NL2006822C2 - Mobiele tankcontainer. - Google Patents

Description

Mobiele tankcontainer

De uitvinding heeft betrekking op een mobiele tankcontainer voor het vervoeren van een vloeistof, omvattende een 5 omtrekswand die zich uitstrekt rondom een as in een rijrichting van de mobiele tankcontainer en die een containervolume omhult, en twee eindwanden die in de rijrichting gezien het containervolume aan de voorzijde en de achterzijde afsluiten.

10

Een dergelijke mobiele tankcontainer is van algemene bekendheid, bijvoorbeeld een vrachtwagentankcontainer of een railtankcontainer, met een typische inhoud van 22.000 tot 35.000 liter. De tankcontainer wordt gemonteerd op een 15 verrijdbaar onderstel, waarbij de omtrekswand van de tankcontainer niet-roteerbaar wordt gemonteerd ten opzichte van het onderstel.

In dergelijke tankcontainers worden vaak vloeistoffen 20 vervoerd die uit verschillende bestanddelen bestaan. Bij stilstand of tijdens het vervoer kunnen deze bestanddelen zich scheiden in lichtere en zwaardere fracties, waardoor er bij het lossen niet een homogeen product uit de tankcontainer komt. Bovendien kan bij het koelen of 25 verwarmen van het product in de tankcontainer de warmte of koude zich niet goed verdelen over de inhoud vanwege een locale verhitting of koeling en een slechte warmteoverdracht in de gescheiden vloeistof.

30 Om de vloeistof te mengen worden volgens de stand van de techniek roerinrichtingen in de vloeistof geplaatst. Deze zijn zwaar, duur en nemen veel plaats in, en steken vaak boven de omtrekswand uit waardoor de hoogte van de 2 tankcontainer toeneemt, wat een probleem kan geven bij maximale doorrij hoogten. Bovendien zijn dergelijke inrichtingen moeilijk te reinigen en vereisen deze inrichtingen een elektrische aandrijving. In sommige 5 gevallen wordt de roerinrichting alleen bij de losplaats in de tankcontainer geplaatst, waartoe deze moet worden geopend, wat de steriliteit niet ten goede komt, en wat bovendien een complexe handeling is.

10 De uitvinding beoogt een tankcontainer waarbij bovenstaande bezwaren op eenvoudige en robuuste wijze althans gedeeltelijk worden opgeheven.

Daartoe is de tankcontainer voorzien van een klepinrichting 15 met ten minste één klep die beweegbaar is tussen een open en gesloten toestand en die zich in het containervolume uitstrekt, zodanig dat de klep in de open toestand tijdens gebruik met een althans nagenoeg volle met vloeistof gevulde tankcontainer vloeistofcirculatie in het containervolume in 20 één tangentiële circulatierichting rondom de as of in één axiale circulatierichting langs de as, of een combinatie van beide richtingen, relatief toestaat, en dat de klep in de gesloten toestand vloeistofcirculatie in de tegenovergestelde circulatierichting relatief hindert.

25 Doordat de klep in de gesloten toestand bij een beweging van de tankcontainer tegen de vloeistof duwt, wordt de vloeistof in beweging gezet zodat deze gaat circuleren. Door de klep direct daarna te openen kan de circulatie enige tijd in stand blijven.

De klep kan bij voorkeur door de vloeistofstroom, die veroorzaakt wordt door rotatie- en/of lineaire acceleratie 30 3 van de tankcontainer, vrij heen en weer tussen de open toestand en de gesloten toestand bewegen.

De klepinrichting strekt zich bij voorkeur zodanig uit dat 5 de klep in een rusttoestand van de tankcontainer door de zwaartekracht naar de gesloten toestand wordt bewogen.

De klep is bij voorkeur plaatvormig en scharnierbaar tegen de binnenzijde van de wand van de tankcontainer bevestigd.

10 De scharnieras strekt zich bij voorkeur in hoofdzaak in axiale richting uit. De scharnieras strekt zich bij voorkeur nabij de binnenzijde van de wand van de tankcontainer uit.

De klep is bij voorkeur tegen de binnenzijde van de 15 omtrekswand bevestigd.

De klepinrichting omvat bij voorkeur een aanslagvlak die de klep bij beweging vanaf de open positie bij de gesloten positie tegenhoudt.

20

De klepinrichting omvat bij voorkeur ten minste twee bevestingselementen die tegen de binnenzijde van de wand van de tankcontainer zijn bevestigd, en waartussen de klep scharnierbaar is bevestigd. Elk bevestigingselement is bij 25 voorkeur voorzien van een aanslagvlak die de klep bij beweging vanaf de open positie bij de gesloten positie tegenhoudt.

De omtrekswand van de tankcontainer is bij voorkeur althans 30 in hoofdzaak cilindrisch.

4

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld die in de figuren is weergegeven, waarin: 5 Figuur 1 schematisch in perspectief een opengewerkte tankcontainer volgens de uitvinding weergeeft; en

Figuur 2 schematisch in vooraanzicht een detail van de klepinrichting in de tankcontainer van figuur 1 weergeeft.

10

Volgens figuur 1 omvat een cilindrische tankcontainer een metalen omtrekswand 1, die aan beide uiteinden is afgesloten door een metalen eindwand 2 (in de figuur is alleen de achterste eindwand 2 getoond). De cilindrische omtrekswand 15 omhult een containervolume dat is bestemd om gevuld te worden met een te transporteren vloeistof. De as van de cilindrische omtrekswand 1 strekt zich in de rijrichting van de tankcontainer uit.

