NL2009898C2 - Afdekking voor een regenpijp. - Google Patents

Description

P073/NLpd

Afdekking voor een regenpijp

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afdekking voor een regenpijp volgens de aanhef van conclusie 1.

In de techniek zijn afdekkingen voor regenpijpen, ook wel aangeduid als hemelwaterafvoerpijpen, bekend. Bijvoorbeeld wordt 5 in de Japanse octrooiaanvraag JP 2236095 een afdekking beschreven die een klem omvat welke om de regenpijp wordt geplaatst. De afdekking zal hierdoor aan de regenpijp gekoppeld worden.

Een dergelijke afdekking verschaft weliswaar een afdekking voor de regenpijp, maar een afdoende bescherming wordt hiermee 10 niet verkregen. In het bijzonder heeft deze bekende afdekking het nadeel dat de afdekking zelf gevoelig is voor beschadiging, waardoor ook de regenpijp eenvoudig beschadigd kan raken.

In de techniek is er behoefte aan een verbeterde afdekking van de in de aanhef genoemde soort.

15 De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde afdekking van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.

In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een afdekking van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die zowel een stevige bevestiging aan een regenpijp mogelijk maakt, maar die te-20 vens is ingericht voor adequate bescherming van de afdekkingscon-structie.

Tevens heeft de uitvinding tot doel een verbeterde afdekking van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee ook de regenpijp beter beschermd is dan met de huidige methoden mogelijk 25 is.

Ten slotte heeft de uitvinding tot doel een verbeterde afdekking te verschaffen waarmee een visueel aantrekkelijk uiterlijk kan worden verkregen. In het bijzonder heeft de uitvinding hierbij tot doel een afdekking te verschaffen waarmee een visuele overeen-30 stemming tussen afdekking en de gevel waartegen de regenpijp is gemonteerd, wordt verkregen.

Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde voordelen, verschaft de uitvinding volgens een eerste uitvoerings- 2 vorm een afdekking die de maatregelen van conclusie 1 bevat. Deze afdekking heeft het voordeel dat zowel de regenpijp als de afdek-kingsconstructie op adequate wijze worden beschermd tegen beschadiging van buitenaf. Bovendien kan hiermee een visuele afstemming 5 van de afdekking met de gevel waar de regenpijp tegenaan is gemonteerd, worden verkregen. De afdekking kan tenslotte worden bekleed met elementen die een met de gevel overeenkomstig uiterlijk hebben .

Tevens is gebleken dat de afdekking volgens de uitvinding het 10 bevriezen van smeltwater in de regenpijp op adequate wijze kan voorkomen. Waar een eenvoudige afdekking van de regenpijp zoals bekend uit JP 2236095 geen voldoende isolerend vermogen vertoont, verschaft de afdekking volgens de uitvinding wegens de bekleding een zodanige isolatie dat smeltwater van het dak niet bevriest 15 wanneer het langs de doorgaans koude gevel via de regenpijp wegstroomt. Een dergelijk effect wordt met name verkregen wanneer door zoninstraling sneeuw op het dak van een gebouw smelt maar langs de wanden van het gebouw een koude wind blaast of de gevel van het gebouw een temperatuur onder het vriespunt heeft. De af-20 dekking volgens de uitvinding geeft voldoende isolatie om smeltwater niet te laten bevriezen. Een dergelijke synergetische werking is volkomen onverwacht.

Het heeft in het bijzonder de voorkeur dat de afdekking een basisplaat en twee daarvan afstaande zijplaten omvat ter vorming 25 van de in hoofdzaak U-vormige doorsnede. Dit verschaft een eenvoudig te vervaardigen vorm van de afdekking die bovendien een eenvoudige vervaardiging in verschillende maten mogelijk maakt.

De afdekking kan op zeer geschikte wijze op een van de volgende manieren zijn gevormd: - een basisplaat en daaraan gekoppel-30 de zijplaten ter vorming van een afdekking met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede, of - een doorlopend gevormde, gebogen plaat ter vorming van een afdekking met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede, of - een combinatie daarvan ter vorming van een afdekking met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede. Hierdoor kan te allen tijde 35 een adequate afdekking van een tegen een gevel geplaatste regenpijp worden verkregen. Het zicht op en de toegankelijkheid van de regenpijp wordt daardoor weggenomen, met als gevolg dat deze een 3 goede bescherming heeft en bovendien een aantrekkelijk uiterlijk van de gevel kan worden verkregen.

