NL2008097C2

NL2008097C2 - Werkwijze voor het beheersen van het klimaat in een land- en/of tuinbouwkas.

Info

Publication number: NL2008097C2
Application number: NL2008097A
Authority: NL
Inventors: Lex Ende; Pieter Johannes Ende
Original assignee: Ende Pompen B V V D
Priority date: 2012-01-11
Filing date: 2012-01-11
Publication date: 2013-07-15

Description

WERKWIJZE VOOR HET BEHEERSEN VAN HET KLIMAAT IN EEN LAND-

EN/OF TUINBOUWKAS

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze voor het beheersen van het klimaat in een land- en/of tuinbouwkas voor het daarin kweken van gewassen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een kas voorzien van een klimaatbeheersingssysteem voor het beheersen van het klimaat in de land- en/of tuinbouwkas. De uitvinding heeft lO bovendien betrekking op een klimaatsysteem en verspreidingssysteem.

Voor het efficiënt kweken van gewassen in een kas is het van belang dat de luchtcondities in de kas optimaal 15 worden aangepast aan de behoeftes van dat gewas. In het bijzonder is het van belang dat deze condities lokaal nabij de te kweken gewassen optimaal aangepast kan worden. Voor dit doel zijn er verschillende systemen bekend die bijvoorbeeld gebruik maken van kunststof buizen of slurven 20 voor het vanaf een zijgevel, van de kas verdelen van ingevoerde lucht over het oppervlak van de kas. Aan een zijgevel is hierbij voorzien in een hoeveelheid van klimaatkasten die lucht invoeren in verdelingsbuizen. De buizen verdelen de lucht dan over de breedterichting van de 25 kas. Deze buizen zijn voorzien van een hoeveelheid van doorgangen voor het bij de onderzijde van de kas, in het bijzonder nabij de onderzijde van de te kweken gewassen, vrijgeven van de ingevoerde lucht uit de klimaatkasten.

30 Hoewel dergelijke systemen in staat zijn te voorzien in een efficiënte regeling van de condities, is gebleken dat de bekende systemen met name wat betreft energie efficiëntie nog te wensen overlaten en/of te complex en daarmee vaak te kostbaar blijken.

2

Het is daarom een doel onder andere doelen, van de 5 onderhavige uitvinding, in een eenvoudige en/of efficiënte werkwijze voor het beheersen van het klimaat in een land-en/of tuinbouwkas.

Hiertoe is er volgens de uitvinding voorzien in een 10 werkwijze volgens de aangehechte conclusie 1.

Meer in het bijzonder is er voorzien in een werkwijze voor het beheersen van een klimaat in een land- en/of tuinbouwkas voor het daarin kweken van gewassen, waarbij de 15 werkwijze de stappen omvat van: - het verschaffen van lucht met een relatief lage luchtvochtigheid; - het vrijgeven van de verschafte lucht nabij de bovenzijde van de kas, ten minste boven de te kweken 20 gewassen, waarbij de vrijgegeven lucht mengt met de aldaar aanwezige lucht; - het verspreiden van de gemengde lucht vanaf de bovenzijde van de kas naar de onderzijde van de kas, ten minste nabij de onderzijde van de te kweken gewassen, 25 over ten minste een gedeelte van het oppervlak van de kas .

Volgens de vinding wordt lucht met een relatieve lage luchtvochtigheid, dat wil zeggen lucht die in verhouding tot 30 de lucht die zich bevindt in de kas minder vocht bevat, vrij gegeven aan de bovenzijde van de kas zodat deze lucht kan mengen met de aldaar aanwezige lucht. Gebleken is namelijk dat de lucht die zich bevindt aan de bovenzijde van de kas 3 een relatieve lage luchtvochtigheid heeft ten opzichte van de lucht die zich bevindt meer nabij de onderzijde van de kas. Door deze lucht te vermengen met nieuw aangevoerde lucht met lage luchtvochtigheid, en dit mengsel vervolgens 5 te verspreiden over de inhoud van de kas, kan het klimaat, in het bijzonder de relatieve luchtvochtigheid van de lucht, efficiënt in de kas worden beheerst.

In kassen is het ook bekend om schermdoeken toe te lO passen voor het isoleren van de kas. Op deze manier gaat er minder wordt verloren. Deze schermdoeken vormen als het ware een gesloten ruimte om de te kweken gewassen. Ook in deze ruimte levert een te hoge relatieve luchtvochtigheid problemen op. Bekend is dan ook om de schermdoeken enigszins 15 te openen, om zo vocht af te voeren. Dit gaat echter ook weer gepaard met warmteverlies. Volgens de vinding wordt de lucht bij het gebruik van schermdoeken vrijgegeven onder deze schermdoeken. Het klimaat in de omsloten ruimte is dan efficiënt te beheersen.

