NL2007813C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een appartementengebouw, en appartementengebouw. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een appartementengebouw, en appartementengebouw

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen, in het bijzonder 5 inrichten, van een te bouwen appartementengebouw. De uitvinding heeft betrekking op een appartementengebouw dat is vervaardigd door toepassing van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding.

Nieuw te bouwen appartementengebouwen worden door architecten vooreerst volledig 10 uitgetekend, ingericht, en doorgerekend, waarna het appartementengebouw wordt gepresenteerd aan potentiële kopers. Mede afhankelijk van locale regelgeving kunnen de in het appartementengebouw opgenomen appartementen daarbij een woonbestemming en/of werkbestemming toebedeeld krijgen. Doorgaans zal slechts na verkoop van voldoende appartementen worden aangevangen met de bouw van het 15 appartementengebouw. Nadeel van deze veelgebruikte werkwijze is dat de bouw van het ontworpen appartementengebouw kan stagneren ingeval te weinig appartementen worden verkocht ingeval potentiële kopers onvoldoende interesse tonen in het ontwerp van het appartementengebouw.

20 Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een voor kopers relatief aantrekkelijke werkwijze voor het vervaardigen, in het bijzonder inrichten, van appartementengebouwen.

De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze van het in aanhef genoemde type, 25 omvattende: A) het visualiseren van een geraamte van een te bouwen appartementengebouw, welk geraamte meerdere verdiepingsvloeren en meerdere de verdiepingsvloeren op afstand houdende afstandhouders omvat, B) het definiëren van ten minste één standaard bouwblok welke representatief is voor de minimale grootte van een in het appartementengebouw te realiseren verblijfsruimte, C) het in 30 bouwblokken opdelen van ten minste één verdiepingsvloer, D) het door ten minste één koper laten selecteren van ten minste één aan te kopen locatiespecifiek bouwblok op ten minste één verdiepingsvloer, en ingeval de ten minste ene koper meerdere aansluitende bouwblokken selecteert het door de koper laten bepalen van de onderlinge oriëntatie van de aansluitende bouwblokken, en E) het vervaardigen van het 2 appartementengebouw, waarbij de ten minste ene verdiepingsvloer in lijn met door de ten minste ene koper aangeschafte bouwblokken wordt ingericht. Door het appartementengebouw niet volledig op voorhand te ontwerpen, maar door slechts een geraamte van het te bouwen appartementengebouw te ontwerpen, en de feitelijke 5 inrichting van één of meerdere verdiepingsvloeren vervolgens mede te laten bepalen door de wensen van de koper(s), wordt de koper(s) een grotere keuzevrijheid verschaft bij het aanschaffen en inrichten van een appartementen. De kopers kunnen hierbij niet alleen de grootte van het aan te schaffen appartement zelf bepalen, door één of meerdere bouwblokken aan te schaffen, maar tevens de vormgeving ingeval meerdere 10 bouwblokken worden aangeschaft. Deze toegenomen keuzevrijheid zal de interesse van kopers en daarmee de uiteindelijke verkoop van appartementen aanzienlijk laten stijgen, waardoor het appartementengebouw sneller en goedkoper dan gebruikelijk kan worden gerealiseerd. Doordat de grootte en vormgeving van een door de koper aan te schaffen verb lijfsruimte geschiedt op basis van vooraf gedefinieerde gestandaardiseerde 15 bouwblokken en daarmee een gestandaardiseerde basis voor de verdiepingsvloeren, kan bovendien een snellere opbouw van het appartementengebouw worden gerealiseerd, hetgeen verdergaand voordelig voor zowel de architect, de koper(s), en de projectontwikkelaar. Een bouwblok vormt in deze context aldus een (virtuele) bouwsteen, bouwmodule, of (woon)eenheid die als zodanig de minimale grootte heeft 20 van een verb lij fsruimte. Een typische grootte voor een bouwblok hierbij is circa 25 m2. Met behulp van deze bouwblokken kan door de koper een gewenste verb lij fsruimte worden geselecteerd en vervolgens worden geconstrueerd. Doorgaans wordt per appartementengebouw één bouwblok gedefinieerd voor het segmenteren van de één of meerdere verdiepingsvloeren. De bouwblokken die uiteindelijk niet worden aangewend 25 voor het realiseren van een verb lij ffuimte zullen doorgaans een andere bestemming toebedeeld krijgen, zoals bijvoorbeeld een gemeenschappelijke ruimte, een ontsluiting tussen verdiepingsvloeren en/of als parkeervak waarop één of meerdere voertuigen kunnen worden geparkeerd. De appartementen die in het appartementengebouw met behulp van de bouwblokken klantspecifïek worden gealloceerd en worden vormgegeven 30 worden doorgaans verkocht aan kopers. Het is uiteraard tevens denkbaar dat de appartementen worden verhuurd.

