevant opening 49, 50 against spring force.

Op deze wijze wordt een stevige en veilige koppeling tussen de eerste steunpoot en de steunplaten 10,11 en derhalve met het onderstel 2 verkregen.In this way a firm and safe coupling between the first support leg and the support plates 10, 11 and therefore with the chassis 2 is obtained.

De werking van de zijlader 1 volgens de uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht. De werking vindt plaats met behulp van op afstand of direct bedienbare op zich bekende ventielbloklcen al dan niet computergestuurd, waarmee de verschillende hydraulische en pneumatische cilinders worden aangestuurd.The operation of the side loader 1 according to the invention will now be explained in more detail with reference to the figures. Operation takes place with the aid of remotely or directly operable valve blocks known per se, whether or not computer-controlled, with which the various hydraulic and pneumatic cylinders are controlled.

Bij de in figuren xA en 1B weergegeven eerste positie strekken de hoofdcilinder 20 en de tweede pootdelen 42 zich evenwijdig aan elkaar uit. Beide V-vormige uitsparingen van de kantelarm 15 zijn met de driehoekvormige behuizingen 12 vergrendeld, waardoor de kantelarm 15 stevig met de steunplaten 9, 10 en via de grondplaat 8 stevig met het onderstel 2 verbonden. De kokervormige gedeeltes 28, 29, 30 van de kantelarm 15 bevinden zich in een in elkaar geschoven positie. De koppelarm 32 is ten opzichte van de kantelarm 15 vergrendeld, zodat de koppelarm 32 niet om de scharnieras 31 kan scharnieren. In de eerste positie kan de zijlader 1 eenvoudig, veilig en compact naar de gewenste locatie worden gereden. De maximale toelaatbare hoogte van bijvoorbeeld 4 meter wordt hierbij niet overschreden. Ook de maximale toelaatbare breedte van bijvoorbeeld 2,5 meter wordt hierbij niet overschreden.In the first position shown in Figures xA and 1B, the main cylinder 20 and the second leg parts 42 extend parallel to each other. Both V-shaped recesses of the tilting arm 15 are locked with the triangular housings 12, whereby the tilting arm 15 is firmly connected to the supporting plates 9, 10 and via the base plate 8 to the chassis 2. The tubular sections 28, 29, 30 of the tilting arm 15 are in a pushed-together position. The coupling arm 32 is locked with respect to the tilting arm 15, so that the coupling arm 32 cannot pivot about the pivot axis 31. In the first position, the side loader 1 can be driven easily, safely and compactly to the desired location. The maximum allowable height of, for example, 4 meters is not exceeded. The maximum allowable width of, for example, 2.5 meters is also not exceeded.

De figuren 2A en 2B tonen de positie van de zijlader 1 bij het optillen of neerzetten van een container 4 aan de rechterzijde R.Figures 2A and 2B show the position of the side loader 1 when lifting or depositing a container 4 on the right-hand side R.

Voorafgaande aan het kantelen van de kantelarm om de kantelas 14, is de afsteunplaat 47 aan de rechterzijde R is op maximale afstand van het onderstel 2 gepositioneerd. Aan de linkerzijde L is de afsteunplaat 48 relatief dicht bij het onderstel gelegen, bijvoorbeeld 180 centimeter in horizontale richting van de zwenkas 21.Prior to tilting the tilt arm about the tilt axis 14, the support plate 47 is positioned on the right-hand side R at a maximum distance from the chassis 2. On the left-hand side L, the support plate 48 is relatively close to the chassis, for example 180 centimeters in the horizontal direction of the pivot axis 21.

