NL2009051C2 - Systeem voor het verzamelen van afval, alsmede container daarvoor. - Google Patents

Description

Systeem voor het verzamelen van afval, alsmede container daarvoor

De uitvinding heeft betrekking op het verzamelen van afval. Op dit gebied zijn reeds verschillende typen systemen voorgesteld. Bekend zijn systemen waarbij het 5 afval wordt verzameld in verrijdbare containers, die in verband met ledigen moeten worden opgenomen en ondersteboven gekanteld om het afval in een compartiment van een afvalwagen te deponeren. Een dergelijke wijze van afvalverzameling kan bijvoorbeeld worden toegepast bij bebouwing die uit hoofdzakelijk laagbouw bestaat, zoals eengezinswoningen. Verder zijn vaste houders bekend die bovengronds of 10 ondergronds kunnen zijn opgesteld. De houders bezitten gewoonlijk een inwerpsluis via welk zakken afval kunnen worden ingeworpen. Dit laatste type afvalsystemen komt vaak voor bij hoogbouw, waar minder goed gebruik gemaakt kan worden van verrijdbare containers.

Beide wijzen van afvalverzameling bezitten bepaalde voordelen. Zo is het 15 verzamelen van afval in verrijdbare containers hygiënisch, terwijl het aanbieden van het afval eenvoudig kan geschieden door de container te verrijden. Het verzamelen van afval in kunststof zakken die direct in een vaste houder kunnen worden gedeponeerd, heeft eveneens het voordeel van een grote flexibiliteit en een goede hygiëne. Er kleven echter ook nadelen aan deze wijzen van afvalverzameling. Het nadeel van het eerste 20 systeem van afvalverzameling waarbij verrijdbare containers worden toegepast, is dat alle containers afzonderlijk moeten worden behandeld. Dit is tijdrovend, en gaat gepaard met vrij zware lichamelijke arbeid van het personeel van de afvalwagen. Het nadeel van het tweede type van afvalverzameling is dat de gebruikte hoeveelheid kunststof zakken relatief groot is. Vanuit milieuoogpunt is dat minder gewenst.

25 Uit US-A-5228591 is een systeem voor het verzamelen van afval bekend, omvattende tenminste een container voorzien van een opneemopening voor het inwerpen van afval, een bodem die overbrengbaar is tussen een gesloten positie en een geopende positie waarin afval uit de container afvoerbaar is Verder is een voertuig voorzien dat opstelmiddelen heeft ten opzichte waarvan een container opstelbaar is. In 30 het voertuig kan afval worden verzameld dat afkomstig is van een container die op het voertuig is geplaatst. Verder is er een bediening voor het vrijgeven respectievelijk sluiten van de bodem van een met de opstelmiddelen in samenwerking gebrachte container.

2

Dit bekende systeem heeft het nadeel dat alle containers wederom elk apart moeten worden behandeld door middel van een speciaal voertuig, waarin het afval moet worden opgenomen. Uit US-A-4358238 is een systeem voor het verzamelen van afval, omvattende tenminste een container waarin afval opneembaar is, welke container 5 een containedichaam omvat, aan de onderzijde van het containedichaam voorziene wielen alsmede een bodem die overbrengbaar is tussen een gesloten positie en een geopende positie waarin afval uit de container afvoerbaar is, alsmede een deksel dat overbrengbaar is tussen een gesloten positie en een geopende positie waarin afval in de container opneembaar is, bovengrondse opstelmiddelen ten opzichte waarvan een 10 container opstelbaar is alsmede een nabij de opstelmiddelen in de ondergrond opgenomen houder met een toegang voor het verzamelen van afval dat afkomstig is van een met de opstelmiddelen in samenwerking gebrachte container.

Het doel van de uitvinding is een systeem voor het verzamelen van afval te verschaffen dat enerzijds de voordelen van de bestaande systemen, zoals hygiëne, bezit, 15 maar dat efficiënter en milieuvriendelijker is. Dat doel wordt bereikt doordat aan de bovenzijde van het containerlichaam een handgreep is voorzien, dat de opstelmiddelen een behuizing omvatten waarin de container althans gedeeltelijk opneembaar is en dat de behuizing een afdekking omvat hebben waaronder het deksel nauwsluitend opneembaar is, zodanig dat. het deksel van de in de behuizing geplaatste container niet 20 kan worden geopend terwijl de container wordt geleegd.

