NL2009840C2

NL2009840C2 - Scheidingswand.

Info

Publication number: NL2009840C2
Application number: NL2009840A
Authority: NL
Inventors: Johannes Joseph; Quoc Xuong Luu; Pieter Marcel Graaf
Original assignee: Maars Holding Bv
Priority date: 2012-11-20
Filing date: 2012-11-20
Publication date: 2014-05-21
Also published as: EP2733274A1; EP2733274B1

Description

Q.2NH04

SCHEIDINGSWAND

5 De uitvinding heeft betrekking op een scheidingswand ingericht voor het scheiden van een ruimte in een voor personen toegankelijk gebouw, waarbij de scheidingswand is voorzien van een langwerpige, verticale of horizontale stijl en daarmee verbonden wandpanelen. De uitvinding heeft in het 10 bijzonder betrekking op een dergelijke scheidingswand die uit standaardonderdelen is geprefabriceerd.

Een dergelijke scheidingswand is algemeen bekend. De bekende scheidingswanden, ook wel "systeemwanden" genoemd, worden 15 toegepast in interieurbouw van uiteenlopende aard, zoals in kantoorgebouwen, luchthavens, ziekenhuizen, industriecomplexen, openbare instellingen, scholen, hotels, bioscopen en winkelbedrijven. Luchtaanvoer en luchtafvoer via de bekende scheidingswanden vinden veelal plaats door 20 daarin gemonteerde ventilatieroosters, bijvoorbeeld ter plaatse van de grond en/of het plafond. Echter, het gebruik van ventilatieroosters staat op gespannen voet met de wens om scheidingswanden zoveel mogelijk, qua maatvoering en materiaalkeuze, modulair uit standaardonderdelen op te 25 bouwen. Ventilatieroosters zijn bovendien relatief duur en geven de scheidingswanden dikwijls een onesthetisch uiterlij k.

Het is het doel van de uitvinding de stand van de techniek te verbeteren, dat wil zeggen een esthetische scheidingswand 30 te verschaffen, waarbij luchtaanvoer en luchtafvoer efficiënt daardoorheen kunnen plaatsvinden, zonder afbreuk te doen aan de modulaire opbouw van de scheidingswand uit standaardonderdelen.

2

Hiertoe heeft een scheidingswand van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de stijl ventilatieopeningen bevat ingericht voor het door de scheidingswand heen aan- en/of afvoeren van lucht. Met 5 andere woorden, in de uitvinding wordt afgezien van het gebruik van afzonderlijke, in de scheidingswand te monteren ventilatieroosters, doch wordt de verticaal of horizontaal zich uitstrekkende stijl gebruikt om daardoorheen lucht aan te voeren en/of af te voeren. De luchtaanvoer en de 10 luchtafvoer kunnen van de ene naar de andere, onderling door de scheidingswand gescheiden ruimte geschieden. In een andere variant vinden de luchtaanvoer en de luchtafvoer plaats van een door de scheidingswand gescheiden ruimte naar het plenum, en vice versa. In het bijzonder bevat de stijl 15 ten minste twee stijlprofielen met een althans in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij de stijlprofielen langs de basis van hun U-vormige dwarsdoorsnede onderling zijn verbonden, en waarbij de ventilatieopeningen zijn aangebracht in de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van 20 ten minste een der stijlprofielen.

Opgemerkt wordt dat in het kader van de uitvinding in beginsel elk type wandpaneel kan worden toegepast, bijvoorbeeld van hout, kunststof, glas of metaal, of 25 bijvoorbeeld een wandpaneel uitgevoerd als deur. Hierin bestaan geen beperkingen, nu de stijl en niet het wandpaneel ventilatieopeningen bevat.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een scheidingswand 30 overeenkomstig de uitvinding is een wandpaneel gedeeltelijk tussen de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen aangebracht. In het bijzonder zijn twee wandpanelen aan weerszijden van de stijl, dat wil 3 zeggen tussen de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van beide stijlprofielen aangebracht. In plaats daarvan of in aanvulling daarop is het eveneens mogelijk wandpanelen via kokerprofielen aan de stijlprofielen te bevestigen, zoals 5 hieronder nog nader zal worden toegelicht.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een scheidingswand volgens de uitvinding bevat ten minste een been van de U-vormige dwarsdoorsnede van ieder stijlprofiel 10 een zijwaarts naar buiten gerichte vleugel, waarbij een profiel met een althans in hoofdzaak T-vormige dwarsdoorsnede althans gedeeltelijk tussen de vleugels is aangebracht. Bij voorkeur zijn beide benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van beide stijlprofielen van dergelijke 15 vleugels voorzien, zodat de scheidingswand aan diens voor-en achterzijde hetzelfde terzake is uitgevoerd. In het bijzonder is de basis van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel naar de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen toegekeerd, waarbij de basis van de T-20 vormige dwarsdoorsnede van het profiel is voorzien van ventilatieopeningen die in luchtdoorlatend contact staan met de ventilatieopeningen in de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen. Luchtaanvoer en luchtafvoer geschieden dan door beide typen 25 ventilatieopeningen, dat wil zeggen door die in de basis van de T-vormige dwarsdoorsnede en door die in de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een 30 scheidingswand overeenkomstig de uitvinding ligt het been van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel in lijn met het middenlangsvlak van de basis van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen. De ventilatieopeningen 4 in de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen zijn derhalve van buitenaf niet zichtbaar en worden door de eerdergenoemde zijwaarts naar buiten gerichte vleugels en het profiel met de T-vormige 5 dwarsdoorsnede afgedekt.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een scheidingswand volgens de uitvinding is het been van de Τ'-vormige dwarsdoorsnede van het profiel aan diens kopse 10 uiteinde voorzien van ventilatieopeningen die in luchtdoorlatend contact staan met de ventilatieopeningen in de basis van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel en met de ventilatieopeningen in de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen.

