NL2009163C2 - Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, alsmede samenstel. - Google Patents

Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, alsmede samenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL2009163C2
NL2009163C2 NL2009163A NL2009163A NL2009163C2 NL 2009163 C2 NL2009163 C2 NL 2009163C2 NL 2009163 A NL2009163 A NL 2009163A NL 2009163 A NL2009163 A NL 2009163A NL 2009163 C2 NL2009163 C2 NL 2009163C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plug
blocking element
blocking
head
bores
Prior art date
Application number
NL2009163A
Other languages
English (en)
Inventor
Bartholomeus Maria Beune
Original Assignee
Bartholomeus Maria Beune
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bartholomeus Maria Beune filed Critical Bartholomeus Maria Beune
Priority to NL2009163A priority Critical patent/NL2009163C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2009163C2 publication Critical patent/NL2009163C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G17/00Coffins; Funeral wrappings; Funeral urns
    • A61G17/007Coffins; Funeral wrappings; Funeral urns characterised by the construction material used, e.g. biodegradable material; Use of several materials
    • A61G17/0106Wood
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G17/00Coffins; Funeral wrappings; Funeral urns
    • A61G17/02Coffin closures; Packings therefor
    • A61G17/028Swinging closures
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G2203/00General characteristics of devices
    • A61G2203/70General characteristics of devices with special adaptations, e.g. for safety or comfort
    • A61G2203/90General characteristics of devices with special adaptations, e.g. for safety or comfort biodegradable
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B13/00Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose
    • F16B13/12Separate metal or non-separate or non-metal dowel sleeves fastened by inserting the screw, nail or the like
    • F16B13/126Separate metal or non-separate or non-metal dowel sleeves fastened by inserting the screw, nail or the like fastened by inserting an unthreaded element, e.g. pin or nail
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B19/00Bolts without screw-thread; Pins, including deformable elements; Rivets
    • F16B19/04Rivets; Spigots or the like fastened by riveting
    • F16B19/08Hollow rivets; Multi-part rivets
    • F16B19/10Hollow rivets; Multi-part rivets fastened by expanding mechanically
    • F16B19/1027Multi-part rivets
    • F16B19/1036Blind rivets
    • F16B19/1081Blind rivets fastened by a drive-pin
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B21/00Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings
    • F16B21/02Releasable fastening devices locking by rotation

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

P98770NL00
Titel: Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, alsmede samenstel
De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, omvattende een kist met een bodem, zijwanden en een deksel, met bevestigingsmiddelen om de deksel aan ten minste een van de zijwanden te bevestigen.
5 Een dergelijk systeem is uit de praktijk bekend. In het bijzonder worden schroefmiddelen toegepast, om de deksel aan de kist te bevestigen.
Aan nabestaanden van de overledene kan de mogelijkheid worden geboden, de sluiting van de kist zelf te bewerkstelligen. Daarnaast kan de plechtige taak van de sluiting door de uitvaartondernemer worden 10 uitgevoerd, bijvoorbeeld in aanwezigheid van de nabestaanden.
Het vastschroeven van de deksel is echter een relatief lastige en tijdrovende taak. Verder blijkt het lastig te zijn om de deksel vast te maken zonder daarbij de zijwand van de kist te beschadigen. Een gewenst plechtig karakter kan voorts worden verstoord indien elektrisch gereedschap 15 noodzakelijk is om het vastschroeven te bewerkstelligen.
De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemde problemen op te heffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een systeem waarbij een gebruiker (bijvoorbeeld nabestaanden of de uitvaartondernemer) een lijkkist plechtig en efficiënt, met relatief weinig moeite, kan sluiten, waarbij 20 beschadiging aan de kist kan worden voorkomen.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een systeem dat wordt gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1.
Volgens een aspect van de uitvinding omvatten de bevestigingsmiddelen: 25 -in een bovenzijde van in de ten minste ene zijwand aangebrachte eerste boringen; 2 -in de deksel aangebrachte tweede boringen, welke op de genoemde eerste boringen zijn na sluiting van de deksel; -blokkeerelementen welke in de op elkaar uitgelijnde boringen brengbaar zijn, en naar een blokkeerstand brengbaar zijn om de deksel aan 5 de ten minste ene zijwand te koppelen.
Op deze manier kunnen bijvoorbeeld nabestaanden zelf de sluiting van de kist op relatief eenvoudige manier uitvoeren. Toepassing van schroefmiddelen voor het bevestigen van de deksel aan de zijwand van de kist wordt vermeden. Door toepassing van genoemde boringen kan 10 beschadiging eveneens goed worden tegengegaan.
