NL2006617A

NL2006617A - Filter voor een sigaret of joint.

Info

Publication number: NL2006617A
Application number: NL2006617A
Authority: NL
Inventors: Mark Rooijakkers; Sven Zijlstra
Original assignee: Mark Rooijakkers; Sven Zijlstra
Priority date: 2010-04-16
Filing date: 2011-04-18
Publication date: 2011-10-18
Also published as: NL2006617C2; EP2557949A1; RU133694U1; WO2011129701A1

Description

BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een filter voor een sigaret of joint voorzien van een buitenwand waarvan een uiteinde een mondstuk vormt en het andere uiteinde een van aanzuigopeningen voorzien aanzuigstuk en waarbinnen ten minste één binnenwand aanwezig is, welke binnenwand een conische vorm heeft en met een eerste uiteinde dat de grootste diameter heeft, is verbonden met het mondstuk en met het andere, tweede uiteinde dat de kleinste diameter heeft, nabij het aanzuigstuk aanwezig is, welk aanzuigstuk een afdekrooster omvat waarvan het middendeel gesloten is en op afstand voor het tweede uiteinde van de binnenwand aanwezig is, waarbij tussen de binnenwand en de buitenwand een opvangreservoir aanwezig is.

Het filter wordt aangebracht in het gedeelte van de sigaret of joint, dat aan de mond wordt gezet en dient te voorkomen dat deeltjes shag of wiet in de mond of keel terecht komen. Door de conische binnenwand hoeft minder hard aan het filter gezogen te worden waardoor de joint of sigaret gemakkelijk rookt en beter en makkelijker geïnhaleerd kan worden. Hierdoor is het roken van een met het filter gedraaide sigaret of joint aangenamer voor de gebruiker.

Stand van de techniek

Een dergelijk filter is bekend uit US 2 520 307 A. Dit bekende filter wordt op een sigaret of joint gezet in plaats van erin gerold. Bij het bekende filter is tussen de aanzuigopeningen en de opening aan het tweede uiteinde van de binnenwand een tussenwand aanwezig, waardoor de aanzuigopeningen via een langgerekt kanaal in verbinding staan met de opening aan het tweede uiteinde van de binnenwand. Tijdens gebruik wordt in de aangezogen rook aanwezig teer tegen de zijwanden van het kanaal afgezet en deeltjes shag en wiet in het opvangreservoir opgevangen. Hierdoor wordt niet enkel de deeltjes shag en wiet uit de rook verwijderd maar ook de teer waardoor de smaak en het effect van de rook afneemt. Uit US 2 045 601 A is een filter bekend dat voor gebruik over het mondstuk van een sigaret of joint gestoken dient te worden. De binnenwand steekt hierbij in de shag of wiet. Voor de opening aan het tweede uiteinde van de binnenwand bevindt zich hierbij geen gesloten deel waardoor kleine deeltjes shag of wiet rechtstreeks door deze opening aangezogen kunnen worden.

Uit GB 1910 04383 A is een filter bekend dat wordt verkregen door een stukje karton op te rollen. Het vloeipapier wordt om de gemengde shag en wiet heen gerold en aan het uiteinde wordt het filter geplaatst. Dit filter zorgt er voor dat men de gehele joint op kan roken zonder de lippen te verbranden. Verder houdt het filter kleine shag- en wietdeeltjes tegen.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een filter van de in de aanhef omschreven soort waarbij de rook meer de smaak en kracht behoudt dan bij het bekende filter terwijl toch de deeltjes shag en wiet uit de rook verwijderd worden. Hiertoe is het filter volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de opening tussen het tweede uiteinde van de binnenwand en het aanzuigstuk in rechte of nagenoeg rechte lijnen in verbinding staat met de aanzuigopeningen in het aanzuigstuk. Tussen de opening in de binnenwand en de aanzuigopeningen is geen tussenwand aanwezig waardoor deze openingen in directe verbinding met elkaar staan. Hierdoor behoudt de rook de teer terwijl toch in de rook aanwezige kleine deeltjes shag en wiet uit de rook worden verwijderd.

Een uitvoeringsvorm van het filter volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de buitenwand eveneens een conische vorm heeft waarbij het mondstuk de kleinste diameter heeft en het aanzuigstuk de grootste diameter.