Doorgaans zal ten minste één van stappen A)-D) met behulp van een computer worden uitgevoerd. Het ontwerpen en visualiseren van een geraamte van het 3 appartementengebouw overeenkomstig stap A) geschiedt doorgaans digitaal, waarna eventueel een fysiek ruimtelijk (miniatuur)model van het geraamte kan worden vervaardigd. Het op basis van bouwblokken segmenteren van de verdiepingsvloer(en) geschiedt bij voorkeur tevens op digitale wijze. Daarbij kan de bouwblokgrootte worden 5 aangepast aan het totale oppervlak van een verdiepingsvloer of vice versa, zodat het totale oppervlak van een verdiepingsvloer in hoofdzaak overeenkomt met het totale oppervlak van een aantal (gehele) bouwblokken. Het kan daarbij voordelig zijn om stappen B) en C) uit te voeren alvorens stap A) wordt uitgevoerd, waarbij aldus eerst een (virtuele) verdiepingsvloer wordt ontworpen en wordt gesegmenteerd, alvorens 10 meerdere verdiepingsvloeren samen te vormen tot een geraamte van het appartementengebouw. Het aantal afstandhouders tussen de verdiepingsvloeren wordt bij voorkeur beperkt gehouden, waarbij de afstandhouders bijvoorbeeld worden gevormd door een (centraal gelegen) trappenhuis, en enkele, doorgaans twee, op afstand van het trappenhuis gepositioneerde steunpilaren. Een dergelijke ondersteuning van een 15 bovenliggende verdiepingsvloer kan reeds voldoende stabiliteit bieden, met name ingeval een zelfdragende verdiepingsvloer, in het bijzonder een zogenaamde Bubbledeck® vloer wordt toegepast. Een dergelijke BubbleDeck® vloer omvat een fabrieksmatig samengestelde wapeningskorf voorzien van de een constructieve onderen bovenwapening waartussen kunststof bollen zijn aangebracht. De gevormde 20 bollenplaatvloer heeft 30 a 35% minder eigen gewicht dan een traditionele betonvloer c.q. breedplaatvloer van gelijke dikte. De vloerdelen hebben een standaardbreedte van 3 meter en een lengte tot circa 10 meter. Met dit vloersysteem kunnen echter grotere overspanningen worden gerealiseerd tot circa 15 meter, daar de vloerelementen in het werk worden gekoppeld tot een constructief geheel vlakke plaatvloer, id est de 25 verdiepingsvloer. Het moge duidelijk zijn dat tevens andersoortige vloerdelen kunnen worden gebruikt om het appartementengebouw te vervaardigen.

Door gebruik te maken van een computer voorzien van een scherm kan tevens tijdens stap D) worden aangegeven welke bouwblokken beschikbaar zijn en welke 30 bouwblokken reeds zijn aangekocht, hetgeen het selectieproces voor een koper aanzienlijk vergemakkelijkt. Daarbij kan zelfs via een al dan niet beveiligde webinterface worden gewerkt. Deze beschikbaarheidsweergave kan uiteraard tevens zonder scherm worden weergegeven op een fysieke informatiedrager, zoals een vel papier.

