NL2008922C2 - Verstelinrichting, luchtinlaat en motorvoertuig. - Google Patents
Verstelinrichting, luchtinlaat en motorvoertuig. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2008922C2 NL2008922C2 NL2008922A NL2008922A NL2008922C2 NL 2008922 C2 NL2008922 C2 NL 2008922C2 NL 2008922 A NL2008922 A NL 2008922A NL 2008922 A NL2008922 A NL 2008922A NL 2008922 C2 NL2008922 C2 NL 2008922C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- coupling
- coupling means
- slats
- air inlet
- adjusting device
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 133
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 133
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 133
- 239000002131 composite material Substances 0.000 claims description 14
- 238000003780 insertion Methods 0.000 claims description 13
- 230000037431 insertion Effects 0.000 claims description 13
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 7
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 5
- 239000000446 fuel Substances 0.000 description 5
- 239000002826 coolant Substances 0.000 description 3
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 description 2
- 238000001816 cooling Methods 0.000 description 2
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 1
- 230000007257 malfunction Effects 0.000 description 1
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 1
- 230000001360 synchronised effect Effects 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60K—ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
- B60K11/00—Arrangement in connection with cooling of propulsion units
- B60K11/08—Air inlets for cooling; Shutters or blinds therefor
- B60K11/085—Air inlets for cooling; Shutters or blinds therefor with adjustable shutters or blinds
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60K—ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
- B60K11/00—Arrangement in connection with cooling of propulsion units
- B60K11/06—Arrangement in connection with cooling of propulsion units with air cooling
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02K—DYNAMO-ELECTRIC MACHINES
- H02K7/00—Arrangements for handling mechanical energy structurally associated with dynamo-electric machines, e.g. structural association with mechanical driving motors or auxiliary dynamo-electric machines
- H02K7/10—Structural association with clutches, brakes, gears, pulleys or mechanical starters
- H02K7/116—Structural association with clutches, brakes, gears, pulleys or mechanical starters with gears
- H02K7/1163—Structural association with clutches, brakes, gears, pulleys or mechanical starters with gears where at least two gears have non-parallel axes without having orbital motion
- H02K7/1166—Structural association with clutches, brakes, gears, pulleys or mechanical starters with gears where at least two gears have non-parallel axes without having orbital motion comprising worm and worm-wheel
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02T—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
- Y02T10/00—Road transport of goods or passengers
- Y02T10/80—Technologies aiming to reduce greenhouse gasses emissions common to all road transportation technologies
- Y02T10/88—Optimized components or subsystems, e.g. lighting, actively controlled glasses
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Power Engineering (AREA)
- Cooling, Air Intake And Gas Exhaust, And Fuel Tank Arrangements In Propulsion Units (AREA)
- Arrangement Or Mounting Of Propulsion Units For Vehicles (AREA)
- Electric Propulsion And Braking For Vehicles (AREA)
- Air-Flow Control Members (AREA)
- Retarders (AREA)
Description
P98175NL00
Titel: Verstelinrichting, luchtinlaat en motorvoertuig
De uitvinding heeft betrekking op een verstelinrichting voor het verstellen van afsluitlamellen van een ten minste gedeeltelijk afsluitbare luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig tussen ten minste een eerste stand waarin de afsluitlamellen de luchtinlaat ten minste 5 gedeeltelijk open laten en een tweede stand waarin de afsluitlamellen de luchtinlaat ten minste gedeeltelijk afsluiten.
Een motorvoertuig is veelal voorzien van een luchtinlaat omvattende één of meer luchtinlaatopeningen. Een luchtinlaat wordt gewoonlijk toegepast om de motor van het motorvoertuig tijdens bedrijf te 10 koelen. Luchtinlaten bevinden zich gewoonlijk aan een voorzijde van het motorvoertuig voor de motor. Gebruikelijk is een motor te koelen door middel van een koelvloeistof, bijvoorbeeld water of olie. Deze koelvloeistof wordt gekoeld met lucht in een warmtewisselaar, bijvoorbeeld in een radiateur. De lucht die doorheen de luchtinlaat stroomt kan geheel of 15 gedeeltelijk naar de radiateur van het motorcompartiment van de motor van het motorvoertuig worden geleid om de motor indirect via de koelvloeistof te koelen. Het is bekend om een luchtinlaat van een motorcompartiment verstelbaar uit te voeren, waarbij de luchtinlaat kan worden versteld tussen een open stand en een gesloten stand. De luchtinlaat kan daartoe zijn 20 voorzien van verstelelementen, bijvoorbeeld afsluitlamellen die kunnen worden versteld, bijvoorbeeld verzwenkt om een staande of liggende as.
In de gesloten stand van de luchtinlaat wordt de luchtweerstand van het voertuig verlaagd, wat gewoonlijk voordelig is voor het brandstofgebruik van de motor. Bovendien kent een motor van een 25 motorvoertuig met betrekking tot het rendement van de motor, brandstofverbruik en C02-emissie doorgaans een optimale bedrijfstemperatuur, die veelal hoger ligt dan de omgevingstemperatuur.
2
Een gesloten luchtinlaat bij een koude motor is dan andermaal voordelig voor het brandstofgebruik en/of C02-emissie. Ook kan tijdens het rijden met een open luchtinlaat de temperatuur van de motor beneden de optimale bedrijfstemperatuur komen, waardoor het brandstofgebruik en/of CO2-5 emissie kan toenemen. Ook bij een bedrijfstemperatuur boven de optimale bedrijfstemperatuur, kan het brandstofverbruik en/of C02-emissie van de motor toenemen.
Het kan dus voordelig zijn om een luchtinlaatopening verstelbaar uit te voeren. Hiertoe wordt de luchtinlaat gewoonlijk gekoppeld met een 10 verstelinrichting die een aandrijfeenheid omvat. Met behulp van de aandrijfeenheid kan de luchtinlaat ten minste gedeeltelijk worden afgesloten en ten minste gedeeltelijk worden geopend. Wanneer bijvoorbeeld in het geval van een afgesloten luchtinlaat de bedrijfstemperatuur van de motor te hoog oploopt, kan de luchtinlaat ten minste gedeeltelijk weer 15 worden geopend om voor voldoende koeling te zorgen.
