NL2010400C2

NL2010400C2 - Wand.

Info

Publication number: NL2010400C2
Application number: NL2010400A
Authority: NL
Inventors: Johannes Joseph; Quoc Xuong Luu; Pieter Marcel Graaf
Original assignee: Maars Holding Bv
Priority date: 2013-03-06
Filing date: 2013-03-06
Publication date: 2014-09-10

Description

WAND

De uitvinding heeft betrekking op een wand, waarbij de wand omvat een aan een plafond te bevestigen horizontale bovenstijl, een aan een vloer te bevestigen horizontale onderstijl en ten minste één tussen de bovenstijl en de onderstijl aangebracht paneel. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijke wand die uit standaardonderdelen is geprefabriceerd.

Opgemerkt wordt dat in het kader van de uitvinding de wand in het bijzonder een scheidingswand is ingericht voor het scheiden van een ruimte in een voor personen toegankelijk gebouw. Voorts wordt opgemerkt dat het paneel volgens de uitvinding bij voorkeur een glaspaneel is. In andere voorkeursvarianten is het paneel een houten of stalen paneel.

Een dergelijke als scheidingswand uitgevoerde wand is algemeen bekend. De bekende scheidingswanden, ook wel "systeemwanden" genoemd, worden toegepast in interieurbouw van uiteenlopende aard, zoals in kantoorgebouwen, luchthavens, ziekenhuizen, industriecomplexen, openbare instellingen, scholen, hotels, bioscopen en winkelbedrijven. De glaspanelen in dergelijke scheidingswanden zijn doorgaans opgebouwd uit twee, op afstand van elkaar aangebrachte ruiten van bijvoorbeeld gehard glas. Echter, dergelijke glaspanelen zijn veelal zwaar, hetgeen het monteren en demonteren (bijvoorbeeld bij ruitbreuk) van het glaspaneel in de bekende scheidingswand omslachtig en arbeidsintensief maakt, in het bijzonder indien sprake is van een niet vlakke vloer en/of een niet vlak plafond. Bovendien dient het glaspaneel in de bekende scheidingswand uit veiligheidsoverwegingen daarin stevig te zijn verankerd. Echter, het gebruik van allerlei additionele componenten daartoe staat op gespannen voet met de wens om scheidingswanden zoveel mogelijk, qua maatvoering en materiaalkeuze, modulair uit standaardonderdelen op te bouwen.

Het is het doel van de uitvinding de stand van de techniek te verbeteren, dat wil zeggen een esthetische wand te verschaffen, waarbij het als wandmodule uitgevoerde paneel ook tussen een niet (geheel) vlakke vloer en een niet (geheel) vlak plafond eenvoudig kan worden gemonteerd. De uitvinding stelt zich voorts ten doen het paneel, ondanks diens afmetingen en gewicht, eenvoudig in de wand te kunnen monteren, te kunnen verankeren en desgewenst weer te kunnen demonteren, zonder afbreuk te doen aan de modulaire opbouw van de wand uit standaardonderdelen.

Hiertoe heeft een wand van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de onderstijl ten minste drie, in longitudinale richting zich uitstrekkende, langwerpige profielen met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, waarbij het eerste profiel met een basis van diens U-vormige dwarsdoorsnede op de vloer is bevestigd, waarbij het tweede profiel op het eerste profiel is aangebracht, waarbij bases van de U-vormige dwarsdoorsneden van beide profielen van elkaar zijn afgekeerd, waarbij de onderlijst voorts een tussen het eerste profiel en het tweede profiel daarvan aangebracht derde profiel met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat. Hierdoor is het mogelijk om oneffenheden in de vloer (i.e.

