NL2012897C2 - Modulair skeletbouwsysteem voor woningen. - Google Patents

Modulair skeletbouwsysteem voor woningen. Download PDF

Info

Publication number
NL2012897C2
NL2012897C2 NL2012897A NL2012897A NL2012897C2 NL 2012897 C2 NL2012897 C2 NL 2012897C2 NL 2012897 A NL2012897 A NL 2012897A NL 2012897 A NL2012897 A NL 2012897A NL 2012897 C2 NL2012897 C2 NL 2012897C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
beams
bearing
dwelling
profile
building system
Prior art date
Application number
NL2012897A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2012897A (nl
Inventor
Robert Kats
Jan Frederik Groos
Original Assignee
Butterfly Housing B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Butterfly Housing B V filed Critical Butterfly Housing B V
Priority to NL2012897A priority Critical patent/NL2012897C2/nl
Publication of NL2012897A publication Critical patent/NL2012897A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2012897C2 publication Critical patent/NL2012897C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/24Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of metal
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/02Roofs; Roof construction with regard to insulation with plane sloping surfaces, e.g. saddle roofs
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/1476Greenhouse gutters
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/24Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of metal
    • E04B1/2403Connection details of the elongated load-supporting parts
    • E04B2001/2463Connections to foundations
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/24Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of metal
    • E04B2001/2466Details of the elongated load-supporting parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/24Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of metal
    • E04B2001/2481Details of wall panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/24Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of metal
    • E04B2001/2484Details of floor panels or slabs
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/18Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons
    • E04B1/24Structures comprising elongated load-supporting parts, e.g. columns, girders, skeletons the supporting parts consisting of metal
    • E04B2001/249Structures with a sloping roof
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/0404Drainage on the roof surface
    • E04D13/0445Drainage channels
    • E04D2013/045Drainage channels on inclined roofs
    • E04D2013/0454Drainage channels on inclined roofs at the intersection of roof surfaces, e.g. roof valleys
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

Titel: Modulair skeletbouwsysteem voor woningen
De uitvinding heeft betrekking op een modulairwoningskeletbouwsysteem . Meer in het bijzonder heeft deuitvinding betrekking op een woningskeletbouwsysteem intropische en subtropische gebieden.
Modulaire systemen zijn bijvoorbeeld beschreven inde internationale octrooiaanvrage W02012103133. Dit documenttoont een uitklapbare constructie van een huis met eenvlinderdak. Een nadeel van dergelijke constructies is hetontbreken van voorzieningen voor koeling en circulatie.Derhalve is dit huis ongeschikt voor tropische ensubtropische gebieden. Daarnaast neemt dit huis ook inopgevouwen toestand een aanzienlijke ruimte in aangezien degehele wanden, dak en bodem in het opgevouwen pakket zijninbegrepen. Door de diverse vouwelementen wordt dezeconstructie bovendien complex en moeilijk te vervaardigen.
Een oplossing voor in kassystemen wordt getoond inhet Chinese gebruiksmodel CN201334786Y. Dit model toont eenkas met een staalskeletconstructie. Dit systeem is echterniet geschikt voor de huizenbouw. Door de doorzichtigedakstructuur wordt het in deze structuur veel te warm vooreen normale bewoning. Derhalve is deze oplossing nietgeschikt voor de huizenbouw in tropische en subtropischegebieden. Daarnaast toont dit gebruiksmodel geen verhoogdevloer met ventilatiegaten en geen profielen en dakplaten vankoud gewalst metaal.
Aldus beoogt de uitvinding te voorzien in eensysteem dat de bovenvermelde en/of andere nadelen niet heeftof ten minste ten dele opheft terwijl de voordelen daarvanten minste ten dele behouden blijven. Voorts beoogtuitvinding een woningskeletbouwsysteem te verschaffen, dat eenvoudig is te gebruiken, robuust is, eenvoudig is aan tepassen en waarin een relatief behaaglijke temperatuur is tebehouden.
Ten minste één van deze en/of andere doelen wordtbereikt met een modulair woningskeletbouwsysteem, geschiktvoor de vervaardiging van ten minste één woning, waarbij hetsysteem een reeks profielen en een van opstaande randenvoorzien draagprofiel omvat, waarbij de reeks profielen eenaantal staanders, een eerste set dragende liggers en eentweede set dragende liggers omvat, waarbij de tweede setdragende liggers in gemonteerde toestand opwaarts gerichtedraagvlakken omvatten, die een specifieke hoek met hethorizontale vlak maken, waarbij de staanders op dehoekpunten en langs de lange zijden van een rechthoekiggrondvlak van de woning plaatsbaar zijn waarbij op eenspecifieke afstand van de bovenzijde van de staanders deeerste set dragende liggers in hoofdzaak ten opzichte vanhet rechthoekig grondvlak dwars, en in hoofdzaak evenwijdigaan de korte zijde van het rechthoekig grondvlakaanbrengbaar zijn en waarbij nabij de bovenzijde van destaanders de tweede set dragende liggers in hoofdzaakevenwijdig aan de lange zijden van het rechthoekigebodemvlak en in hoofdzaak dwars op de eerste set liggersaanbrengbaar zijn, waarbij in het midden van de eerste setdragende liggers het van opstaande randen voorzienedraagprofiel in hoofdzaak parallel aan de tweede setdragende liggers en in hoofdzaak dwars ten opzichte van deeerste set dragende liggers aanbrengbaar is, zodanig dat detweede set dragende liggers en het van opstaande randenvoorziene draagprofiel tezamen een serie onder eenspecifieke hellende hoek aangebrachte gewelfde platen kandragen, zodanig dat deze in de richting van het vanopstaande randen voorziene draagprofiel, naar het midden toe aflopen, waarbij het draagprofiel op de opstaande randenonder een specifieke hoek geplaatste dragende kragen omvat,waarbij de gewelfde platen bij het van opstaande randenvoorziene draagprofiel op een onderlinge afstand van elkaarplaatsbaar zijn, zodanig, dat de onderranden van de gewelfdeplaten zich aan weerszijden telkens tot voorbij een eersteopstaande rand van het draagprofiel uitstrekken, zodatregenwater op de onder een hellende hoek geplaatste gewelfdeplaten kan worden opvangen en in het van opstaande randenvoorzien draagprofiel kan worden geleid, dat dit water opzijn beurt kan opvangen en naar een afvoerbuis kan geleiden,waarbij de staanders, de liggers, de draagprofielen en degewelfde platen uit koud gewalste metaalstrips zijnvervaardigd, waarbij een derde set dragende liggers op eenafstand van het maaiveld tussen de staanders aanbrengbaaris, waarbij tussen de derde set dragende liggers inhoofdzaak dwars op deze dragende liggers de reeks gordingenaanbrengbaar is, waarbij vloerdelen op de gordingenaanbrengbaar zijn, waarbij er ventilatieopeningen in devloerdelen zijn aangebracht, zodanig dat er in deuiteindelijk gebouwde woning een boven het maaiveldverhoogde vloer aanwezig is en luchtcirculatie in de woningplaats kan vinden.