Om een stevige koppeling van de afdekking aan de regenpijp te verkrijgen kan de klem twee, eventueel onderling verplaatsbare, 5 benen omvatten voor plaatsing aan weerszijden van de regenpijp, en waarbij de afdekking een stelinrichting omvat voor het naar keuze naar elkaar toe of van elkaar af bewegen van de benen. Door de benen naar elkaar toe te bewegen zullen deze tegen de regenpijp aan komen te liggen en daar stevig omheen geklemd kunnen worden. Door 10 het van elkaar weg bewegen van de benen kan de afdekking eenvoudig van de regenpijp worden afgenomen, bijvoorbeeld voor onderhoud of vervanging.

Een geschikte bekleding van de afdekking kan worden verkregen, ongeacht de vorm van de afdekking, wanneer de bekleding van 15 de afdekking is gevormd van een buigzaam materiaal, bij voorkeur een kunststof materiaal, bijvoorbeeld een geschuimde kunststof of rubber. Een materiaal met een thermische geleidbaarheid die zorgdraagt voor een verminderde koudebelasting van de regenpijp in vergelijking met een niet-afgedekte regenpijp, heeft in het bij-20 zonder de voorkeur.

Hierbij heeft het in het bijzonder de voorkeur dat de bekleding een doorgaande bedekking van het van de regenpijp afgekeerde oppervlak van de afdekking vormt. Dit voorkomt koudebruggen wat alsnog tot een relatief grotere koudebelasting van de regenpijp 25 zou leiden.

De voorkeur gaat verder uit naar een afdekking waarbij de bekleding is gevormd van afzonderlijk aan te brengen vormelementen, wat een eenvoudige aanpassing mogelijk maakt aan de ondergrond, bijvoorbeeld een gevel, waar de regenpijp tegenaan geplaatst is.

30 Om een esthetisch aantrekkelijk uiterlijk te verschaffen, heeft het de voorkeur dat de afdekking tegen een ondergrond is geplaatst en waarbij de bekleding een structuur heeft die in hoofdzaak overeenkomt met de structuur van de ondergrond. Bovendien verschaft dit het technische voordeel dat de kans op beschadiging 35 van de afdekking gelijk is aan de kans op beschadiging van de ondergrond. De algehele kans op beschadiging van de afdekking wordt hiermede verminderd, doordat een gebruiker bij de regenpijp de- 4 zelfde voorzichtigheid in acht neemt als bij de ondergrond.

Op overeenkomstige wijze heeft het de voorkeur dat de afdekking tegen een ondergrond is geplaatst en waarbij de bekleding een uiterlijk heeft dat in hoofdzaak overeenkomt met het uiterlijk van 5 de ondergrond. Dit verschaft dezelfde voordelen als hierboven genoemd bij overeenkomstige structuur van bekleding en ondergrond.

Een zeer goede bevestiging van de afdekking aan een regenpijp en een eenvoudige wijze van plaatsing worden verkregen wanneer de klem is gekoppeld aan de basisplaat. De afdekking kan dan eenvou-10 dig tegen de regenpijp worden gedrukt in de richting van de ondergrond, waardoor de klem om de regenpijp wordt geplaatst.

Een sterke thermische isolatie wordt verkregen wanneer de bekleding is gevormd van een gelamineerd materiaal, met een tegen de afdekking te plaatsen onderlaag en een van de afdekking af gelegen 15 afwerklaag, waarbij de onderlaag een groter thermisch isolerend vermogen heeft dan de afwerklaag.

Bijvoorbeeld kan een van de benen van de klem vast aan een zijplaat of de basisplaat zijn bevestigd en kan het andere been aan de basisplaat of de zijplaat zijn bevestigd. In elk geval die-20 nen de benen zodanig te zijn vormgegeven dat ze beide aan weerszijden van de regenpijp gepositioneerd kunnen worden, zodanig dat ze de regenpijp tussen hen in vast klemmen om de afdekking in een vaste positie ten opzichte van de regenpijp te houden.

Een zeer geschikte klemwerking van de afdekking aan een re-25 genpijp verkrijgt men wanneer een bedieningsorgaan van de stelin-richting is gekoppeld met de basisplaat of een zijplaat. Met name heeft het de voorkeur dat het bedieningsorgaan vanaf de van de regenpijp af gelegen zijde van de afdekking (dat is de buitenkant van de afdekking) kan worden bereikt en bediend.