in het geval van een niet waterpas lopende vloer) eenvoudig te compenseren, terwijl de hoogte van de onderstijl zo gering mogelijk kan worden uitgevoerd. Immers, de uitvinding maakt het mogelijk de onderlinge hoogtepositie van de eerste, tweede en derde profielen te verstellen, afhankelijk van de vloer, en vervolgens in een gewenste positie te fixeren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een wand overeenkomstig de uitvinding bevat de bovenstijl ten minste drie, in longitudinale richting zich uitstrekkende, langwerpige profielen met een U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij het eerste profiel met een basis van diens U-vormige dwarsdoorsnede op het plafond is bevestigd, waarbij het tweede profiel op het eerste profiel is aangebracht, waarbij bases van de U-vormige dwarsdoorsneden van beide profielen van elkaar zijn afgekeerd, waarbij de bovenlijst voorts een tussen het eerste profiel en het tweede profiel daarvan aangebracht derde profiel met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat. Hierdoor is het mogelijk om oneffenheden in het plafond (i.e. in het geval van een niet waterpas lopend plafond) eenvoudig te compenseren, terwijl de hoogte van de bovenstijl zo gering mogelijk kan worden uitgevoerd. De benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van de eerste, tweede en derde profielen van de bovenstijl bevatten in het bijzonder onderling samenwerkende ribbels om te voorkomen dat de tweede en derde profielen tijdens montage naar beneden vallen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand volgens de uitvinding zijn bases van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen van elkaar afgekeerd. In het bijzonder omarmen benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het derde profiel benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het eerste profiel, terwijl benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het tweede profiel benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het derde profiel omarmen. De eerste, tweede en derde profielen zijn derhalve bij voorkeur telescopisch uitgevoerd, waarbij oneffenheden in de vloer en/of het plafond kunnen worden gecompenseerd door middel van het telescopisch onderling in- of uit elkaar trekken van de profielen. De onderlinge hoogtepositie van de eerste, tweede en derde profielen kan aldus worden versteld en met behulp van afstandhoudende middelen tussen de profielen, zoals afstandblokken, worden gefixeerd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand overeenkomstig de uitvinding zijn bases van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen naar elkaar toegekeerd. Bij voorkeur omarmen benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het eerste profiel benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het derde profiel, waarbij benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het derde profiel in het bijzonder benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het tweede profiel omarmen. Ook bij deze voorkeursvariant zijn de eerste, tweede en derde profielen bij voorkeur telescopisch uitgevoerd, waarbij oneffenheden in de vloer en/of het plafond kunnen worden gecompenseerd door middel van het telescopisch onderling in- of uit elkaar trekken van de profielen. De onderlinge hoogtepositie van de eerste, tweede en derde profielen kan ook hier aldus worden versteld en met behulp van afstandhoudende middelen tussen de profielen, zoals afstandblokken, worden gefixeerd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand volgens de uitvinding is de afstand tussen de bases van de U-vormige dwarsdoorsneden van de tweede en derde profielen verstelbaar. In het bijzonder is in plaats daarvan of daarnaast de afstand tussen de bases van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen verstelbaar.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand overeenkomstig de uitvinding bevat de basis van de U-vormige dwarsdoorsnede van het tweede profiel een daarop aangebracht verend klemprofiel, waarbij het paneel een aan diens onderrand aangebrachte lip bevat die zich binnenwaarts uitstrekt en die tussen de basis van de U-vormige dwarsdoorsnede van het tweede profiel en het verende klemprofiel klemmend is aangebracht teneinde het paneel aan de onderstijl en/of de bovenstijl te bevestigen. Hierdoor is het mogelijk het paneel eenvoudig in de wand te monteren, daarin te verankeren en desgewenst weer te demonteren. Het paneel is bijvoorkeur een glaspaneel, waarbij de aan diens onderrand aangebrachte lip zich binnenwaarts uitstrekt, i.e. naar de wand is toegekeerd. Bij voorkeur worden ten minste twee panelen aan weerszijden van de onderstijl en de bovenstijl gemonteerd, waarbij de panelen klemmend tussen de bovenstijl en de onderstijl worden aangebracht.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand volgens de uitvinding strekken de aan de onderrand van het paneel aangebrachte lip en de aan de bovenrand van het paneel aangebrachte lip zich langs de gehele breedte van het paneel uit.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand overeenkomstig de uitvinding zijn de aan de onderrand van het paneel aangebrachte lip en de aan de bovenrand van het paneel aangebrachte lip ieder voorzien van een geprofileerde, longitudinale insteekrand. De insteekranden bevatten bij voorkeur een schuin oplopend insteekvlak.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand volgens de uitvinding zijn de aan de onderrand van het paneel aangebrachte lip en de aan de bovenrand van het paneel aangebrachte lip aan hun van de insteekranden afgekeerde, longitudinale randen met het paneel verlijmd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand overeenkomstig de uitvinding zijn van de insteekranden afgekeerde, longitudinale randen van de aan de onderrand van het paneel aangebrachte lip en van de aan de bovenrand van het paneel aangebrachte lip langs althans een deel van hun lengte omgezet, waarbij omgezette delen daarvan in uitsparingen in het paneel reiken. Hierdoor wordt de lip stevig aan het paneel verankerd. In een andere voorkeursvariant zijn deze van de insteekranden afgekeerde, longitudinale randen over de gehele lengte van de lippen omgezet, waarbij de longitudinale randen tegen het verticale zijvlak van het paneel aanliggen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand volgens de uitvinding bevatten de klemprofielen van de tweede profielen van de onderlijst en van de bovenlijst ieder een W-vormige dwarsdoorsnede. De klemprofielen strekken zich bijvoorkeur langs de gehele lengte van de tweede profielen uit. In een andere voorkeursvariant bevat het klemprofiel een T-vormige dwarsdoorsnede.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand overeenkomstig de uitvinding zijn benen van de W-vormige dwarsdoorsnede verend uitgevoerd, waarbij longitudinale randen van de benen naar binnen zijn gebogen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand volgens de uitvinding is de wand voorzien van een tussen een horizontale onderstijl en een horizontale bovenstijl daarvan aangebracht deur, waarbij de onderstijl en de bovenstijl ieder ten minste drie, in longitudinale richting zich uitstrekkende, langwerpige profielen met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, waarbij het eerste profiel met een basis van diens U-vormige dwarsdoorsnede op de vloer is bevestigd, waarbij het tweede profiel op het eerste profiel is aangebracht, waarbij bases van de U-vormige dwarsdoorsneden van beide profielen van elkaar zijn afgekeerd, waarbij de onderlijst voorts een tussen het eerste profiel en het tweede profiel daarvan aangebracht derde profiel met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, en waarbij bases van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen van elkaar zijn afgekeerd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wand overeenkomstig de uitvinding bevatten de onderstijl en de bovenstijl van de deur eenzelfde hoogte als de corresponderende stijlen van de rest van de scheidingswand.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij figuur 1 een vooraanzicht van een scheidingswand in een voorkeursvariant volgens de uitvinding laat zien, terwijl figuur 2a een perspectivisch deelaanzicht van een daarin gebruikt glaspaneel biedt en figuur 2b een deelaanzicht in zijaanzicht biedt; figuren 3 en 12 een dwarsdoorsnede weergeven langs de lijnen III-III en XII-XII van figuur 1; figuren 4 tot en met 11 stapsgewijs een montage met onderdelen van de scheidingswand van figuur 3 toont; figuren 13 tot en met 18 corresponderen met figuren 4 tot en met 9, doch betrekking hebben op een montage met deels andere onderdelen van de scheidingswand van figuur 11 weergeeft; en figuur 19 een dwarsdoorsnede toont van twee uitvoeringsvarianten.