20 Tegen de binnenzijde van de omtrekswand 1 is een klepinrichting 3 bevestigd. De klepinrichting 3 omvat twee bevestigingselementen 4, waarvan een zijde tegen de omtrekswand is gelast, en waarvan de andere zijde scharnierbaar een plaatvormige klep 5 vasthoudt. De klep 5 25 is in de figuren in twee standen getekend: een geopende stand (A) en een gesloten stand (B).

De plaat is voorzien van twee begrenzers in de vorm van balken 6 die zich aan de scharnierzijde vanaf de zijkant van 30 de klep 5 onder een hoek van ongeveer 90 graden met de klep uitstrekken. Op de bevestigingselementen 4 zijn overeenkomstige aanslagen 7 aangebracht, waartegen de begrenzers 6 en de klep 5 stuiten als de klep 5 door de 5 zwaartekracht of onder invloed van een vloeistofcirculatie van de geopende positie naar de gesloten positie beweegt, zodat de klep 5 in de gesloten positie wordt gehouden. Op de bevestigingseleraenten 4 is voorts een plaatvormige aanslag 8 5 ongeveer evenwijdig aan de cilindrische omtrekswand aangebracht waartegen de klep 5 in de open toestand rust.

Indien door een kleine roterende beweging van de tankcontainer "met de klok mee" de klep 5 omhoog wordt 10 bewogen, zal de vloeistof in de tankcontainer in dezelfde richting in beweging worden gezet. Als de tankcontainer vervolgens in de tegenovergestelde richting roteert, zal de klep door de vloeistofstroom omhoog scharnieren, en zal de vloeistofcirculatie enige tijd in stand blijven, waardoor de 15 verschillende bestanddelen in de vloeistof zich mengen.

In dit uitvoeringsvoorbeeld is één klepinrichting weergegeven, er kunnen echter meerdere van dergelijke klepinrichtingen zijn aangebracht in de tankcontainer, die 20 zodanig zijn gericht dat ze de vloeistof in een zelfde richting of in verschillende richtingen in circulatie kunnen brengen.

Claims (11)

1. Mobiele tankcontainer, zoals een vrachtwagentankcontainer of een railtankcontainer, die is 5 ingericht voor het vervoeren van een vloeistof, omvattende een omtrekswand die zich uitstrekt rondom een as in een rijrichting van de mobiele tankcontainer en die een containervolume omhult, en twee eindwanden die in de rijrichting gezien het containervolume aan de voorzijde en 10 de achterzijde afsluiten, met het kenmerk, dat de tankcontainer is voorzien van een klepinrichting met ten minste één klep die beweegbaar is tussen een open en gesloten toestand en die zich in het containervolume uitstrekt, zodanig dat de klep in de open toestand tijdens 15 gebruik met een althans nagenoeg volle met vloeistof gevulde tankcontainer vloeistofcirculatie in het containervolume in één tangentiële circulatierichting rondom de as of in één axiale circulatierichting langs de as, of een combinatie van beide richtingen, relatief toestaat, en dat de klep in de 20 gesloten toestand vloeistofcirculatie in de tegenovergestelde circulatierichting relatief hindert.

2. Mobiele tankcontainer volgens conclusie 1, waarbij tijdens gebruik met een althans nagenoeg volle met vloeistof 25 gevulde tankcontainer de klep door een vloeistofstroom, die veroorzaakt wordt door rotatie- en/of lineaire acceleratie van de tankcontainer, vrij heen en weer tussen de open toestand en de gesloten toestand kan bewegen.

3. Mobiele tankcontainer volgens conclusie 1 of 2, waarbij de klepinrichting zich zodanig uitstrekt dat de klep in een rusttoestand van de tankcontainer door de zwaartekracht naar de gesloten toestand wordt bewogen.

4. Mobiele tankcontainer volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de klep plaatvormig is en scharnierbaar tegen de binnenzijde van de wand van de tankcontainer is bevestigd. 5

5. Mobiele tankcontainer volgens conclusie 4, waarbij de scharnieras zich in hoofdzaak in axiale richting uitstrekt.

6. Mobiele tankcontainer volgens conclusie 4 of 5, waarbij 10 de scharnieras zich nabij de binnenzijde van de wand van de tankcontainer uitstrekt.

7. Mobiele tankcontainer volgens een van de voorgaande conclusies 1-6, waarbij de klep tegen de binnenzijde van 15 de omtrekswand is bevestigd.

8. Mobiele tankcontainer volgens een van de voorgaande conclusies 1-7, waarbij de klepinrichting een aanslagvlak omvat die de klep bij beweging vanaf de open positie bij de 20 gesloten positie tegenhoudt.

9. Mobiele tankcontainer volgens een van de voorgaande conclusies 1-7, waarbij de klepinrichting ten minste twee bevestingselementen omvat die tegen de binnenzijde van de 25 wand van de tankcontainer zijn bevestigd, en waartussen de klep scharnierbaar is bevestigd.

10. Mobiele tankcontainer volgens conclusie 9, waarbij elk bevestigingselement is voorzien van een aanslagvlak die de 30 klep bij beweging vanaf de open positie bij de gesloten positie tegenhoudt.

11. Mobiele tankcontainer volgens een van de voorgaande conclusies 1-10, waarbij de omtrekswand van de tankcontainer althans in hoofdzaak cilindrisch is.