15

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een scheidingswand overeenkomstig de uitvinding is een brandwerend materiaal tussen de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen 20 aangebracht. Bij voorkeur zet dit brandwerende materiaal bij brand uit ter afsluiting van de ventilatieopeningen. Het brandwerende materiaal is in het bijzonder een bij brand opschuimend materiaal. Bij voorkeur is een langwerpig afdekprofiel over de benen van de U-vormige dwarsdoorsnede 25 van ten minste een der stijlprofielen klemmend aangebracht.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een scheidingswand volgens de uitvinding zijn de wandpanelen met de stijl verbonden onder tussenplaatsing van kokerprofielen. 30 De kokerprofielen bevatten in het bijzonder elk een opneemkamer voor het daarin gedeeltelijk opnemen van een wandpaneel. De kokerprofielen zijn bij voorkeur klemmend met de stijlprofielen verbonden.

5

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarin figuren 1 tot en met 7 enerzijds en figuur 8 anderzijds elk een 5 voorkeursvariant van een scheidingswand in dwarsdoorsnede laat zien ter plaatse van de stijl, terwijl figuur 9 betrekking heeft op een gecombineerde voorkeursvariant.

In figuren 1 tot en met 7 zijn in allerlei aanzichten en 10 doorsneden weergegeven een scheidingswand 1 ter plaats van een verticale stijl 2 die zich uitstrekt bijvoorbeeld van plafond tot vloer. De stijl 2 bestaat uit twee gelijkvormige, metalen stijlprofielen 3,4 die ieder een U-vormige dwarsdoorsnede bezitten. De stijlprofielen 3,4 zijn 15 ruggelings met elkaar verbonden, dat wil zeggen dat de bases 5 van de U-vormige dwarsdoorsneden aan elkaar zijn gelast of verlijmd. In de benen 6 van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen 3,4 zijn doorlopende gaten 7 gestanst die als ventilatieopeningen fungeren.

20

Zoals getekend, zijn de benen 7 van de U-vormige dwarsdoorsnede zijwaarts en naar buiten toe verlengd (uit een stuk) ter vorming van vleugels 8. Daartussen is een metalen profiel 9 met een T-vormige dwarsdoorsnede 25 aangebracht en wel zodanig dat de basis 10 van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel 9 aanligt tegen de benen 6 van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen 3,4.

In de basis 10 van de T-vormige dwarsdoorsnede zijn eveneens als ventilatieopeningen fungerende, doorlopende gaten 11 30 gestanst. Het been 12 van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel 9 is aan diens kopse uiteinde tevens voorzien van doorlopende gaten ofwel ventilatieopeningen 13. Lucht kan vanaf de ene zijde van de scheidingswand 1 in de 6 richting van de pijlen 14 via deze ventilatieopeningen 13, langs de ventilatieopeningen 11 in de basis 10 van de Τ'-vormige dwarsdoorsnede, via de ventilatieopeningen 7 in de benen 6 van de U-vormige dwarsdoorsnede van de 5 stijlprofielen 3,4 naar de andere zijde van de scheidingswand 1 worden gevoerd, en vice versa.

Van buitenaf zijn de ventilatieopeningen 7,11 niet zichtbaar, daar het been 12 van de T-vormige dwarsdoorsnede 10 in lijn ligt met het middenlangsvlak van de basis 10 van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen 3,4.

In de voorkeursvariant van figuren 1 tot en met 7 bezitten de kokerprofielen 18 telkens een opneemkamer 20 voor het 15 daarin gedeeltelijk opnemen van een wandpaneel 17.