4

In een voordelige uitvoeringsvorm worden tijdens stap C) alle verdiepingsvloeren opgedeeld in bouwblokken, waarbij ten minste een aantal van de bouwblokken van ten minste één verdiepingsvloer verblijfsruimte, in het bijzonder woonruimte of 5 bedrijfsruimte, als bestemming toebedeeld krijgt. Doorgaans zullen één of meerdere onderste verdiepingsvloeren zijn ingericht als parkeergarage voorzien van parkeervakken, waarbij ieder parkeervak wordt gevormd door één bouwblok. Het is denkbaar, en doorgaans ook gebruikelijk, dat één parkeervak geschikt is om meerdere, in het bijzondere twee, voertuigen, in het bijzonder auto’s te parkeren. Daarnaast zullen 10 één of meerdere bovenste verdiepingsvloeren doorgaans zijn ingericht als leeflaag, waarbij de grootte en vormgeving van de verblijfruimtes tevens afhangt van de door de koper(s) geselecteerde bouwblokken.

Doorgaans zijn de bouwblokken rechthoekig, in het bijzonder vierkant, van aard. Een 15 voorkeursbreedte van een bouwblok is gelegen tussen 4 en 6 meter, en een voorkeurslengte van een bouwblok is gelegen tussen 4 en 6 meter. De voorkeursoppervlakte van een bouwblok is gelegen tussen 20 en 30m2, en betreft in het bijzonder in hoofdzaak 25m2.

20 De uitvinding heeft tevens betrekking op een appartementgebouw gerealiseerd door toepassing van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding. Voordelen van het de facto modulair opgebouwde appartementengebouw zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze beschreven.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren 25 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een geraamte van een overeenkomstig de uitvinding te bouwen appartementengebouw, figuur 2 een bovenaanzicht op een gesegmenteerde verdiepingsvloer van het geraamte volgens figuur 1, 30 figuur 3 een bovenaanzicht op een gesegmenteerde verdiepingsvloer van het geraamte volgens figuur 1, waarin enkele klantspecifieke appartementen zijn ingetekend, figuur 4 een bovenaanzicht op een andere gesegmenteerde verdiepingsvloer van het geraamte volgens figuur 1, welke andere verdiepingsvloer wordt ingericht als parkeergarage, 5 figuur 5 een in onderdelen uiteengenomen schematisch aanzicht op een appartementengebouw overeenkomstig de uitvinding, en figuren 6a en 6b in onderdelen uiteengenomen schematische aanzichten op geraamtes van verschillende appartementengebouwen overeenkomstig de uitvinding.

5

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een (miniatuur)geraamte 1 van een te bouwen appartementengebouw. Het geraamte 1 omvat meerdere verdiepingsvloeren 2, waarbij iedere verdiepingsvloer 2 is voorzien van meerdere balkondragers 3. De verdiepingsvloeren 2 worden op afstand van elkaar gehouden door toepassing van een 10 centraal trappenhuis 4 (gedeeltelijk weergegeven) en enkele steunpilaren 5 (gedeeltelijk weergegeven). De omtreksranden van de verdiepingsvloeren 2 zijn onderling verbonden door meerdere stabilisatiekolommen 6. Iedere verdiepingsvloer 2 is als zodanig zelfdragend, bijvoorbeeld door de verdiepingsvloer 2 uit te voeren als Bubbledeck® vloer, waardoor de facto een tafelconstructie wordt gerealiseerd, waarbij iedere 15 verdiepingsvloer 2 wordt gedragen door het trappenhuis 4 en enkele steunpilaren 5. De geraamte 1 kan fysiek als miniatuurmodel worden uitgevoerd. Het is tevens denkbaar het geraamte 1 digitaal te laten weergeven op een computerscherm. Het geraamte 1 vormt een basis, waarbinnen kopers een relatief grote ontwerpvrijheid hebben in het selecteren en vormgeven, en daarmee in het ontwerpen van aan te schaffen 20 verb lij fruimtes (appartementen). Overigens hoeft niet iedere verdiepingsvloer 2 te worden voorzien van appartementen. Doorgaans zullen de één of meerdere onderste verdiepingsvloeren 2 als parkeergarage zijn ingericht, onderwijl één of meerdere hoger gelegen verdiepingsvloeren 2 - althans gedeeltelijk - zijn bedoeld voor het realiseren van verblijfsruimtes. De verblijfsruimtes kunnen particulier en/of bedrijfsmatig van aard 25 zijn en kunnen uiteindelijk worden verkocht en/of worden verhuurd.