Hierbij wordt eerst de tweede steunpoot 42 vanuit de in figuur iA weergegeven positie enigszins in de richting van de ondergrond 48 gezwenkt. Vervolgens wordt de eerste afsteunpoot 41 in de overzetpositie of steunpositie gebracht en daarin met behulp van een van de pennen 51, 52, 53 gefixeerd. Daarna wordt de tweede steunpoot 42 tot de gewenste lengte verlengd en onder de gewenste hoek gebracht zodat de afsteunplaat 47 zich net boven de ondergrond 48 bevindt. Vervolgens wordt de tweede steunpoot 42 om de scharnieras 43 in de richting van het onderstel 2 geroteerd totdat de afsteunplaat 47 stevig tegen de ondergrond 48 aan is gedrukt. De rotatie van de tweede steunpoot 42 vindt plaats met behulp van hydraulische aandrijving.First, the second support leg 42 is pivoted slightly from the position shown in Figure 1A in the direction of the substrate 48. Subsequently, the first support leg 41 is brought into the transfer position or support position and fixed therein with the aid of one of the pins 51, 52, 53. Thereafter, the second support leg 42 is extended to the desired length and brought to the desired angle so that the support plate 47 is located just above the substrate 48. Subsequently, the second support leg 42 is rotated about the pivot axis 43 in the direction of the chassis 2 until the support plate 47 is pressed firmly against the base 48. The rotation of the second support leg 42 takes place with the aid of hydraulic drive.

Vervolgens wordt nabij de kantelas 13 aan de linkerzijde L, de vergrendelplaat 19 naar de ontgrendelde positie verplaatst. Door het aanbrengen van hydraulische druk in de hydraulische hoofdcilinder 20 zal de lengte tussen de zwenkassen 21, 22 toenemen en zal dientengevolge de kantelarm 15 om de aan de rechterzijde R gelegen kantelas 14 in de door pijl Pó aangegeven richting kantelen. Zoals duidelijk zichtbaar strekt de behuizing 24 van de hydraulische hoofdcilinder 20 zich aan weerszijden van de zwenkas 21 uit. De hydraulische hoofdcilinder 20 tuimelt als het ware om de zwenkas 21 in de door pijl P7 aangegeven richting.Next, near the tilting axis 13 on the left-hand side L, the locking plate 19 is moved to the unlocked position. By applying hydraulic pressure in the hydraulic main cylinder 20, the length between the pivot axes 21, 22 will increase and, as a result, the tilting arm 15 will tilt about the tilting axis 14 located on the right-hand side R in the direction indicated by arrow P6. As clearly visible, the housing 24 of the main hydraulic cylinder 20 extends on either side of the pivot axis 21. The main hydraulic cylinder 20, as it were, tumbles about the pivot axis 21 in the direction indicated by arrow P7.

De kokervormige gedeeltes 28, 29, 30 van de kantelarm 15 worden voorafgaande, tijdens of na het kantelen van de kantelarm 15 naar de uit elkaar geschoven positie gebracht, afhankelijk van het gewenste verplaatsingspatroon van de koppelarm 32 en de eventueel daarmee gekoppelde container 4.The tubular sections 28, 29, 30 of the tilting arm 15 are brought to the pushed-out position before, during or after tilting the tilting arm 15, depending on the desired displacement pattern of the coupling arm 32 and the container 4 possibly coupled thereto.

Bij de in figuur 2A weergegeven situatie wordt de container 4 opgenomen of geplaatst op een ondergrond 48 die gelijk is aan het niveau van de ondergrond 48 waarop de wielen 7 en de afsteunplaten 47 zich bevinden.In the situation shown in Figure 2A, the container 4 is picked up or placed on a surface 48 that is equal to the level of the surface 48 on which the wheels 7 and the supporting plates 47 are located.