Bij het systeem volgens de uitvinding is het voordeel verkregen dat het niet langer nodig is om elke container apart te behandelen door middel van een afvalverzamelwagen. De gebruikers van de containers brengen het afval zelf naar een centrale houder, waarin de betreffende containers direct kunnen worden geledigd.

25 Niettemin kan het afval worden gedeponeerd zonder dat daarbij gebruik behoeft te worden gemaakt van een zak: het afval kan worden verzameld in een container die de gebruiker zelf kan ledigen. Dankzij de onderlossende bodem is daartoe weinig inspanning vereist.

Bij voorkeur is tevens een bodembediening voorzien voor het vrijgeven 30 respectievelijk vergrendelen van de bodem van een met de opstelmiddelen in samenwerking gebrachte container. In het bijzonder kunnen aan de container grendelmiddelen zijn voorzien die overbrengbaar zijn tussen een werkzame toestand waarin de bodem in gesloten positie is vergrendeld en een onwerkzame toestand waarin 3 de bodem is ontgrendeld. Tevens kan een grendelbediening aan de opstelmiddelen zijn voorzien voor overbrengen van de grendelmiddelen tussen de onwerkzame en de werkzame toestand voor het vrijgeven respectievelijk vergrendelen van de bodem van een met de opstelmiddelen in samenwerking gebrachte container.

5 Bij voorkeur zijn de deksel en de bodem zijn gekoppeld, zodanig dat telkens tenminste een van deksel en bodem is gesloten.

De houder kan in dat verband bij voorkeur zijn opgenomen in een ruimte onder het maaiveld. Gunstig is daarbij indien tevens de opstelmiddelen zich ter hoogte van, en/of boven, het maaiveld bevinden. Volgens een eerste mogelijkheid kunnen de 10 opstelmiddelen zich direct boven de houder bevinden. De containers kunnen dan eenvoudig tot boven de houder worden gereden, zonder dat noemenswaardige hoogteverschillen behoeven te worden overbrugd. Volgens een tweede mogelijkheid kunnen de opstelmiddelen zich op afstand naast de houder bevinden, in welk geval zich tussen de opstelmiddelen en de houder overbrengingsmiddelen uitstrekken voor het 15 overbrengen van afval uit de container naar de houder. Deze overbrengingsmiddelen zijn op zich bekend, en kunnen bijvoorbeeld het afval op pneumatische wijze overbrengen. Als alternatief kunnen ook mechanische overbrengingsmiddelen worden toegepast, zoals een glijgoot of schuifinrichting.

In verband met het doseren van het afval in de houder kunnen de opstelmiddelen 20 een luik omvatten. De houder heeft een toegang die afsluitbaar respectievelijk vrijgeefbaar is door het luik. Het luik kan bijvoorbeeld verschuifbaar zijn in een in wezen horizontale richting.

De bodem kan op verschillende manieren worden geopend (na ontgrendelen van die bodem) en gesloten. Als voorbeeld wordt genoemd een met de opstelmiddelen 25 behorende bedieningsarm in verband met handmatig openen en sluiten. Bij voorkeur is echter voorzien dat de toegang, zoals een luik, van de houder in samenwerking brengbaar is met de bodem van de container voor het vrijgeven respectievelijk sluiten van de bodem van de container, zodanig dat het openen van de toegang tot het overbrengen van de bodem naar de geopende stand leidt, zoals onder invloed van de 30 zwaartekracht, en het sluiten van de toegang tot het sluiten van de bodem leidt.

De container die kan worden toegepast bij het systeem volgens de uitvinding kan bij voorkeur op eenvoudige wijze worden bediend door een persoon. In dat verband is 4 de container voorzien van wielen alsmede van een handgreep voor het grijpen en verrijden van de container. Tevens kan de container zijn voorzien van een vuldeksel.

De opstelmiddelen omvatten een behuizing of dok waarin de container althans gedeeltelijk opneembaar is. Een dergelijke behuizing heeft het voordeel dat de positie 5 en de stand van de container goed kan worden gedefinieerd ten opzichte van de houder, zodanig dat opvangen van het afval uit de container zonder problemen kan geschieden. Verder heeft de behuizing een afdekking waaronder het vuldeksel nauwsluitend opneembaar is. Het deksel van de in de behuizing geplaatste container kan dan niet worden geopend terwijl de container wordt geleegd. Daardoor kan worden verhinderd 10 dat een open verbinding ontstaat met het inwendige van de houder, waardoor op ongecontroleerde wijze afval in de houder zou kunnen worden gestort.