Door gebruik te maken van een dragend profiel, datdienst doet als waterafvoer, kan de constructie bijzondereenvoudig zijn en toch voldoende robuust zijn om eenstabiele constructie te kunnen verschaffen. Door despecifieke hoek en de open structuur kan er onder dedakplaten een schoorsteeneffect optreden, dat een lichteonderdruk in de binnenruimte van de woning kan creëren.Hierdoor kan een circulatie van lucht worden bewerkstelligd,die de temperatuur in de woning op een aangenaam niveau kanhouden. Dit wordt mede bewerkstelligd doordat de ventielatieluicht van onder de woning wordt aangezogen,alwaar een relatief lagere temperatuur heerst. Door deverhoogde vloer en de ventilatiegaten daarin, kan dezeventilatie nog worden versterkt.
De toepassing van koud gewalste profielen maakthet mogelijk, een productie van het huis eventueel on siteuit te voeren, vooral als er een hele wijk of een heelstadsdeel van huizen uit het bovenbeschreven type wordtvervaardigd.
Het woningskeletbouwsysteem volgens de uitvindingis een product dat duurzaam geproduceerd en geëxploiteerdmoet kunnen worden en is daarom gebaseerd op een analyse vanlevenscyclus, flexibel gebruik, efficiënt energiegebruik enaanpasbaarheid. De onderscheidende kwaliteit van hetwoningskeletbouwsysteem is het gevolg van het hanteren van,en de samenhang tussen, een aantal leidende principes. Dezeworden hieronder kort samengevat.
Ten eerste een systeemscheiding met name eenscheiding van systemen met een verschillende levensduur;
Ten tweede een modulaire coördinatie waarbij hetontwerp op een vast maatvoeringsstramien is gebaseerd;
Ten derde een industriële productie te weten eenprefabricage, in onderdelen, van de draagconstructie;
Ten vierde een passieve klimaatbeheersing meer inhet bijzonder een koeling en verwarming op basis vannatuurkundige principes;
Ten vijfde een vrije indeelbaarheid enmogelijkheden tot uitbreiding en aanpassing, hetgeen eenlevensloopbestendigheid kan verschaffen.
In een woning, die gebouwd wordt met hetwoningskeletbouwsysteem volgens de uitvinding kunnen devolgende onderdelen worden onderscheiden: ten eerste hetskelet, dat een lichtgewicht stalen draagconstructie kan zijn, die wordt ge(pre)fabriceerd in onderdelen volgens eenvast modulair stramien. De vloer en dak kunnen hier eenonderdeel van zijn. Ten tweede de huid, dat wil zeggen eenomhullende en daardoor klimaatscheidende constructie, die inprincipe naar keuze kan worden ingevuld en bij voorkeur issamengesteld uit lokaal vervaardigde en aanwezige materialenen grondstoffen. Deze volgt per definitie wel de modulairemaatvoering. Ten derde de organen: een minimum aaninstallaties die de 'stofwisseling' of energiehuishoudingvan de woning ondersteunen. Dit onderdeel kan met de lokaleinfrastructuur en verkaveling zijn verbonden. In het systeemvolgens de uitvinding kan een variabele indeling in "kamers"door de eindgebruiker worden gekozen, die in principelosstaat van de draagstructuur.
Het eerste onderdeel, de draagstructuur of hetskeletsysteem volgens de uitvinding vormt het kernaspect vaneen woning. De generieke vorm en maatvoering hiervan bepaaltde klimaattechnische "prestatie" van de woning, zoalshieronder in meer detail wordt uitgelegd. Het systeemvolgens de uitvinding kan door de modulaire opbouw demogelijkheid voor specifieke invullingen, verschillendegevels, een diversiteit aan vloeroppervlaktes en uitwerkingop basis van verschillende klimaatomstandigheden enculturele voorkeuren verschaffen.
De overige onderdelen, te weten de huid endeorganen kunnen lokatiespecifiek zijn maar dienen wel teworden gecoördineerd in relatie tot de maatvoering en debioclimatische principes van het woningskeletbouwsysteemvolgens de uitvinding. De structuur van het systeem volgensde uitvinding kan een vervlechting van formele organisatieen productiemethode zoals de verkaveling, de industriëleproductie en het eigendomsbewijs en informele economiebijvoorbeeld lokaal geproduceerde gevelonderdelen, zelfwerkzaamheid, recycling van bouwmateriaal, gebruik vande woning als winkel etc. verschaffen.
Door een modulair woningskeletbouwsysteem teverschaffen kunnen aldus de in een woning aanwezigeafzonderlijke drie systemen, ten eerste de draagstructuur ofhet skelet, waaronder tevens de vloer en het dak wordtbegrepen, ten tweede de buitenwanden of de huid en ten derdede voorzieningen of wel de organen feitelijk wordengescheiden. Het blijkt dat deze drie afzonderlijke systemenelk zijn eigen specifieke levensduur kent. Door vooraf sterkdeze scheiding van deze drie systemen in het ontwerp teintegreren, kan uiteindelijk over de gehele levensduur vande draagstructuur een duurzame oplossing voor hetverschaffen en gebruiken van betaalbare woningen wordenverkregen. Daarnaast kan in hoofdzaak alleen dedraagstruktuur, het skelet worden geproduceerd enverscheept, terwijl de wanden, het dak, de vloeren, detussenwanden en de overige voorzieningen lokaal kunnenworden verkregen en/of geproduceerd. Hierdoor kunnen detransportkosten relatief laag zijn en kunnen er bijvoorbeeldin een enkele container een meervoudig aantal systemen, vooreen meervoudig aantal woningen worden geladen. Voorts is hetvoordeel van een dergelijke constructie, dat een bouwer metbehulp van een eenvoudige instructievideo en een geringehoeveelheid gereedschap binnen een tijdsbestek van enkeledagen een woning of althans de draagstructuur daarvoor kanbouwen.
Gedurende de levensduur van het skelet kunnen deoverige twee systemen, de huid en de organen meermaalsworden vervangen, zonder het draagskelet te hoeven afbreken,te bewerken, of te hoeven vervangen.
In het modulaire woningskeletbouwsysteem kunnentussen de staanders in hoofdzaak parallel met de lange zijde van het grondvlak ter hoogte van de dragende liggers,verdere liggers aanbrengbaar zijn. Deze liggers zijn vanbijzonder voordeel om bij de constructie van de woningwandpanelen, deuren, ramen, kozijnen en dergelijke aan tebevestigen.