Na het koppelen van de koppelarm 32 met de container 4 kan de container 4 door het zwenken van de kantelarm 15 in een aan pijl Pó tegengestelde richting en het in elkaar schuiven van de kokervormige gedeeltes 28, 29, 30 op het onderstel 2 worden geplaatst. Indien de afsteunpoot 40 aan de linkerzijde L eveneens op maximale afstand van het onderstel 2 wordt gepositioneerd, is het mogelijk om de container 4 van de rechterzijde R over het onderstel 2 heen naar de linkerzijde L te verplaatsen. Hierbij dient bij een verticale positie van de hoofdcilinder 20, eerst nabij de kantelas 13 aan de linkerzijde L, de vergrendelplaat 19 naar de vergrendelde positie te worden verplaatst, waarna nabij de kantelas 14 aan de rechterzijde R, de vergrendelplaat 19 naar de ontgrendelde positie wordt verplaatst, zodat de kantelarm 15 om de kantelas 13 in de door pijl P8 aangegeven richting in plaats van de kantelas 14 kan worden gekanteld. Hierbij tuimelt de hydraulische hoofdcilinder 20 als het ware om de zwenkas 21 in de door pijl P9 aangegeven richting.After coupling the coupling arm 32 to the container 4, the container 4 can be placed on the chassis 2 by pivoting the tilting arm 15 in a direction opposite to the arrow P6 and sliding the tubular sections 28, 29, 30 into each other. If the support leg 40 on the left-hand side L is also positioned at maximum distance from the chassis 2, it is possible to move the container 4 from the right-hand side R over the chassis 2 to the left-hand side L. Here, at a vertical position of the master cylinder 20, first near the tilting axis 13 on the left-hand side L, the locking plate 19 must be moved to the locked position, whereafter near the tilting axis 14 on the right-hand side R, the locking plate 19 is moved to the unlocked position so that the tilting arm 15 can be tilted about the tilting axis 13 in the direction indicated by arrow P8 instead of the tilting axis 14. The hydraulic master cylinder 20 tumbles about the pivot axis 21 in the direction indicated by arrow P9.

De figuren 3A en 3B tonen de positie van de zijlader 1 bij het optillen of neerzetten van een container 4 aan de linkerzijde L. De werking van de zijlader 1 komt hierbij overeen met de werking van de zijlader 1 bij het bij het optillen of neerzetten van een container 4 aan de rechterzijde R, zoals hierboven beschreven aan de hand van de figuren 2A en 2B. Hierbij is de kantelas 14 ontgrendeld en de kantelas 13 vergrendeld in de V-vormge uitsparing 16.Figures 3A and 3B show the position of the side loader 1 when lifting or placing a container 4 on the left side L. The operation of the side loader 1 here corresponds to the operation of the side loader 1 when lifting or depositing a container 4 on the right-hand side R, as described above with reference to figures 2A and 2B. The tilting axis 14 is then unlocked and the tilting axis 13 is locked in the V-shaped recess 16.

De figuren 4A, 4B, 4C en 5 tonen verder details van de positie van de zijlader 1 bij het optillen of neerzetten van een container 4 aan de linkerzijde L.Figures 4A, 4B, 4C and 5 further show details of the position of the side loader 1 when lifting or depositing a container 4 on the left side L.

De figuur 6A toont de positie van de zijlader 1 bij het optillen of neerzetten van een container 4 aan de linkerzijde L op een daarnaast gepositioneerde verrijdbare oplegger 54. De linker afsteunplaat 47 rust hierbij op de oplegger 54.Fig. 6A shows the position of the side loader 1 when lifting or depositing a container 4 on the left-hand side L on an adjacent mobile trailer 54. The left-hand support plate 47 rests on the trailer 54 here.

De figuren 7A en 7B tonen het plaatsen van een container 4 op een ondergrond 63 die op een afstand H5 van bijvoorbeeld 1 meter onder het niveau van de ondergrond 48 is gelegen. Het niveau van de ondergrond 48 wordt ook wel maaiveldniveau of eenvoudig weg maaiveld genoemd.Figures 7A and 7B show the placement of a container 4 on a substrate 63 which is located at a distance H5 of, for example, 1 meter below the level of the substrate 48. The level of the substrate 48 is also referred to as ground level or simply ground level.