Volgens een nadere uitwerking is de ten minste ene zijwand van samengeperst materiaal vervaardigd, bijvoorbeeld een wand van samengeperst vezelmateriaal, natuurlijk afbreekbaar materiaal, spaanplaat of MDF (medium density fibre board). Het blijkt dat de uitvinding in het 15 bijzonder gunstig is voor toepassing bij kisten die uit dergelijk, relatief zwak, materiaal zijn vervaardigd, aangezien juist dergelijk materiaal relatief gemakkelijk kan splijten tijdens het toepassen van de bekende schroefmiddelen.
Ook bij toepassing van massief materiaal (bijvoorbeeld hardhout, 20 eiken) kan de uitvinding met voordeel worden toegepast; aangezien geen schroefmiddelen worden toegepast, is het gevaar van afbreken van de schroef tijdens indraaien vermeden.
Volgens een nadere uitwerking zijn de bevestigingsmiddelen voorzien van in de boringen van de ten minste ene zijwand aan te brengen 25 pluggen, welke zijn ingericht voor het ontvangen van de blokkeerelementen. Het is dan extra voordelig wanneer de pluggen elk zijn ingericht om een genoemd blokkeerelement tijdens inbrengen in hoofdzaak rotatieloos in axiale richting door een respectieve plugdoorgang te geleiden, naar een ingebrachte stand, wanneer het blokkeerelement zich ten opzichte van de 30 plug in een eerste rotatiestand bevindt. Het zich in de plug ingebrachte 3 stand bevindende blokkeerelement kan in het bijzonder vanuit de eerste rotatiestand naar een tweede rotatiestand ten opzichte van de plug brengbaar zijn, waarbij de plug en het blokkeerelement zijn ingericht om samen te werken om ten minste een deel van de plug naar buiten te 5 drukken (i.e. uit te zetten) tijdens het naar de een tweede rotatiestand brengen van het blokkeerelement. Zo kan een gebruiker het blokkeerelement simpelweg naar de blokkeerstand (zijnde de tweede rotatiestand) draaien, bijvoorbeeld over een hoek van 90° om dekselblokkering te bewerkstelligen. Bij genoemde dekselblokkering wordt 10 de, door het blokkeerelement uitgezette plug in een respectieve doorgang in de zijwand van de kist vastgeklemd. Opgemerkt wordt hierbij dat de klemkracht groot kan zijn, maar dat is niet noodzakelijk. Een relatief kleine klemkracht, per plug op de kistwand, is reeds voldoende om de deksel in een gesloten stand op de kist te houden, bijvoorbeeld voor transportdoeleinden. 15 Dit is met name voordelig indien een eerder genoemd relatief zwak wandmateriaal (bijvoorbeeld MDF of spaanplaat) wordt toegepast.
Volgens een extra voordelige, gebruikersvriendelijke nadere uitwerking kunnen de pluggen elk zijn voorzien van een plugkop met een doorgang voor ontvangst van een blokkeerelement, waarbij de plugkop is 20 ingericht om informatie te leveren betreffende het inbrengen en/of een beoogde rotatiestand van het blokkeerelement.
Elke plug kan bijvoorbeeld zijn voorzien van twee veerkrachtige plugbenen welke zich vanaf een plugkop tegen over elkaar langs een centrale doorgang uitstrekken, waarbij een lengte van de plugkop verschilt 25 van een breedte van de plugkop, gezien in een bovenaanzicht van de kop, om een indicatie te geven van de positionering van de plugbenen ten opzicht van de kop.
Genoemde blokkeerelementen kunnen bijvoorbeeld elk een langwerpige steel omvatten, met aan of nabij een distaai einde van de steel 30 een of meer zich zijwaarts uitstrekkende blokkeernokken. Bij voorkeur is 4 het systeem modulair, waarbij verschillende bedieningselementen beschikbaar zijn om een de steel te worden gekoppeld, voor het bedienen van de steel.