Op en/of aan de onderflens van deze liggers en devoornoemde eerste set dragende liggers is een plafondbevestigbaar. Dit plafond deelt de ruimte in verticale zinop in twee compartimenten. Dit is medebepalend voor depassieve klimaatbeheersing en versterkt het schoorsteeneffect in de bovenruimte. Hierdoor kan de onderdruk in dewoning worden versterkt, waardoor er meer circulatie zoukunnen plaatsvinden. Tevens voorkomt dit plafond de dat destralingswarmte afkomstig van het dak de woonruimteverwarmt.
Het plafond kan beplatingen, gestukte panelen,vezelplaten, betonvezelplaten, multiplex, gipsplaten, eengespannen doek of een gespannen vlies en/of enige andergeschikt plafondmateriaal omvatten. Het kan indien een vliesof doek wordt gebruikt bijvoorbeeld door middel van ringogenop de onderflenzen van de liggers, die op een specifiekeafstand van de bovenkant van de staanders zijn aangebracht,worden bevestigd.
Het doek kan hierbij van gaas voorziene gaten ofkleppen omvatten, die bijvoorbeeld aan de gevelzijden kunnenzijn aangebracht.
Door deze gaten of kleppen aan te brengen kan erlucht uit de onderruimte, de woonruimte in de bovenruimtestromen. Door de gaten of kleppen in de buurt van het laaggelegen gedeelte van de schuine dakplaten aan te brengen,kan het schoorsteen effect van het schuine dak optimaalworden benut.
De specifieke afstand tussen de bovenzijde van destaanders en eerste set dragende liggers kan zodanig wordengekozen, dat de hellingshoek van de gewelfde platen kleineris dan 45 graden en bij voorkeur kleiner is dan 40 graden.Een hoek rond 35 graden lijkt goede resultaten teverschaffen. Eventueel aan de lokale omstandigheden, zoalsbreedtegraad en lokale klimaatsomstandigheden zou de hoeknog kunnen worden aangepast. Bij de genoemde hoeken kan dehoeveelheid instraling van de zon optimaal worden benut voorhet beoogde schoorsteeneffect binnen de bovenruimte in dewoning. Hierbij is de hoek zodanig gekozen dat aan de enekant de zonne-instraling voldoende is en aan de andere kanthet schoorsteen effect voldoende aanwezig is. Een te grotehoek zou weliswaar het schoorsteeneffect ten goede komen,echter zo weinig zonnestraling opvangen, dat de natuurlijketrek nauwelijks meer kan optreden. Aan de andere kant is eenvolledig horizontaal dak gunstig voor een maximale opvangvan zonnestraling, echter, is kan er geen verticaaltransport van lucht worden verkregen. Het blijkt dat bij degekozen hoeken de combinatie van beide effecten relatiefgunstig is.
Een derde set dragende liggers kan op eenspecifieke afstand van het maaiveld tussen de staandersaanbrengbaar zijn. Door een ruimte onder de vloer van dewoning vrij te houden, kan een additionele koelingseffeetworden verkregen. Tussen de derde set dragende liggers kandaartoe in hoofdzaak dwars op deze dragende liggers een setgordingen aanbrengbaar zijn, waarop vloerdelen aanbrengbaarzijn.
In de vloerdelen kunnen ventilatieopeningen zijnaangebracht. Hierdoor wordt lucht van onder de woning in hetwoongedeelte gezogen, die vervolgens door de openingen ofkleppen in het plafond naar boven kan wegstromen. Hierdoor kan de temperatuur tijdens de dag tot een aangenaam niveauworden gereduceerd, waardoor een meer aangenaam verblijf inde woning kan worden verkregen zonder daarbij gebruik tehoeven maken van bijvoorbeeld een aircinditioner. De gatenkunnen van roosters zijn voorzien of kunnen buizen omvattendie voor een deel door de grond of door een zich eventueelonder de woning bevindende regenwateropslag lopen. Door dezebuizen door de grond of door een wateropslag te laten lopen,kan deze lucht additioneel worden gekoeld, hetgeen bij kandragen aan een aangenaam binnenklimaat in de woning.
Het modulaire woningskeletbouwsysteem kan tot eenhuis worden gebouwd, waarbij de tussen de derde set dragendeliggers en de eerste set dragende liggers en/of tussen dederde set dragende liggers en de tweede set dragende liggerswanden, systeemwanden, ramen, deuren en/of beplatingenkunnen zijn aangebracht. De wanden kunnen lokaal wordenvervaardigd, en kunnen uit de meest uiteenlopendebouwmaterialen bestaan. Hierbij valt te denken aan houtenplaten, houtvezelplaten, gasbetondelen, gipsen platen,metalen platen, sandwichplaten, gemetselde stenen, borstwerkmet leem, planken en dergelijke. Door de muren en/of dedakplaten en/of de vloerdelen niet noodzakelijkerwijs in hetmodulaire systeem mee te verschepen, kan aanzienlijk in detransportkosten worden bespaard.
De staanders kunnen met een voetplaat op eenverankering bevestigbaar zijn. De verankering kan bestaanduit gestort beton, eventueel voorzien van uitstekendedraadeinden, of door na storten in het beton gaten aan tebrengen waarin mechanische of chemische ankers metdraadeinden kunnen worden verankerd.
In hoofdzaak rechthoekige horren kunnen tussen deliggers en de staanders en in hoofdzaak driehoekige horrenkunnen tussen de liggers, de staanders en de gewelfde dakplaten aanbrengbaar zijn. Door deze horren kan een goedeventilatie van de woning worden verkregen. Voorts kunnen dehorren eventueel ongedierte buiten houden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op eenwerkwijze voor het vervaardigen van een woning omvattende devolgende in elke geschikte volgorde uit te voeren stappen:Het verschaffen van een modulair woningskeletbouwsysteem,het plaatsen van een serie funderingselementen; het met eenvoetplaat plaatsen van de staanders op de funderingselementen en vastbouten, bijvoorbeeld door middenvan in de funderingselementen aangebrachte draadeinden; hettussen de staanders aanbrengen van liggers; het op deliggers aanbrengen van een, van opstaande randen voorzienedraagprofiel; het tussen de laag gelegen liggers aanbrengenvan gordingen; het op de gordingen aanbrengen vanvloerdelen; het tussen de liggers aanbrengen van wanden,deuren, en/of ramen; het tussen de tweede serie en zichdaaronder bevindende liggers aanbrengen van horren; het inde driehoeken, gevormd door de bovenzijde van de tweedeserie liggers, de bovenkant van de staanders en de opstaanderanden van het profiel aanbrengen van horren; het onder eenspecifieke hoek aanbrengen van een reeks zelfdragendegewelfde platen zich uitstrekkend aan een eerste zijde totvoorbij de draagvlakken van de tweede reeks liggers en aaneen tweede zijde zich uitstrekkend tot voorbij dragendekragen van de van opstaande randen voorziene draagprofielen;het aanbrengen van het plafond tussen de onderflenzen; heteventueel plaatsen van tussenwanden met eventueel deurenen/of vensters.