Na het realiseren van het geraamte 1 van het te bouwen appartementengebouw, wordt iedere verdiepingsvloer opgedeeld in bouwblokken 7a, 7b met ten minste één vooraf gedefinieerde standaardgrootte (zie figuur 2). Deze standaardgrootte van één type 30 bouwblok 7a komt overeen met een minimale grootte voor een te realiseren verblijfsruimte. In dit uitvoeringsvoorbeeld bedraagt de bouwblokgrootte circa 25 m2. Een centraal deel (in figuur 2 weergegeven als centrale horizontale strook) van de verdiepingsvloer is opgedeeld in bouwblokken 7b met een typische grootte van circa 30 m2. De reden dat de centraal gelegen bouwblokken 7b groter zijn uitgevoerd dan de 6 overige bouwblokken 7a is gelegen in de bestemming van de bouwblokken 7a, 7b. De kleinere bouwblokken 7a hebben, afhankelijk van de verdiepingsvloer 2, verblijfsruimte, rijstrook in de parkeergarage, en parkeervak, als bestemming toebedeeld gekregen. De grotere bouwblokken 7b hebben als bestemming, afhankelijk 5 van de verdiepingsvloer 2, verblijfsruimte, gemeenschappelijke ruimte (inclusief trappenhuis), en parkeervak, toebedeeld gekregen. De bouwblokken 7a 7b zijn rechthoekig vormgegeven in dit uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de kleinere bouwblokken 7a een breedte bi hebben van 5 meter en een lengte h hebben van 5,4 meter, en waarbij de grotere bouwblokken 7b een lengte h. hebben van 6 meter en een breedte bï hebben 10 van 5,4 meter. Iedere verdiepingsvloer 2 is op dezelfde, uniforme wijze gesegmenteerd.

In iedere verdiepingsvloer 2 worden vervolgens (een deel van) het trappenhuis 4, en de steunpilaren 5 gemarkeerd als steunpunten waarop een bovenliggende verdiepingsvloer 2 kan afsteunen. In een als woon- of werklaag bedoelde verdiepingsvloer 2 wordt 15 althans een deel van de door de gemarkeerde steunpunten ingesloten ruimte als gemeenschappelijke ruimte beschouwd. De ruimte die om de gemeenschappelijke ruimte is gelegen heeft als bestemming verblijfsruimte. Deze omliggende verblijfsruimte kan door kopers vrijelijk worden ingericht door één of meerdere bouwblokken te selecteren en op eigen wijze op elkaar te laten aansluiten om op deze 20 wijze een gewenste appartementgrootte en appartementvormgeving te visualiseren. Zo zijn in figuur 3 diverse door verschillende kopers geselecteerde en vormgegeven te realiseren appartementen 8a-8e met diverse afmetingen en vormgevingen ingetekend. De niet-gearceerde bouwblokken 7a zijn nog beschikbaar voor het vormen van verdere appartementen. Doorgaans dienen alle appartementen 8a-8e aan te sluiten op een 25 gemeenschappelijke ruimte om centrale ontsluiting van de appartementen te kunnen realiseren.

