NL2010621C2

NL2010621C2 - Bewerkingsinrichting voor pijp.

Info

Publication number: NL2010621C2
Application number: NL2010621A
Authority: NL
Inventors: David Jong; Marius Adrianus Schellenbach
Original assignee: Boskalis Offshore Subsea Services Europ B V
Priority date: 2013-04-11
Filing date: 2013-04-11
Publication date: 2014-10-14

Description

Bewerkingsinrichting voor pijp

De uitvinding betreft een inrichting voor het uitvoeren van een bewerking op een pijp, zoals het reinigen daarvan, omvattende een hoofdgestel met een inwendige ruimte die een langsrichting en een dwars daarop gerichte omtreksrichting bepaalt, in welke inwendige ruimte de pijp opneembaar is, bij voorkeur zodanig dat de hartlijn van de pijp evenwijdig is aan de langsrichting van de inwendige ruimte, een hulpgestel dat in de omtreksrichting van de inwendige ruimte verplaatsbaar is ten opzichte van het hoofdgestel, tenminste een op het hulpgestel opgenomen bewerkingsorgaan, steunmiddelen voor het ondersteunen van het hoofdgestel ten opzichte van de pijp alsmede aandrijfmiddelen voor het verplaatsen van het hoofdgestel volgens de hartlijn van de pijp.

Een dergelijke inrichting is bekend uit US-A-5743969. Deze bekende inrichting bezit een ringvormige behuizing die de te bewerken pijp volledig omsluit. In de behuizing is een eveneens ringvormig hulpgestel opgenomen dat meerdere spuitmonden draagt. Zowel de behuizing als het hulpgestel zijn geleed uitgevoerd. Dit is noodzakelijk in verband met het zijdelings aanbrengen de inrichting op de pijp. De behuizing bestaat daartoe uit een centraal behuizinggedeelte aan beide uiteinden waarvan zich een verdraaibaar vleugelgedeelte bevindt. Ook het hulpgestel bestaat uit een dergelijk centraal gedeelte met twee wegklapbare vleugelgedeelten.

In de geopende stand, waarin de vleugelgedeelten zijn uitgeklapt, kan de pijp in de centrale ruimte van de behuizing worden opgenomen. Ook kan in die toestand een obstakel, zoals een ondersteuning voor de pijp, worden gepasseerd. Vervolgens worden de vleugelgedeelten gesloten, waarna de pijp volledig is omsloten door de behuizing. Het hulpgestel kan over een beperkte hoek worden verdraaid binnen de behuizing; daartoe zijn meerdere regelmatig over de omtrek verdeelde spuitmonden voorzien die de tezamen de gehele omtrek van de pijp kunnen bestrijken.

Deze bekende inrichting heeft verscheidene nadelen. Allereerst is de constructie daarvan gecompliceerd en storingsgevoelig vanwege de vele bewegende delen daarvan, zoals de wegklapbare vleugelgedeelten met bijbehorende aandrijving. Daarnaast heeft de bekende inrichting het nadeel dat het gebruik daarvan in de praktijk omslachtig is. In verband met het aanbrengen van de inrichting op de pijp, bij het verwijderen daarvan en telkens wanneer een obstakel wordt gepasseerd, moeten de vleugels worden weggeklapt en vervolgens worden ingeklapt. Een dergelijke gang van zaken kost relatief veel tijd, nog afgezien van de eventuele storingen die in de bewgende delen kunnen optreden bij intensief gebruik.

Het doel van de uitvinding is daarom een inrichting van het hiervoor beschreven type te verschaffen dat relatief eenvoudig is en daardoor een hoge betrouwbaarheid bezit, en waarmee een efficiëntere behandeling van een pijp mogelijk wordt gemaakt. Dat doel wordt bereikt doordat zowel het hoofdgestel als het hulpgestel enkeldelig is en in omtreksrichting tegenover elkaar liggende vrije einden heeft zodanig dat de pijp door dwarsverplaatsing opneembaar is in genoemde inwendige ruimte, en dat de afstand over welke het hulpgestel verplaatsbaar is ten opzichte van het hoofdgestel voldoende is voor het geheel overbruggen van de onderlinge afstand der vrije einden van het hoofdgestel.