In figuur 1 onderscheidt men een scheidingswand 1 ingericht voor het scheiden van een ruimte in een voor personen toegankelijk gebouw, waarbij de scheidingswand 1 voor de eenvoud is opgebouwd uit slechts één deur 2 met aan weerszijden daarvan aangebrachte glaspanelen 3,4. Zoals hierna nog zal worden toegelicht, bevat elk glaspaneel 3,4 een aan diens onderrand 5 aangebrachte lip 6 die zich binnenwaarts uitstrekt (figuur 2). De lip 6 strekt zich langs de gehele breedte van het glaspaneel 3,4 uit en is middels een hechtstrip 7 met het glaspaneel 3,4 verlijmd. Voorts is de lip 6 langs een deel van diens lengte omgezet, waarbij het omgezette deel 8 daarvan in een corresponderend gevormde uitsparing 9 in het glaspaneel 3,4 reikt (figuur 2a). Opgemerkt wordt dat het glaspaneel 3,4 aan diens bovenzijde identiek is uitgevoerd, dat wil zeggen eveneens met een lip 6 die plaatselijk is omgezet, zoals in figuur 3 is weergegeven. Figuur 2b laat zien dat de lip 6 over diens gehele lengte is omgezet en dat de omgezette rand 8 tegen het verticale zijvlak van het glaspaneel 3,4 aanligt.