Bij deze wijze van plaatsen van de container 4 is de hoek C tussen een eerste verbindingslijn 61 tussen de rotatieas 22 en de zwenkas 21 en een tweede verbindingslijn 62 tussen de rotatieas 22 en de rechter kantelas 14 minimaal en bedraagt minimaal 15 graden, bijvoorbeeld 19 graden graden. Door deze relatief grote hoek C lean met een relatief geringe trekkracht een container 4 op een dergelijke wijze worden gepositioneerd.In this manner of placing the container 4, the angle C between a first connecting line 61 between the axis of rotation 22 and the pivot axis 21 and a second connecting line 62 between the axis of rotation 22 and the right-hand tilt axis 14 is minimal and is at least 15 degrees, for example 19 degrees. degrees. Due to this relatively large angle C lean a container 4 can be positioned in such a manner with a relatively low tensile force.

De grote realiseerbare hoek C is mogelijk doordat de zwenkas 21 op een afstand H2 van het virtuele verbindingsvlak 23 is gelegen en de hydraulische hoofdcilinder 20 op afstand van het uiteinde 27 van de cilindervormige behuizing 24 zwenkbaar om de zwenkas 21 is gelagerd, waardoor deze een relatief grote verlenging kan ondergaan, terwijl in de bij de in figuur lA weergegeven eerste positie de maximale breedte en maximale hoogte binnen de toelaatbare afmetingen kunnen zijn gelegen.The large realizable angle C is possible because the pivot axis 21 is located at a distance H2 from the virtual connecting surface 23 and the main hydraulic cylinder 20 is pivotally mounted about the pivot axis 21 at a distance from the end 27 of the cylindrical housing 24, so that it is mounted relatively can undergo a large extension, while in the first position shown in Figure 1A the maximum width and maximum height may be within the allowable dimensions.

Figuur 8 toont een grafiek met de maximale reikwijdte van de zijlader 1, waarbij langs de X-as de reikwijdte is uitgezet en langs de Z-as de bijbehorende hoogte van de scharnieras 31 van de koppelarm 32. Zoals zichtbaar in de grafiek is de maximale reikwijdte in X- richting naar beide zijden 6,5 meter, zodat de totale overspanning 13 meter is, indien beide afsteunplaten 47 zich op een maximale afstand Y van 3,9 meter in X-richting van de zwenkas 21 bevinden.Figure 8 shows a graph with the maximum reach of the side loader 1, wherein the reach is plotted along the X-axis and along the Z-axis the corresponding height of the pivot axis 31 of the coupling arm 32. As shown in the graph, the maximum 6.5 meters in the X direction to both sides, so that the total span is 13 meters if both supporting plates 47 are at a maximum distance Y of 3.9 meters in the X direction of the pivot axis 21.

Figuur 9 toont een grafiek waarin bij een steunplaat 47 die op een bepaalde afstand Y is gelegen, de maximale verlenging V van de kantelarm 15 langs de X-as is weergegeven in relatie tot de maximaal toelaatbare massa G in kilogram van de container 4 of een andere op te tillen lading bij plaatsing op een op maaiveld gelegen ondergrond.Figure 9 shows a graph in which for a supporting plate 47 which is situated at a certain distance Y, the maximum extension V of the tilting arm 15 along the X-axis is shown in relation to the maximum allowable mass G in kilograms of the container 4 or a other load to be lifted when placed on a ground level surface.

Zoals duidelijk blijkt uit de grafiek is bij een afstand Y van 3,9 meter het mogelijk om over een afstand 4,5 meter een container met een massa van 44.000 kg te verplaatsen of om over een afstand 6,3 meter een container met een massa van 13.000 kg te verplaatsen. Het verplaatsen van een container met een massa van 13.000 kg is ook mogelijk bij een afstand Y van de steunplaat 47 van slechts 1,8 meter. Desgewenst kan ook een massa tot 50.000 kg worden verplaatst.As is clear from the graph, with a distance Y of 3.9 meters, it is possible to move a container with a mass of 44,000 kg over a distance of 4.5 meters or to move a container with a mass over a distance of 6.3 meters of 13,000 kg. It is also possible to move a container with a mass of 13,000 kg at a distance Y of the support plate 47 of only 1.8 meters. If desired, a mass of up to 50,000 kg can also be moved.