De container en de opstelmiddelen kunnen zijn voorzien van regel- en detectiemiddelen in verband met het detecteren van de nabijheid van de container ten opzichte van de opstelmiddelen, en/of in verband met adresgegevens en/of in verband 15 met de inhoud van de container. Het luik dat toegang geeft tot de houder is bij voorkeur verplaatsbaar door een elektrische aandrijving, welke aandrijving regelbaar is door de regel- en detectiemiddelen.

In verband met het betrouwbaar ledigen van de container, kunnen de afmeting(en) van dwarsdoorsnede van de container monotoon toenemen gezien in de 20 richting van de bovenkant naar de onderkant daarvan respectievelijk van het vuldeksel naar de bodem. Verder kunnen de opstelmiddelen een weeginrichting omvatten voor het wegen van de container.

De uitvinding betreft verder een container voor gebruik in het systeem zoals hiervoor beschreven, voorzien van containedichaam met een deksel voor het inwerpen 25 van afval, welk containerlichaam aan de bovenzijde nabij het deksel is voorzien van een of meerdere handgreep/handgrepen en aan de onderzijde van wielen, een bodem die overbrengbaar is tussen een gesloten positie en een geopende positie waarin afval uit de container afvoerbaar is, grendelmiddelen die overbrengbaar zijn tussen een werkzame toestand waarin de bodem in gesloten positie is vergrendeld en een 30 onwerkzame toestand waarin de bodem is vrijgegeven, alsmede wielen nabij de bodem.

Verder kunnen de afmeting(en) van dwarsdoorsnede van de container monotoon toenemen gezien in de richting van de bovenkant naar de onderkant daarvan. De container kan zijn voorzien van detectiemiddelen door middel waarvan de container 5 gedetecteerd kan worden in de behuizing. De bodem van de container kan schamierbaar zijn, of verschuifbaar in tegenoverliggende groeven van het containerlichaam. De container kan vaste wielen en/of zwenkwielen bezitten. In het laatste geval kan de container op de wijze van een rollator worden gebruikt.

5 In verband met de voeding van de bodembediening kan een fotovoltaïsche cel met batterij zijn voorzien.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het bedrijven van het systeem zoals hiervoor beschreven, omvattende de stappen van: - het in samenwerking brengen van een container met de opstelmiddelen, 10 - het ontgrendelen van de bodem van de container, - het openen van de toegang van de houder, - het doen openen van de bodem van de container onder invloed van de zwaartekracht, - het onder invloed van de zwaartekracht storten van afval uit de container in de 15 houder.

Deze werkwijze is eveneens bekend uit US-A-4358238. Volgens de uitvinding omvat de werkwijze tevens de stappen omvatten van: - het sluiten van het luik van de houder, - het doen aankomen van het luik van de houder tegen de geopende bodem van de 20 container, - het voortzetten van het sluiten van het luik van de houder onder medeneming van de bodem van de container naar de gesloten stand, - het vergrendelen van de bodem van de container in de gesloten stand, - het buiten samenwerking brengen van de container en de opstelmiddelen.

25 Hoewel bij deze werkwijze het openen en sluiten van de bodem van de container geschiedt door middel van het verplaatsen van het luik van de houder, kunnen ook andere aandrijvingen voor het openen respectievelijk sluiten van de bodem van de houder worden toegepast. Als voorbeeld wordt een hydraulisch of elektrisch aangedreven bedieningsarm genoemd, die kan aangrijpen op de bodem van de 30 container ten einde deze na ontgrendelen naar de geopende stand te bewegen respectievelijk naar de gesloten stand te bewegen. Het openen kan eventueel ook uitsluitend onder invloed van de zwaartekracht plaatsvinden, zonder dat de bodem bij 6 het openen begeleid wordt door een bedieningsmiddel zoals het luik van de houder of een aparte bedieningsarm.

De werkwijze kan verder de stappen omvatten van: - het wegen van de container, 5 - het, na het wegen van de container, storten van zich daarin bevindend afval in de houder, - het wegen van de container nadat het afval gestort is, - het vaststellen van de hoeveelheid gestort afval uit beide voorgaande stappen van het wegen van de container. Op deze wijze kunnen de hoeveelheden gestort afval 10 bijvoorbeeld individueel met de gebruikers worden verrekend.