Verder biedt een aspect van de uitvinding een samenstel dat wordt 5 gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 11. Het samenstel kan met groot voordeel worden toegepast om een deksel aan een lijkkist te koppelen, maar is ook toepasbaar om andere elementen aan elkaar te koppelen.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. De uitvinding zal thans nadere worden toegelicht aan de 10 hand van een niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont:
Fig. 1 een zijaanzicht van een plug volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding;
Fig. 2 een vooraanzicht van de in Fig. 1 getoonde plug; 15 Fig. 3 een bovenaanzicht van de in Fig. 1 getoonde plug;
Fig. 4 een onderaanzicht van de in Fig. 1 getoonde plug;
Fig. 5 een zijaanzicht van een blokkeerelement volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding;
Fig. 6 een vooraanzicht van het in Fig. 5 getoonde element; 20 Fig. 7 een bovenaanzicht van het in Fig. 5 getoonde element;
Fig. 8 een onderaanzicht van het in Fig. 5 getoonde element;
Fig. 9 schematisch een bovenaanzicht van een lijkkist met deksel bij een eerste sluitstap;
Fig. 10 schematisch een bovenaanzicht van de lijkkist tijdens een 25 tweede sluitstap; en
Fig. 11 schematisch een bovenaanzicht van de lijkkist met deksel, tijdens een derde sluitstap.
Gelijke of overeenkomstige maatregelen worden in deze aanvrage met gelijke of overeenkomstige verwijzingstekens aangeduid.
5
Figuren 1-8 tonen een samenstel van een plug 3 en een blokkeerelement 4; de elementen 3, 4 van het samenstel zijn in een uiteengenomen toestand weergegeven. Een dergelijk samenstel 3, 4 kan volgens een aspect van de uitvinding met groot voordeel worden toegepast 5 om een sluiting van een lijkkist 1 te bewerkstellingen, hetgeen in Figuren 9-11 wordt getoond. Het samenstel 3, 4 is ook toepasbaar om andere elementen aan elkaar te koppelen. Het samenstel 3, 4 is in het bijzonder geschikt voor toepassing bij aan elkaar te koppelen elementen, waarvan ten minste een de-plug-ontvangend element is vervaardigd van een relatief 10 zwak en/of gemakkelijk scheurbaar of breekbaar materiaal, bijvoorbeeld samengeperst materiaal is vervaardigd, bijvoorbeeld een element van samengeperst vezelmateriaal, natuurlijk afbreekbaar materiaal, spaanplaat of MDF (medium density fibre board).
De onderhavige plug 3 is ingericht voor het vanuit de onderling 15 uiteengenomen uitgangspositie ontvangen van het blokkeerelement 4. De plug 3 is ingericht om het blokkeerelement 4, tijdens inbrengen daarvan, in hoofdzaak rotatieloos in axiale richting door een respectieve plugdoorgang 3b, 3f te geleiden, naar een ingebrachte stand, wanneer het blokkeerelement 4 zich ten opzichte van de plug in een eerste rotatiestand bevindt. In het 20 bijzonder vormt de plug daarbij een geleide-element, voor rotatieloze axiale geleiding van het blokkeerlement. Bij voorkeur bevindt een distaai einde E2 van het blokkeerelement 4 zich, na het inbrengen, bij of nabij een distaai einde van de plug El. De door de plug 3 bewerkstelligde geleiding is in het bijzonder zodanig, dat het blokkeerelement 4 met relatief weinig kracht, 25 bijvoorbeeld slechts of in hoofdzaak onder invloed van het eigen gewicht, i.e. de zwaartekracht, de plug 3 in kan zakken (in het bijzonder bij een verticale positionering van de elementen 3, 4).
Verder kan de plug 3 zodanig zijn ingericht, dat de plug 3 niet toestaat dat het blokkeerelement 4 vanuit een uiteengenomen 30 uitgangspositie in een ten opzichte van een genoemde eerste rotatiestand 6 om een langsas gedraaide stand in de plug 3 wordt aangebracht. In het voorbeeld is een insteekopening 3b van een kop 3c van de plug in het bijzonder zodanig gevormd, dat de opening 3b passage van de in het onderstaande beschreven blokkeernokken 4b van het blokkeerelement 4 5 voorkomt, indien het blokkeerelement zich niet in een eerste rotatiestand bevindt. De insteekopening 3b van de plugkop 3c staat passage van de in blokkeernokken 4b van het blokkeerelement 4 toe, indien het blokkeerelement zich wel in een eerste rotatiestand bevindt.