Deze werkwijze is een bijzonder eenvoudige manierom een goed geventileerd en relatief kostengunstige woningte verschaffen, waarin het bij een tropisch of subtropischklimaat nog aangenaam is om in te vertoeven.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan dehand van uitvoeringsvormen die in de tekening zijnweergegeven. In de tekening toont: figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzichtvan een modulair woningskeletbouwsysteem volgens een eersteuitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een schematisch aanzicht in doorsnede vaneen dragend profiel met opstaande randen volgens eenuitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 3 een schematisch aanzicht in doorsnede vaneen dragend profiel volgens een verdere uitvoeringsvorm vande uitvinding; figuur 4 een schematisch perspectivischdetailaanzicht van het dragende profiel met daaropbevestigde gewelfde dakplaten volgens een uitvoeringsvormvan de uitvinding; figuur 5 een eerste schematisch detailaanzicht indoorsnede door lijn X in figuur 1; figuur 6 een tweede schematisch detailaanzicht indoorsnede door lijn X in figuur 1; figuur 7 een eerste schematisch detailaanzicht indoorsnede door lijn Y in figuur 1; figuur 8 een tweede schematisch detailaanzicht indoorsnede door lijn Y in figuur 1 met een alternatieveuitvoeringsvorm volgens de uitvinding; figuur 9A een schematisch detailaanzicht indoorsnede door lijn Z in figuur 1 met een uitvoeringsvormvolgens de uitvinding; figuur 9B een schematisch detailaanzicht indoorsnede door lijn Z in figuur 1 met een alternatieveuitvoeringsvorm volgens de uitvinding; figuur 10 een eerste schematisch detailaanzicht indoorsnede door lijn W in figuur 1 met een alternatieveuitvoeringsvorm volgens de uitvinding; figuur 11 een tweede schematisch detailaanzicht indoorsnede door lijn W in figuur 1 met een alternatieveuitvoeringsvorm volgens de uitvinding; figuur 12 een schematisch aanzicht in doorsnedevan een alternatieve uitvoeringsvorm van het dragendeprofiel volgens figuur 2; figuur 13 een schematisch perspectivisch aanzichtvan een woning volgens een uitvoeringsvorm van deuitvinding; figuur 14 een schematisch perspectivisch aanzichtvan een woning volgens een alternatieve uitvoeringsvorm vande uitvinding; figuur 15 een schematisch perspectivisch aanzichtvan een woning volgens een andere uitvoeringsvorm van deuitvinding.
Opgemerkt wordt dat de tekening slechts eenschematische weergave is van voorkeursuitvoeringsvormen vande uitvinding. De tekening dient geenszins als beperkendvoor de uitvinding te worden opgevat. In de figuren zijngelijke of overeenkomstige onderdelen met corresponderendeverwijzingscijfers aangegeven.
Figuur 1 toont een schematisch perspectivischaanzicht van een modulair woningskeletbouwsysteem 1. In ditsysteem 1 zijn een zestal staanders 2 op een rechthoekiggrondvlak 5 geplaatst. Twee staanders zijn in het midden vande lange zijden 6 van het rechthoekig grondvlak 5 geplaatst,en de overige vier staanders zijn op de hoekpunten van hetgrondvlak 5 geplaatst.
De staanders zijn in deze uitvoeringvormuitgevoerd als I profielen (bijvoorbeeld IPE 180). Aan de staanders zijn voetplaten 27 bevestigd, waarmee de staandersaan funderingsblokken 24 kunnen worden bevestigd. Dezebevestiging kunnen uitgevoerd zijn als mechanische ofchemische ankers, die in boorgaten kunnen worden verankerd.Alternatief kan de verankering eveneens als in het beton vanhet funderingsblok 24 meegegoten uitstekende draadeindenzijn uitgevoerd.
Tussen de staanders Tussen de staanders 2 zijnevenwijdig aan de korte zijden 7 van het rechthoekiggrondvlak 5, op een afstand A van de bovenkant van destaanders 2 een eerste serie liggers 3 aangebracht. Dezeliggers kunnen eveneens als I profielen zijn uitgevoerd enkunnen met eindplaten aan de flenzen van de staanders wordenbevestigd. Deze bevestiging kan worden uitgevoerd metbouten, die door in de staanders 2 en de eindplaten van deliggers 3 voorgeboorde gaten kunnen worden geleid en wordenaangedraaid. Op de eerste serie liggers 3 is nabij hetmidden een van opstaande randen voorzien draagprofiel 8geplaatst. In de figuur 1 bestaat dit profiel uit tweedelen, die in het midden met hun kopse kant tegen elkaaraanliggen en aldaar gedragen worden door de middelste drager3.
De uitvoering van het van opstaande randenvoorziene draagprofiel 8 is in een aanzicht in doorsnedegetoond in figuur 2. Het profiel omvat een bodemplaat 13,met aan weerszijden opstaande randen 11, waarop dragendekragen 12 onder een hoek α met het horizontale vlak -ingemonteerde toestand- zijn aangebracht. Het van opstaanderanden voorziene draagprofiel omvat aan de kopse zijdentelkens een wand 30, zodat dit profiel 8 een opwaartsgerichte opvangruimte vormt. Uit figuur 4 is te zien dat inhet bodemvlak 13 een opening 14 is aangebracht. Door dezeopening 14 kan regenwater worden afgevoerd.
In figuur 1 is voorts getoond, dat tussen destaanders 2 lange de lange zijden 6 van het rechthoekiggrondvlak 5 aan de bovenrand van de staanders 2 een tweedeset profielen 4 is aangebracht. Een aanzicht in doorsnedevan deze profielen 4 is in figuur 3 weergegeven. Deprofielen 3 kunnen bijvoorbeeld koud gevormde profielenzijn, die van een draagvlak 15 zijn voorzien dat -ingemonteerde toestand- een hoek α met het horizontale vlakmaakt. De profielen 4 kunnen bijvoorbeeld met de vlakken 31en/of 32 door middel van bouten met de flenzen van destaanders 3 worden verbonden, of bijvoorbeeld met de vlakken33 door middel van aan de lijfplaten van de staanders 2aangebrachte hoeken met de staanders 2 worden bevestigd.