De uitvinding zal vervolgens nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een zijaanzicht in doorsnede van de opstelling volgnes de uitvinding, in gesloten toestand.

15 Figuur 2 toont de opstelling in geopende toestand.

Figuur 3 toont een opstelling met alternatieve container.

De figuren 1 en 2 tonen in zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, het afvalsysteem. Dit systeem bevat een container 1 bestaande uit een containerlichaam 2, een vuldeksel 3 en een bodem 4. In de in de figuur 2 weergegeven toestand is de bodem 20 4 open gezwenkt in verband met het lossen van afval. De container heeft een handgreep 5 alsmede wielen 6. Het systeem omvat verder een ondergrondse houder 7, die door middel van een sluis 8 in verbinding staat met het maaiveld 9. De sluis kan ter hoogte van het maaiveld 9 afgesloten worden door een als schuif 10 uitgevoerd luik; deze schuif staat in de in de figuur 2 weergegeven toestand in de open positie. Door middel 25 van de elektrische bediening 14 en de aandrijving 18 kan de schuif 10 worden geopend en gesloten; de laatste positie is getoond in figuur 1.

De container 1 werkt samen met de in hun algemeenheid met 16 aangeduide opstelmiddelen. Daarbij is de container 1 opgenomen in de behuizing 11 die is opgesteld op het maaiveld 9 juist boven de sluis 8. De behuizing heeft een afdekking 30 12. De boven de sluis 8 opgestelde container 1 heeft een zodanige hoogte dat het deksel 3 daarvan in gesloten toestand precies onder de afdekking 12 past, zodanig dat het deksel 3 in die positie van de container 1 niet kan worden geopend.

7

De bodem 4 van de container 1 kan door middel van de vergrendeling 15 in gesloten positie worden vergrendeld, geschikt voor het opnemen van afVal. In die toestand kan de container worden verreden en worden opgesteld in verband met het verzamelen van afval. Nadat de container in de behuizing 11 is geplaatst, kan de 5 vergrendeling in onwerkzame toestand worden gebracht teneinde de bodem 4 te openen. Zodra de schuif 10 wordt teruggetrokken, gaat de bodem 4 open, hetgeen onder invloed van de zwaartekracht geschiedt die zowel op het deksel zelf als op de afval die op het deksel ligt, werkt. In dat verband zijn de opstelmiddelen 16 voorzien van een grendelbediening 17, door middel waarvan de grendelmiddelen 15 kunnen 10 worden bediend zodra de container 1 zich in de behuizing 11 bevindt.

In de container 1 en in de behuizing 11 zijn detectie- en regelmiddelen 12 voorzien. Zodra door deze detectie- en regelmiddelen 12 wordt geregistreerd dat een container 1 is gepositioneerd in de behuizing 11, wordt de elektrisch bediening 14 van de schuif 10 bekrachtigd. Tevens wordt de grendelbediening 17 bekrachtigd hetgeen tot 15 gevolg heeft dat de vergrendeling van de bodem 4 in de onwerkzame toestand wordt gebracht. De bodem 4 opent zich vervolgens onder invloed van de zwaartekracht, waarna het afval uit de container 1 via de sluis 8 in de houder 7 kan vallen.

Nadat het afval aldus is gelost, kan de schuif 10 worden gesloten waarbij tegelijkertijd de bodem 4 van de container 1 wordt aangedrukt en gesloten. Tot slot 20 treedt de vergrendeling 15 in werking, bijvoorbeeld door automatisch inklikken.

De houder 7 kan het type zijn dat door middel van een geschikt hefmiddel uit de grond kan worden getild, in verband met ledigen daarvan in een compartiment van een vrachtwagen.

De opstelling zoals weergegeven in figuur 3 komt in grote lijnen overeen met de 25 vorige opstelling, doch de container 1 bezit een ander type bodem 4. Deze bodem bestaat uit een soepele bodemplaat 23 die aan weerszijden is geleid in de groeven 19 die zijn uitgespaard in de zijwanden van het containerlichaam 2. Deze groeven 19 bezitten een onderste gekromd gedeelte 20, een daarop aansluiten recht gedeelte 21 en aan de top een eveneens gekromd gedeelte 22. Door middel van de handgreep 24 kan 30 de bodemplaat in de groeven 19 omhoog geschoven worden naar de in figuur 3 weergegeven toestand. De bodem is dan geopend voor het afgeven van de inhoud van de container in de houder, na het openen van het schuifdeksel 10. Omgekeerd kan de 8 bodem worden gesloten door de handgreep 24 met de bodemplaat 23 neerwaarts te bewegen.

