NL2006914C2

NL2006914C2 - Thermisch geisoleerde container.

Info

Publication number: NL2006914C2
Application number: NL2006914A
Authority: NL
Inventors: Jelle Horeman; Leonard Gerardus Gertrud Tummers
Original assignee: Jelle Horeman
Priority date: 2011-06-09
Filing date: 2011-06-09
Publication date: 2012-12-11

Description

Korte aanduiding: Thermisch geïsoleerde container.

De onderhavige uitvinding is gericht op een thermisch geïsoleerde container omvattende een buitenwand welke aan de binnenzijde is voorzien van 5 gelaagd thermisch isolatiemateriaal.

Voor het vervoeren van producten die op temperatuur dienen te worden gehouden is verpakkingsmateriaal vereist dat de producten effectief thermisch isoleert van de omgeving. Dit verpakkingsmateriaal dient bovendien handzaam te zijn, en liefst zo min mogelijk ruimte in beslag te nemen teneinde 10 dergelijke producten zo effectief mogelijk, bijvoorbeeld in bulk, te kunnen vervoeren. Een voorbeeld hiervan is het vervoeren van diepvriesproducten in een vrachtwagen, of het vervoeren van vers gebakken pizza’s door een pizzakoerier. De door isolatiemateriaal in beslag genomen ruimte speelt een belangrijke rol bij de efficiency van het vervoer, en aldus de kosten ervan. Hoe meer verpakkingsmateriaal, hoe 15 minder vervoersruimte er over blijft voor produkt.

Verschillende soorten verpakkingsvormen voor het verpakken van op temperatuur te houden producten zijn alom bekend. In veel gevallen neemt de hoeveelheid isolatiemateriaal van de verpakking net zo veel, of een significant deel, van de totale ruimte in beslag. Wanneer producten dienen te worden vervoerd op 20 een temperatuur die sterk afwijkt van de omgevingstemperatuur, bijvoorbeeld diepgevroren producten op temperaturen beneden de -15 °C of nog veel lager (-40 °C), wordt de hoeveelheid isolatiemateriaal dermate omvangrijk dat, afhankelijk van de verpakkingswijze, het grootste deel van het beschikbare transportvolume wordt ingenomen door isolatiemateriaal.

25 In dergelijke gevallen wordt veelal gebruik gemaakt van actieve koeling door middel van een koelmotor, airconditioning, diepvrieskoeling of iets dergelijks, bijvoorbeeld in de vorm van een koelwagen. Bij warm te houden producten wordt in dergelijke gevallen gebruikt gemaakt van actieve verwarming tijdens het vervoer. Zoals de vakman zal begrijpen kost het actief koelen of verwarmen van op 30 temperatuur te houden producten energie. Op deze wijze kunnen weliswaar meer producten gelijktijdig vervoerd worden door gebruik te maken van bijvoorbeeld een koelwagen, maar de extra kosten van het koelen komen dan weer bij de vervoerskosten. Te allen tijde zal efficiënt isolatiemateriaal (compact en goed 2 isolerend) voorzover beschikbaar de voorkeur genieten boven actieve temperatuursbeheersing (koeling of verwarming) tijdens het vervoer.

Samenvatting van de uitvinding 5 Het is het doel van de onderhavige uitvinding een thermisch geïsoleerde container te verschaffen waarmee in gebruik warmte-uitwisseling tussen de omgeving van de container en een in de container gelegen, op temperatuur te houden, product effectief kan worden tegengegaan, en waarbij het totale volume aan isolatiemateriaal zo klein mogelijk is.

10 Deze en andere doelen worden door de uitvinding bereikt doordat deze voorziet in een thermisch geïsoleerde container, omvattende een buitenwand welke aan de binnenzijde is voorzien van gelaagd thermisch isolatiemateriaal, het gelaagde isolatiemateriaal omvattende één of meer lagen noppenfolie en één of meer lagen reflecterende folie, waarbij elk van de één of meer lagen noppenfolie aan 15 ten minste één zijde daarvan is voorzien van een veelheid luchtkamers, waarbij het gelaagde thermische isolatiemateriaal zodanig is gelegen dat ten minste één van de lagen noppenfolie met de van luchtkamers voorziene zijde aangrenzend is gelegen tegen de binnenzijde van de buitenwand, waarbij de buitenwand is voorzien van één of meer beluchtingsopeningen.