30 In het bijzonder heeft het de voorkeur dat de stelinrichting roteerbaar met de afdekking is verbonden en een schroeforgaan met uitwendig schroefdraad omvat en waarbij ten minste een van de benen een opening met inwendig schroefdraad omvat voor het daarin ten minste gedeeltelijk opnemen van het schroeforgaan. Een ver-35 draaiing van het schroeforgaan kan daarbij een verplaatsing van het been ten opzichte van de afdekking verzorgen.

Volgens een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de af- 5 dekking verlichtingselementen welke licht uitstralen vanaf de afdekking. Bijvoorbeeld kunnen de verlichtingselementen uitstralen vanuit de bekleding van de afdekking waardoor een directe verlichting van de omgeving van de afdekking kan worden verkregen. Even-5 eens is het mogelijk dat de verlichtingselementen vanachter de bekleding uitstralen, waardoor een diffuse verlichting van de omgeving kan worden verkregen, in het bijzonder wanneer de bekledings-elementen diffuus doorschijnend zijn uitgevoerd. In beide gevallen heeft het de voorkeur dat niet alle bekledingselementen maar 10 slechts enkele ervan zijn voorzien van verlichtingselementen. De afdekking omvat voor de verlichting vereiste elektronica bij voorkeur aan de zijde van de regenpijp, dat is de binnenzijde van de afdekking. De verlichting kan op voordelige wijze worden gevoed door een accu die middels zonnecellen overdag worden opgeladen. De 15 afdekking kan daartoe ten minste gedeeltelijk ook zijn bekleed met zonnecellen; sommige bekledingselementen kunnen derhalve als zonnecel zijn uitgevoerd.

De uitvinding heeft derhalve tevens betrekking op een bekle-dingselement voor toepassing bij de afdekking volgens de onderha-20 vige uitvinding, omvattende een zonnecel, een middels de zonnecel oplaadbare accu en een met de accu verbonden verlichtingselement. Hiermee kan een zelfvoorzienend bekledingselement worden gevormd dat een adequate verlichting kan verschaffen en waarmee geen overige elektronica vereist is.

25 De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden uitgelegd. De tekening toont hierbij in:

Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een regenpijp aan een gevel,

Fig. 2 een aanzicht volgens Fig. 1 met een afdekking volgens 30 de uitvinding,

Fig. 3 een schematisch vooraanzicht van de afbeelding volgens Fig. 2,

Fig. 4 een bovenaanzicht van de afbeelding volgens Fig. 3, en

Fig. 5 verschillende uitvoeringsvormen van het klemsysteem 35 voor toepassing in de afdekking volgens de uitvinding.

In de figuren zijn dezelfde onderdelen middels dezelfde ver-wijzingscijfers aangeduid. Echter, de voor een praktische uitvoe- 6 ring van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn niet alle getoond, vanwege de eenvoud van de weergave.

Fig. 1 toont een regenpijp 1 die tegen een gevel 2 is geplaatst. De regenpijp 1 is met beugels 3 aan de gevel bevestigd.

5 Fig. 2 toont het aanzicht volgens Fig. 1, met dien verstande dat een afdekking 4 over de regenpijp 2 is aangebracht. De regenpijp 2 verkrijgt hiermede een adequate bescherming tegen invloeden van buitenaf. De afdekking 4 volgt de contouren van de regenpijp 1 langs de gevel 2. Doordat de regenpijp 1 over een eerste deel 5 10 strak tegen de gevel 2 is geplaatst en over een tweede deel 6 op grotere afstand van de gevel is gelegen, strekt de afdekking 4 ter plaatse van het tweede deel 5 zich eveneens tot op een grotere afstand van de gevel 2 uit.

In fig. 3 is een schematisch vooraanzicht van de afdekking 4 15 tegen de gevel 2 getoond. De afdekking 4 is in de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van een bekleding 7 in de vorm van elementen 8 die overeenkomen met de vorm en structuur van de gevel 2. Dit verschaft een esthetisch aantrekkelijk uiterlijk en verschaft bovendien een grote fysieke bescherming van de regenpijp. Een gebruiker 20 zal ten opzichte van de afdekking eenzelfde voorzichtigheid in gedrag kunnen vertonen als ten opzichte van de gevel, waarbij de afdekking niet beschadigd zal raken. Bij een niet afgedekte regenpijp of bij toepassing van een afdekking zonder afzonderlijke bekleding zal het vereiste gedrag aanmerkelijk voorzichtiger moeten 25 zijn.