Er zijn bijvoorbeeld motorvoertuigen bekend met een luchtinlaat aan de voorkant van het voertuig, waarbij de luchtinlaat een linker en een rechter luchtinlaatopening heeft die beide zijn voorzien van een set lamellen. Beide sets lamellen kunnen ieder door een aparte aandrijfeenheid 20 worden aangedreven. Nadelig aan dergelijke apart aangedreven sets lamellen is dat het lastig is om beide sets netjes synchroon te verstellen, bijvoorbeeld naar aanleiding van verschillen tussen het uitgaande vermogen van beide aandrijfeenheden en/of door tolerantieverschillen van gebruikte elektromotortjes, etc. Wanneer lamellen niet netjes synchroon worden 25 versteld kan het voorkomen dat het vooraanzicht van het motorvoertuig een relatief asymmetrische indruk wekt. Dit kan als minder mooi kan worden ervaren. Ook kan de koeling van de motor hierdoor minder optimaal zijn. Bovendien kan het hierdoor gebeuren dat de luchtinlaatopeningen niet beide volledig sluiten of openen.
3
Ook zijn er motorvoertuigen bekend met een linker en een rechter luchtinlaatopening die beide zijn voorzien van een set afsluitlamellen, waarbij een aandrijfeenheid een uitgaande as heeft die met een eerste van de twee sets is gekoppeld. De tweede set lamellen is vervolgens via een U-5 vormig brugprofiel gekoppeld aan de eerste set en kan daardoor de verstellingen van de eerste set volgen. Nadelig aan dergelijke via een brugconstructie verbonden sets lamellen is bijvoorbeeld dat de brugconstructie veel plek inneemt, veelal in het midden van de grille van het voertuig. Hierdoor kunnen de luchtinlaatopeningen relatief ver uit 10 elkaar komen te liggen, wat nadelig kan zijn voor de werking en/of het rendement van de radiateur. Ook kan er, bijvoorbeeld in verband met een gewenst, vaak karakteristiek ontwerp van de grille, en/of in verband met de plaatsing van apparatuur zoals afstandsmeters, relatief weinig plek beschikbaar zijn voor een dergelijke brugconstructie in het midden van een 15 grille. Bovendien is een dergelijke brugconstructie relatief complex en storingsgevoelig.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een verstelinrichting die ten minste één van bovengenoemde nadelen tegengaat.
Daartoe is de verstelinrichting voorzien van een behuizing en van 20 een in de behuizing gelegen aandrijfeenheid voor het verstellen van de afsluitlamellen tussen ten minste de eerste stand en de tweede stand, waarbij de aandrijfeenheid een motor en een aandrijftrein met vertragingstrap omvat, waarbij de aandrijftrein een uitgaande as omvat die is voorzien van een eerste naar buiten de behuizing gericht koppelmiddel en 25 een tweede naar buiten de behuizing gericht koppelmiddel overstaand ten opzichte van het eerste koppelmiddel, waarbij de eerste en tweede koppelmiddelen zijn ingericht om samen te werken met respectievelijk een eerste en een tweede koppelelement van een eerste respectievelijk tweede set afsluitlamellen voor het aan weerszijden van de behuizing koppelen van 30 de uitgaande as met de eerste respectievelijk tweede set afsluitlamellen.
4
Door de uitgaande as van de aandrijftrein van de aandrijfeenheid te voorzien van zowel een eerste als ook van een tweede naar buiten de behuizing gericht koppelmiddel, waarbij de eerste en tweede koppelmiddelen overstaand zijn ten opzichte van elkaar kunnen twee sets 5 lamellen aan weerszijden van de verstelinrichting met één enkele verstelinrichting worden gekoppeld. Hierdoor kunnen tijdens gebruik van de verstelinrichting twee sets lamellen synchroon worden versteld door de aandrijfeenheid. Ook kan door het gebruik van één enkele verstelinrichting inbouwruimte worden bespaard, waardoor er bijvoorbeeld in het midden van 10 de grille van een auto relatief veel ruimte overblijft voor andere apparatuur. Bovendien kan het gebruik van een brug die een eerste set lamellen koppelt aan een tweede set lamellen achterwege blijven, of is het gebruik van twee aparte aandrijfeenheden niet nodig. Dit kan ruimte besparen. Bovendien kunnen ontwerpers hierdoor een grotere ontwerpvrijheid en flexibiliteit 15 hebben.
Door het eerste en het tweede koppelmiddel zich ten opzichte van elkaar in hoofdzaak concentrisch te laten uitstrekken kan een verstelinrichting worden verkregen die relatief eenvoudig is in te passen in een grille van een in hoofdzaak symmetrisch ontwerp. Bovendien kan een 20 dergelijke voordelige verstelinrichting relatief eenvoudig synchroon gekoppeld worden met twee sets afsluitlamellen.
Door overstaande wanden van de behuizing te voorzien van openingen kan op eenvoudige wijze het eerste en het tweede koppelelementen doorheen de openingen met het eerste koppelmiddel en het 25 tweede koppelmiddel worden verbonden.
Op voordelige wijze kunnen het eerste koppelmiddel en het tweede koppelmiddel zijn geïntegreerd. Bijvoorbeeld kan het eerste koppelmiddel een eerste holte vormen en het tweede koppelmiddel een tweede holte vormen in de uitgaande as. Geïntegreerd kunnen de eerste holte en de 30 tweede holte een doorgaand gat vormen in de uitgaande as. Bijvoorbeeld 5 kan het eerste koppelmiddel een klikvinger zijn, die zich in hoofdzaak dwars op de uitgaande as uitstrekt, en kan het tweede koppelmiddel een klikvinger zijn. Geïntegreerd kunnen het eerste en het tweede koppelmiddel een zich doorheen de uitgaande as uitstrekkende pen zijn met aan beide 5 uiteinde een klikvinger, of schroefdraad of iets der ge lijks.