20 Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat de efficiency van het isolatiemateriaal veel groter is wanneer de tussenruimte die aanwezig is tussen de binnenzijde van de buitenwand van een container en de eerste laag van het gelaagde thermische isolatiemateriaal, in directe verbinding staat met de omgeving via de beluchtingsopeningen. Deze beluchtingsopeningen zorgen er immers voor dat 25 opwarming van de aanwezige lucht in dit deel van de container als gevolg van door de buitenwand vanuit de omgeving opgenomen stralingswarmte, wordt tegengegaan, omdat via de beluchtingsopening voortdurend verse lucht wordt aangevoerd en warme lucht wordt afgevoerd. Dit is vergelijkbaar met het effect van bijvoorbeeld een auto die staat geparkeerd in direct zonlicht. Wanneer alle ramen en openingen van 30 de auto hermetisch gesloten zijn loopt de temperatuur in de auto sterk op, zelfs zodanig dat in de auto een voor mens of dier gevaarlijke situatie kan ontstaan. Wanneer echter twee autoramen gedeeltelijk worden geopend voor beluchten van de binnenruimte van de auto, is de opwarming van de lucht in de auto veel minder sterk, 3 en zal de temperatuur in de cabine van de auto veel lager blijven. Bij voldoende ventilatie functioneert de auto zelfs als parasol, en is het buiten de auto in het directe zonlicht warmer dan daarbinnen.

In de container overeenkomstig de uitvinding wordt gebruik gemaakt 5 van dit zelfde effect zodat direct buiten het gelaagde thermische isolatiemateriaal, doch aan de binnenzijde van de buitenwand van de container, de temperatuur niet of nauwelijks beïnvloed wordt door stralingswarmte van buitenaf. Het gelaagde thermische isolatiemateriaal kan het daarin opgeslagen product om die reden veel efficiënter op temperatuur houden, omdat de direct aangrenzende luchtlaag 10 constanter van temperatuur blijft.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de buitenwand van de container uit buitenwanddelen, en is ten minste een van de buitenwanddelen voorzien van de één of meer beluchtingsopeningen. De buitenwanddelen kunnen bijvoorbeeld zijwanden, een bodem en een bovenzijde van 15 de container omvatten, en naar de keuze van de vakman kan een of meer van deze buitenwanddelen zijn voorzien van de beluchtingsopeningen. In het bijzonder, overeenkomstig een uitvoeringsvorm, is één van de buitenwanddelen een bodemdeel van de container, en is het bodemdeel voorzien van één of meer van de beluchtingsopeningen. Wanneer er slechts één beluchtingsopening is zal conform 20 deze uitvoeringsvorm deze beluchtingsopening in het bodemdeel zijn voorzien. Wanneer er meerdere beluchtingsopeningen aanwezig zijn kan één of meer van deze beluchtingsopeningen conform deze uitvoeringsvorm zijn voorzien in het bodemdeel, terwijl andere beluchtingsopeningen zijn voorzien in andere buitenwanddelen van de container.

25 Het opnemen van beluchtingsopeningen in het bodemdeel verschaft een extra voordeel, omdat bij regulier gebruik van de container de beluchtingsopeningen in het bodemdeel niet kunnen worden aangestraald door bijvoorbeeld direct zonlicht. De bodem is bij regulier gebruik immers onttrokken aan het zicht, en bevindt zich niet in het (zon)licht.

30 Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm hiervan omvat het bodemdeel van de containers een veelheid afstandhouders waarmee de container op de ondergrond kan worden geplaatst. De afstandhouders zorgen ervoor dat er enige ruimte aanwezig is tussen de onderzijde van de container en de ondergrond, zodat 4 beluchting van de beluchtingsopeningen gewaarborgd is.

Overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de buitenwand voorzien van ten minste twee beluchtingsopeningen voor het tot stand brengen van een luchtcirculatie aan de binnenzijde van de buitenwand, tussen de ten 5 minste één van de lagen noppenfolie en de binnenzijde. In het bijzonder, wanneer de buitenwand is voorzien van twee beluchtingsopeningen kan er een luchtcirculatie tot stand komen van de ene beluchtingsopening naar de andere beluchtingsopening, zodat eventueel aanwezige warme lucht effectief wordt afgevoerd. Uiteraard kunnen meerdere buitenwanddelen van de container zijn voorzien van twee 10 beluchtingsopeningen zodat een goede luchtcirculatie overal in de container tot stand kan komen.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de buitenwand vervaardigd uit een optisch ondoorlaatbaar materiaal. Voorts kan de buitenwand aan een naar buiten gekeerde zijde zelfs geheel of gedeeltelijk zijn 15 voorzien van reflecterend materiaal. Het gebruik van optisch ondoorlaatbaar of zelfs reflecterend materiaal aan de buitenwand zorgt ervoor dat de directe stralingsenergie door de container kan worden afgeweerd, zodat de temperatuur aan de binnenzijde van de buitenwand minder gevoelig is voor straling. De temperatuur aan de binnenzijde van de buitenwand blijft daardoor nog constanter, en de container is 20 beter in staat het daarin opgeslagen product op temperatuur te houden.

Het gelaagde thermische isolatiemateriaal van de thermisch geïsoleerde container bestaat, conform een uitvoeringsvorm, uit een veelheid lagen noppenfolie en een veelheid lagen reflecterende folie, waarbij tussen elke twee lagen reflecterende folie een of meer lagen noppenfolie is gelegen. De meerdere lagen 25 reflecterende folie zijn goed in staat om warmteoverdracht door reflectie effectief tegen te gaan. Warmteoverdracht door conductie wordt uitstekend tegengehouden door meerdere lagen noppenfolie. Warmteoverdracht als gevolg van convectie wordt door de opeenvolgende verschillende lagen folie (noppenfolie en reflecterende folie) effectief tegengegaan.

30 De gebruikte folie kan uit ieder geschikt materiaal worden vervaardigd. De reflecterende folie kan bijvoorbeeld een aluminiumfolie zijn, maar tevens kan gebruik worden gemaakt van een polyethyleentereftalaat (PET) folie voor zowel de reflecterende folie als de noppenfolie. Voor de specifieke materiaalkeuze 5 van de folie zijn voor de vakman vele verschillende alternatieven beschikbaar, en het ligt binnen de vaardigheden van de gemiddelde vakman een geschikte materiaalkeuze te maken op basis van deze beschrijving.

Overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 5 uitvinding is de ten minste ene laag noppenfolie welk met de van luchtkamers voorziene zijde aangrenzend is gelegen tegen de binnenzijde van de buitenwand ongefixeerd (of wel niet verbonden, los) gelegen tegen de binnenzijde van de buitenwand. Niet alleen zorgt het verbinden van de noppenfolie met de buitenwand voor een (onnodige) warmtebrug voor conductiewarmteoverdracht, maar het los laten 10 aanleggen van de noppenfolie tegen de binnenzijde van de buitenwand komt de luchtcirculatie ten goede omdat de noppen overwegend maar niet overal direct tegen de binnenzijde zullen aanliggen.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn ook de lagen noppenfolie en reflecterende folie van het gelaagde thermische 15 isolatiemateriaal onderling los van elkaar tegen elkaar gelegen.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is ten minste één van de lagen reflecterende folie van het gelaagde thermische isolatiemateriaal met de reflecterende zijde gekeerd naar de buitenwand. Uiteraard kunnen ook meerdere of alle lagen reflecterende folie met de reflecterende zijde naar 20 de buitenwand gekeerd zijn gelegen. Een dergelijke ligging van de reflecterende folie zorgt voor een goede afscherming van de binnenzijde van de container van stralingswarmte uit de omgeving. Met name wanneer producten koud dienen te worden gehouden, zoals bijvoorbeeld diepvriesproducten, verschaft deze uitvoeringsvorm een effectieve container voor het op temperatuur houden van het 25 product.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm is ten minste één van de lagen reflecterende folie van het gelaagde thermische isolatiemateriaal met een reflecterende zijde van de buitenwand afgekeerd gelegen, voor het weerkaatsen van stralingswarmte naar de binnenzijde van de container. Juist wanneer de container 30 wordt gebruikt voor het bijvoorbeeld warm houden van een product dat in de container is gelegen, is het van belang de stralingswarmte van het warm te houden product terug naar binnen te weerkaatsen, teneinde het product niet te laten afkoelen. De vakman zal de voordelen hiervan inzien.