Onder verwijzing naar figuren 4 tot en met 11 omvat de scheidingswand 1 voorts een aan een vloer 10 te bevestigen horizontale onderstijl 11 (figuren 4, 5 en 6), een aan een plafond 12 te bevestigen horizontale bovenstijl 13 (figuren 7, 8 en 9), waarbij de deur 2 en de glaspanelen 3,4 tussen de onderstijl 11 en de bovenstijl 13 worden gemonteerd.

Zoals in figuren 4, 5 en 6 is weergeven, bevat de onderstijl 11 drie, in longitudinale richting zich uitstrekkende, langwerpige profielen 14, 15, 16 ieder met een U-vormige dwarsdoorsnede. Het eerste profiel 14 wordt met een basis 17 van diens U-vormige dwarsdoorsnede op de vloer 10 bevestigd, waarbij gebruik gemaakt wordt van schroeven 18. Daarna wordt het tweede profiel 15 op het eerste profiel 14 aangebracht, waarbij bases 17,19 van de U-vormige dwarsdoorsneden van beide profielen 14,15 van elkaar zijn afgekeerd (figuur 5). Om te realiseren dat de uiteindelijk te vormen onderstijl 11 waterpas ten opzichte van de vloer 10 wordt gemonteerd, wordt gebruik gemaakt van tussenliggende wigvormige stelblokken 20. De functie daarvan zal nog nader aan de hand van figuur en 11 worden toegelicht. Tenslotte wordt het derde profiel 16 op het tweede profiel 15 aangebracht, waarbij bases 17,21 van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen 14,16 van elkaar zijn afgekeerd (figuur 6). Eventueel wordt gebruikt gemaakt van afstandblokken 22 om de tweede en derde profielen 15,16 op een vooraf bepaalde onderlinge afstand te positioneren.

Zoals getekend in figuur 6, bevat het derde profiel 16 een op diens basis 21 middels schroeven 23 aangebracht verend klemprofiel 24. Het klemprofiel 24 is T-vormig in dwarsdoorsnede, waarbij benen 25 van de T-vorm verend zijn uitgevoerd.

De aan het plafond 12 te bevestigen bovenstijl 13 geschiedt op eenzelfde wijze als het bevestigen van de onderstijl 11 aan de vloer 10, waarbij identieke onderdelen (behalve wigvormige blokken 20 en afstandblokken 22) worden toegepast. Verwezen wordt naar figuren 7 tot en met 9, waarbij corresponderende delen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid. Onderling samenwerkende ribbels in de benen van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste, tweede en derde profielen 14,15,16 voorkomen dat tijdens montage de tweede en derde profielen 15,16 naar beneden vallen (figuren 7,8 en9).

Figuren 10 en 11 zijn doorsneden langs de lijnen X-X en XI-XI van figuren 9 en 6. Waarbij corresponderende delen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid. Indien het eerste profiel 14 met diens basis 17 niet waterpas ten opzichte van het plafond 12 of de vloer 10 zou zijn gepositioneerd en er dus een hoekafwijking α of β zou bestaan, kan met het onderling verschuiven van op elkaar aangebrachte, wigvormige stelblokken 20 worden bewerkstelligd dat het tweede profiel 15 met diens basis 19 wel waterpas ten opzichte van het plafond 12 of de vloer 10 is gepositioneerd.

In figuur 3 is getekend hoe glaspanelen 3,3'; 4,4' aan weerszijden van de onderstijl 11 en de bovenstijl 13 klemmend daaraan worden bevestigd, waarbij de aan de onderranden 5 daarvan aangebrachte lippen 6 tussen de bases 21 van de U-vormige dwarsdoorsneden van de derde profielen 16 en de verende benen 25 van de klemprofielen 24 klemmend zijn aangebracht.

