NL2011595C2 - Schapsysteem. - Google Patents

Description

Schapsysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schapsysteem voor het dwars op een lengterichting van een schap plaatsen van een schapverdeler.

Een schapsysteem zoals gedefinieerd in de aanhef van conclusie 1 is reeds bekend uit WO 2009/151381 Al.

Het bekende schapsysteem omvat een eerste langgerekt koppelelement, welk eerste koppelelement bevestigd kan worden aan een voorzijde van het schap hoofdzakelijk parallel aan een lengterichting van het schap. Verder omvat het bekende schapsysteem een tweede langgerekt koppelelement, welk tweede koppelelement bevestigd kan worden aan een achterzijde van het schap hoofdzakelijk parallel aan de lengterichting van het schap. Voorts is het bekende schapsysteem voorzien van een schapverdeler, omvattende een eerste koppeldeel en een tweede koppeldeel, waarbij het eerste en tweede koppeldeel zijn ingericht om bij plaatsing van de schapverdeler gekoppeld te worden aan respectievelijk het eerste en tweede koppelelement.

Het bekende schapsysteem maakt gebruik van een tweede koppelelement welke een wrijvingsribbe omvat. Het tweede koppeldeel van de schapverdeler is hierbij voorzien van een haak welke kan aangrijpen in een in het tweede koppelelement gevormde uitsparing. Het eerste koppelelement omvat een Τ'-vormig profiel welke kan samenwerken met het eerste koppeldeel voor het vormen van een klikverbinding.

De schapverdeler kan in het bekende systeem worden geplaatst door de haak van het tweede koppeldeel te laten aangrijpen in de uitsparing. Hierna kan het eerste koppeldeel gekoppeld worden aan het eerste koppelelement.

Bij het bekende schapsysteem wordt de schapverdeler in dwarsrichting gefixeerd door zowel de koppeling van het eerste koppelelement en het eerste koppeldeel als de aangrijping van de haak in de uitsparing. De schapverdeler wordt in de lengterichting gefixeerd door de wrijvingsribbe welke een wrijvingskracht uitoefent op het tweede koppeldeel. Teneinde deze kracht uit te oefenen is de wrijvingsribbe vervaardigd uit een elastisch materiaal dat anders is dan het materiaal waaruit het resterende deel van het tweede koppelelement is vervaardigd.

Een nadeel van het bekende schapsysteem is gerelateerd aan de fabricagekosten van het tweede koppelelement. Immers, dit vereist een tweetal materiaalsoorten welke veelal door middel van een co-extrusie techniek aan elkaar verbonden worden.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een alternatief schapsysteem te verschaffen voor welke de fabricagekosten van het tweede koppelelement geringer zijn.

Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding een schapsysteem te verschaffen waarbij de schapverdeler geplaatst kan worden door enkel een voorwaartse steekbeweging uit te voeren met de schapverdeler, waarbij de schapverdeler in dwarsrichting adequaat wordt gefixeerd.

Bovenstaande doelen zijn volgens de uitvinding gerealiseerd door een schapsysteem volgens conclusie 1. Dit schapsysteem is gekenmerkt doordat het tweede koppelelement een basisplaat voor plaatsing op een oppervlak van het schap omvat alsook een zich vanuit de basisplaat uitstrekkende zoeker. Verder omvat het tweede koppelelement een zich schuin vanuit de basisplaat uitstrekkende klemwand, welke na plaatsing van de schapverdeler naar de voorzijde van het schap gericht is, en een in de basisplaat gevormde verdieping, welke is geplaatst tussen de zoeker en de klemwand.

Volgens de uitvinding is het schapsysteem verder gekenmerkt doordat het tweede koppeldeel een schuin aflopend einde en een neerwaarts gerichte nok omvat, waarbij na plaatsing van de schapverdeler de nok aangrijpt in de verdieping voor het fixeren van de schapverdeler in de dwarsrichting van het schap en waarbij het schuin aflopende einde geklemd wordt tussen de klemwand en de basisplaat voor het fixeren van de schapverdeler in de lengterichting van het schap.