6

Overeenkomstig nog een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is ten minste één van de lagen reflecterende folie van het gelaagde thermische isolatiemateriaal met de reflecterende zijde gekeerd naar de buitenwand, en is ten minste één van de lagen reflecterende folie van het gelaagde thermische 5 isolatiemateriaal met een reflecterende zijde van de buitenwand afgekeerd gelegen, voor het weerkaatsen van stralingswarmte naar de binnenzijde van de container. In deze uitvoeringsvorm omvat de thermisch geïsoleerde container (redenerend vanuit de container) zowel lagen die reflecteren naar binnen, als lagen die reflecteren naar buiten.

10

Korte omschrijving van de figuren

De uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van enkele specifieke uitvoeringsvormen daarvan onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: 15 figuur 1 een uitvoeringsvorm toont van de onderhavige uitvinding; figuur 2 in doorsnede een uitvoeringsvorm toont van de onderhavige uitvinding in dwarsdoorsnede; figuur 3 het werkingsprincipe toont waarop de onderhavige uitvinding is gebaseerd; en 20 figuren 4A-4C close-ups tonen van dwarsdoorsneden van buitenwanden en isolatielagen van uitvoeringsvormen van de thermisch geïsoleerde container overeenkomstig de uitvinding.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvormen 25 In figuur 1 wordt een thermische isolatiedoos 1 getoond bestaande uit een buitenwand 3. De buitenwand 3 bestaat uit een veelheid buitenwanddelen, zoals onderdeel of bodem 7 en zijwanden 5 en 6, alsmede deksel 8. In een van de buitenwanden, zijnde zijwand 5, bevinden zich twee beluchtingsgaten 10 en 11 voor het beluchten van de ruimte tussen de binnenzijde van de buitenwand (niet 30 zichtbaar) en de buitenste laag van het gelaagde thermische isolatiemateriaal (niet zichtbaar).

Figuur 2 toont een thermische isolatiedoos overeenkomstig de onderhavige uitvinding in dwarsdoorsnede. In figuur 2 zijn te zien de bodem 7 en 7 zijwand 6, alsmede zijwand 13 en deksel 8. Aan de binnenzijde van de buitenwanden van de thermisch geïsoleerde container overeenkomstig de onderhavige uitvinding (isolatiedoos) bevindt zich het gelaagde thermische isolatiemateriaal bestaande uit een veelheid lagen noppenfolie 17, 19, 23, 26 en een veelheid lagen reflecterende 5 folie 18, 20, 24 en 27. In de thermisch geïsoleerde container bevindt zich een product 15 dat op een temperatuur ver beneden het vriespunt gehouden dient te worden. De bodem 7 van de thermisch geïsoleerde container omvat twee beluchtingsopeningen 37 en 38 waardoorheen lucht kan circuleren van de ene opening naar de andere opening tussen de noppen van de buitenste laag noppenfolie 17. Dit 10 circulatieprincipe wordt hieronder getoond in figuur 3. De reflecterende lagen 18, 20, 24 en 27 reflecteren warmtestraling terug richting de buitenwand zoals schematisch is weergegeven met pijlen 40. Ook de deksel 8 is voorzien van gelaagd thermisch isolatiemateriaal 30, bestaande uit bijvoorbeeld noppenfolielaag 33 en reflecterende folielaag 34.

15 Figuur 3 illustreert het werkingsprincipe van de onderhavige uitvinding, waarin luchtcirculatie plaatsvindt van opening 37 naar opening 38. De luchtcirculatie is schematisch weergegeven met behulp van luchtstromen welke tussen de nop 43 van de noppenfolie doorstromen. De luchtstromen 45 en 46 stromen van beluchtingsopening 38 naar beluchtingsopening 37, en de luchtstromen 20 48 en 47 stromen van beluchtingsopening 37 naar beluchtingsopening 38.