Zoals reeds opgemerkt, corresponderen figuren 13 tot en met 18 met figuren 4 tot en met 9, doch hebben betrekking op een montage met deels andere onderdelen van de scheidingswand van figuur 12 weergeeft. Corresponderende delen zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Zoals getoond, bevat het derde profiel 16 een op diens basis 21 gelast verend klemprofiel 24. Het klemprofiel 24 is W-vormig in dwarsdoorsnede, waarbij benen 25 van de W-vorm verend zijn uitgevoerd. Figuur 12 correspondeert met figuur 3, waarin is te zien hoe glaspanelen 3,3'; 4,4' aan weerszijden van de onderstijl 11 en de bovenstijl 13 klemmend daaraan worden bevestigd, waarbij de aan de onderranden 5 daarvan aangebrachte lippen 6 tussen de bases 21 van de U-vormige dwarsdoorsneden van de derde profielen 16 en de verende benen 25 van de klemprofielen 24 klemmend zijn aangebracht.

Figuur 19 geeft weer een dwarsdoorsnede van twee voorkeursvarianten, waarbij corresponderende delen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid. In de linker variant daarvan kunnen de profielen 14, 15, 16 in en uit elkaar schuiven op een telescopische wijze om hoogteverschillen in de vloer te kunnen compenseren. Benen van het derde profiel 15 omarmen benen van het eerste profiel 14, terwijl benen van het tweede profiel 16 benen van het derde profiel 15 omarmen. In de rechter variant is het derde profiel 15 omgedraaid en geschiedt de omarming, zoals eerder geschetst: benen van het eerste profiel 14 omarmen benen van het derde profiel 15 en benen van het derde profiel 15 omarmen benen van het tweede profiel 16.

De uitvinding beperkt zich niet tot de weergegeven uitvoeringsvormen, doch strekt zich tevens uit tot andere voorkeursvarianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies.

Claims

1. Wand (1) omvattende een aan een plafond (12) te bevestigen horizontale bovenstijl (13), een aan een vloer (10) te bevestigen horizontale onderstijl (11) en ten minste één tussen de bovenstijl (13) en de onderstijl (11) aangebracht paneel (3,3';4,4')/ met het kenmerk dat de onderstijl (11) ten minste drie, in longitudinale richting zich uitstrekkende, langwerpige profielen (14,16) met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, waarbij het eerste profiel (14) met een basis (17) van diens U-vormige dwarsdoorsnede op de vloer (10) is bevestigd, waarbij het tweede profiel (16) op het eerste profiel (14) is aangebracht, waarbij bases (17,21)van de U-vormige dwarsdoorsneden van beide profielen (14,16) van elkaar zijn afgekeerd, waarbij de onderlijst (11) voorts een tussen het eerste profiel (14) en het tweede profiel (16) daarvan aangebracht derde profiel (15) met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat.

2. Wand (1) volgens conclusie 1, waarbij de bovenstijl (13) ten minste drie, in longitudinale richting zich uitstrekkende, langwerpige profielen (14,16) met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, waarbij het eerste profiel (14) met een basis (17) van diens U-vormige dwarsdoorsnede op het plafond (12) is bevestigd, waarbij het tweede profiel (16) op het eerste profiel (14) is aangebracht, waarbij bases (17,21) van de U-vormige dwarsdoorsneden van beide profielen (14,16) van elkaar zijn afgekeerd, waarbij de bovenlijst (11) voorts een tussen het eerste profiel (14) en het tweede profiel (16) daarvan aangebracht derde profiel (15) met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat.

3. Wand (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij bases (17.19) van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen (14,15) van elkaar zijn afgekeerd.

4. Wand (1) volgens conclusie 3, waarbij benen van de U- vormige dwarsdoorsnede van het derde profiel (15) benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het eerste profiel (14) omarmen.

5. Wand (1) volgens conclusie 4, waarbij benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het tweede profiel (16) benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het derde profiel (15) omarmen.

6. Wand (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij bases (17.19) van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen (14,15) naar elkaar zijn toegekeerd.

7. Wand (1) volgens conclusie 6, waarbij benen van de U- vormige dwarsdoorsnede van het eerste profiel (14) benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het derde profiel (15) omarmen.

8. Wand (1) volgens conclusie 7, waarbij benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het derde profiel (15) benen van de U-vormige dwarsdoorsnede van het tweede profiel (16) omarmen.

9. Wand (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de afstand tussen de bases (21,19) van de U-vormige dwarsdoorsneden van de tweede en derde profielen (16,15) verstelbaar is.

10. Wand (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij de afstand tussen de bases (17,19) van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen (14,15) verstelbaar is.