In de voorkeursvariant van figuur 8 zijn wandpanelen 17 met de stijl 2 verbonden onder tussenplaatsing van vier kokerprofielen 18. Tussenliggende wandpanelen 19 zijn 20 gedeeltelijk tussen de benen 6 van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen 3,4 aangebracht. De kokerprofielen 18 zijn klemmend met de stijlprofielen 3,4 verbonden. In figuur 8 zijn delen die met die van figuren 1 tot en met 7 corresponderen met dezelfde verwijzingscijfers 25 aangeduid.

Zowel in de voorkeursvariant volgens figuren 1 tot en met 7 als in de voorkeursvariant volgens figuur 8 is in het bijzonder sprake van een bij brand uitzettend, brandwerend 30 materiaal 15 dat tussen de benen 6 van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen 3,4 is aangebracht. Het materiaal 15 dient om bij brand de ventilatieopeningen 7 af te sluiten. Eventueel zijn langwerpige afstelprofielen 16 7 over de benen 6 van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen 3,4 klemmend aangebracht.

De uitvinding beperkt zich niet tot de weergegeven 5 uitvoeringsvormen, doch strekt zich tevens uit tot andere voorkeursvarianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies.

Claims

1. Scheidingswand (1) ingericht voor het scheiden van een ruimte in een voor personen toegankelijk gebouw, 5 waarbij de scheidingswand (1) is voorzien van een langwerpige stijl (2) en daarmee verbonden wandpanelen (17,19), met het kenmerk dat de stijl (2) ventilatieopeningen (7) bevat ingericht voor het door de scheidingswand (1) heen aan- en/of afvoeren van 10 lucht.

2. Scheidingswand (1) volgens conclusie 1, waarbij de stijl (2) ten minste twee stijlprofielen (3,4) met een althans in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede bevat, 15 waarbij de stijlprofielen (3,4) langs de basis (5) van hun U-vormige dwarsdoorsnede onderling zijn verbonden, en waarbij de ventilatieopeningen (7) zijn aangebracht in de benen (6) van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen (3,4). 20

3. Scheidingswand (1) volgens conclusie 2, waarbij een wandpaneel (19) gedeeltelijk tussen de benen (6) van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen (3,4) is aangebracht. 25

4. Scheidingswand (1) volgens conclusie 2 of 3, waarbij ten minste een been (6) van de U-vormige dwarsdoorsnede van ieder stijlprofiel (3,4) een zijwaarts naar buiten gerichte vleugel (8) bevat, waarbij een profiel (9) met 30 een althans in hoofdzaak T-vormige dwarsdoorsnede althans gedeeltelijk tussen de vleugels (8) is aangebracht.

5. Scheidingswand (1) volgens conclusie 4, waarbij de basis (10) van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel (9) naar de benen (6) van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen (3,4) is 5 toegekeerd, en waarbij de basis (10) van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel is (9) voorzien van ventilatieopeningen (11) die in luchtdoorlatend contact staan met de ventilatieopeningen (7) in de benen (6) van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der 10 stijlprofielen (3,4).

6. Scheidingswand (1) volgens conclusie 4 of 5, waarbij het been (12) van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel (9) in lijn ligt met het middenlangsvlak van de 15 basis (5) van de U-vormige dwarsdoorsnede van de stijlprofielen (3,4).

7. Scheidingswand (1) volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij het been (12) van de T-vormige dwarsdoorsnede 20 van het profiel (9) aan diens kopse uiteinde is voorzien van ventilatieopeningen (13) die in luchtdoorlatend contact staan met de ventilatieopeningen (11) in de basis (10) van de T-vormige dwarsdoorsnede van het profiel (9) en met de 25 ventilatieopeningen (7) in de benen (6) van de U- vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen (3,4).

8. Scheidingswand (1) volgens een der voorgaande 30 conclusies 1 tot en met 7, waarbij een brandwerend materiaal (15) tussen de benen (6) van de U-vormige dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen (3,4) is aangebracht.

9. Scheidingswand (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij een langwerpig afdekprofiel (16) over de benen (6) van de U-vormige 5 dwarsdoorsnede van ten minste een der stijlprofielen (3,4) klemmend is aangebracht.

10. Scheidingswand (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij de wandpanelen (17) 10 met de stijl (2) zijn verbonden onder tussenplaatsing van kokerprofielen (18).

11. Scheidingswand (1) volgens conclusie 10, waarbij de kokerprofielen (18) een opneemkamer (20) bevatten voor 15 het daarin gedeeltelijk opnemen van een wandpaneel (17) .

12. Scheidingswand (1) volgens conclusie 10 of 11, waarbij de kokerprofielen (18) klemmend met de stijlprofielen 20 (3,4) zijn verbonden.