Bij de inrichting volgens de uitvinding is gebruik gemaakt van zowel een enkeldelig hoofdgestel als een enkeldelig hulpgestel. Daardoor is het aantal bewegende delen en aandrijvingen sterk gereduceerd. Niettemin kan de volledige omtrek van de pijp bestreken worden vanwege het feit dat het hulpgestel beweegbaar is over het gehele open gebied tussen beide uiteinden van het hoofdgestel. Dat kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Volgens een eerste mogelijkheid kan het hulpgestel zijn uitgevoerd voor het met een eind geheel overbruggen van de onderlinge afstand tussen der vrije einden van het hoofdgestel. Het hulpgestel wordt in dat geval slechts uitgestoken aan één eind van het hoofdgestel. Volgens een alternatief echter het hulpgestel zijn uitgevoerd voor het met beide einden overbruggen van de onderlinge afstand tussen der vrije einden van het hoofdgestel. Dat kan bijvoorbeeld worden bereikt door beide einden van het hulpgestel over een zelfde afstand ter grootte van ongeveer de helft van de baan tussen beide vrije uiteinden van het hoofdgestel te laten afleggen. Andere verhoudingen van die afstanden zijn echter ook mogelijk. Ook is het mogelijk om het hulpgestel met meerdere telescopeerbare delen uit te voeren.

In het geval van het behandelen van een pijp met cirkelvormige dwarsdoorsnede kan het hoofdgestel zijn uitgevoerd in de vorm van een in wezen halve cirkelboog. In dat geval kan ook het hulpgestel zijn uitgevoerd in de vorm van een in wezen halve cirkelboog. Volgens een eenvoudige uitvoering kan het hulpgestel dan zijn opgenomen tussen rollen op het hoofdgestel. De aandrijving van het hulpgestel kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld door middel van een actuator in de vorm van een hydraulische zuiger/cilinderinrichting; de voorkeur gaat uit naar een uitvoering waarbij het hoofdgestel en het hulpgestel met elkaar samenwerken door middel van een rondsel en een gekromde tandheugel of tandsector.

Bij voorkeur zijn meerdere bewerkingsorganen voorzien die zijn verdeeld langs het hulpgestel. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm bevindt zich aan beide einden van het hulpgestel een bewerkingsorgaan. Indien het hulpgestel een slag van 180° kan maken ten opzichte van het hoofdgestel, kan de gehele omtrek van de pijp worden bewerkt indien slechts deze twee zich aan de uiteinden van het hulpgestel bevindende bewerkingsorganen zijn voorzien.

De steunmiddelen kunnen eveneens op verschillende wijzen zijn uitgevoerd. Denkbaar is de ondersteuning met rollen zoals bekend uit de hiervoor genoemde stand van de techniek. Teneinde echter een zo groot mogelijk vrijheid van beweging van de inrichting langs de te bewerken pijp te verzekeren, zijn bij voorkeur magnetische elementen voorzien voor het onder invloed van magnetische aantrekking aangedrukt houden van het hoofdgestel tegen de pijp. Door middel van deze op zich bekende magentische elementen kan de inrichting goed op de gewenste plaats op de pijp worden gehouden, ook indien de inrichting zich over ten hoogste 180° of minder over de omtrek van de pijp uitstrekt. Verder kunnen de steunmiddelen wiel en omvatten. Bij voorkeur kan tenminste een der wielen bestuurbaar zijn voor het beïnvloeden van de verplaatsing van het hoofdgestel ten opzichte van de pijp in omtreksrichting daarvan.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het bedrijven van de inrichting zoals hiervoor beschreven bij een pijp waaraan een lichaam, zoals een vakwerksteun, is bevestigd, omvattende de stappen van: - het positioneren van de inrichting op een vrij gedeelte van de pijp waarvan de omtrek ongestoord is, - het uitvoeren van een volledige uitslag van het hulpgestel ten opzichte van het hoofdgestel, - het verplaatsen van de inrichting in de langsrichting van de pijp tot het gebied daarvan waaraan het lichaam is bevestigd, - het zodanig positioneren van het hoofdgestel dat dit zich bevindt tegenover dat gebied waaraan het lichaam aan de pijp is bevestigd, - het, tijdens verplaatsen van de inrichting langs dat gebied waaraan het lichaam is bevestigd, beperken van de uitslag van het hulpgestel ten opzichte van het hoofdgestel zodanig dat dit ten hoogste tot aan het lichaam reikt.

Aldus kan de inrichting volgens de uitvinding in een voortgaand proces worden gebruikt voor het bewerken, zoals het reinigen, van pijpen die obstakels bijvoorbeeld in de vorm van dwarsverstijvingen bevatten. Dergelijke constructies komen onder ander voor in de poten van buitengaats opgestelde platforms.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont, schuin van bovenaf, een aanzicht in perspectief van de bewerkingsinrichting zoals aangebracht op een pijpvormige poot.

Figuur 2 toont, schuin van onderaf, een aanzicht in perspectief.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht.

Figuur 4 toont een zijaanzicht.