Op een afstand A van de bovenkant van de staanders 2 zijn in de richting evenwijdig aan de lange zijde 6 vanhet rechthoekig bodemvlak 5 liggers 16 aangebracht. Deliggers 16 bevinden zich op de gelijke hoogte als de liggers 3 en vormen tezamen een de gehele constructie omgevendkader.
Op een afstand B van het maaiveld 23 zijn eenserie dragende liggers 21 evenwijdig aan de korte zijde 7van het rechthoekig bodemvlak en een reeks dragende liggers22 evenwijdig met de lange zijde 6 van het rechthoekigbodemvlak 5 aangebracht. Deze liggers 21, 22 doen dienst alsdragers voor de vloeren en de wanden van de woning zoalshieronder nader wordt toegelicht.
In figuur 4 wordt in een schematischperspectivisch aanzicht een detail van de dakconstructiegetoond. Op de draagvlakken 15 van de profielen 4 en dedragende kragen 12 van het draagprofiel 8 rusten gewelfdeplaten 9. Door de welving in deze platen 9 behoeven zijnaast de tweevoudige ondersteuning geen verdereondersteuning. Hierdoor zijn de platen als het ware zelf dragend, hetgeen de constructie eenvoudig kan houden. Degewelfde platen 9 reiken in gemonteerde toestand aan deonderzijde tot voorbij de opstaande randen 11 van hetdraagprofiel 8. Hierdoor kan op de gewelfde platen 9 vallendregenwater in de opwaarts gerichte open ruimte van hetdraagprofiel 8 worden geleid, die het vervolgens naar eenopening 14 kan leiden. Het regenwater kan eventueel in eenruimte of tank onder de woning worden opgeslagen.
In figuur 5 wordt een detailaanzicht in doorsnedegetoond door lijn X als is aangegeven in figuur 1. In dezedoorsnede wordt er een aanzicht op een middelste staander 2gepresenteerd, waarbij de flenzen van deze staander 2 zichloodrecht op het vlak van tekening bevinden. Het profiel 4is in deze figuur eveneens loodrecht op het vlak vantekening gericht, en toont het onder hoek α aangebrachtedraagvlak 15, waarop de gewelfde platen 9 zijn bevestigd. Inde opstaande welvingen van de gewelfde platen kunnenvullingen 34 zijn aangebracht. Deze vullingen 34 kunnen eenafdichting van de binnenzijde van de woning met debuitenwereld bewerkstelligen om bijvoorbeeld binnendringenvan insecten te kunnen tegengaan.
Tegen de bovenzijde van het profiel 4 en zichuitstrekkend tot de bovenzijde van het profiel 16 is een hor28 geplaatst. Deze hor 28 kan bijvoorbeeld een op een framegemonteerd gaas omvatten, eventueel voorzien van jaloezieën.Horren 28 kunnen bijvoorbeeld met behulp van eventueelgehoekte aluminium strips aan de profielen 4 en 16 wordenbevestigd. In de opstaande welvingen van de gewelfdedakplaten 9 kunnen bijvoorbeeld vullingen 34 in de vorm vantrapeziumvormige stoppen worden geplaats om voor een betereafdichting te kunnen zorgen.
Tussen de profielen 3 en 16 aan de bovenzijde ende profielen 21 en 22 aan de onderzijde kunnen vensters 35 zijn geplaatst. Deze vensters kunnen bijvoorbeeld op hunplaats worden gehouden door aan de profielen 3 en 16bevestigde profielen 36 en/of 37. De profielen 36 en 37kunnen bijvoorbeeld geëxtrudeerd aluminium delen omvatten ofhieruit in hoofdzaak bestaan. Aan de onderzijde van hetvenster 35 kan het venster 35 op een profiel 38 rusten. Hetprofiel 38 kan van een lip 39 zijn voorzien, die als aanslagen positionering voor het venster 35 dienst kan doen, zoalsin figuur 6 is getoond. Hier omvat het profiel een vierkanteopen kamer 40 en een liggende flens 41. De liggende flens 41rust op het profiel 22 en kan hierop bijvoorbeeld wordenvastgekit of anderszins hierop worden bevestigd. Het venster35 kan een glazen plaat 42 omvatten die in een raamwerk 43is gevat.
Tussen de profielen 16 en 3 is een plafond 17 inde vorm van een doek of vlies aangebracht, dat bijvoorbeeldmet behulp van bouten 19 en moeren 20 aan de onderflenzen 3Aen 16A met behulp van in het doek aangebrachte ringogen isbevestigd. Het plafond kan ook uit alternatievebouwmaterialen worden vervaardigd, zoals bijvoorbeeld,vezelplaat, gipsplaat, triplex, multiplex, MDF, HDF, LDF,en/of andere geschikte bouwmaterialen. Ook kan het plafondin een frame gevatte systeemplafondplaten uit gips,houtvezels, en dergelijke omvatten.
In het plafond kunnen sluitbare openingen zijnvoorzien voor een betere ventilatie. Deze openingen kunnenbijvoorbeeld met behulp van kleppen, bij voorkeur met dehand worden gesloten of worden geopend.
In figuur 6 is in detail getoond, dat staander 2via een voetplaat 27 op een funderingsblok 24 is bevestigd.Het funderingsblok en eventueel de afstand tussen debodemplaat 27 en de bevestiging van de liggers 21 en 22 zijnzodanig, dat de liggers 21 en 22 op een afstand B van het maaiveld af zijn gepositioneerd. Hierdoor bevindt zich onderin hoofdzaak de gehele woning een vrije ruimte met eenhoogte B, waaronder vrij lucht kan stromen.
Tussen de profielen 21 zijn gordingen 25aangebracht. De gordingen 25 kunnen bijvoorbeeld koudgevormde profielen zijn, die met behulp van hoekverbindingenaan de profielen 21 zijn bevestigd. De buitenste gordingenkunnen vanwege extra stabiliteit met behulp van gehoekteprofielen 44 aan de profielen 22 worden bevestigd.
Figuur 7 en figuur 8 tonen een doorsnede door delijn Y in figuur 1. In deze doorsnede bevindt ligger 3 zichloodrecht op het vlak van tekening en is het zicht op debuitenzijde van de opstaander rand 11 van het dragendeprofiel 8. In deze figuur wordt de onderzijde van gewelfdedakplaten 9A en de bovenzijde van de gewelfde dakplaten 9Bgetoond. Op de ligger 3 bevindt zich een in hoofdzaakdriehoekig gevormde hor 29, die aan de onderzijde rust op deligger 3 en aan de bovenzijde onder de hellingshoek aafgeschuind langs de onderzijde van een dakplaat 9A loopt.
De hor kan hierbij met behulp van een gehoekt profiel 45 metde dakplaat 9 zijn verbonden.