Door het eerste koppelmiddel te voorzien van een eerste holte voor opname van een eerste koppelelement en het tweede koppelmiddel te voorzien van een tweede holte voor opname van een tweede koppelelement, waarbij de eerste en de tweede holte met elkaar zijn geïntegreerd tot een 10 zich door de uitgaande as uitstrekkend doorlopend gat voor opname van een geïntegreerd eerste en tweede koppelelement, zoals een insteekas, kan de verstelinrichting relatief eenvoudig synchroon gekoppeld worden met twee sets afsluitlamellen. Bovendien kan hierdoor een verstelinrichting worden verkregen die relatief eenvoudig is in te bouwen, alsook relatief eenvoudig te 15 vervaardigen en te monteren.
Door op voordelige wijze de aandrijftrein een samengesteld aandrijfsysteem te laten omvatten kan de aandrijfeenheid niet alleen relatief compact worden uitgevoerd, waardoor de verstelinrichting met een relatief lage inbouwhoogte - welke zich in veel gevallen uitstrekt in de 20 breedterichting van een motorvoertuig - kan worden uitgevoerd, maar kan de uitgaande as ook relatief centraal in de aandrijftrein gepositioneerd zijn, waardoor ontwerpers nog meer ontwerpvrijheid en flexibiliteit kunnen verkrijgen.
Bovendien kan, door te voorzien in een samengesteld 25 aandrijfsysteem, op relatief compacte wijze een relatief grote overbrengingsverhouding worden bereikt. Hierdoor kan een relatief kleine elektromotor worden toegepast. Ook hierdoor kunnen de inbouwafmetingen relatief gunstig worden.
Opgemerkt wordt dat de aandrijftrein kan zijn gevormd als het 30 samengestelde aandrijfsysteem. Alternatief kan de aandrijftrein het 6 samengestelde aandrijfsysteem en tevens ook andere onderdelen omvatten. Het samengestelde aandrijfsysteem kan bijvoorbeeld een samengesteld planeetwielsysteem, een harmonie drive aandrijfsysteem of een planeetwielsysteem met meerdere planeten omvatten. De uitgaande as van 5 de aandrijftrein kan bijvoorbeeld een uitgaande as van het samengestelde aandrijfsysteem zijn of omvatten. Ook kan de uitgaande as van de aandrijftrein bijvoorbeeld een uitgaande as van een planeetwielsysteem zijn of omvatten. Ook kan een uitgaande as van de aandrijftrein gekoppeld zijn met de uitgaande as van het samengestelde aandrijfsysteem.
10 Verder heeft de uitvinding betrekking op een verstelsysteem voorzien van een verstelinrichting en op een luchtinlaat voorzien van een verstelinrichting.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een motorvoertuig voorzien van een motorcompartiment met een ten minste gedeeltelijk 15 afsluitbare luchtinlaat voorzien van een dergelijke verstelinrichting en/of een dergelijk verstelsysteem.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 20 uitvoeringsvoorbeelden die in de tekening zijn weergegeven. In de tekening toont:
Fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht van een gedeeltelijk opengewerkt motorvoertuig overeenkomstig een aspect van de uitvinding;
Fig. 2 een perspectivisch uiteengenomen aanzicht van een eerste 25 uitvoeringsvoorbeeld van een verstelinrichting overeenkomstig een aspect van de uitvinding;
Fig. 3 een perspectivisch uiteengenomen aanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een verstelinrichting overeenkomstig een aspect van de uitvinding; en 7
Fig. 4 een perspectivisch uiteengenomen aanzicht van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een verstelinrichting overeenkomstig een aspect van de uitvinding.
Opgemerkt wordt dat de figuren slechts getoond worden bij wijze 5 van schematische weergaven van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding en geenszins als beperkend dienen te worden beschouwd. In de figuren zijn gelijke of overeenkomende onderdelen met gelijke of overeenkomende verwijzingscijfers aangegeven.
Figuur 1 toont een perspectivisch vooraanzicht van een gedeeltelijk 10 opengewerkt motorvoertuig 30. Het motorvoertuig 3 is hier een personenauto 30, maar kan alternatief bijvoorbeeld een vrachtwagen, bus, bestelwagen, tractor of camper zijn.
Het voertuig 30 is voorzien van een motorcompartiment 31 met een ten minste gedeeltelijk afsluitbare luchtinlaat 32. De luchtinlaat 32 omvat 15 een eerste luchtinlaatopening 33 en een tweede luchtinlaatopening 34.
Op gemerkt wordt dat de luchtinlaat ook een ander aantal openingen kan omvatten, bijvoorbeeld één, vier of zes luchtinlaatopeningen. Hier is de eerste luchtinlaatopening 33 een linker luchtinlaatopening 33 en de tweede opening 34 een rechter luchtinlaatopening 34. Alternatief of additioneel 20 kunnen de luchtinlaatopeningen ten minste gedeeltelijk boven elkaar zijn gepositioneerd.
De eerste luchtinlaatopening 33 is voorzien van een eerste set 35 afsluitlamellen 35a-35c en de tweede luchtinlaatopening 34 is voorzien van een tweede set 36 afsluitlamellen 36a-36c. De lamellen 35a-c, 36a-c kunnen 25 kantelbaar zijn. Bij voorkeur zijn de lamellen van een set dusdanig onderling gekoppeld dat de lamellen van de respectievelijke set tezamen kunnen worden versteld. Op gemerkt wordt dat beide sets 35, 36 hier drie lamellen 35a-c, 36a-c omvatten. Alternatief kan een set ook een ander aantal lamellen omvatten, bijvoorbeeld twee, vier, vijf, zes of acht lamellen.
8
Voorts wordt opgemerkt dat de sets 35, 36 ook een van elkaar verschillend aantal lamellen kunnen omvatten.
Tevens is de luchtinlaat 32 voorzien van een verstelinrichting 1. Hier is de verstelinrichting 1 ingericht om samen te werken met een eerste 5 en een tweede koppelelement 37, 38 van de eerste respectievelijk de tweede set 35, 36 afsluitlamellen voor het nabij weerszijden 24, 25 van een behuizing 3 van de verstelinrichting 1 koppelen van een uitgaande as 20 van de verstelinrichting 1 met de eerste respectievelijk tweede set 35, 36 afsluitlamellen.