20

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het verschaffen van de lucht het verschaffen van buitenlucht. De buitenlucht heeft over het algemeen een lagere relatieve luchtvochtigheid dan de algemeen heersende luchtvochtigheid 25 in een kas. Door buitenlucht in te voeren in de kas kan daarom op efficiënte wijze lucht met een relatieve lage luchtvochtigheid worden verschaft. Ontvochtigers, zoals die vaak worden toegepast in recirculatiesystemen in een kas waarbij de lucht in een kas wordt ontdaan van vocht om 30 vervolgens weer te worden teruggevoerd, zijn derhalve niet nodig. Meer bij voorkeur omvat de stap van het verschaffen voorts het verwarmen van de verschafte buitenlucht tot een vooraf bepaalde kweektemperatuur. Er kan hierbij voorzien 4 zijn in verwarmingselementen en/of een warmtewisselaar voor het op temperatuur brengen van de verschafte buitenlucht. De ideale kweektemperatuur kan bijvoorbeeld vooraf worden ingesteld en kan afhankelijk zijn van het type gewas.

5

Het is in het bijzonder voordelig wanneer de werkwijze omvat het in een eerste in hoofdzaak horizontale richting verspreiden van de lucht met relatieve lage luchtvochtigheid of het mengsel daarvan en het vervolgens in een tweede in 10 hoofdzaak horizontale richting verspreiden van het mengsel, waarbij de tweede richting in hoofdzaak loodrecht staat op de eerste richting. De verschafte lucht wordt bij voorkeur vanaf een enkel of beperkt aantal invoerpunten verdeeld over bij voorkeur het gehele oppervlak van de kas. De verschafte 15 lucht wordt bij voorkeur eerst in een lengterichting verspreid en/of vrijgegeven, om vervolgens tevens in de breedterichting van de kas verspreid te worden. Het aantal benodigde invoeren wordt derhalve sterk gereduceerd.

Gebleken is echter dat er, ondanks het beperkt aantal 20 invoeren ten opzichte van bekende systemen, toch wordt voorzien in een efficiënte werkwijze voor het beheersen van het klimaat in een kas.

Volgens de verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het 25 verschaffen van de lucht het invoeren van de lucht in een invoerbuis die zich uitstrekt aan de bovenzijde over ten minste een gedeelte van de, bij voorkeur de gehele, lengte van de kas, waarbij de invoerbuis over zijn lengte bij voorkeur is voorzien van een hoeveelheid aan uitgangen voor 30 het vrijgeven van de lucht over die lengte van de kas. Het in de eerste richting verdelen zoals hierboven besproken vindt hierbij plaats door de invoerbuis die werkzaam is verbonden met een invoer voor het invoeren van de verschafte 5 lucht. De lucht wordt vrijgegeven in de bovenzijde van de kas, bijvoorbeeld onder de schermdoeken zoals hierboven besproken door de hoeveelheid aan doorgangen in deze buis.

De vrijgegeven lucht mengt daar reeds aanwezige, relatief, 5 droge lucht aan de bovenzijde van de kas.

Volgens de verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het verspreiden het verplaatsen van de lucht met behulp van een hoeveelheid aan ventilatoren. Ventilatoren voorzien in een lO efficiënte en eenvoudige verplaatsing van de lucht.

Het is hierbij in het bijzonder voordelig wanneer het verspreiden voorts omvat het geleiden van de lucht door een buisvormige geleiding. Met de buisvormige geleiding, 15 bi jvoorbeeld in de vorm van een kunststof slurf, kan de met de ventilatoren verplaatste lucht eenvoudig worden geleid naar een gewenst deel in de kas, bij voorkeur ten minste het gedeelte voor het kweken van de gewassen. Bij voorkeur strekken de buisvormige geleidingen zich stroomafwaarts van 20 een ventilator uit. De buisvormige geleidingen zijn hierbij aan de uitgangszijden van een ventilator verbonden, waarbij de lucht aan het uiteinde van de buisvormige geleiding kan worden vrijgegeven.