Fig. 4 toont een schematisch bovenaanzicht van de gevel 2 en afdekking 4 om de regenpijp 1 volgens Fig. 3. De beschermde regenpijp 1 is duidelijk zichtbaar binnen de afdekking 4. De afdekking 4 omgeeft de regenpijp 1 aan drie zijden, terwijl de gevel 2 aan 30 de overblijvende zijde van de regenpijp 1 is gelegen.

Fig. 5 toont ten slotte een drietal voorbeelden, aangeduid met a, b en c, van een klem 9 voor het vastklemmen van de regenpijp 1. De klem 9 past hiertoe klemmend om de regenpijp 1.

In de uitvoeringsvoorbeelden volgens Fig. 5 a en Fig. 5 b om-35 vat de klem 9 twee veerkrachtige benen 10, 11 welke om de regenpijp 1 klemmen. De afdekking 4 kan richting de gevel 2 met de regenpijp 1 worden bewogen waardoor de benen 10, 11 aan weerszijden 7 om de regenpijp 1 worden gevoerd en daarbij wegens de veerkracht enigszins uitbuigen teneinde de regenpijp 1 tussen de beide benen 10, 11 te positioneren. Door de veerkracht zullen de benen 10, 11 passend om de regenpijp 1 liggen wanneer de afdekking 4 de positie 5 volgens Fig. 5 heeft ingenomen. Door de benen voldoende stijf te maken zal de afdekking 4 tegen de regenpijp aan geklemd blijven.

De veerkracht dient bij voorkeur zodanig te zijn dat ook bij slechte weersomstandigheden, zoals zware storm, de afdekking 4 niet van de regenpijp 1 kan worden verwijderd.

10 Beide benen 10, 11 zijn in de in Fig. 5 getoonde uitvoerings vorm aan de afdekking 4 bevestigd. De klem 9 kan eveneens twee benen 10, 11 omvatten welke als een geheel zijn gevormd, zodanig dat de klem op een tussen de beide uiteinden 12, 13 in gelegen positie aan de afdekking 4 is bevestigd.

15 De afdekking 4 is middels de klem 9 stevig aan de regenpijp 1 gekoppeld. Een zeer sterke koppeling wordt verkregen door een uitvoeringsvorm volgens Fig. 5 c. Een eerste been 11 is vast aan de afdekking 4 bevestigd, terwijl het andere been 10 met een eerste uiteinde 14 scharnierbaar of flexibel aan de afdekking 4 is beves-20 tigd en waarbij een stelinrichting 15 is voorzien om de onderlinge afstand van de benen 10, 11 in te stellen. De stelinrichting 15 omvat een schroef 16 met uitwendig schroefdraad die met een uiteinde roteerbaar aan het been 10 is bevestigd en is opgenomen in een opening in de afdekking 4 met samenwerkbaar inwendig schroef-25 draad, zodanig dat het verdraaien van de schroef 16 het been 10 doet verplaatsen. In casu wordt de afstand tussen de beide benen 10, 11 hiermee ingesteld. Door de benen 10, 11 in de uitvoeringsvorm volgens Fig. 5 c in grote mate stijf uit te voeren zal een sterke klemkracht van de benen 10, 11 om de regenpijp 1 kunnen 30 worden verkregen.

De afdekking 4 is in Fig. 5 a voorzien van een bekleding 7 in de vorm van aan de contouren van de afdekking 4 aanpasbare elementen 8. De elementen 8 kunnen van een kunststof materiaal zijn vervaardigd of van natuurlijk materiaal. Bij voorkeur kunnen ze zijn 35 aangepast aan het gevelmateriaal, bijvoorbeeld in structuur, uiterlijk, vorm en/of materiaal. Op voordelige wijze kan een gelamineerd materiaal worden toegepast dat een thermisch isolerend of 8 schokabsorberend materiaal omvat aan de tegen de afdekking 4 gelegen zijde en een harder of ruwer materiaal aan de van de afdekking 4 af gelegen zijde.

De afdekking kan de vorm hebben van een basisplaat 17 en 5 zijplaten 18, 19. De afdekking heeft te allen tijde een in hoofdzaak U-vormige doorsnede zoals duidelijk getoond in Fig. 4 en Fig.

