NL2013889A - Inrichting en werkwijze voor het sorteren van bloemen. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het sorteren van bloemen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het sorteren van bloemen, bij voorkeur om bloemen in groepen te sorteren voor het vormen van bossen. NL1031333 en NL1032805 zijn voorbeelden uit de stand van de techniek.

Het is onder meer een doel van de uitvinding om te voorzien in een verbeterde machine voor het sorteren van bloemen.

Volgens de uitvinding wordt de bloem, bijvoorbeeld hyacint, gesorteerd op een eigenschap, bijvoorbeeld steellengte, rijpheid en/of grootte van de knop. Tijdens het sorteren worden bloemen, bij voorkeur individueel, langs een eerste transportbaan bewogen en in afhankelijkheid van een eigenschap overgedragen op een tweede transportbaan, zodanig dat aan de tweede transportbaan zich groepen van bloemen vormen, en deze zich vormende groepen worden langs de tweede transportbaan bewogen en vervolgens overgedragen op een derde transportbaan die de groepen weg voert.

Bij voorkeur is één of meer van het volgende van toepassing: de plaats van bloemoverdracht van de eerste naar de tweede transportbaan is selectief en varieert langs de lengte van de eerste transportbaan afhankelijk van de eigenschap van de bloem; de plaats van overdracht van de tweede naar de derde transportbaan is vast; het aantal bloemen in een groep is constant, bijvoorbeeld vijf; de derde transportbaan is een zogenaamde boslijn; in zijn geheel of ten minste in het gebied van overdracht van de bloem bevindt de tweede transportbaan zich op een niveau onder het niveau van het betreffende deel van de eerste transportbaan; in het gebied waar de overdracht van de eerste naar de tweede transportbaan plaats vindt, bewegen deze transportbanen tegengesteld aan elkaar voort of wederzijds in dezelfde richting; één of meer van de eerste, de tweede en de derde transportbaan vormen een gesloten lus, bijvoorbeeld een kettingbaan, bij voorkeur met een boven- en onderpart (circulatie in verticaal vlak); de voortbewegingssnelheid van de eerste en tweede transportbaan verschilt, bij voorbeeld met minimaal een factor 1,5 of 2 of 2,5, zoals een factor van ongeveer 3, bij voorkeur is de eerste transportbaan sneller; van de eerste en/of tweede transportbaan zijn de organen voor het vasthouden van de bloem of bloemen gevormd door van boven open bakjes die zijn ingericht, bijvoorbeeld kunnen omkiepen, bij voorkeur selectief, om de bloem op een transportbaan daaronder te laten vallen; de bloemoverdracht gaat van de onderpart van de eerste transportbaan naar de bovenpart van de tweede transportbaan; de bloemoverdracht gaat van de onderpart van de tweede transportbaan naar de bovenpart van de derde transportbaan; de eigenschap van de bloem wordt vastgesteld door een sensor, bijvoorbeeld camera van een vision systeem; het sorteren verloopt computergestuurd en/of volautomatisch; de eerste en tweede transportbaan overlappen elkaar in een gebied van bloemoverdracht zodat voor de bloemoverdracht verschillende overdrachtposities aan de eerste en/of tweede transportbaan beschikbaar zijn; optioneel wordt een bloem aan de eerste transportbaan vastgehouden bij passage van het bloemoverdrachtgebied om pas bij een volgende omloop te worden overgedragen aan de tweede transportbaan in het bloemoverdrachtgebied, bijvoorbeeld omdat bij de eerdere passage geen groep aan de tweede transportbaan beschikbaar is voor opname van de bloem in het bloemoverdrachtgebied; optioneel wordt een bloem of groep bloemen aan de tweede transportbaan vastgehouden bij passage van de plaats van overdracht naar de derde transportbaan om pas bij een volgende omloop te worden overgedragen aan de derde transportbaan, bijvoorbeeld omdat de groep bij een eerdere passage nog niet het vereiste aantal bloemen bevat; de bloemen worden liggend meegevoerd aan één of meer van de eerste, tweede en derde transportbaan; op basis van de gemeten eigenschap wordt de bloem ingedeeld in een categorie en over gedragen aan een groep met gelijke categorie, zodat de groep uit bijvoorbeeld even lange bloemen bestaat; een transportbaan is iedere constructie waarmee een bloem kan worden getransporteerd, bij voorkeur liggend, omvat bijvoorbeeld een, eventueel poreuze, band of snaren of kettingen waaraan grijpers of dragers, zoals bakjes of plateaus hangen, dergelijke organen vormen bij voorkeur een in hoofdzaak gesloten reeks in een eindloze lus; de onderpart van de derde transporteur is altijd leeg en/of mist een voorziening om bloemen vast te houden.

Bij voorkeur worden de bloemen aan de eerste en/of tweede transporteur vastgehouden door een voorziening volgens conclusie 3.