De werking van het schapsysteem volgens de uitvinding kan als volgt worden beschreven. Allereerst worden op een schap de eerste en tweede koppelelementen aangebracht in een lengterichting van het schap. Hierbij wordt het eerste koppelelement aan een voorzijde van het schap aangebracht en het tweede koppelelement aan een achterzijde. Om beide koppelelementen te bevestigen kunnen deze zijn voorzien van koppelmiddelen voor bevestiging op het schapoppervlak, waarbij de koppelmiddelen bijvoorbeeld gekozen zijn uit de groep bestaande uit magneetstrip, dubbelzijdig plakbad, schroeven, doppen, lijm.

Nadat de eerste en tweede koppelelementen zijn bevestigd, kan een schapverdeler geplaatst worden. Hierbij zal de gebruiker de schapverdeler bij de voorzijde aangrijpen, nabij het eerste koppeldeel, en de schapverdeler in dwarsrichting in het schap steken. Bij voorkeur zal de gebruiker het einde van de schapverdeler over het schapoppervlak bewegen zodanig dat het schuin aflopende einde in contact komt met de zoeker. Indien de zoeker contact maakt met het einde van de schapverdeler is dit merkbaar voor de gebruiker. De gebruiker beweegt vervolgens de schapverdeler over de zoeker heen waardoor de nok van het tweede koppeldeel in aangrijping komt met de verdieping in de basisplaat. Tevens wordt in hoofdzaak gelijktijdig het schuin aflopende einde geklemd tussen de klemwand en de basisplaat. Hierna zal de gebruiker de schapverdeler aan de voorzijde neerwaarts bewegen waardoor het eerste koppelelement gekoppeld wordt aan het eerste koppeldeel.

Een voordeel van de onderhavige uitvinding is dat het voor de gebruiker niet tot nauwelijks nodig is een arm in het schap te steken om de schapverdeler te plaatsen. Immers, er is enkel een voorwaartse beweging nodig.

Een verder voordeel van de onderhavige uitvinding is dat bij het plaatsen van de schapverdeler deze relatief horizontaal gehouden kan worden. Dit is voordelig indien de schaphoogte gering is en/of het schap diep is.

Om de schapverdeler uit te nemen, dient de gebruiker eerst de voorzijde van de schapverdeler los te maken. Hierdoor worden het eerste koppelelement en het eerste koppeldeel ontkoppeld. In hoofdzaak gelijktijdig wordt de nok uit de verdieping bewogen waardoor de schapverdeler niet langer in dwarsrichting gefixeerd is. Vervolgens wordt de schapverdeler achterwaarts bewogen waardoor het schuin aflopende einde van de schapverdeler uit de klemming tussen klemwand en basisplaat wordt genomen en waardoor de schapverdeler uit het schap genomen kan worden.

De combinatie van nok, verdieping, klemwand en schuin aflopend einde verschaft een oplossing waarbij het tweede koppelelement uit één en hetzelfde materiaal vervaardigd kan worden zonder dat concessies worden gemaakt betreffende het fixeren van de schapverdeler in dwarsrichting en lengterichting.

Bij voorkeur is een hoek welke de klemwand maakt met de basisplaat kleiner dan de hoek onder welke het einde van het tweede koppeldeel schuin afloopt. Hierdoor zal bij plaatsing van de schapverdeler de klemwand en/of het schuin aflopende einde licht moeten buigen waardoor een goede klemming wordt verkregen. Het is verder de voorkeur dat het schuin aflopende einde en de klemwand en basisplaat in hoofdzaak vormpassend zijn vormgegeven.

De zoeker kan zijn vormgegeven als een vanuit het eerste koppeldeel gezien schuin oplopende wand en/of waarbij de zoeker vanuit het einde van het tweede koppeldeel gezien een aanslag vormt voor de nok. De laatste maatregel is een specifiek voorbeeld van het algemene principe dat de nok niet eenvoudig achterwaarts bewogen kan worden maar dat de schapverdeler eerst omhoog moet worden gebracht om de nok uit de aangrijping met de verdieping te krijgen.

Verder kunnen de nok en de verdieping een weerhaak constructie vormen. Hierbij is het niet uitgesloten dat de nok enige veerkracht omvat om in aangrijping te schieten en/of uit aangrijping te geraken met de verdieping in de basisplaat.

Het einde van het tweede koppeldeel omvat bij voorkeur een eerste rand, welke na plaatsing van de schapverdeler ten minste ten dele rust op het schapoppervlak, en een tweede rand welke schuin afloopt, waarbij de eerste rand nabij het einde van het tweede koppeldeel schuin omhoog loopt richting tweede rand. Een dergelijke vormgeving vergemakkelijkt het bewegen van de schapverdeler over het schapoppervlak en zorgt voor een geleidelijkere overgang bij contact tussen einde en zoeker.