5. De basisplaat 17 kan eveneens op geschikte wijze geleidelijk overgaan in de zijplaten 18, 19 zoals weergegeven in Fig. 5 c, of via een gebogen of trapsgewijs overgangsdeel zoals weergegeven in 10 Fig. 5 b respectievelijk Fig. 4.

De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies. Bijvoorbeeld kan de afdekking worden voorzien van verlichtingselementen, bij voor-15 keur van led-elementen. Tevens kan de afdekking ten minste gedeeltelijk zijn bekleed met zonnecellen voor het laden van een accu voor het voeden van de verlichtingselementen. De accu kan eenvoudig, samen met de noodzakelijke bekabeling en elektronica, in de afdekking worden geïntegreerd.

20 De uitvinding strekt zich tevens uit over elke combinatie van maatregelen die hiervoor onafhankelijk van elkaar zijn beschreven.

Claims (15)

1. Afdekking voor plaatsing om ten minste een deel van een tegen een gevel geplaatste regenpijp, omvattende een in hoofdzaak U-vormige doorsnede en een binnen de U voorziene klem voor klemmende passing om de regenpijp, met het kenmerk, dat de afdekking aan het 5 van de klem afgekeerde oppervlak een bekleding omvat van een met de afdekking overeenkomstige vorm.

2. Afdekking volgens conclusie 1, waarbij de afdekking een basisplaat en twee daarvan afstaande zijplaten omvat ter vorming van de 10 in hoofdzaak U-vormige doorsnede.

3. Afdekking volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afdekking is gevormd als: - een basisplaat en daaraan gekoppelde zijplaten ter vorming van 15 een afdekking met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede, of - een doorlopend gevormde, gebogen plaat ter vorming van een afdekking met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede, of - een combinatie daarvan ter vorming van een afdekking met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede. 20

4. Afdekking volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de klem twee benen omvat voor plaatsing aan weerszijden van de regenpijp, en waarbij de afdekking een stelinrichting omvat voor het naar keuze naar elkaar toe of van elkaar af bewegen van de benen. 25

5. Afdekking volgens een der conclusies 1-4, waarbij de bekleding van de afdekking is gevormd van een buigzaam materiaal, bij voorkeur een kunststof materiaal, bijvoorbeeld een geschuimde kunststof of rubber. 30

6. Afdekking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bekleding een doorgaande bedekking van het van de regenpijp afgekeerde oppervlak van de afdekking vormt.

7. Afdekking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bekleding is gevormd van afzonderlijk aan te brengen vormelementen.

8. Afdekking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de af-5 dekking tegen een ondergrond is geplaatst en waarbij de bekleding een structuur heeft die in hoofdzaak overeenkomt met de structuur van de ondergrond.

9. Afdekking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de af-10 dekking tegen een ondergrond is geplaatst en waarbij de bekleding een uiterlijk heeft dat in hoofdzaak overeenkomt met het uiterlijk van de ondergrond.

10. Afdekking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 15 klem is gekoppeld aan de basisplaat.

11. Afdekking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bekleding is gevormd van een gelamineerd materiaal, met een tegen de afdekking te plaatsen onderlaag en een van de afdekking af ge- 20 legen afwerklaag, waarbij de onderlaag een groter thermisch isolerend vermogen heeft dan de afwerklaag.

12. Afdekking volgens een der conclusies 4 - 11, waarbij een be-dieningsorgaan van de stelinrichting is gekoppeld met de basis- 25 plaat of een zijplaat.

13. Afdekking volgens een der conclusies 4 - 12, waarbij de stelinrichting roteerbaar met de afdekking is verbonden en een schroeforgaan met uitwendig schroefdraad omvat en waarbij ten min- 30 ste een van de benen een opening met inwendig schroefdraad omvat voor het daarin ten minste gedeeltelijk opnemen van het schroefor-gaan, zodanig dat een verdraaiing van het schroeforgaan een verplaatsing van het been ten opzichte van de afdekking verschaft.

14. Afdekking volgens een der voorgaande conclusies, omvattende verlichtingselementen vanuit of vanachter de bekleding uitstralen.

15. Bekledingselement voor toepassing bij de afdekking volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een zonnecel, een middels de zonnecel oplaadbare accu en een met de accu verbonden verlich-tingselement.