De tekening toont in Fig. 1 en 2 twee voorbeelden in een zij aanzicht.

De machine van de tekening bezit drie transporteurs boven elkaar, ieder met een boven- en onderpart (pijl G stelt de richting van de zwaartekracht voor). De bovenste of eerste transporteur vervoert bloemen 16 individueel en kan deze selectief aan zijn onderpart vasthouden of laten vallen op de bovenpart van de tweede transporteur daaronder. De tekening toont vijf individuele bloemen 16 die aan de onderpart van de eerste transporteur worden vastgehouden. De snelheid van de eerste transporteur bedraagt drie keer die van de tweede transporteur (Fig. 1) of deze snelheden zijn gelijk (Fig. 2).

Een camera 15 registreert iedere bloem 16 individueel als die zich aan de bovenpart van de eerste transporteur bevindt.

De verticale pijl G geeft de richting van de zwaartekracht aan.

De horizontale pijlen geven de richting van voortbewegen van de nabije boven- of onderpart aan. De onderpart van de eerste en de bovenpart van de tweede transporteur bewegen in dezelfde richting (Fig. 1) of tegen elkaar in (Fig. 2) zodat een zich aan de onderpart van de eerste transporteur bevindende individuele bloem 16 per tijdseenheid zo veel mogelijk zich aan de bovenpart van de tweede transporteur bevindende bloemgroepen 19 passeert.

In de vakken (ieder vak bevat een bloemgroep 19) van de tweede transporteur varieert het aantal bloemen tussen nul en vijf, zoals getoond. Door een bloem vanaf de eerste transporteur in het juiste vak aan de bovenpart van de tweede transporteur te laten vallen, groeit in dat vak de groep tot het gewenste aantal. Bevat de groep het gewenste aantal, wordt geen bloem meer toegevoegd en wordt de groep op de bovenpart 12 van de derde transporteur gestort.

Vaak zal het nodig zijn dat een vak van de tweede transporteur twee of meer keer van bovenpart naar onderpart wisselt voordat zijn groep het gewenste aantal heeft bereikt. In de tekening zijn in de overgang van boven- naar onderpart en aan de onderpart groepen te zien die minder dan vijf bloemen bevatten, die vakken gaan minimaal nog een keer door het bloemoverdrachtgebied aan de bovenpart.

De tekening toont het moment waarop op drie plaatsen langs de onderpart van de eerste transporteur een individuele bloem 16 in een respectief vak (twee lege vakken, één vak dat reeds drie bloemen bevat) aan de bovenpart van de tweede transporteur valt, terwijl op hetzelfde moment een maximaal gevuld vak (bloemgroep 19 met vijf bloemen) aan het begin van de onderpart van de tweede transporteur wordt leeg gestort op een leeg vak aan de bovenpart van de derde transporteur. Ieder vak aan de bovenpart 12 van de derde transporteur bevat een groep 19 van vijf bloemen. Fig. 1 toont tevens de mogelijkheid dat verder stroomafwaarts aan de onderpart van de tweede transporteur een maximaal gevuld vak wordt leeg gestort op een leeg vak aan de bovenpart van de derde transporteur.

Bij de uitvoering van fig. 1 hebben de tweede en derde transporteur een minimaal 25% verschillende snelheid, terwijl bij fig. 2 die snelheden gelijk zijn.

Wanneer voor een bloem aan de onderpart van de eerste transporteur op dat moment geen geschikt vak aan de bovenpart van de tweede transporteur beschikbaar is, wordt deze bloem in een volgende cyclus van de eerste transporteur meegenomen.

De tekening toont hoe de bloemen aan de eerste en tweede transporteur worden vastgehouden doordat de vakken waarin zij liggen een afsluitbare toegangsopening hebben. Een alternatief is bijvoorbeeld bakjes die ieder om een eigen as kunnen kiepen om de bloem er uit te laten vallen.

Alternatieven zijn er vele, bijvoorbeeld: de onderpart en bovenpart van de eerste resp. tweede transporteur hoeven niet volledig te overlappen zoals getoond; de tweede transporteur kan zich op een niveau boven de eerste transporteur bevinden en pakt bijvoorbeeld in dat geval een bloem van de eerste transporteur; een groep bevat meer of minder dan vijf bloemen; de nabije parten van de eerste en tweede transporteur bewegen in dezelfde richting voort.