Ook een zich onder de plugkop 3c uitstekend deel (benen 3a, in dit 10 voorbeeld) van de plug kan met het blokkeerelement 4 samenwerken, om dat element te geleiden tijdens het in axiale richting de plug 3 inschuiven van het element 4. Zo kan het zich onder de plugkop uitstekend plugdeel zijn voorzien van langsspleten 3h om genoemde blokkeernokken 4b te geleiden tijdens de insteekbeweging.
15 Zoals uit de tekening volgt, is de insteekopening 3b in het bijzonder zodanig gevormd, dat het wordt begrensd door twee paar zich tegenover elkaar uitstrekkende U-vormige binnenranden van de kop 3c. Het ene paar zich tegenover elkaar uitstrekkende binnenranden U1 volgen in dit voorbeeld hetzelfde virtuele cirkelvormige cilinderoppervlak, met een eerste 20 straal Sl. De binnenranden U2 van het tweede paar volgen in dit voorbeeld elk een eigen virtuele cirkelvormige cilinderoppervlak, met een tweede straal S2 die kleiner is dan genoemde eerste straal Sl. De binnenranden UI van het ene paar zijn in dit voorbeeld onderling spiegelsymmetrisch ten opzichte van een middenloodvlak V van de plug 3. De binnenranden U2 van 25 het ene paar zijn in dit voorbeeld elk op zichzelf spiegelsymmetrisch ten opzichte van het middenloodvlak V van de plug 3.
Wanneer het blokkeerelement 4 in de plug 3 is ingebracht (en zich in een ingebrachte stand bevindt, zoals de elementen 4 in Fig. 11) is het blokkeerelement 4 is vanuit de eerste rotatiestand naar een tweede 30 rotatiestand ten opzichte van de plug 3 brengbaar (een dergelijke rotatie is 7 in Fig. 11 met pijl R aangegeven; het is een rotatie ten opzicht van een langsas van het blokkeerelement 4).
De plug 3 en het blokkeerelement 4 zijn ingericht om samen te werken om ten minste een deel van de plug 3 uit te zetten tijdens het naar 5 de een tweede rotatiestand brengen van het blokkeerelement. 4. In het bijzonder zijn blokkeerelement 4 en plug 3 zodanig ingericht, dat het blokkeerelement -na inbrengen- vanuit de eerste rotatiestand over een hoek van 90° ten opzichte van de plug 3 draaibaar is, om de tweede (plug-uitzettende) rotatiestand te bereiken.
10 In het voorbeeld is de plug 3 voorzien van een genoemde plugkop 3c met een doorgang 3b, 3f voor ontvangst van een blokkeerelement 4. De doorgang wordt gevormd door de insteekopening 3b in de kop 3c, en een zich daaronder uitstrekkende (en daarop uitgelijnde) doorgang, of geleidingskanaal, 3f tussen plugbenen 3a.
15 De plugkop 3c is in het bijzonder ingericht om informatie te leveren betreffende het inbrengen en/of een beoogde rotatiestand van het blokkeerelement 4. Hiertoe kan een lengte van de plugkop 3c verschillen van een breedte van de plugkop 3b, gezien in een bovenaanzicht van de kop, zoals in het uitvoeringsvoorbeeld (zie Fig. 3). Ook de vorm van de 20 insteekopening 3b dan dergelijke informatie leveren.
De plug 3 kan van verschillende materialen zijn vervaardigd, bijvoorbeeld van kunststof, in het bijzonder van een enigszins veerkrachtige kunststof.
De onderhavige plug 3 is voorzien van twee veerkrachtige 25 plugbenen 3a welke zich vanaf een plugkop 3c tegen over elkaar langs een centraal geleidingskanaal 3f uitstrekken. In dit voorbeeld zijn de twee plugbenen onderling spiegelsymmetrisch ten opzichte van het genoemde middenloodvlak V van de plug 3. Een langsspleet 3h strekt zich uit tussen elk paar naar elkaar toegekeerde langsranden van de benen 3a (en centraal 30 langs het genoemde middenloodvlak V). Zoals uit de tekening volgt verschilt 8 een lengte van de plugkop 3c van een breedte van de plugkop, gezien in een bovenaanzicht van de kop, ook om een indicatie te geven van de positionering van de plugbenen 3a ten opzicht van de kop 3c.
Figuur 2 geeft met pijlen Q tijdens gebruik door het 5 blokkeerelement 4 bewerkstelligde uitzetbewegingen van de plugbenen 3a aan, te weten buigingen met een spreiding van de distale einden van de benen 3a.