Zoals weergegeven in figuur 10, is het door de verlengbare kantelarm 15 verlengbaar is, ook mogelijk om op het onderstel 2 twee containers 4 op elkaar te positioneren. Een container 4 heeft bijvoorbeeld een standaardhoogte van 8.6 voet (2,59 meter).As shown in Figure 10, it is also possible to extend two containers 4 on top of the base 2 by the extendable tilting arm 15. For example, a container 4 has a standard height of 8.6 feet (2.59 meters).

De figuren 11, 12A-12C tonen een perspectivisch aanzicht en uitvergrote details van de koppelarm van de in figuur lA weergegeven zijlader,Figures 11, 12A-12C show a perspective view and enlarged details of the coupling arm of the side loader shown in Figure 1A,

De koppelarm 32 is scharnierbaar om de scharnier 31 met het derde kokervormig gedeelte 30 verbonden. Met behulp van een hydraulische of pneumatische cilinder 55 is de koppelarm 32 tevens verplaatsbaar in en tegengesteld aan de door pijl P10 aangegeven richting. De door pijl P10 aangegeven richting strekt zich evenwijdig aan de rotatieas 22 uit.The coupling arm 32 is hingedly connected around the hinge 31 to the third tubular section 30. With the aid of a hydraulic or pneumatic cylinder 55, the coupling arm 32 is also movable in and opposite to the direction indicated by arrow P10. The direction indicated by arrow P10 extends parallel to the axis of rotation 22.

Beide uiteinden van de koppelarm 32 zijn voorzien van een met de container 4 koppelbare pen 56 en een zich dwars op de pen 56 uitstrekkende, met de container 4 koppelbare borgpen 57. De pen 56 strekt zich horizontaal uit, terwijl de borgpen 57 zich verticaal uitstrekt. De borgpen 57 is verschuifbaar in een behuizing 58 in de koppelarm 32 gelagerd. De borgpen 57 is voorzien van een verlengd gedeelte 59. De borgpen 57 is onder veerkracht verplaatsbaar in de door pijl P11 aangegeven richting door een opening 60 in de koppelarm 32 in de richting van de pen 56. De borgpen 58 is tegen veerkracht in pneumatisch of hydraulisch verplaatsbaar in een aan pijl P11 tegengestelde richting.Both ends of the coupling arm 32 are provided with a pin 56 that can be coupled to the container 4 and a locking pin 57 extending transversely to the pin 56 and that can be coupled to the container 4. The pin 56 extends horizontally, while the locking pin 57 extends vertically . The locking pin 57 is slidably mounted in a housing 58 in the coupling arm 32. The locking pin 57 is provided with an extended portion 59. The locking pin 57 is spring-displaceable in the direction indicated by arrow P11 through an opening 60 in the coupling arm 32 in the direction of the pin 56. The locking pin 58 is pneumatic or spring-loaded. hydraulically displaceable in a direction opposite to arrow P11.

Een container is gebruikelijk bij elke hoekpunten voorzien van drie openingen gelegen, waarbij een opening zich in verticale richting uitstrekt en de twee andere openingen zich in twee haaks op elkaar gerichte horizontale richtingen uitstrekken.A container is usually provided with three openings at each corner points, one opening extending in the vertical direction and the two other openings extending in two directions perpendicular to each other.

Bij het bevestigen van de koppelarm 32 met de container 4 worden de pennen 56 tegenover bij in hoekpunten van de container 4 gelegen openingen gepositioneerd, waarna door het in de door pijl P10 verplaatsen van de koppelarm 32 de pennen 56 in de openingen worden gepositioneerd. Vervolgens worden de borgpennen 57 in de door pijl P11 aangegeven richting in de zich verticaal u its trekkende openingen van de container 4 aangebracht, waarna de container 4 stevig met de koppelarm 32 is vergrendeld.When attaching the coupling arm 32 with the container 4, the pins 56 are positioned opposite at openings located in corner points of the container 4, whereafter the pins 56 are positioned in the openings by moving the coupling arm 32 in the arrow P10. Subsequently, the locking pins 57 are arranged in the direction indicated by arrow P11 in the vertically extending openings of the container 4, whereafter the container 4 is securely locked with the coupling arm 32.