25 Volgens de verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de werkwijze van de uitvinding omvat het verspreiden voorts het met verticaal gerichte ventilatoren naar de onderzijde van de kas verspreiden van de lucht, waarbij de verticale ventilatoren zich uitstrekken aan de bovenzijde van de kas. 30 De verticale ventilatoren met een in hoofdzaak verticale werkingsrichting voor het in een hoofdzaak verticale richting verplaatsen van de lucht, in het bijzonder het mengsel van de verschafte lucht en de reeds aanwezige lucht 6 aan de bovenzijde van de kas, dragen dan zorg voor de verticale verdeling in de kas. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een invoerbuis zoals hierboven besproken, strekken de verticale ventilatoren bij voorkeur uit nabij deze 5 invoerbuis, meer in het bijzonder nabij de doorgangen daarvan.

Bij voorkeur zijn ten minste een gedeelte van de verticaal gerichte ventilatoren voorzien van een buisvormige lO geleiding die zich bij voorkeur uitstrekt ten minste tussen de bovenzijde en de onderzijde van de kas. De door de ventilatoren aan de bovenzijde van de kas aangezogen lucht wordt hierbij door de buisvormige geleiding geleid naar de onderzijde van de kas en bij voorkeur daar vrijgegeven. De 15 geleidingsbuizen zijn hierbij ingericht om de lucht, in het bijzonder het mengsel van lucht, in een hoofdzaak verticale richting te geleiden. Het is bovendien mogelijk om ventilatoren die bijvoorbeeld zijn geplaatst boven gangpaden, ter voorzien van korter uitgevoerde buisvormige 20 geleidingen.

Het is echter ook mogelijk dat aan het uiteinde van de verticale geleidingsbuizen horizontale geleidingsbuizen zijn verbonden, waarbij de horizontale geleidingsbuizen zijn 25 voorzien met een hoeveelheid aan doorgangen voor het vrijgeven van de lucht over het oppervlak van de kas. Deze horizontale geleidingsbuizen voorzien dan bijvoorbeeld in de geleiding in de tweede richting zoals hierboven besproken. Deze horizontale geleidingsbuizen strekken zich dan bij 30 voorkeur in hoofdzaak loodrecht uit op een invoerbuis zoals hierboven besproken.

7

Het is ook mogelijk dat het verspreiden omvat het in een in hoofdzaak horizontale richting verspreiden van de lucht met horizontaal gerichte ventilatoren. Ook de verspreiding in de tweede richting vindt hierbij plaats door 5 ventilatoren, wat een efficiëntere verspreiding mogelijk maakt.

De horizontale ventilatoren, dat wil zeggen ventilatoren die zijn ingericht voor het verplaatsen van de 10 lucht in een in hoofdzaak horizontale richting, verspreiden hierbij de lucht in een horizontale richting die in hoofdzaak loodrecht staat op de lengterichting van een invoerbuis zoals hierboven besproken.

15 Volgens de verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de werkwijze van de uitvinding omvat het verspreiden het horizontaal verspreiden en het vervolgens naar beneden verspreiden van de lucht, waarbij de horizontaal gerichte ventilatoren zich tevens uitrekken aan de bovenzijde van de 20 kas. Volgens deze uitvoering wordt het mengsel van lucht eerst verdeeld over het gehele of ten minste een gedeelte van het oppervlak van de kas om vervolgens in verticale richting verspreid te worden naar de onderzijde van de kas. Er is hierbij bij voorkeur voorzien in een hoeveelheid aan 25 verticale ventilatoren waarbij de verticaal gerichte ventilatoren zich uitstrekken over het oppervlak, of tenminste een gedeelte van het oppervlak, van de kas.

Hiermee wordt bedoeld dat de verticale ventilatoren zodanig zijn opgesteld dat de verspreidingsgebieden van twee 30 aanliggende verticaal opgestelde ventilatoren aan de onderzijde ten minste gedeeltelijk overlappend zijn zodat er aan de onderzijde van de kas wordt voorzien in een goede verspreiding van de lucht.

8

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het verspreiden het naar beneden verspreiden en vervolgens het horizontaal verspreiden van het mengsel van de lucht.