Om de luchtstroom nog verder te verbeteren is nog een verdere uitvoeringsvorm van het filter volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat tussen het tweede uiteinde van de binnenwand en het middendeel van het afdekrooster een tussenwand aanwezig is die is voorzien van gaten die de genoemde opening vormen.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van het filter volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van het filter in langsdoorsnede;

Figuur 2 het in figuur 1 weergegeven filter in perspectief;

Figuur 3 het in figuur 1 weergegeven filter gezien op het afdekrooster; en

Figuur 4 een tweede uitvoeringsvorm van het filter in langsdoorsnede.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren 1, 2 en 3 is een eerste uitvoeringsvorm van het filter volgens de uitvinding weergegeven in langsdoorsnede, in perspectief en in zijaanzicht. Het filter 1 heeft een conische buitenwand 3 waarvan het uiteinde met de kleinste diameter een mondstuk 5 vormt en het uiteinde met de grootste diameter een aanzuigstuk 7. Binnen de buitenwand 3 is een binnenwand 9 aanwezig die eveneens een conische vorm heeft. Van deze binnenwand 9 is een eerste uiteinde 11, dat de grootste diameter heeft, verbonden met het mondstuk 5 en is het andere, tweede uiteinde 13, dat de kleinste diameter heeft, nabij het aanzuigstuk 7 aanwezig. Door de conische vorm van de binnenwand 9 wordt de luchtstroom geoptimaliseerd waardoor men minder hard hoeft te zuigen aan het filter.

Het aanzuigstuk 7 heeft een afdekrooster 15 waarvan het middendeel 17 is gesloten en op afstand voor het tweede uiteinde 13 van de binnenwand 9 aanwezig is. Tussen de binnenwand 9 en de buitenwand 3 is en opvangreservoir 19 aanwezig waar de overtollige deeltjes shag/wiet/gruis 21 in terecht komen. Tussen het tweede uiteinde 13 van de binnenwand en het middendeel 17 van het afdekrooster is een opening 23 aanwezig. Door het afdekrooster 15 en het opvangreservoir 19 krijgt men geen kleine shag/wiet/gruis deeltjes in de mond of keel. De opening 23 staat in directe verbinding met aanzuigopeningen 27 in het aanzuigstuk 7 waarbij de rook in rechte lijnen 25 van de openingen 23 naar aanzuigopeningen 27 kan stromen.

In figuur 4 is een tweede uitvoeringsvorm van het filter volgens de uitvinding weergegeven. Bij dit filter 31 is tussen het tweede uiteinde 13 van de binnenwand 9 en het middendeel 17 van het afdekrooster 15 een tussenwand 33 aanwezig, die is voorzien van gaten 35.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Filter (1; 31) voor een sigaret of joint voorzien van een buitenwand (3) waarvan een uiteinde een mondstuk (5) vormt en het andere uiteinde een van aanzuigopeningen voorzien aanzuigstuk (7) en waarbinnen ten minste één binnenwand (9) aanwezig is, welke binnenwand een conische vorm heeft en met een eerste uiteinde (11) dat de grootste diameter heeft, is verbonden met het mondstuk (5) en met het andere, tweede uiteinde (13) dat de kleinste diameter heeft, nabij het aanzuigstuk (7) aanwezig is, welk aanzuigstuk een afdekrooster (15) omvat waarvan het middendeel (17) gesloten is en op afstand voor het tweede uiteinde (13) van de binnenwand (9) aanwezig is, waarbij tussen de binnenwand en de buitenwand (3) een opvangreservoir (19) aanwezig is, met het kenmerk, dat de opening (23) tussen het tweede uiteinde (13) van de binnenwand (9) en het aanzuigstuk (7) in rechte of nagenoeg rechte lijnen (25) in verbinding staat met de aanzuigopeningen (27) in het aanzuigstuk (7).

2. Filter (1; 31) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buitenwand (3) eveneens een conische vorm heeft waarbij het mondstuk (5) de kleinste diameter heeft en het aanzuigstuk (7) de grootste diameter.

3. Filter (31) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen het tweede uiteinde (13) van de binnenwand (9) en het middendeel (17) van het afdekrooster (15) een tussenwand (33) aanwezig is die is voorzien van gaten (35) die de genoemde opening (23) vormen.