In het bovenste gekromde gedeelte 22 van de groeven 19 bevindt zich het deksel 3 dat eveneens uit een soepele dekselplaat 26 bestaat. Met de aan de dekselplaat 26 5 bevestigde handgreep 27 kan het deksel door heen en weer schuiven in de groeven geopend en gesloten worden. Als alternatief kan echter ook een schamierbaar deksel worden toegepast.

10 9

Lijst van verwijzingstekens 1. Container 2. Containerlichaam 5 3. Vuldeksel container 4. Bodem container 5. Handgreep container 6. Wielen container 7. Houder 10 8. Sluis 9. Maaiveld 10. Schuifdeksel 11. Behuizing 12. Afdekking behuizing 15 13. Detectie- en regelmiddelen 14. Elektrische aandrijving deksel 15. Grendel 16. Opstelmiddelen 17. Grendelbediening 20 18. Luikaandrijving 19. Groef 20. Gekromd groefgedeelte 21. Recht groefgedeelte 22. Gekromd groefgedeelte 25 23. Bodemplaat 24. Handgreep 25. Handgreep 26. Dekselplaat 30

Claims (23)

1. Systeem voor het verzamelen van afval, omvattende tenminste een container (1) waarin afval opneembaar is, welke container (1) een containerlichaam omvat, aan 5 de onderzijde van het containerlichaam voorziene wielen alsmede een bodem (4) die overbrengbaar is tussen een gesloten positie en een geopende positie waarin afval uit de container afvoerbaar is, alsmede een deksel (3) dat overbrengbaar is tussen een gesloten positie en een geopende positie waarin afval in de container opneembaar is, bovengrondse opstelmiddelen (16) ten opzichte waarvan een container opstelbaar is 10 alsmede een nabij de opstelmiddelen in de ondergrond opgenomen houder (7) met een toegang (8) voor het verzamelen van afval dat afkomstig is van een met de opstelmiddelen in samenwerking gebrachte container, met het kenmerk dat aan de bovenzijde van het containerlichaam een handgreep (5) is voorzien, dat de opstelmiddelen een behuizing (11) omvatten waarin de container althans gedeeltelijk 15 opneembaar is en dat de behuizing een afdekking (12) omvat waaronder het deksel (3) nauwsluitend opneembaar is, zodanig dat het deksel van de in de behuizing (11) geplaatste container niet kan worden geopend terwijl de container wordt geleegd.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij een bodembediening (10, 15, 17) is 20 voorzien voor het vrijgeven respectievelijk vergrendelen van de bodem (4) van een met de opstelmiddelen (16) in samenwerking gebrachte container (1).

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij aan de container grendelmiddelen (15) zijn voorzien die overbrengbaar zijn tussen een werkzame toestand waarin de 25 bodem (4) in gesloten positie is vergrendeld en een onwerkzame toestand waarin de bodem (4) is ontgrendeld, alsmede een grendelbediening (14) die aan de opstelmiddelen (16) is voorzien voor overbrengen van de grendelmiddelen (15) tussen de onwerkzame en de werkzame toestand voor het vrijgeven respectievelijk vergrendelen van de bodem (4) van een met de opstelmiddelen (16) in samenwerking 30 gebrachte container (1).

4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de deksel (3) en de bodem (4) zijn gekoppeld, zodanig dat telkens tenminste een van deksel en bodem is gesloten.

5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder (7) is opgenomen in een ruimte onder het maaiveld (9).

6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opstelmiddelen (16) zich ter hoogte van en/of boven het maaiveld (9) bevinden. 10

7. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opstelmiddelen (16) zich direct boven de houder (7) bevinden.

8. Systeem volgens een der conclusies 1-6, waarbij de opstelmiddelen zich op 15 afstand naast de houder bevinden, en zich tussen de opstelmiddelen en de houder overbrengingsmiddelen uitstrekken voor het overbrengen van afval uit de container naar de houder.