10 Bijvoorbeeld wordt het eerste en/of het tweede koppelelement 37, 38 gevormd door een draaias van één van de lamellen van de respectievelijke set. Alternatief omvat het koppelelement één of meerdere andere onderdelen. Zo worden in Fig. 1 zowel het eerste als ook het tweede koppelelement 37, 38 integraal gevormd door een in hoofdzaak langgerekte 15 insteekas 39. De insteekas 39 is gekoppeld met de uitgaande as 20 van de verstelinrichting 1 en steekt met een eerste uiteinde 39a uit aan een eerste zijkant 24 van de verstelinrichting 1. Met een tweede uiteinde 39b steekt de insteekas 39 uit aan een tweede zijkant 25 van de verstelinrichting 1.
Het koppelelement 37, 38 kan rechtstreeks of indirect zijn 20 verbonden met de set lamellen. Hier is het koppelelement indirect gekoppeld met de set lamellen. De uiteinden van de insteekas 39 zijn hier namelijk voorzien van een tandwiel 37a, 38a dat aangrijpt op een tandheugel 37b, 38b. De tandheugel 37b, 38b kan op zijn beurt weer gekoppeld zijn met elk van de lamellen van de set. Bijvoorbeeld kan een 25 draaias van de lamellen van een vertanding voorzien zijn die aangrijpt op de tandheugel. Alternatief kan bijvoorbeeld een uitsteeksel van een lamel zich uitstrekken tot in een opening in de tandheugel 37b, 38b en kan de opening een draaipunt vormen van een vierstangenmechanisme voor het verstellen van de lamellen 35a-c, 36a-c.
9
Alternatief kan het koppelelement 37, 38 bijvoorbeeld een integraal onderdeel van een lamel 35a-c, 36a-c zijn.
Figuren 2-4 tonen perspectivisch uiteengenomen aanzichten van respectievelijk een eerste, tweede en derde uitvoeringsvoorbeeld van een 5 verstelinrichting 1 overeenkomstig een aspect van de uitvinding. Hierbij is de verstelinrichting 1 ingericht voor het verstellen van afsluitlamellen 35a-c, 36a-c van een ten minste gedeeltelijk afsluitbare luchtinlaat 32 van een motorcompartiment 31 van een motorvoertuig 30 tussen ten minste een eerste stand waarin de afsluitlamellen 35a-c, 36a-c de luchtinlaat 32 ten 10 minste gedeeltelijk open laten en een tweede stand waarin de afsluitlamellen 35a-c, 36a-c de luchtinlaat 32 ten minste gedeeltelijk afsluiten. De verstelinrichting 1 omvat een behuizing 3.
Tevens omvat de verstelinrichting 1 een in de behuizing 3 gelegen aandrijfeenheid 2 voor het verstellen van de afsluitlamellen 35a-c, 36a-c 15 tussen ten minste de eerste stand en de tweede stand. De aandrijfeenheid 2 omvat een motor 5 en een aandrijftrein 4 met ten minste één vertragingstrap. Op voordelige wijze is de motor 5 een elektromotor 5 die verbonden kan worden met een stroomcircuit van het motorvoertuig 30. Andere uitvoeringen van de motor 5 zijn ook mogelijk.
20 Overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de aandrijftrein 4 een samengesteld aandrijfsysteem 4a. De aandrijftrein 4 omvat bij voorkeur een aantal samenwerkende wielen 6, 7, 8, 9, 10, 11, 18 die van interne en/of externe vertanding 8a, 9a, 10a, 11b voorzien kunnen zijn.
25 In Fig. 2 en Fig. 4 omvat het samengestelde aandrijfsysteem 4a bijvoorbeeld een wormwiel 6 en een samengesteld planeetwielsysteem 4a omvattende vier tandwielenonderdelen 8, 9, 10, 11. Dankzij het samengestelde planeetwielsysteem 4a kan de aandrijfeenheid 2 een relatief hoge overbrengingsverhouding hebben en kan de aandrijfeenheid 2 30 bovendien relatief compact zijn. De verstelinrichting 1 kan dus een relatief 10 lage inbouwhoogte lh hebben. Na inbouwen van de verstelinrichting 1 in een motorvoertuig 30 strekt de inbouwhoogte lh zich in veel gevallen uit in de breedterichting 30b van het motorvoertuig 30.
Alternatief kan het samengestelde aandrijfsysteem 4a bijvoorbeeld 5 een harmonie drive systeem of een planeetwielsysteem met meerdere planeten omvatten.
De aandrijftrein 4 omvat een uitgaande as 20, die bijvoorbeeld zoals in Fig. 2 en Fig. 4 te zien is gevormd kan worden door een uitgaand wiel 11 van het aandrijfsysteem 4a. Ook kan de uitgaande as 20, zoals te 10 zien is in Fig. 3, gevormd worden door een met een uitgaande as van het aandrijfsysteem 4a gekoppeld wiel 11. De uitgaande as 20 van de aandrijftrein 4 vormt in Figuren 2-4 een aandrijfwiel 11 dat de te verstellen lamellen kan aandrijven.
De uitgaande as 20 is voorzien van een eerste naar buiten de 15 behuizing 3 gericht koppelmiddel 22 en een tweede naar buiten de behuizing 3 gericht koppelmiddel 23 overstaand ten opzichte van het eerste koppelmiddel 22. Het eerste respectievelijk tweede koppelmiddel 22, 23 is ingericht om samen te werken met een eerste respectievelijk een tweede koppelelement 37, 38 van een eerste respectievelijk tweede set 35, 36 20 afsluitlamellen voor het nabij weerszijden 24, 25 van de behuizing 3 koppelen van de uitgaande as 20 met de eerste respectievelijk tweede set 35, 36 afsluitlamellen.
Bij voorkeur is het koppelmiddel 22, 23 in hoofdzaak langgerekt. Additioneel heeft het koppelmiddel 22, 23 bij voorkeur een in hoofdzaak 25 gelijkblijvende doorsnede.