Figuren 4A t/m 4C illustreren een drietal close-ups van doorsneden van de buitenwand van de thermisch geïsoleerde container inclusief de isolatielagen. De openingen in het buitenwanddeel zijn in de figuren 4A t/m 4C niet weergegeven, en de figuren 4A t/m 4C dienen slechts ter illustratie van verschillende varianten van 25 de reeds beschreven uitvoeringsvormen, waarbij de isolatielagen in andere volgorden liggen of op alternatieve wijze zijn geplaatst zonder af te wijken van de uitvindingsgedachte. Conform de uitvindingsgedachte is de buitenste laag noppenfolie, dus de noppenfolie welke direct aangrenzend is gelegen aan de buitenwand, met de noppen of luchtkamers in de richting van de buitenwand 30 gelegen. Dit is bijvoorbeeld ook te zien in figuren 4A t/m 4C waarbij elk van de lagen 53, 62 en 73 van figuur 4A, figuur 4B en figuur 4C respectievelijk met de van noppen of luchtkamers voorziene zijden aangrenzend zijn gelegen aan de buitenwand 50, 60 en 70, zodanig dat de noppen naar de buitenwand zijn toegekeerd.

8

In het gelaagde isolatiemateriaal in een container overeenkomstig de uitvinding, zoals bijvoorbeeld in close-up is getoond in figuren 4A tot en met 4C, zal ten behoeve van de werkzaamheid van de reflecterende lagen bij voorkeur gekozen worden voor een laagopbouw waarin direct aangrenzend en tegenover een 5 reflecterende zijde van een reflecterende laag een van noppen of luchtkamers voorziene zijde van een laag noppenfolie zijn geplaatst. De reden hiervan is dat op deze wijze kan worden gewaarborgd dat het contactoppervlak tussen de reflecterende zijde van de reflecterende folie en de noppenfolie zo klein mogelijk is. Voor een goede reflecterende werking is er bij voorkeur geen contact tussen de 10 reflecterende zijde en een volgende laag. Wanneer de van noppen voorziene zijde wordt geplaatst tegenover de reflecterende zijde van de aangrenzende reflecterende laag, wordt aldus een goede reflecterende werking verkregen: de noppen werken tevens als afstandhouders. De reflecterende werking is optimaal met een tussenruimte vanaf 4 millimeter, echter dit is praktisch gezien niet overal haalbaar en 15 is daarom ook geen essentieel vereiste. Ondanks bovenstaande technische voorkeur voor onderlinge oriëntatie van de lagen in het licht van de werking van de reflecterende lagen, zal de vakman begrijpen dat ook uitvoeringsvormen waarin geen rekening is gehouden met deze technische voorkeur onder de bescherminsomvang van de conclusies kunnen vallen mits is voldaan aan het uitvindingsprincipe zoals 20 hierin is beschreven en zoals gedefinieerd in de conclusies.

In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4A bevinden zich opeenvolgend in de richting van buiten naar binnen de buitenwand 50, de buitenste laag noppenfolie 53, een verdere laag noppenfolie 54, een reflecterende laag 55 waarvan de reflecterende zijde is gekeerd naar de van noppen voorziene zijde van 25 laag 54, een reflecterende laag 56 en een verdere laag noppenfolie 57 (waarbij lagen 56 en 57 op eenzelfde wijze onderling zijn georiënteerd als lagen 54 en 55). De noppen of luchtkamers van de lagen noppenfolie 55 en 57 zijn zodanig gelegen dat de van noppen voorziene zijde naar de buitenwand en naar de reflecterende zijden van lagen 54 en 56 is toegekeerd. Deze variant is bijvoorbeeld goed in staat 30 stralingswarmte binnen de container te houden.