Het tweede koppelelement kan aan een bovenzijde van de klemwand zijn voorzien van een verstevigingribbe. Deze ribbe loopt in de lengterichting aan de bovenzijde van de klemwand. Door de ribbe wordt de stijfheid verhoogd en wordt de klemkracht van de klemwand verbeterd.

Het is voordelig om het tweede koppeldeel verdikt uit te voeren. Een verdikking in de lengterichting van het schap zorgt voor een effectief groter contactoppervlak tussen het tweede koppeldeel en de klemwand.

In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de schapverdeler een hoofdsectie met het eerste koppeldeel, en een veelvoud aan in hoofdzaak identieke secties, welke onderling zijn gescheiden door een breuklijn, waarbij elke sectie een afzonderlijk tweede koppeldeel omvat. Een dergelijke constructie stelt een gebruiker in staat de schapverdeler aan te passen aan de diepte van het schap. Doorgaans is er sprake van standaardafmetingen van schappen. Door de positie van de breuklijnen geschikt te kiezen kan één schapverdeler geschikt gemaakt worden voor verschillende schapdieptes. Indien een schap een kleinere schapdiepte heeft, breekt de gebruiker één of meerdere secties af waardoor de lengte van schapverdeler kan worden aangepast.

De schapverdeler kan zijn vervaardigd uit spuitgegoten Polyvinyl Chloride (PVC), en het eerste en/of tweede koppelelement kan zijn vervaardigd uit geëxtrudeerd Polyethyleentereftalaat (PET).

Teneinde het eerste en tweede koppelelement effectief te kunnen extruderen geniet het de voorkeur indien het eerste koppelelement en het tweede koppelelement in de lengterichting van het schap een constante dwarsdoorsnede hebben.

In het hiernavolgende zal de uitvinding in meer detail worden besproken onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarbij:

Figuur 1 een schematisch overzicht toont van een schapsysteem volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een dwarsdoorsnede toont van het eerste koppelelement en het eerste koppeldeel, welke reeds bekend zijn uit de stand van de techniek;

Figuur 3 een dwarsdoorsnede toont van het tweede koppelelement en het tweede koppeldeel volgens de onderhavige uitvinding; en

Figuur 4 een schematisch aanzicht toont van een schapverdeler volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 1 toont een schematisch overzicht van een schapsysteem volgens de onderhavige uitvinding. Het systeem omvat een eerste koppelelement 1, een tweede koppelelement 2 en een schapverdeler 3, welke een eerste koppeldeel 4 en tweede koppeldeel 5 omvat.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van eerste koppelelement 1 en eerste koppeldeel 4, welke reeds bekend zijn uit de stand van de techniek. Hierbij omvat eerste koppelelement 1 een uitstekende voet 6 rondom welke een verdikte profiel 7 van eerste koppeldeel 4 kan aangrijpen voor het vormen van een klikverbinding.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van tweede koppelelement 2 en tweede koppeldeel 5 volgens de onderhavige uitvinding.

Tweede koppeldeel 5 heeft een schuin aflopend einde 8 welke na plaatsing van schapverdeler 3 wordt geklemd tussen een klemwand 9 en basisplaat 10 van tweede koppelelement 2. Verder omvat tweede koppeldeel 5 een nok 11 welke na plaatsing van schapverdeler 3 aangrijpt in een verdieping 12 in basisplaat 10.

Tweede koppelelement 2 omvat verder een zoeker 13 welke zich naar boven toe uitstrekt. Zoeker 13 vormt een aanslag voor nok 11 indien schapverdeler 3 achterwaarts bewogen wordt.

Schuin aflopend einde 8 heeft aan de onderzijde een rand 14 welke licht oploopt. Hierdoor wordt het gemakkelijker schapverdeler 3 te plaatsen omdat het bewegen van schapverdeler 3 over zoeker 13 soepeler zal verlopen.

Tweede koppeldeel 3 omvat een verdikt gedeelte 15 welke einde 8 en nok 11 vormt. Verder omvat tweede koppelelement 2 een nok 16 welke zorgt voor een horizontale plaatsing.