Volgens een nadere uitwerking zijn buitenzijden van de benen 3a van de plug 3 voorzien van wrijvingsverhogende middelen, om in een 10 genoemde boring (op de boring omgevend materiaal) aan te grijpen. De wrijvingsverhogende middelen kunnen bijvoorbeeld zijwaarts (i.e. in radiale richting ten opzichte van een centrale as van de plug 3) uitstekende haakmiddelen of ribben 3e omvatten, hetgeen de vakman duidelijk zal zijn.
Het blokkeerelement 4 kan van verschillende materialen zijn 15 vervaardigd, bijvoorbeeld metaal, een legering, staal, kunststof, of dergelijke.
Het blokkeerelement 4 omvat een langwerpige steel 4a. De steel 4a is langer dan een lengte van de bijbehorende, radiaal naar buiten te drukken plug 5. Een verschil in lengte is in het bijzonder beschikbaar voor 20 het overbruggen van de dikte van een te koppelen element (in het in Figuren 9-11 getoonde voorbeeld een dikte van de deksel 2).
De steel 4a omvat aan of nabij een distaai einde van de steel 4a een verbreed deel, in het bijzonder twee zich in tegenovergestelde richtingen, zijwaarts, uitstrekkende blokkeernokken 4b. De positionering van de 25 nokken 4b is zodanig, dat deze nokken 4b zich bij of nabij het distale einde El van de plug 3 bevinden, en in de plug, tussen de benen 3a, wanneer het blokkeerelement in de ingebrachte stand is gebracht. Verder zijn de blokkeernokken 4b ingericht om een hierboven beschreven plug-uitzetting (pijlen Q in Fig. 2) te bewerkstelligen wanneer het blokkeerelement 4, na 30 inbrenging, naar de genoemde tweede rotatiestand wordt gebracht.
9
In dit voorbeeld is de langwerpige steel 4a op zichzelf cirkelcilindervormig, met een diameter W welke kleiner is dan twee maal een genoemde eerste straal Sl van de insteekopening van de plug 3. Bij voorkeur is de diameter W van de steel 4a zodanig, dat de steel met relatief 5 weinig speling door de insteekopening 3b van de plug 3 verplaatsbaar is tijdens het inbrengen van het blokkeerelement 4.
Volgens een nadere uitwerking zijn de plugbenen 3a aan een binnenzijde voorzien van locale inkepingen 3g, om de blokkeernokken 4b te ontvangen en in positie te houden, wanneer het blokkeerelement 4, na 10 inbrenging, naar de genoemde tweede rotatiestand is gebracht. De radiale afmeting van elk van deze inkepingen 3g is zodanig, dat de zich daarin reikende blokkeernok 4b tijdens gebruik een genoemde pluguitzetting bewerkstellingen (i.e. door het betreffende 3a radiaal naar buiten te drukken).
15 Zoals Figuren 1, 4 verder tonen, kan een onderzijde van de plugkop 3c zijn voorzien van wrijvingsverhogende middelen, bijvoorbeeld al dan niet driehoekige snijdvinnen 3d, om met extra wrijving op en/of in een te koppelen element (bijvoorbeeld kistzijwand lb) aan te grijpen.
Een proximaal einde van de steel 4a kan zijn voorzien van een 20 bedieningselement 4c. Volgens een nadere uitwerking is het bedieningselement 4c losmaakbaar aan de steel gekoppeld, bijvoorbeeld via een losneembaar koppelstuk 4d. Een dergelijk koppelstuk 4d kan bijvoorbeeld binnenschroefdraad omvatten, waarbij de steel 4a kan zijn voorzien van buitenschroefdraad om met genoemd binnenschroefdraad 25 samen te werken voor het leveren van een losmaakbare verbinding. In het bijzonder kan het bedieningselement lc vervangbaar zijn door een ander bedieningselement, bijvoorbeeld door een tweede bedieningselement dat een andere vormgeving en/of andere afmetingen heeft dan het getoonde -eerste-bedieningselement 4c.
10
Alternatief kan het bedieningselement vast aan de steel zijn gekoppeld, bijvoorbeeld via omspuiting of klemming.
Het getoonde samenstel kan met groot voordeel worden toegepast voor het snel en efficiënt, op gebruikersvriendelijke en in het bijzonder 5 plechtige wijze, sluiten van een lijkkist 1. Hiertoe zij gewezen op figuren 9-11, waarin een dergelijke sluiting wordt getoond.