9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de toegang (8) een 20 luik (10) alsmede luikbedieningsmiddelen (14, 18) omvat, en de toegang (8) van de houder (7) afsluitbaar respectievelijk vrijgeefbaar is door het luik (10).

10. Systeem volgens conclusie 9, waarbij het luik (10) verschuifbaar is in in wezen horizontale richting 25

11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 9 of 10, waarbij de toegang (8) van de houder (7) in samenwerking brengbaar is met de bodem (4) van de container (1) voor het vrijgeven respectievelijk sluiten van de bodem (4) van de container (1), zodanig dat het openen van de toegang (8) tot het overbrengen van de bodem (4) naar 30 de geopende stand leidt, zoals onder invloed van de zwaartekracht, en het sluiten van de toegang (8) tot het sluiten van de bodem (4) leidt.

12. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opstelmiddelen (16) een behuizing (11) omvatten waarin de container (1) althans gedeeltelijk opneembaar is.

13. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de container (1) en de opstelmiddelen (16) zijn voorzien van regel- en detectiemiddelen (13) in verband met het detecteren van de nabijheid van de container (1) ten opzichte van de opstelmiddelen (16), en/of in verband met adresgegevens en/of in verband met de inhoud van de container. 10

14. Systeem volgens conclusie 13 wanneer afhankelijk van conclusie 9 of 10, waarbij het luik (10) verplaatsbaar is door een aandrijving (18), zoals een elektrische aandrijving, welke aandrijving regelbaar is door de regel- en detectiemiddelen (13).

15. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afmeting(en) van dwarsdoorsnede van de container (1) monotoon toenemen (toenemen) gezien in de richting van de bovenkant naar de onderkant daarvan.

16. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opstelmiddelen 20 een weeginrichting omvatten voor het wegen van de container (1).

17. Container (1) voor gebruik in combinatie met het systeem volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van containerlichaam (2) met een deksel (3) voor het inwerpen van afval, welk containerlichaam (2) aan de bovenzijde nabij het deksel (3) is 25 voorzien van een of meerdere handgreep/handgrepen (5) en aan de onderzijde van wielen, een bodem (4) die overbrengbaar is tussen een gesloten positie en een geopende positie waarin afval uit de container afvoerbaar is, grendelmiddelen (15) die overbrengbaar zijn tussen een werkzame toestand waarin de bodem (4) in gesloten positie is vergrendeld en een onwerkzame toestand waarin de bodem (4) is vrijgegeven, 30 alsmede wielen nabij de bodem (4).

18. Container (1) volgens conclusie 17, waarbij de afmeting(en) van dwarsdoorsnede van de container monotoon toenemen gezien in de richting van de bovenkant naar de onderkant daarvan.

19. Container (1) volgens conclusie 17 of 18, voorzien van detectiemiddelen (13).

20. Container (1) volgens een der conclusies 17-19, waarbij de bodem schamierbaar is.

21. Container (1) volgens een der conclusies 17-19, waarbij de bodem gekromd is en verschuifbaar is opgenomen in tegenoverliggende groeven (19) van het containerlichaam (2).

22. Werkwijze voor het bedrijven van het systeem volgens een der conclusie 1- 15 16, omvattende de stappen van: - het in samenwerking brengen van een container (1) met de opstelmiddelen (16), - het ontgrendelen van de bodem (4) van de container (1), - het openen van de toegang (8) van de houder (7), - het doen openen van de bodem (4) van de container (1) onder invloed van de 20 zwaartekracht, - het onder invloed van de zwaartekracht storten van afval uit de container (1) in de houder (7), gekenmerkt door: - het sluiten van de toegang (10) van de houder (7) onder medeneming van de bodem (4) van de container (1) naar de gesloten stand, 25 - het vergrendelen van de bodem (4) van de container (1) in de gesloten stand, - het buiten samenwerking brengen van de container (1) en de opstelmiddelen (16).

23. Werkwijze volgens conclusie 22, voor het bedrijven van het systeem volgens 30 conclusie 14, omvattende de stappen van: - het wegen van de container (1), - het, na het wegen van de container (1), storten van zich daarin bevindend afval in de houder (7), - het wegen van de container (1) nadat het afval gestort is, - het vaststellen van de hoeveelheid gestort afval uit beide voorgaande stappen van het wegen van de container. 5