5 Volgens deze uitvoering wordt het mengsel eerst in verticale richting verspreid om vervolgens in horizontale richting verspreid te worden. Het is hierbij in het bijzonder voordelig wanneer de horizontale luchtverspreiding plaats vindt met horizontaal gerichte ventilatoren die zich 10 uitstrekken nabij de onderzijde van de kas. Het is hierbij mogelijk dat de verschafte lucht eerst in verticale richting wordt verplaatst naar de onderzijde van de kas om vervolgens in twee in hoofdzaak loodrechte horizontale richtingen verplaatst te worden of verspreid te worden. Het verdient 15 echter de voorkeur om de lucht met behulp van de invoerbuis aan de bovenzijde vrij te geven over een lengte van de kas, deze vervolgens met een hoeveelheid aan verticale ventilatoren te verspreiden naar de onderzijde van de kas en de lucht aldaar te verspreiden in een hoofdzaak horizontale 20 richting die loodrecht staat op de lengterichting van de invoerbuis. De werkwijze kan dan voorts de stappen omvatten van in horizontale richting geleiden van de lucht in geleidingsbuizen, waarbij de geleidingsbuizen zijn voorzien van een hoeveelheid aan doorgangen voor het vrijgeven van 25 lucht aan de onderzijde van de kas. Anders dan bij de eerder beschreven uitvoering waarbij de verticale geleidingsbuis ook is voorzien van een horizontale geleidingsbuis, geeft de verticale geleidingsbuis in deze uitvoering het mengsel van lucht vrij nabij de onderzijde van de kas en wordt deze 30 lucht vervolgens met de horizontaal gerichte ventilatoren en de daarmee gekoppelde geleidingsbuizen verspreid over het oppervlak van de kas. Zoals gezegd zijn de geleidingsbuizen bij voorkeur stroomafwaarts verbonden aan de ventilatoren, 9 dat wil zeggen aan de uitgangszijde van de horizontale ventilatoren. De horizontale geleidingsbuizen strekken zich bij voorkeur uit onder de te kweken gewassen bij voorkeur onder daarvoor bestemde teeltgoten in de kas.

5

De uitvinding heeft voorts betrekking op een kas voorzien van een klimaatbeheersingssysteem voor het beheersen van een klimaat in de land- en/of tuinbouwkas voor het daarin kweken van gewassen, in het bijzonder volgens de 10 werkwijze volgens de vinding, waarbij het klimaatbeheersingssysteem omvat: - een invoer voor het invoeren van lucht met een relatief lage luchtvochtigheid, waarbij de invoer is ingericht voor het vrijgeven van de lucht aan de bovenzijde van de 15 kas, ten minste boven de te kweken gewassen; - een verspreidingssysteem voor het verspreiden vanaf de bovenzijde van de kas naar de onderzijde van de kas, ten minste nabij de onderzijde van de te kweken gewassen, over ten minste een gedeelte van het oppervlak van de 20 kas.

Met deze kas is het mogelijk het klimaat efficiënt te beheersen zoals al is beschreven voor de werkwijze volgens de vinding, zodat alle hierboven beschreven maatregelen ook 25 van toepassing zijn voor de kas als zodanig.

Meer in het bijzonder omvat het verspreidingssysteem een hoeveelheid aan verticale ventilatoren die zich uitstrekken aan de bovenzijde van de kas en die zijn ingericht voor het 30 naar de onderzijde verspreiden van de lucht. Dit voorziet in een efficiënte verspreiding van de lucht in een in hoofdzaak verticale richting. Om de verspreiding en geleiding te verbeteren, is ten minste een gedeelte van de verticaal 10 gerichte ventilatoren voorzien van een buisvormige geleiding die zich ten minste tussen de bovenzijde en de onderzijde van de kas uitstrekt. Aldus wordt de verspreide lucht geleid van de bovenzijde naar de onderzijde en daar vrijgegeven.

5

Een verdere voorkeursuitvoering van de kas omvat voorts een invoerbuis die in verbinding staat met de invoer waarbij de invoerbuis zich uitstrekt aan de bovenzijde over ten minste een gedeelte van de, en bij voorkeur de gehele, lO lengte van de kas, waarbij de invoerbuis over zijn lengte is voorzien van een hoeveelheid aan uitgangen of doorgangen voor het vrijgeven van de lucht over die lengte van die kas. Al bij het vrijgeven van de lucht met de relatieve lage luchtvochtigheid wordt hierbij voorzien in een verdeling in 15 een eerste horizontale richting zoals hierboven al is beschreven.

Om deze vrijgegeven lucht efficiënt te verspreiden, is het volgens een verdere uitvoeringsvorm voordelig wanneer de 20 verticale ventilatoren zich uitstrekken nabij de invoerbuis, in het bijzonder de doorgangen daarvan, voor het naar beneden verspreiden van de uit de invoerbuis vrijgegeven lucht. De vrijgegeven lucht, meer in het bijzonder het mengsel van die lucht en de lucht die reeds aanwezig was, 25 wordt dan efficiënt met behulp van verticale ventilatoren naar de benedenzijde van de kas verspreid.