Bij voorkeur heeft het koppelmiddel 22, 23 een centrale as die zich in hoofdzaak parallel aan de centrale as 22c van de uitgaande as 22 uitstrekt. Alternatief kan, afhankelijk van de wijze van koppeling tussen de uitgaande as en de respectievelijke set lamellen, de centrale as van het 11 koppelmiddel 22, 23 in hoofdzaak onder een hoek staan met de centrale as van de uitgaande as 20.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 2 strekken het eerste en het tweede koppelmiddel 22, 23 zich ten opzichte van elkaar in hoofdzaak 5 concentrisch uit. Hierdoor kan worden bevorderd dat twee in hoofdzaak symmetrisch uitgevoerde sets 35, 36 lamellen aan weerszijden 24, 25 van de behuizing 3 relatief eenvoudig kunnen worden gekoppeld met de respectievelijke koppelmiddelen 22, 23. Hierdoor kan bijvoorbeeld worden tegengaan dat er tijdens de assemblage van een motorvoertuig relatief veel 10 stappen nodig zijn om beide sets 35, 36 lamellen synchroon af te stellen.
Bij grote voorkeur strekt zowel het eerste koppelmiddel 22 als ook het tweede koppelmiddel 23 zich in hoofdzaak concentrisch uit met de uitgaande as 20. Dat wil zeggen dat de centrale as van de uitgaande as 20 en de centrale assen van de twee koppelmiddelen 22, 23 in hoofdzaak 15 samenvallen.
In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden omvat de behuizing 3 ten minste een eerste en een tweede wanddeel 3a, 3b. Het eerste wanddeel 3a omvat een eerste opening 26 en het tweede wanddeel 3b omvat een tweede opening 27. De tweede opening 27 is in hoofdzaak tegenover de eerste 20 opening 26 geplaatst. Het eerste koppelmiddel 22 strekt zich in axiale richting van de uitgaande as 20 gezien ten minste gedeeltelijk uit richting de eerste opening 26. Het tweede koppelmiddel 23 strekt zich in axiale richting van de uitgaande as 20 gezien ten minste gedeeltelijk uit richting de tweede opening 27. Eén of beide koppelmiddelen 22, 23 kunnen zich 25 uitstrekken tot buiten de behuizing 3. Hierdoor kan koppeling met de sets lamellen relatief eenvoudig worden gemaakt.
Het in Fig. 2 getoonde voorbeeld is een verstelinrichting 1 overeenkomend met de in Fig. 1 getoonde verstelinrichting 1. Het eerste koppelmiddel 22 omvat hier een eerste holte 22a voor opname van een 30 koppelelement 39. Als koppelelement, waarbij het eerste koppelelement is 12 geïntegreerd met het tweede koppelelement, kan er bijvoorbeeld een insteekas 39 worden gebruikt die met het koppelmiddel 22 kan worden gekoppeld door deze in de holte 22a te steken. Optioneel kan de insteekas worden gefixeerd, bijvoorbeeld met behulp van lijm en/of andere 5 fixatiemiddelen zoals een stelschroef.
Voorts omvat het tweede koppelmiddel 23 een tweede holte 23a voor opname van een koppelelement 39, zoals een insteekas 39.
In het in Fig. 2 getoonde voorbeeld zijn de eerste en de tweede holte 22a, 23a met elkaar geïntegreerd tot een zich door de uitgaande as 20 10 uitstrekkend doorlopend gat 28 voor opname van een koppelelement 39, zoals een insteekas 39. Tijdens het inbouwen van de verstelinrichting 1 in een motorvoertuig 30 kan er bijvoorbeeld aan een eerste zijde 24 van de behuizing 3 een eerste insteekas 39 in de eerste holte 22a worden gestoken en aan de andere zijde 25 van de behuizing 3 een tweede insteekas 39 in de 15 tweede holte 22b worden gestoken. Alternatief kan er een enkele insteekas worden gebruikt die zich bij voorkeur doorheen de behuizing 3 uitstrekt en aan weerzijden 24, 25 van de behuizing 3 uitsteekt.
In het getoonde voorbeeld van Fig. 3 omvat het eerste koppelmiddel 22 een eerste koppelas 22b voor koppeling met een eerste set 35 20 afsluitlamellen. De koppelas 22b kan bijvoorbeeld worden gekoppeld met de eerste set 35 door de koppelas 22b in een eerste koppelelement 37 van de eerste set 35 te steken of door het genoemde koppelelement 37 om de koppelas 22b te schuiven.
Hier omvat het tweede koppelmiddel 23 een holte 23a. Alternatief 25 of additioneel kan het tweede koppelmiddel 23 een koppelas 23b omvatten voor koppeling met een tweede set 36 afsluitlamellen. Zo toont Fig. 4 een verstelinrichting 1 met een uitgaande as 20 die voorzien is van twee koppelassen 22b, 23b.
Opgemerkt wordt dat de uitgaande as die aan weerzijden van een 30 koppelmiddel 22, 23 is voorzien ook additionele koppelmiddelen kan hebben.
13
Bijvoorbeeld kan het eerste en/of het tweede koppelmiddel dubbel worden uitgevoerd. Zo kan als een uitstekende koppelas 22b, 23b uitgevoerd koppelmiddel 22, 23 tevens voorzien zijn van een in de koppelas 22b, 23b aangebrachte koppelholte 22a, 23a. Additioneel of alternatief kan een 5 koppelas voorzien zijn van een (niet getoonde) zich vanaf zijn buitenste uiteinde vandaan uitstrekkende additionele koppelas, bij grote voorkeur één met een kleiner diameter dan die van de betreffende koppelas.
Bij grote voorkeur strekt de eerste en/of tweede koppelas 22b, 23b zich uit doorheen de respectievelijke opening 26, 27 in het respectievelijk 10 wanddeel 3a, 3b tot buiten de behuizing 3. Hierdoor kan relatief eenvoudig een koppeling met de eerste 35 respectievelijk de tweede set 36 lamellen tot stand worden gebracht.
In de getoonde voorbeelden hebben zowel het eerste als het tweede koppelmiddel 22, 23 een niet-ronde doorsnede. Door het verschaffen van een 15 niet-ronde doorsnede kan relatief eenvoudig in een losneembare koppeling worden voorzien tussen het respectievelijke koppelmiddel 22, 23 en het koppelelement 37, 38 van de respectievelijk set 35, 36 lamellen.