Zoals getoond in het bovenaanzicht van figuur 4 is een onderste verdiepingsvloer 2 tevens opgedeeld in bouwblokken 7a, 7b en is ingericht als parkeergarage voorzien van 30 parkeervakken 9 en rijstroken 10. Elk parkeervak wordt gevormd door een bouwblok 7a, 7b en is ingericht voor het parkeren van twee auto’s 11. De rijstroken 10 zullen daarbij doorgaans aansluiten op de openbare weg. Een op één na onderste verdiepingsvloer 2 is in dit uitvoeringsvoorbeeld op dezelfde wijze ingericht. Deze als 7 parkeerlagen dienende verdiepingsvloeren 2 zijn bij voorkeur althans gedeeltelijk ondergronds gesitueerd.

Figuur 5 toont een in onderdelen uiteengenomen schematisch aanzicht op een te 5 vervaardigen appartementengebouw 12 overeenkomstig de uitvinding. De facto wordt in figuur 5 een model (geraamte) getoond op basis waarvan het appartementengebouw 12 zal worden gebouwd. Het appartementengebouw 12 omvat meerdere verdiepingsvloeren 13a-13d, waarbij de onderste verdiepingsvloer 13a is ingericht voor het construeren van meerdere parkeerplekken 14 voor voertuigen. Deze onderste 10 verdiepingsvloer 13a kan (gedeeltelijk) onder of boven het maaiveld rondom het appartementengebouw 12 zijn gesitueerd. De overige verdiepingsvloeren 13b-13d zijn ingericht als woonlagen en/of parkeerplaatsen, waarbij iedere van deze overige verdiepingsvloeren 13b-13d is opgedeeld in een raster 15 met daarin een aantal vooraf gedefinieerde bouwblokken 16, waarbij ieder bouwblok 16 een in hoofdzaak gelijke 15 grootte heeft. Potentiële kopers kunnen een eigen appartement 17 ontwerpen door het kiezen van een aantal naastgelegen (aaneensluitende) bouwblokken 16. Hierdoor kan op relatief flexibele wijze de vormgeving en grootte van een appartement 17 worden gekozen. De bouwblokken 16 hebben in dit uitvoeringsvoorbeeld in lengterichting een maatvoering van 5,4 meter, een bekende maat die uitermate geschikt is voor een ruime 20 woonkamer of het realiseren van twee volwaardige slaapkamers. In de diepte van de bouwblokken 16 wordt een tweetal maatvoeringen gehanteerd, namelijk 5,0 meter en 6,0 meter. Deze opbouw sluit aan bij de wens om het parkeren in het gebouw op te nemen in de vorm van een (half)verdiepte parkeerkelder. De maat van 6,0 meter is geschikt als rijbaan, waarbij de maat van 5,0 meter overeenkomt met de diepte van een 25 parkeervak. De verticale ontsluiting voor het complex wordt gerealiseerd door middel van een lift en veiligheidstrappenhuis met een entree op maaiveld. In het hart van het volume is een lichthof opgenomen met een rondgang waarmee de individuele woningen worden ontsloten. De centrale kem geeft een ruime en lichte toegang tot de woningen 17.