Om ook in een efficiënte horizontale verdeling te voorzien, bijvoorbeeld naast de al gerealiseerde verdeling 30 door de invoerbuis, omvat het verspreidingssysteem volgens een verdere uitvoeringsvorm voorts horizontaal gerichte ventilatoren die zijn ingericht het in hoofdzaak horizontale richting verspreiden van de lucht.

11

Zoals reeds hierboven besproken, is het hierbij mogelijk dat de horizontale ventilatoren zich uitstrekken aan de bovenzijde van de kas, waarbij de verticale ventilatoren 5 zich uitstrekken over het oppervlak van de kas voor het verspreiden van de lucht over het oppervlak over de onderzijde van de kas. Volgens deze uitvoering wordt de lucht eerst in horizontale richting verspreid om vervolgens in verticale richting verspreid te worden door de verticale 10 ventilatoren, bij voorkeur voorzien van de geleidingsbuizen.

Het is echter ook mogelijk dat de horizontale ventilatoren zich uitstrekken aan de onderzijde van de kas en stroomafwaarts zijn voorzien van zich horizontaal 15 uitstrekkende geleidingsbuizen die zijn voorzien van een hoeveelheid aan doorgangen voor het verspreiden van lucht over het oppervlak aan de onderzijde van de kas. Volgens deze uitvoering wordt de lucht eerst in verticale richting verplaatst om vervolgens in ten minste een tweede richting 20 verspreid te worden in een horizontale richting.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een klimaatsysteem en een verspreidingssysteem volgens de vinding.

25

De onderhavige uitvinding wordt verder geïllustreerd aan de hand van de volgende figuren, die voorkeursuitvoeringsvormen volgens de uitvinding weergeven, en zijn niet bedoeld om de reikwijdte van de uitvinding op 30 enige manier in te perken, waarbij:

Figuur 1 schematisch een bovenaanzicht van een eerste uitvoering van een kas toont; 12

Figuur 2 schematisch de kas uit figuur 1 in dwarsdoorsnede toont;

Figuur 3 schematisch een aanvoer van buitenlucht volgens de vinding in dwarsdoorsnede toont; 5 - Figuur 4 schematisch een bovenaanzicht van variant van de een eerste uitvoering toont;

Figuur 5 schematisch een bovenaanzicht van een tweede uitvoering van een kas volgens de vinding toont;

Figuur 6 schematisch de kas uit figuur 5 in lO dwarsdoorsnede toont;

Figuur 7 schematisch een bovenaanzicht van een derde uitvoering van een kas toont, en;

Figuur 8 schematisch gedeeltelijk de kas uit figuur 7 in dwarsdoorsnede toont.

15

In figuren 1 en 2 is een standaard kas 1 getoond met kopgevels 3 en zijgevels 2. De kas is voorzien van staanders 15, zie figuur 2, die een constructie 19 dragen. Boven de constructie 19 bevindt zich het dak van de kas 1, dat niet 20 is weergegeven. De ruimte 18 aan de bovenzijde wordt in het vervolg ook simpelweg de bovenzijde 18 van de kas genoemd. Ook getoond in figuur 2 zijn schermdoeken 29, die dienen ter isolatie van de ruimte met daarin de gewassen 8.

25 De kas 1 is voorzien van een middenpad 16 dat zich bevindt tussen twee rijen staanders 15. Aldaar zijn geen teeltgoten 9 aanwezig die zijn ingericht voor het houden van gewassen 8. De teeltgoten 9 staan enigszins op afstand van de ondergrond 10 van de kas, zodat zich onder de teeltgoten 30 9 een ruimte 17 bevindt, hierna ook wel de onderzijde van de kas 1 genoemd.

13

Volgens de vinding is de kas 1 voorzien van een klimaatsysteem dat in het algemeen is aangegeven met 14 in figuur 1. In de kopgevels 3 zijn luchtinvoeren 4 aangebracht die zijn ingericht om buitenlucht 13 in de kas 1 in te 5 voeren. De luchtinvoeren 4 zijn hiertoe voorzien van een ventilator 11, zie figuur 3, en een verwarmingselement 12 die de ingevoerde lucht op een geschikte temperatuur brengt. De ventilator 11 is horizontaal gericht, wat wil zeggen dat een in hoofdzaak horizontale stroom 100 wordt gevoerd uit de 10 ventilator 11. Op de ventilatoren 11 is een buis 5 aangesloten die zich uitstrekt in de bovenzijde en over de gehele lengte van de kas. De buis 5 is over zijn lengte voorzien van een veelheid aan doorgangen 51a en 51b voor het vrijgeven van de ingevoerde lucht in de bovenzijde 18 van de 15 kas 1. Dit vrijgeven is in figuur 2 schematisch aangeduid met pijlen 101a en 101b. De buis 5 verspreid de ingevoerde lucht in een eerste in hoofdzaak horizontale richting 100 in de kas.