Bij voorkeur is de niet-ronde doorsnede gelijkblijvend over de lengte van het koppelmiddel. Opgemerkt wordt dat het koppelmiddel 22, 23, 20 bijvoorbeeld indien het een koppelas 22b, 23b omvat, in de richting van zijn naar buiten de behuizing 3 gerichte uiteinde 22b’, 23b’ taps kan toelopen. Hierdoor kan bijvoorbeeld worden bevorderd dat een in hoofdzaak spelingsvrije koppeling plaats kan vinden tussen het koppelmiddel en het koppelelement 37, 38 van de respectievelijk set 35, 36 lamellen. Alternatief 25 kan het koppelmiddel 22, 23, bijvoorbeeld indien het een koppelholte 22a, 23a omvat, vanaf zijn naar buiten de behuizing 3 gerichte uiteinde 22b’, 23b’ ten minste over een deel van haar lengte in binnenwaartse richting taps toelopen. Hierdoor kan bijvoorbeeld worden voorzien in een zelfzoekende ingang van de holte, zodat het insteken van een insteekas relatief eenvoudig 14 kan plaatsvinden, terwijl de insteekas verderop in de holte in hoofdzaak spelingsvrij kan worden vastgeklemd.
De niet-ronde doorsnede van het koppelmiddel 22, 23 heeft in de getoonde voorbeelden een in hoofdzaak veelhoekige doorsnede. Zo is te zien 5 dat de koppelas 22b in Fig. 3 een stervormige doorsnede heeft. De doorsnede kan de vorm hebben van een gelijkzijdige veelhoek of ster. Zo kan de doorsnede bijvoorbeeld een in hoofdzaak gelijkzijdige en gelijkhoekige driehoek, vierkant, zeshoek of achthoek zijn of een drie-, vier-, vijf-, zes-, acht-, tien- of twaalfpuntige ster. Alternatief kan de niet-ronde doorsnede 10 ook een andere vorm hebben, bijvoorbeeld kan de doorsnede in hoofdzaak langgerekt zijn en bijvoorbeeld balk- of ellipsvormig zijn.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. De verstelinrichting 1 is hierboven beschreven aan de hand vaneen aandrijftrein 4 die een samengesteld aandrijfsysteem 4a 15 omvat, welke in dit uitvoeringsvoorbeeld een planeetwielsysteem omvat, maar het aandrijfsysteem 4a kan alternatief ook een planeetwielsysteem met meerdere planeten of een harmonie drive aandrijfsysteem omvatten. Vele varianten zijn mogelijk en zullen de vakman duidelijk zijn. Zo kan de verstelinrichting 1 bijvoorbeeld een fail-safe constructie 16 omvatten 20 waarvan verscheidene onderdelen lOb-d, 14, 15, 17, 19 in de behuizing 3 van de verstelinrichting zijn geplaatst. Dergelijke varianten worden geacht te vallen binnen het bereik van de hiernavolgende conclusies.
Claims (14)
1. Verstelinrichting voor het verstellen van afsluitlamellen van een ten minste gedeeltelijk afsluitbare luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig tussen ten minste een eerste stand waarin de afsluitlamellen de luchtinlaat ten minste gedeeltelijk open laten en een 5 tweede stand waarin de afsluitlamellen de luchtinlaat ten minste gedeeltelijk afsluiten, omvattende: een behuizing; en een in de behuizing gelegen aandrijfeenheid voor het verstellen van de afsluitlamellen tussen ten minste de eerste stand en de tweede stand, 10 waarbij de aandrijfeenheid een motor en een aandrijftrein met vertragingstrap omvat, waarbij de aandrijftrein een uitgaande as omvat die is voorzien van een eerste naar buiten de behuizing gericht koppelmiddel en een tweede naar buiten de behuizing gericht koppelmiddel overstaand ten opzichte van het eerste koppelmiddel, waarbij de eerste en tweede 15 koppelmiddelen zijn ingericht om samen te werken met respectievelijk een eerste en een tweede koppelelement van een eerste respectievelijk tweede set afsluitlamellen voor het aan weerszijden van de behuizing koppelen van de uitgaande as met de eerste respectievelijk tweede set afsluitlamellen.
2. Verstelinrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste en het 20 tweede koppelmiddel zich ten opzichte van elkaar in hoofdzaak concentrisch uitstrekken.
3. Verstelinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de behuizing ten minste een eerste wanddeel en een ten opzichte van het eerste wanddeel overstaande tweede wanddeel omvat, waarbij het eerste wanddeel een 25 eerste opening omvat en het tweede wanddeel een tweede opening omvat, waarbij het eerste koppelmiddel zich in axiale richting van de uitgaande as gezien ten minste gedeeltelijk uitstrekt richting de eerste opening en het tweede koppelmiddel zich in axiale richting van de uitgaande as gezien ten minste gedeeltelijk uitstrekt richting de tweede opening.
4. Verstelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste koppelmiddel en het tweede koppelmiddel met elkaar zijn 5 geïntegreerd in de uitgaande as.
5. Verstelinrichting volgens conclusie 4, waarbij de geïntegreerde eerste en tweede koppelmiddelen een gat vormen doorheen de uitgaande as.
6. V er stelinrichtin g volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of het tweede koppelmiddel een niet-ronde doorsnede heeft. 10
7. V er stelinrichtin g volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijftrein een samengesteld aandrijfsysteem omvat.
8. V er stelinrichtin g volgens conclusie 7, waarbij het samengesteld aandrijfsysteem een samengesteld planeetwielsysteem omvat.
9. Verstelsysteem voor het verstellen van afsluitlamellen van een ten 15 minste gedeeltelijk afsluitbare luchtinlaat van een motorcompartiment van een motorvoertuig, omvattende een verstelinrichting volgens één der voorgaande conclusies, voorts omvattende een eerste koppelelement voor koppeling met het eerste koppelmiddel enerzijds en met de eerste set afsluitlamellen anderzijds en omvattende een tweede koppelelement voor 20 koppeling met het tweede koppelmiddel enerzijds en met de tweede set afsluitlamellen anderzijds.