Claims (5)

1. Inrichting voor het met behulp van een sensor (15) sorteren van hyacinten (16) op een eigenschap, bijvoorbeeld steellengte, rijpheid en/of grootte van de knop, uitgerust met een computersysteem en een eerste, tweede en derde transportbaan en ingericht, geconfigureerd en geprogrammeerd zodat bloemen, individueel, langs de eerste transportbaan worden bewogen terwijl de eigenschap wordt vastgesteld en in afhankelijkheid van de eigenschap worden overgedragen op de tweede transportbaan, zodanig dat aan de tweede transportbaan zich groepen (19) van bloemen vormen, en deze zich vormende groepen worden langs de tweede transportbaan bewogen en vervolgens per groep overgedragen op de derde transportbaan die de groepen individueel weg voert, waarbij: de plaats van bloemoverdracht van de eerste naar de tweede transportbaan is selectief en varieert langs de lengte van de eerste transportbaan afhankelijk van de eigenschap van de bloem; het aantal bloemen in een groep is constant, bijvoorbeeld vijf; de derde transportbaan is een zogenaamde boslijn; in het gebied van overdracht van de bloem bevindt de tweede transportbaan zich op een niveau onder het niveau van het betreffende deel van de eerste transportbaan; de eerste, de tweede en de derde transportbaan vormen een gesloten lus, met een boven- en onderpart (circulatie in verticaal vlak); de bloemoverdracht gaat van de onderpart van de eerste transportbaan naar de bovenpart van de tweede transportbaan en van de onderpart van de tweede transportbaan naar de bovenpart (12) van de derde transportbaan; de de eigenschap van de bloem vaststellende sensor is een camera van een vision systeem; het sorteren verloopt computergestuurd en volautomatisch; de eerste en tweede transportbaan overlappen elkaar in een gebied van bloemoverdracht zodat voor de bloemoverdracht verschillende overdrachtposities aan de eerste en tweede transportbaan beschikbaar zijn; incidenteel wordt een bloem aan de eerste transportbaan door vasthoudmiddelen vastgehouden bij passage van het bloemoverdrachtgebied om pas bij een volgende omloop te worden overgedragen aan de tweede transportbaan in het bloemoverdrachtgebied, bijvoorbeeld omdat bij de eerdere passage geen groep aan de tweede transportbaan beschikbaar is voor opname van de bloem in het bloemoverdrachtgebied; incidenteel wordt een groep bloemen aan de tweede transportbaan door vasthoudmiddelen vastgehouden bij passage van de plaats van overdracht naar de derde transportbaan om pas bij een volgende omloop te worden overgedragen aan de derde transportbaan, bijvoorbeeld omdat de groep aan de tweede transportbaan bij een eerdere passage nog niet het vereiste aantal bloemen bevat; de bloemen worden liggend meegevoerd aan de eerste, tweede en derde transportbaan; op basis van de gemeten eigenschap wordt de bloem ingedeeld in een categorie en over gedragen aan een groep met gelijke categorie, zodat de groep uit bijvoorbeeld even lange bloemen bestaat; de eerste, tweede en derde transportbaan zijn ingericht voor het individueel respectievelijk in separate groepen transporteren van de bloemen; de onderpart van de derde transporteur is altijd leeg en mist een voorziening om bloemen vast te houden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, in het gebied waar de overdracht van de eerste naar de tweede transportbaan plaats vindt, bewegen deze transportbanen wederzijds in dezelfde richting voort; de voortbewegingssnelheid van de eerste en tweede transportbaan verschilt met minimaal een factor 2 en is de eerste transportbaan sneller.

3. Inrichting volgens conclusie 2 van de eerste en tweede transportbaan zijn de organen voor het vasthouden van de bloem of bloemen gevormd door tussen een vrije en een omgekiepte stand vrij zwenkend gemonteerde, door de zwaartekracht naar de vrije stand geneigde en in de vrije stand van boven open bakjes die door tijdelijk aangrijpen van tot de inrichting behorende bedieningsmiddelen selectief individueel tijdelijk omkiepen naar de omgekiepte stand, om de opgenomen bloem op een transportbaan daaronder te laten vallen, om na vrijgave door de bedieningsmiddelen automatisch door de zwaartekracht weer naar de vrije stand terug te keren, gereed om een volgende bloem op te nemen en vast te houden aan zowel de bovenpart als de onderpart.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, de plaats van overdracht van de groepen (19) van de tweede naar de derde transportbaan is vast langs de lengte van de transportbanen.

5. Werkwijze voor het sorteren en tot bossen van vijf bloemen vormen van hyacinten waarbij de bloemen geïndividualiseerd worden, vervolgens op eigenschap ingedeeld worden en naar indeling gegroepeerd worden zodat in een bos zich bloemen van gelijke eigenschap bevinden, waarin de inrichting volgens één van de voorgaande conclusies computergestuurd volautomatisch wordt bedreven zodanig dat aan de tweede transportbaan de groepen worden gevormd en voltooid en waarbij incidenteel een bloem resp. groep een extra omloop aan de betreffende transportbaan meemaakt alvorens aan de volgende transportbaan te worden overgedragen door de bloem resp. groep te laten vallen.