Figuren 9-11 tonen een systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, omvattende een kist 1 met een bodem la, zijwanden lb en een deksel 2. De bodem la en zijwanden lb bepalen een 10 kistbinnenruimte om de persoon te ontvangen, bijvoorbeeld voor begrafenis of crematie.
Bevestigingsmiddelen 3, 4 zijn voorzien om de deksel 2 aan ten minste een van de zijwanden lb (in dit voorbeeld aan twee zich tegen over elkaar uitstrekkende langswanden) te bevestigen.
15 Volgens een nadere uitwerking zijn althans de zijwanden van de lijkkist 1 van samengeperst materiaal vervaardigd, bijvoorbeeld van samengeperst vezelmateriaal, natuurlijk afbreekbaar materiaal, spaanplaat of MDF (medium density fibre board).
De bevestigingsmiddelen omvatten in de bovenzijde lc van in de 20 respectieve zijwanden lb aangebrachte eerste boringen B, almede in de deksel aangebrachte tweede boringen D, welke op de genoemde eerste boringen B zijn uitgelijnd na sluiting (i.e. een de kist afsluitende positionering) van de deksel 2.
Verder omvattend de bevestigingsmiddelen blokkeerelementen 4 25 welke in de op elkaar uitgelijnde boringen B, D brengbaar zijn, en naar een blokkeerstand brengbaar, om de deksel aan de ten minste ene zijwand te koppelen. De bevestigingsmiddelen zijn voorts voorzien van in de boringen D van de zijwanden aan te brengen pluggen 3, welke zijn ingericht voor het ontvangen van de blokkeerelementen 4. Een voordelige uitvoering van de 11 plug 3 en het blokkeerelement is hierboven beschreven onder verwijzing naar figuren 1-8.
Figuur 9 toont een eerste stap van het gebruik van het systeem, waarbij de kist 1 met deksel 2 wordt verschaft, welke kist en deksel zijn 5 voorzien van genoemde boringen B, D.
Figuur 10 toont een tweede stap, waarbij de pluggen 3 in de boringen van de zijwanden lb zijn aangebracht. De pluggen 3 kunnen met weinig of geen speling in de boringen B reiken, en vandaar op de zijwanden lb aangrijpen. Vervolgens kan de deksel 2 op de bovenzijde van de kist 1 10 worden gelegd, met de dekselboringen D uitgelijnd op de zich in de zijwanden bevindende boringen en pluggen 3.
Figuur 11 toont een volgende stap, waarbij de blokkeerelementen 4 via de dekselboringen D in de pluggen 3 zijn aangebracht. Het aanbrengen van de elementen 4 kan op relatief eenvoudige wijze worden uitgevoerd, 15 door de elementen een lineaire, niet-roterende beweging te laten maken, al dan niet onder een licht drukkracht met de hand, de pluggen 3. Tijdens deze beweging worden de benen 3a van de pluggen nog niet zijwaarts uitgezet.
De blokkeerelementen 4 bevinden zich tijdens het inbrengen in een eerste rotatiestand (waarbij de blokkeernokken 4b zijn gepositioneerd om te 20 worden doorsneden door het genoedme middenloodvlak V van de respectieve plug 3).
Enkele van de blokkeerelementen bevinden zich in Fig. 11 nog in een eerste, niet blokkerende rotatiestand. Andere blokkeerelementen 4 zijn reeds naar de tweede, de plug 3 uitzettende rotatiestand gedraaid, in welk 25 geval de distale einden El van de plugbenen 3a door de nokken 4b van de respectieve blokkeerelementen 4 tegen de zijwand lb worden aangedrukt (en zo een plugklemming in de zijwand lb teweeg brengen). Een dergelijke draaiing, over een hoek van 90° is met een pijl R in de tekening aangegeven. Wanneer alle, de pluggen 3 inreikende blokkeerelementen 4 naar de tweede 30 rotatiestand (i.e. de blokkeerstand) zijn gebracht, wordt de deksel 1 12 voldoende aan de zijwanden van de kist geborgd, bijvoorbeeld voor transport.
Voor de vakman zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn mogelijk 5 binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.