Nok 11 is schuin naar achteren geplaatst en verdieping 12 is overeenkomstig vormgegeven. Hierdoor wordt als het ware een weerhaakconstructie verkregen.

Figuur 4 toont een schematisch aanzicht van een schapverdeler 3 volgens de onderhavige uitvinding.

Schapverdeler 3 omvat een hoofdsectie 17 met eerste koppeldeel 4, en een veelvoud aan in hoofdzaak identieke secties 18, welke onderling zijn gescheiden door een breuklijn 19, waarbij elke sectie een afzonderlijk tweede koppeldeel 5 omvat.

Door middel van het afbreken van een geschikte lengte kan schapverdeler 3 aangepast worden aan de diepte van het schap.

Het moge de vakman duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hier getoonde voorbeelden maar dat verscheidene wijzigingen mogelijk zijn zonder hierbij af te wijken van de beschermingsomvang welke wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies.

Claims (11)

1. Schapsysteem voor het dwars op een lengterichting van een schap plaatsen van een schapverdeler, omvattende: een eerste langgerekt koppelelement, welk eerste koppelelement bevestigd kan worden aan een voorzijde van het schap hoofdzakelijk parallel aan een lengterichting van het schap, een tweede langgerekt koppelelement, welk tweede koppelelement bevestigd kan worden aan een achterzijde van het schap hoofdzakelijk parallel aan de lengterichting van het schap, een schapverdeler, omvattende een eerste koppeldeel en een tweede koppeldeel, waarbij het eerste en tweede koppeldeel zijn ingericht om bij plaatsing van de schapverdeler gekoppeld te worden aan respectievelijk het eerste en tweede koppelelement; met het kenmerk, dat het tweede koppelelement omvat: een basisplaat voor plaatsing op een oppervlak van het schap; een zich vanuit de basisplaat uitstrekkende zoeker; een zich schuin vanuit de basisplaat uitstrekkende klemwand welke na plaatsing van de schapverdeler naar de voorzijde van het schap gericht is; een in de basisplaat gevormde verdieping welke is geplaatst tussen de zoeker en de klemwand; en dat het tweede koppeldeel een schuin aflopend einde en een neerwaarts gerichte nok omvat, waarbij na plaatsing van de schapverdeler de nok aangrijpt in de verdieping voor het fixeren van de schapverdeler in de dwarsrichting van het schap en waarbij het schuin aflopende einde geklemd wordt tussen de klemwand en de basisplaat voor het fixeren van de schapverdeler in de lengterichting van het schap.

2. Schapsysteem volgens conclusie 1, waarbij een hoek welke de klemwand maakt met de basisplaat kleiner is dan de hoek onder welke het einde van het tweede koppeldeel schuin afloopt.

3. Schapsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zoeker een vanuit het eerste koppeldeel gezien schuin oplopende wand is en waarbij de zoeker vanuit het einde van het tweede koppeldeel gezien een aanslag vormt voor de nok.

4. Schapsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de nok en de verdieping een weerhaak constructie vormen.

5. Schapsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het einde van het tweede koppeldeel een eerste rand omvat, welke na plaatsing van de schapverdeler ten minste ten dele rust op het schapoppervlak, en een tweede rand welke schuin afloopt, waarbij de eerste rand nabij het einde van het tweede koppeldeel schuin omhoog loopt richting tweede rand.

6. Schapsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede koppelelement aan een bovenzijde van de klemwand voorzien is van een verstevigingribbe.

7. Schapsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede koppeldeel verdikt is uitgevoerd.

8. Schapsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de schapverdeler een hoofdsectie omvat met het eerste koppeldeel, en een veelvoud aan in hoofdzaak identieke secties, welke onderling zijn gescheiden door een breuklijn, waarbij elke sectie een afzonderlijk tweede koppeldeel omvat.

9. Schapsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de schapverdeler is vervaardigd uit spuitgegoten PVC, en waarbij het eerste en/of tweede koppelelement is vervaardigd uit geextrudeerd PET.

10. Schapsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede koppelelement elk verder zijn voorzien van koppelmiddelen voor bevestiging op het schapoppervlak, waarbij de koppelmiddelen gekozen zijn uit de groep bestaande uit magneetstrip, dubbelzijdig plakbad, schroeven, doppen, lijm.

11. Schapsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste koppelelement en het tweede koppelelement in de lengterichting van het schap een constante dwarsdoorsnede hebben.