De hefinrichtingen 3 werken in samenstel en kunnen elk afzonderlijk of simultaan worden aangestuurd.The lifting devices 3 work in assembly and can each be controlled separately or simultaneously.

De hefinrichtingen 3 kunnen op een willekeurig onderstel worden geplaatst, zoals bijvoorbeeld, een oplegger, vrachtwagen, trein, een ander verrijdbaar voertuig of op een vast opgesteld platform.The lifting devices 3 can be placed on any chassis, such as, for example, a trailer, truck, train, another mobile vehicle or on a fixedly arranged platform.

Het is ook mogelijk om de container met behulp van bijvoorbeeld kettingen of hijsbanden losneembaar aan een uiteinde van de kantelarm 15 te bevestigen, waardoor met de hefinrichtingen ook andersoortige ladingen dan IS O-containers zoals bijvoorbeeld bulkverpakkingen of laadbakken kunnen worden opgetild.It is also possible to detachably attach the container to an end of the tilting arm 15 with the aid of, for example, chains or hoisting belts, whereby the lifting devices can also lift different types of loads than IS-containers such as, for example, bulk packages or loading containers.

LIJST MET VERWIJZINGSCIJFERS 1 zijlader 2 onderstel 3 hefinrichting 4 container 5 voorste gedeelte 6 achterste gedeelte 7 wielen 8 grondplaat 9 steunplaat 10 steunplaat 11 steunplaat 12 behuizing 13 eerste kantelas 14 tweede kantelas 15 kantelarm 16 V-vormige uitsparing 17 vergrendelmechanisme 18 hydraulische cilinder 19 vergrendelplaat 20 hoofdcilinder 21 zwenkas 22 rotatieas 23 virtueel verbindingsvlak 24 cilindervormige behuizing 25 zuigerstang 26 uiteinde 27 uiteinde 28 eerste kokervormig gedeelte 29 tweede kokervormig gedeelte 30 derde kokervormig gedeelte 31 scharnieras 32 koppelarm 40 afsteunpoot 41 eerste pootdeel 42 tweede pootdeel 43 scharnieras 44 schuifbaar deel 45 schuifbaar deel 46 scharnieras 47 afsteunplaat 48 ondergrond 49 opening 50 opening 51 pen 52 pen 53 pen 54 oplegger 56 pen 57 borgpen 58 behuizing 59 verlengd gedeelte 60 opening 61 eerste verbindingslijn 62 tweede verbindingslijn 63 ondergrond C hoekLIST OF REFERENCE FIGURES 1 side loader 2 chassis 3 lifting device 4 container 5 front section 6 rear section 7 wheels 8 base plate 9 support plate 10 support plate 11 support plate 12 housing 13 first tilt axis 14 second tilt axis 15 tilt arm 16 V-shaped recess 17 locking mechanism 18 hydraulic cylinder 19 locking plate 20 main cylinder 21 pivot axis 22 axis of rotation 23 virtual connecting surface 24 cylindrical housing 25 piston rod 26 end 27 end 28 first tubular part 29 second tubular part 30 third tubular part 31 pivot axis 32 connecting arm 40 support leg 41 first leg part 42 second leg part 43 pivot axis 44 slidable part 45 slidable part 46 pivot axis 47 support plate 48 base 49 opening 50 opening 51 pin 52 pin 53 pin 54 trailer 56 pin 57 locking pin 58 housing 59 extended section 60 opening 61 first connecting line 62 second connecting line 63 surface C corner

Hl afstand H2 afstand H3 afstand H4 afstand H5 afstand L linkerzijdeHl distance H2 distance H3 distance H4 distance H5 distance L left side

Li lengte P1-P11 dubbele pijl R rechterzijde Y afstandLi length P1-P11 double arrow R right side Y distance