20 Aangezien de buitenlucht een lage luchtvochtigheid heeft ten opzichte van de lucht in de kas 1, wordt derhalve relatief droge lucht ingevoerd in de bovenzijde 18 van de kas 1. Ook de lucht in de bovenzijde 18 van de kas 1 is droger dan de gemiddelde luchtvochtigheid in de kas 1, 25 aangezien de lucht rondom de gewassen 8 een hoge relatieve luchtvochtigheid heeft. De relatief droge lucht in de kas aan de bovenzijde 18 van de kas 1 wordt hierbij gemengd met de relatief droge ingevoerde lucht vanaf de buitenlucht 13 en vermengt zich in de bovenzijde 18 van de kas 1.

Om de vrijgeven lucht verder te verspreiden over de kas 1, is er voorzien in een veelheid aan horizontaal gericht ventilatoren 6a, 6b. De horizontale ventilatoren 6a, 6b zijn 30 14 vanaf het midden met de buis 5 gericht naar de zijgevels 2 in richtingen 102a en 102b. De horizontale ventilatoren 6a in het bovenste gebied A in figuur 1 zijn derhalve naar boven gericht, de ventilatoren 6b in het onderste gebied B 5 in figuur 1 zijn naar beneden gericht, hetgeen ook beter zichtbaar is in het detail van figuur 1. De verspreidingsrichtingen 102a en 102b staan loodrecht op de lengterichting van de buis 5 en daarmee de luchtstroom 100 daarin. De specifieke locaties, in het bijzonder de 10 onderlinge afstanden en de afstand met de invoerbuis 5, van de ventilatoren 6a, 6b is afhankelijk van de gewenste omstandigheden in de kas 1 en bijvoorbeeld het vermogen van de ventilatoren.

15 Om de lucht vervolgens in verticale richting te verspreiden in de kas 1, is er voorzien in verticale ventilatoren 7. De ventilatoren 7 bevinden zich ook in het bovenste bereik 18 van de kas 1 en verplaatsen de lucht in de bovenzijde 18 in een neerwaartse richting 103. Aan de 20 ventilatoren 7 zijn kunststof buizen 71 verbonden, die de lucht geleiden tot aan de onderzijde 17 van kas, in het bijzonder tot aan onder de teeltgoten 9. De lucht wordt aldaar vrijgegeven van het uiteinde van de buis 71, wat is aangegeven met 104. Zoals is weergegeven in figuur 2, hangen 25 de buizen 71 aan de ventilatoren 7, die op hun beurt weer zijn verbonden aan de constructie 19, in dit voorbeeld hangend.

Met verwijzing naar het detail van figuur 1, zijn de 30 ventilatoren 7 op zodanige afstanden van elkaar geplaatst, dat de werkingsgebieden 104a van de ventilatoren 7 enigszins overlappen. In andere woorden, de uitstroom 104 aan de onderzijde van ieder van de buizen 71 van de ventilatoren 7 15 zorgt ervoor dat de relatief droge lucht aan de onderzijde 17 efficiënt wordt verspreid.

In het voorbeeld van figuren 1 en 2 strekt de buis 5 5 zich uit boven in het midden van de kas 1. Dit is echter niet noodzakelijk zoals het voorbeeld in figuur 4 toont. In deze uitvoering bevindt de buis 5 zich nabij een zijgevel 2 en wordt de relatief droge lucht vrijgegeven in de bovenzijde nabij de zijgevel 2. Ieder van de horizontale lO ventilatoren 6b is daarom gericht naar de andere langwand 2, in een richting aangegeven met 101b. De verticale ventilatoren 7 verspreiden de lucht weer in verticale richting.