In de figuren 7 en 8 zijn voor de vensters 35staande aan de binnenzijde van de woning tralies 46aangebracht. Deze kunnen aan de bovenzijde met profielen 3of 16 en aan de onderzijde met de profielen 21 en/of 22worden verbonden. Ter versteviging kunnen deze traliesbijvoorbeeld halverwege onderling nog met elkaar verbondenworden voor additionele robuustheid.
De gordingen kunnen met hoekverbindingen aan deprofielen 21 worden bevestigd, en kunnen voor additionelestevigheid op een plaat 48 rusten, die bijvoorbeeld doormiddel van een bout 49 aan een onderflens van de profielen21 is bevestigd.
Daarnaast kunnen de profielen 21 en 22 aan debuitenzijde op de onderflens een neerwaarts gerichtaangelast profiel 47 omvatten, welke kan voorkomen datregenwater door winddruk in de ruimte onder de woningbinnendringt.
Op de gordingen 25 zijn vloerdelen 26 aangebracht.Deze vloerdelen kunnen uit diverse materialen wordenvervaardigd en er kan op de platen 26 bijvoorbeeld nog eenbetonnen gietvloer worden aangebracht. In een dergelijkegietvloer zou eventueel een vloerverwarmingssysteem kunnenworden geïntegreerd.
Figuur 9A toont een aanzicht in doorsnede doorlijn Z in figuur 1. Hierbij ligt het draagprofiel 8evenwijdig aan het vlak van tekening. In deze figuur zijntwee draagprofielen 8A en 8B met de kopse zijden tegenelkaar geplaatst, zodanig dat de wanden 30A en 30B van detwee draagprofielen 8A en 8B respectievelijk parallel lopenen aanliggen. Over de bovenranden van de aanliggende wanden30A en 30B kan een kap 50 worden geplaatst. Deze kap 50 kaneen eventueel intreden van water tussen de wanden 30A en 30Btegengaan. Deze kap 50 kan op de wanden 30A en 30B wordenvastgeschroefd.
Een alternatieve verbinding tussen de tweedraagprofielen 8A en 8B, wordt in figuur 9B getoond. Hierzijn de wanden 30A en 30B van de draagprofielen 8A en 8Brespectievelijk afwezig en is één van de beidedraagprofielen 8A voorzien van een zich in de richting vanhet bodenvlak 13A, de opstaande randen 11A en eventueel dedragende kragen 12A uitstrekkende aangelaste strip 51. Dezestrip 51 kan zich over een deel van het bodemvlak 13B, deopstaande randen 11B en eventueel de dragende kraag 12B vanhet draagprofiel 8B uitstrekken. Tussen de strip 51 en deonderdelen van het draagprofiel 8B kan een afdichtingsmateriaal zoals bijvoorbeeld een kit of eencompriband of een overeenkomstige dichting wordenaangebracht. De strip 51 kan door middel van een van eenrubber ring voorziene bout 52 met het profiel 3 wordenverbonden. Hierbij kan de bout 52 zowel door het materiaalvan de aangelaste strip 51 van draagprofiel 8A als door debodemplaat 13B van draagprofiel 8B heen reiken, en zodanigeen goede afdichting tussen beide draagprofielen 8A en 8Bbewerkstelligen.
De figuren 10 en 11 tonen detailaanzichten doorlijn W in figuur 1. In deze figuren staan de profielen 3 en21 loodrecht op het vlak van tekening. In dezeuitvoeringsvorm wordt de wand gevormd door eenvoorgefabriceerde gasbetonplaat 58, die tussen de liggers 3en 21 is aangebracht. Aan de bovenzijde, onder ligger 3wordt de gasbetonplaat 58 door middel van profielen 36 en 37op zijn plaats gehouden, zoals in figuur 10 wordt getoond.Aan de onderzijde kan de gasbetonplaat tegen bijvoorbeeldeen gezette aluminium profiel 57 worden bevestigd. Ditgezette profiel 57 kan een eerste rand 53 een vlakdeel 54 eneen tweede rand 55 omvatten. De eerste rand 53 kan tegen debuitenrand van de bovenflens van ligger 21 aanliggen en detweede rand 55 kan als aanslag dienen voor de gasbetonplaat58 .
Tussen de profielen 36 en 37 aan de bovenrand vande gasbetonplaat 58 kan een in-verende dichting 59 zijnaangebracht, zoals bijvoorbeeld een cellenband. De in¬verende dichting 59 kan eventuele onnauwkeurigheden in deconstructie en/of in de gasbetonplaat 58 compenseren, en kantegelijkertijd een verende kracht op de gasbetonplaat 58uitoefenen, zodat deze tijdens montage in hoofdzaak op zijngewenste positie blijft. De strippen 36 en 37 en het gezette profiel 52 kunnen in samenwerking de gasbetonplaat 58fixeren.
De gasbetonplaat 58 kan een diameter hebben vanbijvoorbeeld 10 cm en kan met behulp van een schroef 56 vande onderzijde, door de bovenflens van de ligger 21 wordengefixeerd.
Figuur 12 toont een alternatieve uitvoeringsvormvan het draagprofiel 8. In deze figuur omvat hetdraagprofiel spatranden 60 die een opspatten van regenwatertegen de verbinding tussen de dragende kragen 12 en dedakplaten 9 kan tegengaan.
Figuur 13 toont een woning, gebouwd met behulp vanhet modulaire skeletsysteem volgens de uitvinding. Aan dewoning is een overkapping bevestigd, die dienst kan doen alscarport of veranda.
In figuur 14 zijn twee woningen in lengterichtinggeschakeld, en in figuur 15 is een woning voorzien van eenverdieping. Alternatieve schakelingen zijn eveneensmogelijk, waarbij eventueel de dragende profielen 8 niet inde lengte richting maar in de breedterichting van eenrechthoekig grondvlak zijn georiënteerd. Ook kan hetgrondvlak een vierkante vorm hebben.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt istot de hierboven besproken uitvoeringsvoorbeelden. Zo is inde figuren bijvoorbeeld de oriëntatie van de staanderszodanig, dat de flenzen van de profielen in hoofdzaak in eenrichting evenwijdig met de lange zijde 6 van het rechthoekiggrondvlak 5 zijn gericht. Alternatief kunnen de flenzen opovereenkomstige wijze ook in een richting evenwijdig aan dekorte zijde 7 van het rechthoekig grondvlak 5 wordengericht.
Hoewel de hoogte tussen de onderzijde van degordingen 25 en het maaiveld in hoofdzaak bepaald wordt door de hoogte van de gestorte funderingsblokken, kan ook dehoogte van de verbinding tussen de staanders 2 en de liggers21 en 22 worden aangepast, zodanig dat de funderingsblokkenzich niet meer of nauwelijks meer uit het maaivelduitstrekken.