10. Verstelsysteem volgens conclusie 9, waarbij het eerste koppelelement een eerste koppelas omvat voor enerzijds koppeling met het eerste koppelmiddel en anderzijds koppeling met de eerste set 25 afsluitlamellen en waarbij het tweede koppelelement een tweede koppelas omvat voor enerzijds koppeling met het tweede koppelmiddel en anderzijds koppeling met de tweede set afsluitlamellen.
11. Verstelsysteem volgens conclusie 10, waarbij de eerste en/of tweede koppelas zich door respectievelijk de eerste opening en tweede opening in respectievelijk het eerste wanddeel en het tweede wanddeel uitstrekt tot buiten de behuizing.
12. Verstelsysteem volgens conclusie 10 of 11, waarbij het eerste koppelelement en het tweede koppelelement zijn geïntegreerd tot een 5 insteekas die doorheen een gat van de geïntegreerde eerste en tweede koppelmiddelen steekt.
13. Luchtinlaat voorzien van een verstehnrichting volgens één der conclusies 1-8 en/of van een verstelsysteem volgens één der conclusies 9-12.
14. Motorvoertuig voorzien van een motorcompartiment met een ten 10 minste gedeeltelijk afsluitbare luchtinlaat, waarbij de luchtinlaat een verstehnrichting volgens één van de conclusies 1-8 en/of een verstelsysteem volgens één der conclusies 9-12 omvat.
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008922A NL2008922C2 (nl) | 2012-06-01 | 2012-06-01 | Verstelinrichting, luchtinlaat en motorvoertuig. |
US14/403,859 US9150097B2 (en) | 2012-06-01 | 2013-05-30 | Adjustment device, air inlet, and motor vehicle |
JP2015514944A JP2015525166A (ja) | 2012-06-01 | 2013-05-30 | 調整装置、吸気口、および自動車 |
PCT/NL2013/050391 WO2013180569A1 (en) | 2012-06-01 | 2013-05-30 | Adjustment device, air inlet, and motor vehicle |
EP13729518.4A EP2855186B1 (en) | 2012-06-01 | 2013-05-30 | Adjustment device, air inlet, and motor vehicle |
IN2591MUN2014 IN2014MN02591A (nl) | 2012-06-01 | 2013-05-30 | |
CN201380040719.1A CN104507729B (zh) | 2012-06-01 | 2013-05-30 | 调节装置、进气口及机动车 |
KR20147034946A KR20150023384A (ko) | 2012-06-01 | 2013-05-30 | 조절 디바이스, 공기 입구 및 자동차 |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008922 | 2012-06-01 | ||
NL2008922A NL2008922C2 (nl) | 2012-06-01 | 2012-06-01 | Verstelinrichting, luchtinlaat en motorvoertuig. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2008922C2 true NL2008922C2 (nl) | 2013-12-04 |
Family
ID=48628899
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2008922A NL2008922C2 (nl) | 2012-06-01 | 2012-06-01 | Verstelinrichting, luchtinlaat en motorvoertuig. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US9150097B2 (nl) |
EP (1) | EP2855186B1 (nl) |
JP (1) | JP2015525166A (nl) |
KR (1) | KR20150023384A (nl) |
CN (1) | CN104507729B (nl) |
IN (1) | IN2014MN02591A (nl) |
NL (1) | NL2008922C2 (nl) |
WO (1) | WO2013180569A1 (nl) |
Families Citing this family (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2518829A (en) * | 2013-10-01 | 2015-04-08 | Johnson Electric Sa | Actuator and Grille Incorporating the Actuator |
DE102013113489A1 (de) * | 2013-12-04 | 2015-06-11 | Dr. Ing. H.C. F. Porsche Aktiengesellschaft | Verschließbare Luftleiteinrichtung an einem Fahrzeug |
KR101532976B1 (ko) * | 2014-09-01 | 2015-07-01 | 현대모비스 주식회사 | 차량용 에어 플랩 장치 |
DE102014223766A1 (de) * | 2014-11-21 | 2016-05-25 | Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft | Luftzufuhreinstellvorrichtung für ein Kratfahrzeug |
FR3029859B1 (fr) | 2014-12-16 | 2017-02-17 | Electricfil Automotive | Dispositif de commande pour des volets pivotant selon des axes non paralleles |
FR3029858B1 (fr) | 2014-12-16 | 2017-02-24 | Electricfil Automotive | Dispositif de commande de volets par un actionneur lineaire |
CA2963660C (en) * | 2016-04-22 | 2023-09-05 | Magna International Inc. | Active grille shutter multi part modular frame |
US10352399B2 (en) * | 2016-04-28 | 2019-07-16 | Lear Corporation | Actuator assembly |
US9855981B1 (en) | 2016-06-17 | 2018-01-02 | Srg Global Inc. | Vehicle active side vent system |
FR3057501B1 (fr) * | 2016-10-19 | 2019-11-15 | Mmt ag | Motoreducteur compact |
KR102496697B1 (ko) * | 2016-12-16 | 2023-02-06 | 현대자동차주식회사 | 열교환기 냉각 시스템 |
FR3068920B1 (fr) * | 2017-07-12 | 2019-07-19 | Valeo Systemes Thermiques | Dispositif de regulation d'entree d'air pour vehicule automobile |
JP6572283B2 (ja) * | 2017-10-19 | 2019-09-04 | 本田技研工業株式会社 | シャッターグリル |
CN110001385B (zh) * | 2018-01-04 | 2022-05-17 | 上汽通用汽车有限公司 | 车辆发动机舱温度调节方法及调节装置 |
CN110450625A (zh) * | 2019-09-17 | 2019-11-15 | 延锋安道拓方德电机有限公司 | 汽车及其主动式进气格栅执行器 |
DE102021201704A1 (de) | 2021-02-23 | 2022-08-25 | Psa Automobiles Sa | Verkleidungsvorrichtung für ein Kraftfahrzeug sowie Kraftfahrzeugkarosserie eines Kraftfahrzeugs mit einer derartigen Verkleidungsvorrichtung |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS6418744A (en) * | 1987-07-15 | 1989-01-23 | Nissan Motor | Drive mechanism of equipment mounted on board |