30

Figuren 6a en 6b in onderdelen uiteengenomen schematische aanzichten op geraamtes van verschillende appartementengebouwen 18a, 18b overeenkomstig de uitvinding, waarbij het appartementengebouw 18a volgens figuur 6a constructief aansluit op de schematische weergave van het appartementengebouw 12 volgens figuur 5. Ieder 8 appartementengebouw 18a, 18b omvat een parkeerkelder 19a, 19b waarboven meerdere verdiepingsvloeren 20a, 20b zijn aangebracht voor het realiseren van appartementen (woonunits) en/of parkeerplaatsen ter grootte van één of meerdere geschakelde bouwblokken 21a, 21b met een vooraf gedefinieerde grootte. De parkeerkelder 19a 5 volgens figuur 6a is voorzien van een externe hellingsbaan 22a, onderwijl de parkeerkelder 19b volgens figuur 6b is voorzien van een interne hellingsbaan 22b. Een verder verschil tussen beide appartementengebouwen 18a, 18b is dat het appartementengebouw 18a volgens figuur 6a dragende gevelkolommen 23a omvat, onderwijl het appartementengebouw 18b volgens figuur 6b dragende gevelelementen 10 23b omvat. Meer centraal gelegen delen van de verdiepingsvloeren 20a, 20b worden onderling op afstand gehouden door toepassing van staanders 24a, 24b (kolommen), in het bijzonder (prefab) betonnen staanders. Een typische doorsnede van deze betonschijven is 0,70 x 0,20 meter. De gevel is onderdeel van de constructie van beide appartementengebouwen 18a, 18b. Afhankelijk van de gekozen architectuur en 15 gevelopeningen kan worden gekozen voor een opbouw door middel van stalen gevelko lommen 23 a die worden ingevuld met houtskeletbouwwanden of door middel van dragende gevelelementen 23b. Voor beide appartementengebouwen 18a, 18b geldt dat op de begane grond naast parkeren ook woningen, bergingen of bedrijfsruimtes kunnen worden gerealiseerd.

20

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

25

Claims (13)

1. Werkwijze voor het vervaardigen, in het bijzonder inrichten, van een te bouwen appartementengebouw, omvattende:

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij ten minste één van stappen A)-D) met behulp van een computer wordt uitgevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij tijdens stap D) wordt aangegeven 25 welke bouwblokken beschikbaar zijn en welke bouwblokken reeds zijn aangekocht.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tijdens stap C) alle verdiepingsvloeren worden opgedeeld in bouwblokken, waarbij ten minste een aantal van de bouwblokken van ten minste één verdiepingsvloer verblijfsruimte, in het 30 bijzonder woonruimte, als bestemming toebedeeld krijgt.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een aantal van de bouwblokken van ten minste één verdiepingsvloer parkeervak voor één of meerdere voertuigen als bestemming toebedeeld krijgt.

5 A) het visualiseren van een geraamte van een te bouwen appartementengebouw, welk geraamte meerdere verdiepingsvloeren en meerdere de verdiepingsvloeren op afstand houdende afstandhouders omvat, B) het definiëren van ten minste één standaard bouwblok welke representatief is voor de minimale grootte van een in het appartementengebouw te realiseren 10 verb lijfsruimte, C) het in bouwblokken opdelen van ten minste één verdiepingsvloer, D) het door ten minste één koper laten selecteren van ten minste één aan te kopen locatiespecifïek bouwblok op ten minste één verdiepingsvloer, en ingeval de ten minste ene koper meerdere aansluitende bouwblokken selecteert het door de 15 koper laten bepalen van de onderlinge oriëntatie van de aansluitende bouwblokken, en E) het vervaardigen van het appartementengebouw, waarbij de ten minste ene verdiepingsvloer in lijn met door de ten minste ene koper aangeschafte bouwblokken wordt ingericht. 20

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een aantal van de bouwblokken van ten minste één verdiepingsvloer ontsluiting van meerdere verdiepingsvloeren als bestemming toebedeeld krijgt.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de breedte van een bouwblok is gelegen tussen 4 en 6 meter.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lengte van een bouwblok is gelegen tussen 4 en 6 meter.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 en 8, waarbij de oppervlakte van een bouwblok is gelegen tussen 20 en 30m2, en in het bijzonder in hoofdzaak 25m2 betreft.

10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het visualiseren van 15 een geraamte van een te bouwen appartementengebouw overeenkomstig stap A) geschiedt door het vervaardigen van een fysiek ruimtelijk model van het appartementengebouw.

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tijdens stap C) ten 20 minste één verdiepingsvloer volledig wordt opgedeeld in bouwblokken.

12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij stappen B) en C) worden uitgevoerd alvorens stap A) wordt uitgevoerd.

13. Appartementgebouw gerealiseerd door toepassing van de werkwijze volgens een der conclusies 1-12.