Dergelijke en andere varianten zullen de vakmanduidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen hetraamwerk van de uitvinding zoals verwoord in dehiernavolgende conclusies.
Lijst met verwijzingscijfers 1. Skeletbouwsystem 2. Staander 3. Dragende ligger3A. Onderflens 4. Dragende ligger 5. Rechthoekig grondvlak 6. Lange zijde van het grondvlak 7. Korte zijde van het grondvlak 8. Van opstaande randen voorzien draagprofiel8A. Van opstaande randen voorzien draagprofiel8B. Van opstaande randen voorzien draagprofiel 9. Gewelfde plaat 10. Onderrand 11. Opstaande rand IIA. Opstaande rand IIB. Opstaande rand 12. Dragende kraag 13. Bodemvlak13A. Bodemvlak13B. Bodemvlak 14. Opening 15. Draagvlak 16. Ligger16A. Onderflens 17. Plafond 18. Ringoog 19. Bout 20. Moer 21. Ligger 22. Ligger 23. Maaiveld 24. Funderingsblok 25. Gording 26. Vloerdeel 27. Voetplaat 28. Hor 29. Hor 30. Wand 31. vlak 32. Vlak 33. Vlak 34. Stop 35. Venster 36. Profiel 37. Profiel 38. Profiel 39. Lip 40. Kamer 41. Flens 42. Glazen plaat 43. Frame 44. Gehoekte strip 45. Gehoekte strip 46. Tralie 47. Aangelaste strip4 8. Draagstrip 49. Bout 50. Kap 51. Aangelaste strip 52. Bout 53. Rand 54. Vlakdeel 55. Rand 56. Schroef 57. gezet profiel 58. Gasbetonplaat 59. In-verende dichting 60. Spatrand A. Afstand B. Afstand W. Lijn X. Lijn Y. Lijn Z. Lijnex. Hoek

Claims (9)

1. Een modulair woningskeletbouwsysteem (1)geschikt voor de vervaardiging van ten minste éénwoning, waarbij het systeem een reeks profielen(2,3,4,21,22), een reeks gordingen (25), een reeksvloerdelen (26) en een van opstaande randen voorziendraagprofiel (8) omvat, waarbij de reeks profielen eenaantal staanders (2), een eerste set dragende liggers(3) en een tweede set dragende liggers (4) omvat,waarbij de tweede set dragende liggers (4) ingemonteerde toestand opwaarts gerichte draagvlakken(15) omvatten, die een hoek (a) met het horizontalevlak maken, waarbij de staanders (2) op de hoekpuntenen langs de lange zijden (6) van een rechthoekiggrondvlak (5) van de woning plaatsbaar zijn waarbij opeen afstand (A) van de bovenzijde van de staanders (2)de eerste set dragende liggers (3) in hoofdzaak tenopzichte van het rechthoekig grondvlak (5) dwars, en inhoofdzaak evenwijdig aan de korte zijde (7) van hetrechthoekig grondvlak (5) aanbrengbaar zijn en waarbijnabij de bovenzijde van de staanders (2) de tweede setdragende liggers (4) in hoofdzaak evenwijdig aan delange zijden (6) van het rechthoekige bodemvlak (5) enin hoofdzaak dwars op de eerste set liggers (3)aanbrengbaar zijn, waarbij in het midden van de eersteset dragende liggers (3) het van opstaande randenvoorziene draagprofiel (8) in hoofdzaak parallel aan detweede set dragende liggers (4) en in hoofdzaak dwarsten opzichte van de eerste set dragende liggers (3)aanbrengbaar is, zodanig dat de tweede set dragendeliggers (4) en het van opstaande randen voorzienedraagprofiel (8) tezamen een serie onder een hellende hoek (α) aangebrachte gewelfde platen (9) kan dragen,zodanig dat deze in de richting van het van opstaanderanden voorziene draagprofiel (8), naar het midden toeaflopen, waarbij het draagprofiel (8) op de opstaanderanden (11) onder een hoek (a) geplaatste dragendekragen (12) omvat, waarbij de gewelfde platen (9) bijhet van opstaande randen voorziene draagprofiel (8) opeen onderlinge afstand van elkaar plaatsbaar zijn,zodanig, dat de onderranden (10) van de gewelfde platen(9) zich aan weerszijden telkens tot voorbij een eersteopstaande rand (11) van het draagprofiel (8)uitstrekken, zodat regenwater op de onder een hellendehoek geplaatste gewelfde platen (9) kan worden opvangenen in het van opstaande randen voorzien draagprofiel(8) kan worden geleid, dat dit water op zijn beurt kanopvangen en naar een afvoerbuis kan geleiden, waarbijde staanders (2), de liggers (3,4, 16), dedraagprofielen (8) en de gewelfde platen (9) uit koudgewalste metaalstrips zijn vervaardigd, waarbij eenderde set dragende liggers (21,22) op een afstand (B)van het maaiveld (23) tussen de staanders (2)aanbrengbaar is, waarbij tussen de derde set dragendeliggers (21) in hoofdzaak dwars op deze dragendeliggers (21) de reeks gordingen (25) aanbrengbaar is,waarbij vloerdelen (26) op de gordingen aanbrengbaarzijn, waarbij er ventilatieopeningen in de vloerdelen(26) zijn aangebracht, zodanig dat er in deuiteindelijk gebouwde woning een boven het maaiveldverhoogde vloer aanwezig waarbij er door deventilatieopeningen een luchtcirculatie in de woningplaats kan vinden.
2. Het modulaire woningskeletbouwsysteem (1)volgens conclusie 1, waarbij tussen de staanders (2) inhoofdzaak parallel met de lange zijde (6) van het grondvlak(5) ter hoogte van de dragende liggers (3), liggers (16)plaatsbaar zijn.
3. Het modulaire woningskeletbouwsysteem (1)volgens conclusie 2, waarbij op en/of aan de onderflens(3A,16A) van de liggers (3 en 16) een plafond (17)bevestigbaar is.
4. Het modulaire woningskeletbouwsysteem (1)volgens conclusie 3, waarbij het plafond (17) beplatingen,gestukte panelen, vezelplaten, betonvezelplaten, multiplex,gipsplaten, een gespannen doek of een gespannen vlies en/ofenige ander geschikt plafondmateriaal omvat.
5. Het modulaire woningskeletbouwsysteem (1)volgens conclusie 4, waarbij het plafond van gaten ofkleppen is voorzien, die bijvoorbeeld nabij de gevelsaangebrengbaar zijn.