EP2371603A1 (en) * | 2010-03-25 | 2011-10-05 | Aisin Seiki Kabushiki Kaisha | Movable grille shutter for vehicle |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5957184A (en) * | 1998-03-16 | 1999-09-28 | Gross; Fred J. | Tilter mechanism for horizontal blind |
US6142108A (en) * | 1998-12-16 | 2000-11-07 | Caterpillar Inc. | Temperature control system for use with an enclosure which houses an internal combustion engine |
US6145251A (en) * | 1999-09-17 | 2000-11-14 | Ricci; Fernando | Adjustable shutter assembly and slat control mechanism using a control gear and gear engaging positioner |
FR2860575B1 (fr) * | 2003-10-06 | 2006-10-27 | Peugeot Citroen Automobiles Sa | Dispositif de regulation d'un flux d'air entrant notamment sous le capot d'un vehicule automobile |
US20060104074A1 (en) * | 2004-09-10 | 2006-05-18 | Boniface Robert E | Vehicle body |
JP4438757B2 (ja) * | 2006-02-08 | 2010-03-24 | トヨタ自動車株式会社 | 車両用冷却装置 |
US8463493B2 (en) * | 2010-04-01 | 2013-06-11 | GM Global Technology Operations LLC | Powertrain thermal control with grille airflow shutters |
JP5862033B2 (ja) * | 2010-07-13 | 2016-02-16 | アイシン精機株式会社 | 車両用可動グリルシャッター |
NL2005697C2 (nl) * | 2010-11-15 | 2012-05-16 | Mci Mirror Controls Int Nl Bv | Verstelinrichting voor luchtinlaat, werkwijze voor het verstellen van een luchtinlaat met een verstelinrichting, motorvoertuig voorzien van een luchtinlaat met een verstelinrichting. |
CA2758502C (en) * | 2010-11-16 | 2018-09-25 | Magna International Inc. | Bracket - active grille and actuator |
KR101103780B1 (ko) * | 2010-12-31 | 2012-01-12 | 한국건설기술연구원 | 자연환기와 강제환기가 가능한 혼합형 하이브리드 환기장치 |
US8915320B2 (en) * | 2011-10-13 | 2014-12-23 | GM Global Technology Operations LLC | Variable actuation rate shutter louvers |
-
2012
- 2012-06-01 NL NL2008922A patent/NL2008922C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2013
- 2013-05-30 US US14/403,859 patent/US9150097B2/en active Active
- 2013-05-30 EP EP13729518.4A patent/EP2855186B1/en active Active
- 2013-05-30 IN IN2591MUN2014 patent/IN2014MN02591A/en unknown
- 2013-05-30 WO PCT/NL2013/050391 patent/WO2013180569A1/en active Application Filing
- 2013-05-30 CN CN201380040719.1A patent/CN104507729B/zh active Active
- 2013-05-30 JP JP2015514944A patent/JP2015525166A/ja active Pending
- 2013-05-30 KR KR20147034946A patent/KR20150023384A/ko not_active Application Discontinuation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS6418744A (en) * | 1987-07-15 | 1989-01-23 | Nissan Motor | Drive mechanism of equipment mounted on board |
EP2371603A1 (en) * | 2010-03-25 | 2011-10-05 | Aisin Seiki Kabushiki Kaisha | Movable grille shutter for vehicle |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
KR20150023384A (ko) | 2015-03-05 |
EP2855186B1 (en) | 2017-08-16 |
US9150097B2 (en) | 2015-10-06 |
CN104507729A (zh) | 2015-04-08 |
CN104507729B (zh) | 2018-03-13 |
IN2014MN02591A (nl) | 2015-07-24 |
EP2855186A1 (en) | 2015-04-08 |
WO2013180569A1 (en) | 2013-12-05 |
JP2015525166A (ja) | 2015-09-03 |
US20150136500A1 (en) | 2015-05-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2008922C2 (nl) | Verstelinrichting, luchtinlaat en motorvoertuig. | |
US9168828B2 (en) | Actuator with progressive gear | |
US9162562B2 (en) | Grille shutter actuator | |
US9328652B2 (en) | Vehicle parallel cooling system | |
EP3303037B1 (fr) | Panneau de volets et véhicule automobile | |
US20140273807A1 (en) | Grille Shutter Assembly | |
DE102014115968B4 (de) | Kühl - und Heizbecherhalter | |
EP2121361B1 (fr) | Dispositif de climatisation d'un vehicule comportant un reseau de conduits de degivrage | |
CN106494218A (zh) | 用于机动车辆的进风口 | |
DE202011050032U1 (de) | Drosseleinrichtung für den Luftdurchsatz durch einen Luftdurchlass | |
EP2147584A2 (de) | Thermoelektrische temperiervorrichtung | |
DE102010016520B3 (de) | Luftdüse | |
EP4069533A1 (fr) | Dispositif de chauffage, ventilation et/ou climatisation pour vehicule automobile | |
US9139068B2 (en) | Mix door and vehicle air conditioner using the same | |
EP3720726A2 (de) | Heizmodul für eine heizanlage eines bewohnbaren fahrzeugs | |
US10150362B2 (en) | Radiator unit for a motor vehicle | |
CN205890566U (zh) | 仪表板 | |
JP5477347B2 (ja) | 車両用空調装置 | |
DE102010046147A1 (de) | Kühlsystem eines Kraftfahrzeuges sowie Kraftfahrzeug | |
EP3402970A1 (de) | Luftfiltervorrichtung für ein kraftfahrzeug | |
CN111819094A (zh) | Hvac模块 | |
WO2007118484A1 (de) | Montageeinrichtung und montageverfahren | |
EP1826039A2 (en) | Variable flow valve |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PLED | Pledge established |
Effective date: 20140317 |
|
RF | Pledge or confiscation terminated |
Free format text: RIGHT OF PLEDGE, REMOVED Effective date: 20170830 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20230701 |