Claims (15)

1. Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, omvattende een kist (1) met een bodem (la), zijwanden (lb) en een deksel (2), met bevestigingsmiddelen (3, 4) om de deksel (2) aan ten minste een van de zijwanden (lb) te bevestigen, met het kenmerk, dat de 5 bevestigingsmiddelen omvatten: -in een bovenzijde (lc) van in de ten minste ene zijwand aangebrachte eerste boringen (B); -in de deksel aangebrachte tweede boringen (D), welke op de genoemde eerste boringen (B) zijn uitgelijnd na sluiting van de deksel (2); 10 -blokkeerelementen (4) welke in de op elkaar uitgelijnde boringen (B, D) brengbaar zijn, en naar een blokkeerstand brengbaar zijn om de deksel aan de ten minste ene zijwand te koppelen.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de ten minste ene zijwand (lb) van samengeperst materiaal is vervaardigd, bijvoorbeeld een wand van 15 samengeperst vezelmateriaal, natuurlijk afbreekbaar materiaal, spaanplaat of MDF (medium density fibre board).
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bevestigingsmiddelen zijn voorzien van in de boringen van de ten minste ene zijwand aan te brengen pluggen (3), welke zijn ingericht voor het ontvangen van de 20 blokkeerelementen (4).
4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij de pluggen (3) elk zijn ingericht om een genoemd blokkeerelement (4) tijdens inbrengen in hoofdzaak rotatieloos in axiale richting door een respectieve plugdoorgang (3b, 3f) te geleiden, naar een ingebrachte stand, wanneer het 25 blokkeerelement (4) zich ten opzichte van de plug in een eerste rotatiestand bevindt.
5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij het zich in de plug (3) ingebrachte stand bevindende blokkeerelement (4) vanuit de eerste rotatiestand naar een tweede rotatiestand ten opzichte van de plug (3) brengbaar is, waarbij de plug (3) en het blokkeerelement zijn ingericht om 5 samen te werken om ten minste een deel van de plug (3) naar buiten te drukken tijdens het naar de een tweede rotatiestand brengen van het blokkeerelement (4).
6. Systeem volgens een van de conclusies 4-5, waarbij de pluggen elk (3) zijn voorzien van een plugkop (3c) met een doorgang (3b) voor ontvangst 10 van een blokkeerelement (4), waarbij de plugkop (3c) is ingericht om informatie te leveren betreffende het inbrengen en/of een beoogde rotatiestand van het blokkeerelement (4).
7. Systeem volgens een der conclusies 3-6, waarbij elke plug is voorzien van twee veerkrachtige plugbenen (3a) welke zich vanaf een 15 plugkop (3c) tegen over elkaar langs een centrale doorgang (3f) uitstrekken, waarbij een lengte van de plugkop verschilt van een breedte van de plugkop, gezien in een bovenaanzicht van de kop, om een indicatie te geven van de positionering van de plugbenen (3a) ten opzicht van de kop.
8. Systeem volgens een der conclusies 3-7, waarbij genoemde 20 blokkeerelementen (4) elk een langwerpige steel (4a) omvatten, met aan of nabij een distaai einde van de steel (4a) een of meer zich zijwaarts uitstrekkende blokkeernokken (4b).
9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij een proximaal einde van de steel is voorzien van een bedieningselement (4c).
10. Systeem volgens conclusie 9, waarbij het bedieningselement (4c) losmaakbaar aan de steel is gekoppeld, in het bijzonder om door een ander bedieningselement te worden vervangen.
11. Samenstel omvattende een plug en een blokkeerelement van een systeem volgens een der conclusies 3-10, waarbij de plug (3) is ingericht voor 30 het vanuit een uiteengenomen uitgangspositie ontvangen van het blokkeerelement (4), waarbij de plug (3) is ingericht om het blokkeerelement (4) tijdens inbrengen in hoofdzaak rotatieloos in axiale richting door een respectieve plugdoorgang (3b, 3f) te geleiden, naar een ingebrachte stand, wanneer het blokkeerelement (4) zich ten opzichte van de plug in een eerste 5 rotatiestand bevindt.
12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij het zich in de plug (3) ingebrachte stand bevindende blokkeerelement (4) vanuit de eerste rotatiestand naar een tweede rotatiestand ten opzichte van de plug (3) brengbaar is, waarbij de plug (3) en het blokkeerelement zijn ingericht om 10 samen te werken om ten minste een deel van de plug (3) uit te zetten tijdens het naar de een tweede rotatiestand brengen van het blokkeerelement (4).
13. Samenstel volgens een van de conclusies 11-12, waarbij de plug elk (3) is voorzien van een plugkop (3c) met een doorgang (3b) voor ontvangst van een blokkeerelement (4), waarbij de plugkop (3c) is ingericht om 15 informatie te leveren betreffende het inbrengen en/of een beoogde rotatiestand van het blokkeerelement (4).