6. Het modulaire woningskeletbouwsysteem (1)volgens één van de conclusies 2 tot en met 4, waarbij deafstand (A) zodanig gekozen is, dat de hellingshoek (a) vande gewelfde platen kleiner is dan 45 graden en bij voorkeurkleiner is dan 35 graden. woningskeletbouwsysteem woningskeletbouwsysteemwoningskeletbouwsysteem woningskeletbouwsysteem!. Hetmodulaire woningskeletbouwsysteem (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem (1) tot een huisis gebouwd, waarbij de tussen de derde set dragende liggers(21,22) en de eerste set dragende liggers (3) en/of tussende derde set dragende liggers en de tweede set dragendeliggers (4) wanden, systeemwanden, ramen, deuren en/ofbeplatingen zijn aangebracht.
8. Het modulaire woningskeletbouwsysteem (1)volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij destaanders (2) met een voetplaat (27) op een verankering (24)bevestigbaar zijn.
9. Het Modulaire woningskeletbouwsysteem (1)volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij inhoofdzaak rechthoekige horren (28) tussen de liggers (4,16)en de staanders (2) en in hoofdzaak driehoekige horren (29)tussen de liggers (3) de staanders (2) en de gewelfdedakplaten (9) aanbrengbaar zijn.
10. Werkwijze voor het vervaardigen van een woningomvattende de volgende in elke geschikte volgorde uit tevoeren stappen: a) Het verschaffen van een modulairwoningskeletbouwsysteem (1) volgens één van de conclusies 1tot en met 9; b) Het plaatsen van een serie funderingselementen (24) ; c) Het met de voetplaat (27) plaatsen van destaanders (2) op de funderingselementen (24) en vastbouten,bijvoorbeeld door midden van in de funderingselementenaangebrachte draadeinden; d) Het tussen de staanders (2) aanbrengen van deliggers (3,4,16, 21, 22); e) Het op de liggers (3) aanbrengen van het vanopstaande randen voorziene draagprofiel (8); f) Het tussen de liggers (21) aanbrengen vangordingen (25); g) Het op de gordingen (25) aanbrengen vanvloerdelen (26), zodanig dat een ten opzichte van hetmaaiveld verhoogde vloer wordt bewerkstelligd; h) Het tussen de liggers (3 en 21) en tussen deliggers (16 en 22) aanbrengen van wanden, deuren, en/oframen; i) Het aanbrengen van horren (28) tussen debovenzijde van liggers (4) en de bovenzijde van liggers(16) ; j) Het aanbrengen van horren (29) in dedriehoeken, gevormd door de bovenzijde van de liggers (3),de bovenkant van de staanders (2) en de opstaande randen(11) van het profiel (8); k) Het onder een hoek (a) aanbrengen van een reekszelfdragende gewelfde metaalplaten (9) zich uitstrekkend aaneen eerste zijde tot voorbij de draagvlakken (15) van deliggers (4) en aan een tweede zijde zich uitstrekkend totvoorbij dragende kragen (12) van de van opstaande randenvoorziene draagprofielen (8); l) Het aanbrengen van het plafond (17) tussen deonderflenzen (3A en 16A); m) Het eventueel plaatsen van tussenwanden meteventueel deuren en/of vensters.
NL2012897A 2013-06-01 2014-05-28 Modulair skeletbouwsysteem voor woningen. NL2012897C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012897A NL2012897C2 (nl) 2013-06-01 2014-05-28 Modulair skeletbouwsysteem voor woningen.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010903 2013-06-01
NL2010903A NL2010903C2 (nl) 2013-06-01 2013-06-01 Modulair skeletbouwsysteem voor woningen.
NL2012897 2014-05-28
NL2012897A NL2012897C2 (nl) 2013-06-01 2014-05-28 Modulair skeletbouwsysteem voor woningen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012897A NL2012897A (nl) 2014-12-02
NL2012897C2 true NL2012897C2 (nl) 2015-02-09

Family

ID=49170805

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010903A NL2010903C2 (nl) 2013-06-01 2013-06-01 Modulair skeletbouwsysteem voor woningen.
NL2012897A NL2012897C2 (nl) 2013-06-01 2014-05-28 Modulair skeletbouwsysteem voor woningen.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010903A NL2010903C2 (nl) 2013-06-01 2013-06-01 Modulair skeletbouwsysteem voor woningen.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL2010903C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2025288B1 (en) * 2020-04-07 2021-10-25 Belua Beheer B V Construction element for a warehouse

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2763613A1 (fr) * 1997-05-20 1998-11-27 Loteso Lts Corp Bv Nouveau systeme de construction modulaire et les batiments ainsi realises
JP2002291348A (ja) * 2001-03-30 2002-10-08 Watanabe Pipe 多連棟型耐候性温室
CN201334786Y (zh) * 2008-12-12 2009-10-28 李毅 太阳能光伏温室
JP2014503726A (ja) * 2011-01-26 2014-02-13 ブルー ホームズ,インコーポレイテッド 二面展開式(dual−sideunfoldable)建築物組立ユニット

Also Published As

Publication number Publication date
NL2010903C2 (nl) 2014-12-02
NL2012897A (nl) 2014-12-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10947718B2 (en) Modular building
US20200040574A1 (en) Reinforced concrete building structures and methods for making same
AU2018319415B2 (en) A modular building system
AU2007330481A1 (en) Modular building for deployment in disaster regions
US8701357B2 (en) Modular construction systems and methods
NL2012897C2 (nl) Modulair skeletbouwsysteem voor woningen.
RU131752U1 (ru) Энергоэффективное здание
US20080148656A1 (en) Bulilding Construction Kit
AU2015230780B2 (en) Modular building structures
JP2021169747A (ja) 壁面構造体、及び、建物
KR20200089156A (ko) 독립형 공동주택 시공 방법
RU2745552C1 (ru) Способ сухого строительства энергоэффективного здания
AU2010202450A1 (en) Modular building structures
RU2805693C1 (ru) Каркасно-тентовое сооружение
AU2012201988A1 (en) Modular building structures
AU2015213538A1 (en) Structure with integrated insulation
ARIFIN et al. Re-development and arrangement of waterfront space as the iconic area of Makassar, Indonesia
JPH08253970A (ja) 建物ユニット
RU62623U1 (ru) Малоэтажное здание сборно-разборного типа
PL231575B1 (pl) Moduł domu pasywnego o zespolonej konstrukcji
GR1010181B (el) Προκατασκευασμενος οικισκος
JP2004238800A (ja) 木造軸組系ユニットハウス
KR20170055451A (ko) 아파트 베란다와 거실천장에 설치된것이 물체를 돌출할수 있도록 유도하는 장치
Zijlstra Product Development
JP2005023585A (ja) 玄関床の構造

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190601