In de uitvoeringsvorm van figuur 4B is een close-up van een dwarsdoorsnede van een buitenwand van een thermisch geïsoleerde container getoond. De getoonde thermisch geïsoleerde container wordt van buiten naar binnen 9 toe opeenvolgende gevormd door de buitenwand 60, de buitenste noppenfolielaag 62, noppenfolielaag 63 waarvan de noppen naar de reflecterende zijde van reflecterende folie 64 zijn gekeerd, noppenfolielaag 65 en een laag reflecterende folie 66. De van noppen voorziene zijde van de noppenfolielaag 65 is naar de 5 reflecterende zijde van reflecterende laag 66 toegekeerd. Deze variant is bijvoorbeeld goed in staat stralingswarmte buiten de container te houden.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm getoond in figuur 4C wordt de thermisch geïsoleerde container in de richting van buiten naar binnen opeenvolgend gevormd door buitenwand 70 en buitenste noppenfolielaag 73, 10 reflecterende laag 74, noppenfolielagen 75 en 76 welke met van noppen voorziene zijden naar de reflecterende zijden van reflecterende lagen 74 en 79 zijn toegekeerd, reflecterende laag 79, noppenfolielagen 80 en 81 welke met de van noppen voorziene zijden naar de reflecterende zijden van reflecterende lagen 79 en 84 zijn toegekeerd, reflecterende laag 84, noppenfolielaag 85 waarbij de van noppen 15 voorziene zijde van laag 85 naar de buitenwand 70 en naar een verdere reflecterende laag van reflecterende folie 84 is toegekeerd, reflecterende laag 86, noppenfolielaag 88 waarbij de van noppen voorziene zijde van noppenfolielaag 88 naar een reflecterende zijde van laag 86 is toegekeerd, noppenfolielaag 89 en reflecterende laag 90. Reflecterende lagen 79 en 84 zijn in deze specifieke 20 uitvoeringsvorm dubbelzijdig reflecterend, en aldus wordt een goede reflectie van stralingswarmte in twee richtingen verkregen.

Een bijzonderheid in de in figuur 4C getoonde uitvoeringsvorm is dat de binnenste reflecterende laag 90 eveneens is voorzien van een tweetal beluchtingsopeningen 95 en 96. De werking van deze beluchtingsopeningen 95 en 25 96 en de onderliggende laag noppenfolie 89 is in feite identiek aan de werking van de buitenwand 70 met de noppenfolielaag 73 welke van (in figuur 4C niet getoonde) beluchtingsopeningen is voorzien. De beluchtingsopeningen 95 en 96 zorgen ervoor dat er zich tussen de reflecterende laag 90 en de noppenfolielaag 89 geen warmte lucht kan opsluiten zodat er geen hotspot in de isolatielaag worden gecreëerd. De 30 temperatuur in deze binnenste laag kan op die wijze voldoende constant gehouden worden voor het verschaffen voor een zeer goede isolerende werking van de thermisch geïsoleerde container.

De uitvinding beperkt zich niet tot enkel de getoonde en beschreven 10 uitvoeringsvormen. Niettegenstaande hetgeen hierboven is beschreven kan de laagopbouw van isolatielagen, en de specifieke onderlinge oriëntatie en plaatsing van elk van de lagen, voorzover deze niet door de omvang van de onderstaande onafhankelijke conclusie(s) is voorgeschreven, afwijken van hetgeen in de figuren 1-5 3 en 4A-4C is aangegeven. De specifieke samenstelling, volgorde en oriëntatie kan naar het inzicht van de vakman worden aangepast voorzover niet voorgeschreven door de onderstaande onafhankelijke hoofdconclusie.

De vakman zal begrijpen dat de uitvinding niet is beperkt tot een uitvoeringsvorm met twee beluchtingsopeningen welke in een en hetzelfde 10 buitenwanddeel zijn vervaardigd. Overeenkomstig verdere uitvoeringsvormen bevinden zich beluchtingsopeningen in andere zijwanden, bovenwanden of een bodem van een container. Voorts is het mogelijk de container uit te voeren met één, twee, drie, vier, vijf of meer beluchtingsopeningen, doch de vakman dient zich te realiseren dat uitvoeringsvormen met twee of meer beluchtingsopeningen beter 15 blijken te isoleren dan een uitvoeringsvorm met slechts één beluchtingsopening. De vakman zal voorts begrijpen dat er bovendien een suboptimale situatie verkregen wordt wanneer het aantal beluchtingsopeningen zeer groot is.