De in de figuren 1-4 weergegeven bewerkingsinrichting 1 heeft een in zijn geheel met 2 aangeduid hoofdgestel dat de vorm heeft van een boog ter grootte van een halve cirkel die is aangepast aan de omtrek van de poot 18. Het is als alternatief mogelijk om het hoofdgestel 2 met een kleinere of grotere boog dan een halve cirkel uit te voeren, met die verstande dat het hoofdgestel 2 zijdelings op de poot 18 moet kunnen worden geïnstalleerd. Het hoofdgestel is in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld gemonteerd op een in zijn geheel met 21 aangeduide drager.

Op het hoofdgestel 2 is een hulpgestel 3 opgenomen dat in grote lijnen dezelfde vorm heeft als het hoofdgestel 2. Het hulpgestel 3 is opgenomen tussen een reeks rollen 4 aan de buitenomtrek, en een reeks rollen 5 aan de binnenomtrek. Deze rollen geleiden het hulpgestel 3 wanneer dit wordt verplaats over het hoofdgestel 2 volgens een cirkelbaan. In de figuren 1 en 2 is het hulpgestel 3 weergegeven in de positie waarin dit het hoofdgestel geheel dekt en waarin de vrije einden 17 van het hulpgestel 3 samenvallen met de vrije einden 16 van het hoofdgestel 2. In figuur 3 is een positie van het hulpgestel 3 weergegeven waarin dit is verdraaid en uitgestoken ten opzichte van het hoofdgestel 2 en een der vrije einden 17 van het hulpgestel 3 is uitgestoken ten opzichte van het hoofdgestel 2.

Deze draaibeweging van het hulpgestel 3 ten opzichte van het hoofdgestel 2 wordt mogelijk gemaakt door de aandrijving met tandbaan 6 op het hulpgestel 3, en het rondsel 7 met motor 8 op het hoofdgestel. Door het rondsel te verdraaien kan het hulpgestel 3 over 90° worden uitgestoken ten opzichte van het hoofdgestel 2, en wel rechtsom alsmede linksom in het bovenaanzicht van figuur 3. Daarmee kan het hulpgestel 3 de gehele omtrek van de poot 18 bereiken.

Aan beide uiteinden draagt het hulpgestel 3 een bewerkingsorgaan, zoals en spuimond 9. Door het hulpgestel op geschikte wijze te verdraaien zoals hiervoor toegelicht, kan met behulp van de spuitmonden 9 de gehele omtrek van de poot 18 worden bereikt en gereinigd. Via een pomp en voedingsleidingen (niet getoond) kan de gewenste reinigingsvloeistof aan de spuitmonden worden toegevoerd bijvoorbeeld in verband met het onder hoge druk van 100-3000 bar reinigen van de poot 18.

De bewerkingsinrichting wordt op de poot 18 vastgehouden door middel van op zich bekende en aan de drager 21 voorziene steunmiddelen 10 in de vorm van wielen 19 die geleid zijn opgenomen op een huis 12 waarin zich een krachtige magneet bevindt (niet zichtbaar). De magneten zijn bij voorkeur permanente magneten. Door de wielen 19 aan te drijven, kan de bewerkingsinrichting worden verplaats langs de poot 18, zodanig dat deze over de gehele hoogte daarvan kan worden gereinigd. De wielen worden aangedreven door de band 11, die samenwerkt met motor 20

Verder is een bestuurbaar wiel 13 op de drager 21 aanwezig, waarmee de positie van de bewerkingsinrichting in de omtreksrichting van de poot 18 kan worden beïnvloed tijdens de verplaatsing langs de poot 18.

Dankzij de halve cirkelvorm van de bewerkingsinrichting is het mogelijk om de poot 18 geheel te reinigen, ook indien daaraan een dwarsverband zoals schematisch met verwijzingsteken 14 in figuur 3 is bevestigd. Het hulpgestel 3 wordt ter hoogte van een dergelijk dwarsverband slechts gedeeltelijk uitgestoken ten opzichte van het hoofdgestel 2, namelijk over een hooguit een zodanige boog dat de spuitmond 9 juist het dwarsverband 14 bereikt. Indien meerdere dwarsverbanden verspreid rondom de poot 18 zijn voorzien, kan de bewerkingsinrichting met behulp van het bestuurbare wiel 13 door omheen worden geleid door de bewerkingsinrichting in zijn geheel te verdraaien rond de poot 18.