14. Samenstel volgens een der conclusies 11-13, waarbij de plug is voorzien van twee veerkrachtige plugbenen (3a) welke zich vanaf een plugkop (3c) tegen over elkaar langs een centrale doorgang (3f) uitstrekken, 20 waarbij een lengte van de plugkop verschilt van een breedte van de plugkop, gezien in een bovenaanzicht van de kop, om een indicatie te geven van de positionering van de plugbenen (3a) ten opzicht van de kop.
15. Samenstel volgens een der conclusies 11-14, waarbij genoemde blokkeerelementen (4) elk een langwerpige steel (4a) omvatten, met aan of 25 nabij een distaai einde van de steel (4a) een of meer zich zijwaarts uitstrekkende blokkeernokken (4b).
NL2009163A 2012-07-10 2012-07-10 Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, alsmede samenstel. NL2009163C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009163A NL2009163C2 (nl) 2012-07-10 2012-07-10 Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, alsmede samenstel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009163 2012-07-10
NL2009163A NL2009163C2 (nl) 2012-07-10 2012-07-10 Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, alsmede samenstel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2009163C2 true NL2009163C2 (nl) 2014-01-13

Family

ID=47324326

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2009163A NL2009163C2 (nl) 2012-07-10 2012-07-10 Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, alsmede samenstel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2009163C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191003244A (en) * 1910-02-10 1910-07-07 George Albert Firth A New or Improved Fastener for Coffin Lids or the like.
GB190925062A (en) * 1909-11-01 1910-11-01 Henry Mostyn Darrah Improvements in Means for Securing Coffin Lids and the like.
DE1230969B (de) * 1965-03-16 1966-12-22 Gustav Michel Fa Loesbarer Sargverschluss
AT285907B (de) * 1968-01-18 1970-11-25 Langensiepen Kg M Dübel
EP0686779A2 (en) * 1994-05-13 1995-12-13 Franco Ferrari Fastening element for hardware parts and hinge embodying such elements

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190925062A (en) * 1909-11-01 1910-11-01 Henry Mostyn Darrah Improvements in Means for Securing Coffin Lids and the like.
GB191003244A (en) * 1910-02-10 1910-07-07 George Albert Firth A New or Improved Fastener for Coffin Lids or the like.
DE1230969B (de) * 1965-03-16 1966-12-22 Gustav Michel Fa Loesbarer Sargverschluss
AT285907B (de) * 1968-01-18 1970-11-25 Langensiepen Kg M Dübel
EP0686779A2 (en) * 1994-05-13 1995-12-13 Franco Ferrari Fastening element for hardware parts and hinge embodying such elements

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9874055B1 (en) Apparatus having frame separate from gate
KR102152511B1 (ko) 클립 락 체결구 및 체결 시스템
JP4428577B2 (ja) 結合装置
US7264213B2 (en) Hanging device for tool
USD823013S1 (en) Bench
ES2659338T3 (es) Abrazadera liberable para una estructura desmontable
US9435144B2 (en) Locking device for product display hooks, showcases, cabinets, fixtures, and casework
US20170297215A1 (en) Food Cutting Assembly
FR2832472A3 (fr) Element de retenue
EP3838784B1 (fr) Panneau de construction, kit associe et objet modulable associe
NL2009163C2 (nl) Systeem voor het ontvangen van een overleden persoon, alsmede samenstel.
US20160150916A1 (en) Cutting Board
USD830433S1 (en) Tool stand
CA3063046A1 (en) Core drill guide apparatus and method
USD873709S1 (en) Self-balancing transportation device
KR20100036797A (ko) 서랍형 포장 박스
US1311618A (en) Tobacco-extractor
JP2017218167A (ja) 組み立てボックス
JP2007186219A (ja) 備品収納部付組立て紙箱
FR2703288A1 (fr) Porte-outil universel notamment pour la mise en place d'organes de fixation dans des supports difficilement accessibles.
US20180360223A1 (en) Coupling Assembly
FR2778634A1 (fr) Dispositif d'extraction et de mise en valeur d'un produit conditionne et conditionnement constitue d'une boite contenant un tel dispositif
JP6953319B2 (ja) フラップ付包装箱
WO2012129598A1 (en) Connector
EP1450218B1 (fr) Procédé et dispositif de fixation d'un calibre sur un cercle d'emboîtage