11. Wand (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 10, waarbij de basis (21) van de U-vormige dwarsdoorsnede van het tweede profiel (16) een daarop aangebracht verend klemprofiel (24) bevat, en waarbij het paneel (3,3';4,4') een aan diens onderrand (5) aangebrachte lip )6) bevat die zich binnenwaarts uitstrekt en die tussen de basis (21) van de U-vormige dwarsdoorsnede van het tweede profiel (16) en het verende klemprofiel (24) klemmend is aangebracht teneinde het paneel (3,3';4,4') aan de onderstijl (11) en/of de bovenstijl (13) te bevestigen.

12. Wand (1) volgens conclusie 11, waarbij de aan de onderrand (5) van het paneel (3,3';4,4') aangebrachte lip (6) en de aan de bovenrand (5) van het paneel (3,3';4,4') aangebrachte lip (6) zich langs de gehele breedte van het paneel (3,3';4,4') uitstrekken.

13. Wand (1) volgens conclusie 11 of 12, waarbij de aan de onderrand (5) van het paneel (3,3';4,4') aangebrachte lip (6) en de aan de bovenrand (5) van het paneel (3,3';4,4') aangebrachte lip (6) ieder zijn voorzien van een geprofileerde, longitudinale insteekrand.

14. Wand (1) volgens conclusie 13, waarbij de insteekranden een schuin oplopend insteekvlak bevatten.

15. Wand (1) volgens conclusie 13 of 14, waarbij de aan de onderrand (5) van het paneel (3,3';4,4') aangebrachte lip (6) en de aan de bovenrand (5) van het paneel (3,3'/4, 4') aangebrachte lip (6) aan hun van de insteekranden afgekeerde, longitudinale randen met het paneel (3,3';4,4') zijn verlijmd.

16. Wand (1) volgens conclusie 13, 14 of 15, waarbij van de insteekranden afgekeerde, longitudinale randen van de aan de onderrand (5) van het paneel (3,3';4,4') aangebrachte lip (6) en van de aan de bovenrand (5) van het paneel (3,3'/4, 4') aangebrachte lip (6) langs althans een deel van hun lengte zijn omgezet, en waarbij omgezette delen (8) daarvan in uitsparingen (9) in het paneel (3,3';4,4') reiken.

17. Wand (1) volgens een der voorgaande conclusies 11 tot en met 16, waarbij de klemprofielen (24) van de tweede profielen (16) van de onderlijst (11) en van de bovenlijst (13) ieder een W-vormige dwarsdoorsnede bevatten.

18. Wand (1) volgens een der voorgaande conclusies 11 tot en met 17, waarbij de klemprofielen (24) zich langs de gehele lengte van de tweede profielen (16) uitstrekken.

19. Wand (1) volgens conclusie 17 of 18, waarbij benen (25) van de W-vormige dwarsdoorsnede verend zijn uitgevoerd, en waarbij longitudinale randen van de benen (25) naar binnen zijn gebogen.

20. Wand (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 19, waarbij de wand (1) is voorzien van een tussen een horizontale onderstijl (11) en een horizontale bovenstijl (13) daarvan aangebracht deur (2), waarbij de onderstijl (11) en de bovenstijl (13) ieder ten minste drie, in longitudinale richting zich uitstrekkende, langwerpige profielen (14,16) met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, waarbij het eerste profiel (14) met een basis (17) van diens U-vormige dwarsdoorsnede op de vloer (10) is bevestigd, waarbij het tweede profiel (16) op het eerste profiel (14) is aangebracht, waarbij bases (17,21)van de U-vormige dwarsdoorsneden van beide profielen (14,16) van elkaar zijn afgekeerd, waarbij de onderlijst (11) voorts een tussen het eerste profiel (14) en het tweede profiel (16) daarvan aangebracht derde profiel (15) met een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, en waarbij bases (17,19) van de U-vormige dwarsdoorsneden van de eerste en derde profielen (14,15) van elkaar zijn afgekeerd.

21. Wand (1) volgens conclusie 20, waarbij de onderstijl (11) en de bovenstijl (13) van de deur (2) eenzelfde hoogte bevatten als de corresponderende stijlen (11,13) van de rest van de wand (1).