15 Figuren 5 en 6 tonen een tweede uitvoering van een klimaatbeheersingssysteem volgens de vinding. In deze uitvoering is weer voorzien in twee invoeren 4 die zijn verbonden aan een centrale buis 5 aan de bovenzijde 18 van de kas 1. De buis 5 vervoert de aangevoerde lucht in 20 richtingen 100 over de lengterichting van de kas 1. De buis 5 geeft de aangevoerde lucht vrij over de lengte van de kas met doorgangen 51 in de bovenzijde 18 van de kas 1. In de bovenzijde 18 vermengt deze aangevoerde lucht met de aldaar aanwezige lucht en wordt met behulp van verticale 25 ventilatoren 7 die zijn geplaatst nabij de buis 5 in verticale richting 103 verspreid. De ventilatoren 7 zijn voorzien van kort uitgevoerde buizen 71a, zodat de lucht wordt geleid naar onderzijde 17 zoals aangegeven met pijlen 104. De korte buizen 71a maken het mogelijk dat onder de 30 ventilatoren 7 nog gelopen kan worden. Met behulp van horizontale ventilatoren 26a en 26b wordt de lucht vervolgens horizontaal verspreid in de richtingen 102a en 102b met behulp van buizen of slangen 27 waarin openingen 28 16 zijn aangebracht voor het over de lengte van de slangen 27 vrijgeven van de lucht onder de teeltgoten 9. Door de aanzuigende werking van de horizontale ventilatoren 26a en 26b zal de vrijgegeven lucht 104 in een richting 105a, 105b 5 worden verspreid met behulp van de horizontale ventilatoren 26a en 26b en respectievelijke slangen 27. Zoals zichtbaar is in de figuren, verspreiden de ventilatoren 26a en 26b de lucht in een in hoofdzaak horizontale richting die dwars staat op de lengterichting van de buis 5 en daarmee de 10 stroom 100 daarin.

Figuren 7 en 8 tonen een verdere uitvoering die in grote mate overeenkomt de uitvoering uit figuren 5 en 6.

Waar in die uitvoering de lucht in de onderzijde 17 van de 15 kas 1 wordt aangezogen door ventilatoren 26a, 26b in richtingen 105a, b om te worden geleid in slangen 27, zijn in de uitvoering uit figuren 7 en 8 de slangen 27 direct aangesloten om de buizen 71 van de verticale ventilatoren 7. De ventilatoren 7 zijn weer opgesteld in de nabijheid van de 20 uitgangen 51 van de buis 5. De buis 5 verspreid de ingevoerde lucht derhalve in een horizontale richting 100, de ventilatoren 7 met buizen 71 verspreiden de lucht vervolgens in verticale richting 103, waarbij de slangen 27 de lucht weer verspreiden in een tweede horizontale richting 25 102.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvormen, maar strekt zich ook uit tot andere uitvoeringsvormen, die vallen binnen de reikwijdte 30 van de aangehechte conclusies.

Claims

1. Werkwijze voor het beheersen van het klimaat in een land- en/of tuinbouwkas voor het daarin kweken van 5 gewassen, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het verschaffen van lucht met een relatief lage luchtvochtigheid; - het vrijgeven van de verschafte lucht nabij de bovenzijde van de kas, ten minste boven de te kweken 10 gewassen, waarbij de vrijgegeven lucht mengt met de aldaar aanwezige lucht; - het verspreiden van de gemengde lucht vanaf de bovenzijde van de kas naar de onderzijde van de kas, ten minste nabij de onderzijde van de te kweken 15 gewassen, over ten minste een gedeelte van het oppervlak van de kas.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het verschaffen van de lucht omvat het verschaffen van buitenlucht, 20 waarbij de werkwijze voorts de stap omvat van het verwarmen van de verschafte buitenlucht tot een vooraf bepaalde kweektemperatuur.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het in 25 een eerste in hoofdzaak horizontale richting verspreiden van de lucht met de relatieve lage luchtvochtigheid of het mengsel daarvan en het vervolgens in een tweede in hoofdzaak horizontale richting verspreiden van het mengsel, waarbij de tweede richting in hoofdzaak 30 loodrecht staat op de eerste richting.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het verschaffen van de lucht omvat het invoeren van de lucht in een invoerbuis die zich uitstrekt aan de bovenzijde over ten minste een gedeelte van een lengte van de kas, waarbij de invoerbuis over zijn lengte is voorzien van een veelheid aan uitgangen voor het vrijgeven van de 5 lucht over die lengte van de kas.

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het verspreiden omvat het verplaatsen van de lucht met behulp van een veelheid aan ventilatoren. 10

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het verspreiden voorts omvat het geleiden van de lucht door een buisvormige geleiding, waarbij een buisvormige geleiding zich stroomafwaarts van een ventilator uitstrekt. 15

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij het verspreiden omvat het met verticaal gerichte ventilatoren naar de onderzijde van de kas verspreiden van de lucht, waarbij de ventilatoren zich uitstrekken 20 aan de bovenzijde van de kas.