Lijst van verwijzingstekens 1. Bewerkingsinrichting 2. Hoofdgestel 3. Hulpgestel 4. Rol aan buitenomtrek 5. Rol aan binnenomtrek 6. Tandbaan 7. Rondsel 8. Motor 9. Spuitmond 10. Steunmiddel 11. Band 12. Huis 13. Be stuurb aar wi el 14. Dwarsverband 15. Inwendige ruimte 16. Vrij eind hoofdgestel 17. Vrij eind hulpgestel 18. Pijp 19. Wiel 20. Motor 21. Drager

Claims

1. Inrichting (1) voor het uitvoeren van een bewerking op een pijp (18), zoals het reinigen daarvan, omvattende een hoofdgestel (2) met een inwendige ruimte (15) die een langsrichting en een dwars daarop gerichte omtreksrichting bepaalt, in welke inwendige ruimte de pijp (18) opneembaar is, een hulpgestel (3) dat in de omtreksrichting van de inwendige ruimte verplaatsbaar is ten opzichte van het hoofdgestel (2), tenminste een op het hulpgestel opgenomen bewerkingsorgaan (9), steunmiddelen (19, 13) voor het ondersteunen van het hoofdgestel (2) ten opzichte van de pijp (18) alsmede aandrijfmiddelen (20) voor het verplaatsen van het hoofdgestel volgens de hartlijn van de pijp (18), met het kenmerk dat zowel het hoofdgestel (2) als het hulpgestel (3) enkeldelig is en in omtreksrichting tegenover elkaar liggende vrije einden (16, 17) heeft zodanig dat de pijp (18) door dwarsverplaatsing opneembaar is in genoemde inwendige ruimte (15), en dat de afstand over welke het hulpgestel (3) verplaatsbaar is ten opzichte van het hoofdgestel (2) voldoende is voor het geheel overbruggen van de onderlinge afstand der vrije einden (16) van het hoofdgestel (2).

2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij het hulpgestel (3) is uitgevoerd voor het met een eind overbruggen van de onderlinge afstand tussen der vrije einden (16) van het hoofdgestel (2).

3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het hulpgestel (2) is uitgevoerd voor het met beide einden (17) daarvan overbruggen van de onderlinge afstand tussen der vrije einden (16) van het hoofdgestel(2).

4. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hoofdgestel (2) is uitgevoerd in de vorm van een in wezen halve cirkelboog.

5. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hulpgestel (3) is uitgevoerd in de vorm van een in wezen halve cirkelboog.

6. Inrichting (1) volgens conclusies 4 en 5, waarbij het hulpgestel (3) is opgenomen tussen rollen (4, 5) op het hoofdgestel (2).

7. Inrichting (1) volgens conclusies 4 en 5 of conclusie 6, waarbij het hoofdgestel (2) en het hulpgestel (3) met elkaar samenwerken door middel van een rondsel (7) en een gekromde tandheugel (8).

8. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij meerdere bewerkingsorganen (9) zijn voorzien die zijn verdeeld langs het hulpgestel (3).

9. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan beide einden (17) van het hulpgestel (3) zich een bewerkingsorgaan (9) bevindt.

10. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij magnetische elementen zijn voorzien voor het onder invloed van magnetische aantrekking aangedrukt houden van het hoofdgestel (2) tegen de pijp (18).

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunmiddelen wielen (12, 13) omvatten.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij tenminste een der wielen (13) bestuurbaar is voor het beïnvloeden van de verplaatsing van het hoofdgestel (2) ten opzichte van de pijp (18) in omtreksrichting daarvan.

13. Werkwijze voor het bedrijven van de bewerkingsinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies bij een pijp (18) waaraan een lichaam (14), zoals een vakwerksteun, is bevestigd, omvattende de stappen van: - het positioneren van de inrichting op een vrij gedeelte van de pijp (18) waarvan de omtrek ongestoord is, - het uitvoeren van een volledige uitslag van het hulpgestel (3) ten opzichte van het hoofdgestel (2), - het verplaatsen van de bewerkingsinrichting (1) in de langsrichting van de pijp (18) tot het gebied daarvan waaraan het lichaam is bevestigd, - het zodanig positioneren van het hoofdgestel (2) dat dit zich bevindt tegenover dat gebied waaraan het lichaam (14) aan de pijp (18) is bevestigd, - het, tijdens verplaatsen van de inrichting langs dat gebied waaraan het lichaam (14) is bevestigd, beperken van de uitslag van het hulpgestel (3) ten opzichte van het hoofdgestel ()2) zodanig dat dit ten hoogste tot aan het lichaam (14) reikt.

14. Werkwijze voor het bedrijven van de bewerkingsinrichting (1) volgens een der conclusies 1-12, omvattende de stappen van: - het positioneren van de bewerkingsinrichting (1) op de buitenomtrek van de Pijp (18), - het heen en weer verplaatsen van het hulpgestel (3) ten opzichte van het hoofdgestel (2) terwijl elk bewerkingsorgaan(9) actief is, zodanig dat de gehele buitenomtrek van de pijp (18) wordt blootgesteld aan de werking van een bewerkingsorgaan (9).