In de uitvinding zoals hier beschreven wordt gebruikgemaakt van beluchtingsopeningen. De vakman zal begrijpen overeenkomstig een andere 20 uitvoeringsvorm de buitenwand zelf op een andere dan hier aangegeven wijze enigszins luchtdoorlatend gemaakt kan zijn, bijvoorbeeld door (een deel van) de buitenwand te perforeren of te vervaardigen uit een doek of geweven materiaal dat lucht kan doorlaten.

De vakman zal begrijpen dat de hier beschreven uitvinding op 25 andere dan hier specifiek aangegeven wijze kan worden uitgevoerd, in het licht van de gegeven beschrijving. De beschermingsomvang zal slechts worden beperkt door de navolgende conclusies.

30

Claims

1. Thermisch geïsoleerde container, omvattende een buitenwand welke aan de binnenzijde is voorzien van gelaagd thermisch isolatiemateriaal, het gelaagde 5 isolatiemateriaal omvattende één of meer lagen noppenfolie en één of meer lagen reflecterende folie, waarbij elk van de één of meer lagen noppenfolie aan ten minste één zijde daarvan is voorzien van een veelheid luchtkamers, waarbij het gelaagde thermische isolatiemateriaal zodanig is gelegen dat ten minste één van de lagen noppenfolie met de van luchtkamers voorziene zijde aangrenzend is gelegen tegen 10 de binnenzijde van de buitenwand, waarbij de buitenwand is voorzien van één of meer beluchtingsopeningen.

2. Thermisch geïsoleerde container volgens conclusie 1, waarbij de buitenwand van de container bestaat uit buitenwanddelen, waarbij ten minste één van de buitenwanddelen is voorzien van de één of meer beluchtingsopeningen.

3. Thermisch geïsoleerde container volgens conclusie 2, waarbij de buitenwanddelen een bodemdeel van de container omvatten, waarbij het bodemdeel is voorzien van één of meer van de beluchtingsopeningen.

4. Thermisch geïsoleerde container volgens conclusie 3, waarbij het bodemdeel van de container aan de buitenzijde is voorzien van afstandhouders.

5. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitenwand is voorzien van ten minste twee beluchtingsopeningen voor het tot stand brengen van een luchtcirculatie aan de binnenzijde van de buitenwand, tussen de ten minste ene van de lagen noppenfolie en de binnezijde.

6. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitenwand is vervaardigd uit een optisch ondoorlaatbaar materiaal.

7. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitenwand aan een naar buiten gekeerde zijde geheel of 30 gedeeltelijk is voorzien van reflecterend materiaal.

8. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande conclusies, waarin het gelaagd thermisch isolatiemateriaal een veelheid lagen noppenfolie en een veelheid lagen reflecterende folie omvat, waarbij tussen elke twee lagen reflecterende folie één of meer lagen noppenfolie is gelegen.

9. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene laag noppenfolie welke met de van luchtkamers voorziene zijde aangrenzend is gelegen tegen de binnenzijde van de 5 buitenwand, ongefixeerd is gelegen tegen de binnenzijde van de buitenwand.

10. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lagen noppenfolie en reflecterende folie van het gelaagde thermische isolatiemateriaal onderling los van elkaar tegen elkaar gelegen zijn.

11. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande 10 conclusies, waarbij ten minste één van de lagen reflecterende folie van het gelaagde thermische isolatiemateriaal met een reflecterende zijde gekeerd naar de buitenwand is gelegen.

12. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de lagen reflecterende folie van het gelaagde 15 thermische isolatiemateriaal met een reflecterende zijde van de buitenwand afgekeerd is gelegen voor het weerkaatsen van stralingswarmte naar de binnenzijde van de container.

13. Thermisch geïsoleerde container volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de lagen reflecterende folie van het gelaagde 20 thermische isolatiemateriaal met de reflecterende zijde is gekeerd naar de buitenwand, en waarbij ten minste één van de lagen reflecterende folie van het gelaagde thermische isolatiemateriaal met een reflecterende zijde van de buitenwand afgekeerd is gelegen. 25