8. Werkwijze volgens ten minste conclusie 6 en 7, waarbij ten minste een gedeelte van de verticaal gerichte ventilatoren is voorzien van een buisvormige geleiding 25 die zich uitstrekt ten minste tussen de bovenzijde en de onderzijde van de kas.

9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies 5 -8, waarbij het verspreiden omvat het met horizontaal 30 gerichte ventilatoren in in hoofdzaak horizontale richting verspreiden van de lucht.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, wanneer afhankelijk van conclusie 4, waarbij de lucht in een horizontale richting wordt verspreid loodrecht op de lengterichting van de invoerbuis. 5

11. Werkwijze volgens ten minste conclusies 7 en 9, waarbij het verspreiden omvat het horizontaal verspreiden en vervolgens het naar beneden verspreiden, waarbij de horizontaal gerichte ventilatoren zich tevens 10 uitstrekken aan de bovenzijde van de kas, waarbij de verticaal gerichte ventilatoren zich uitstrekken over het gedeelte van de kas.

12. Werkwijze volgens ten minste conclusies 7, waarbij het 15 verspreiden omvat het naar beneden verspreiden en vervolgens het horizontaal verspreiden.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, wanneer afhankelijk van conclusie 9, waarbij de lucht horizontaal wordt 20 verspreid met horizontaal gerichte ventilatoren die zich uitstrekken nabij de onderzijde van de kas.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, voorts omvattende het in horizontale richting geleiden van de lucht in 25 geleidingsbuizen, waarbij de geleidingsbuizen zijn voorzien van een veelheid aan doorgangen voor het vrijgeven van de lucht aan de onderzijde van de kas.

15. Kas voorzien van een klimaatbeheersingssysteem voor het 30 beheersen van het klimaat in de land- en/of tuinbouwkas voor het daarin kweken van gewassen, in het bijzonder volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 14, waarbij het klimaatbeheersingssysteem omvat: — een invoer voor het invoeren van lucht met een relatief lage luchtvochtigheid, waarbij de invoer is ingericht voor het vrijgeven van de lucht aan de bovenzijde van de kas, ten minste boven de te kweken 5 gewassen; — een verspreidingssysteem voor het verspreiden vanaf de bovenzijde van de kas naar de onderzijde van de kas, ten minste nabij de onderzijde van de te kweken gewassen, over ten minste een gedeelte van het lO oppervlak van de kas.

16. Kas volgens conclusie 15, waarbij het verspreidingssysteem een veelheid aan verticale ventilatoren omvat die zich uitstrekken aan de 15 bovenzijde van de kas en die zijn ingericht voor naar de onderzijde van de kas verspreiden van de lucht.

17. Kas volgens conclusie 16, waarbij ten minste een gedeelte van de verticaal gerichte ventilatoren is 20 voorzien van een buisvormige geleiding die zich uitstrekt ten minste tussen de bovenzijde en de onderzijde van de kas.

18. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, voorts 25 omvattende een invoerbuis in verbinding met de invoer die zich uitstrekt aan de bovenzijde over ten minste een gedeelte van een lengte van de kas, waarbij de invoerbuis over zijn lengte is voorzien van een veelheid aan uitgangen voor het vrijgeven van de lucht over die 30 lengte van de kas.

19. Kas volgens ten minste conclusies 16 en 18, waarbij de verticale ventilatoren zich uitstrekken nabij de invoerbuis voor het naar beneden verspreiden van de uit de invoerbuis vrijgegeven lucht.

20. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 5 het verspreidingsysteem voorts horizontaal gerichte ventilatoren omvat die zijn ingericht voor het in hoofdzaak horizontale richting verspreiden van de lucht.

21. Kas volgens conclusie 20, waarbij de horizontale 10 ventilatoren zich uitstrekken aan de bovenzijde van de kas, waarbij de verticale ventilatoren zich uitstrekken over het oppervlak van de kas voor het verspreiden van de lucht over het oppervlak aan de onderzijde van de kas . 15

22. Kas volgens conclusie 20, waarbij de horizontale ventilatoren zich uistrekken aan de onderzijde van de kas en stroomafwaarts zijn voorzijn van zich horizontaal uitstrekkende geleidingsbuizen voorzien van een veelheid 20 aan doorgangen voor het verspreiden van de lucht over het oppervlak aan de onderzijde van de kas.

23. Klimaatsysteem en/of verspreidingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies. 25