Claims

A side loader (1) provided with an undercarriage (2) and at least two spaced apart lifting devices (3) for moving a load located in a first position on the underframe (2) between the lifting devices (3) to a second position located next to a first side of the undercarriage (2) and to a third position located next to a second side of the undercarriage (2) which is remote from the first side, wherein at least one lifting device (3) is provided with a tilting arm (15) which is lockable with a first end near the first side with the chassis (2) and can be locked with a second end near the second side with the chassis (2), which lifting device (3) is provided with a linear displacement device which is pivotally connected to the chassis (2) about a pivot axis (21) and is rotatably connected to the tilting arm (15) about an axis of rotation (22), wherein with an unlocked second end of the tilting arm (15), the tilting arm (15) ) using v the linear displacement device can be tilted about a first tilting axis (13) located near the first end of the tilting arm (15), while with an unlocked first end of the tilting arm (15), the tilting arm (15) using the linear displacement device (20) ) is tiltable about a second tilting axis (14) located near the second end of the tilting arm (15), the pivotal axis (21) being at a substantially equal distance from the first and second tilting axis (14), on one of the chassis (2) ) is located away from a virtual connecting surface (23) between the tilt axes, characterized in that the pivot axis (21) is located between a first and second end (27, 26) of the linear displacement device.

Side loader (1) according to claim 1, characterized in that at least in the first position the first end of the linear displacement device on a side of the virtual connecting surface (23) facing the chassis (2) between the tilt axes (13) , 14) is located.

A side loader (ι) according to any one of the preceding claims, characterized in that in the second and / or third position of the lifting device (3) an angle (C) between a first connecting line (61) between the axis of rotation (22) and the pivot axis (21) and a second connecting line (62) between the axis of rotation (22) and the first and second tilt axis (13, 14) are at least 15 degrees, preferably at least 18 degrees.

Side loader (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the distance between the pivot axis (21) and the virtual connection surface (23) between the tilt axes (13, 14) is between 0.6 and 0.7 meters .

Side loader (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the distance between the first and second tilting axis (13, 14) is at least 1.5 meters, preferably at least 2 meters.

Side loader (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the tilting arm (15) is provided near the first and second side with a V-shaped recess (16), which V-shaped recess (16) can be positioned around a triangular housing (12) rotatably connected to the first and second tilt axis (13, 14), respectively, to the chassis (2), the tilt arm (15) being provided with at least one locking mechanism (17) for locking the triangular housing (12) in the V-shaped recess (16).

Side loader (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the tilting arm (15) on a side of the axis of rotation (13, 14) remote from the tilting axes (13, 14) is provided with means that can be releasably coupled to the load.

A side loader (1) according to claim 8, characterized in that the means detachable by the load comprise a coupling arm (32) pivotable about a pivot axis (31), which arm can be coupled with ends remote from the pivot axis (31) with the load comprising a container (4), wherein the ends of the coupling arm (32) are provided with a pin (56) which can be coupled to the container (4) and a container (4) extending transversely to the pin (56) ) connectable locking pin (57).

Side loader (1) according to one of the preceding claims, characterized in that in the first position the axis of rotation (22) on a side of the virtual connecting surface (23) remote from the chassis (2) between the tilting axes (13, 14 ) is located at a substantially equal distance from the first and second tilt axis (13, 14).

A side loader (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that the tilting arm (15) is provided with an extendable portion on a side of the axis of rotation (13, 14) remote from the tilting axes (13, 14).

A side loader (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that the side loader (1) is provided with at least one support leg (40), which support leg (40) is provided with a first leg part (41) which is hinged with the underframe (2) is connected and a second length-adjustable leg part (42) which is hingedly connected to the first leg part (41).

A side loader (1) according to claim 12, characterized in that the first leg part (41) can be locked with the chassis (2) in a number of different hinged positions, the second leg part (42) being parallel in a first locked transport position extends on the linear displacement device and lies substantially against the linear displacement device.

A lifting device (3) suitable for a side loader (1) according to any one of the preceding claims.