NL1043498B1

NL1043498B1 - Inrichting voor het inhaleren van inhalatiedamp, omvattende een vloeistofcontainer, een neus- en/of mondstuk en een verbindingskanaal

Info

Publication number: NL1043498B1
Application number: NL1043498A
Authority: NL
Inventors: Starke David
Original assignee: Starke David
Priority date: 2019-12-05
Filing date: 2019-12-05
Publication date: 2021-08-31

Abstract

UITTREKSEL Inrichting (1) voor het inhaleren van inhalatiedamp, omvat- tende een container (2) voor het bevatten van een vloeistof 5 (3) die inhalatiedamp (4) afgeeft, een neus- en/of mondstuk (6) en een verbindingskanaal (7). Tijdens gebruik van de inrichting kan de inhalatiedamp vanuit de container via het verbindingskanaal en het neus- en/of mondstuk door de ge- bruiker worden geïnhaleerd. 10 (FIG. 1) 1043498

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het inhaleren van inha- latiedamp, omvattende een vloeistofcon- rainer, een neus- en/of mondstuk en een verbindingskanaal 3

BESCHRIJVING De uitvinding heeft betrekking op een inrichting die is be- stemd en ingericht voor het door een gebruiker via de neus en/of mond kunnen inhaleren van inhalatiedamp. Van oudsher is bekend dat personen bij vastzittende ver- koudheid etc. via hun neus en/of mondholte inhalatiedamp inhaleren ('stomen”"} om daardoor hun verstopte luchtwegen te openen, zie bijvoorbeeld Grips fw artsenzorg nl facties /arn/iel/varcugbeids8- jeilenviabeis. Als inhalatledamp kan stoom van gewoon water dienst doen waarbij desgewenst bijvoorbeeld een menthol- bevattend product zoals Dampo™ of FIX", bijvoorbeeld in capsulevorm, aan het verwarmde water wordt toegevoegd. Om de inhalatiedanp zo goed mogelijk naar de neus- en mondhol~ te te geleiden wordt vaak een dosk gebruikt die de gebrui- ker over het hoofd doet wanneer deze met neus en mond boven het verwarmde water "hangt”.

De onderhavige uitvinding beoogt te voorzien in een in- richting waarmee het inhaleren van inhalatiedamp effectie- ver en op minder primitieve wijze kan worden uitgevoerd.

Daartoe wordt volgens de uitvinding voorzien in een in- richting die is bestemd en ingericht voor het door een ge- bruiker via de neus en/of mond kunnen inhaleren van inhala- 3 tiedamp, waarbij de inrichting een container omvat die is ingericht voor het bevatten van een vloeistof die inhalatiedamp af- geeft, waarbij de inrichting verder een neus- en/of mondstuk omvat IO dat over de neus en/cf mond van de gebruiker kan worden ge- plaatst, alsmede een verbindingskanaal, en waarbij de container, het verbindingskanaal en het neus" en/of mondstuk zo zijn ingericht dat tijdens gebruik de in- halatiedamp vanuit de container via het verbindingskanaal en het neus- en/of mondstuk door de gebruiker kan worden geïnhaleerd.

Bij voorkeur zijn £én of meer van de onderdelen, de contai- ner, het verbindingskanaal en het neus- en/of mondstuk, on- 28 derling losneembaar uitgevoerd. Het verbindingskanaal omvat . bij voorkeur een flexibele slang. De container omvat bij voorkeur een ventiel dat wordt geopend bij een zekere mate van onderdruk in de container. De container omvat bijvoor- beeld een ondergedeselte kan worden gevuld met een vloeistof die tijdens gebruik inhalatiedamp afgeeft, en een bovenge- deelte, bijvoorbeeld een deksel, waarop het verbindingska- naal is of kan worden aangesloten.

De uitvinding zal thans nader worden besproken aan de hand van onderstaande figuurbeschrijving.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van sen inrichting volgens de uitvinding,

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding, die is bestemd en ingericht voor het door een gebruiker via de neus en/of mond kunnen inhaleren van inhalatiedamp. De getoonde inrichting 1 omvat een con- tainer 2 die is ingericht voor het bevatten van een vloei- stof 3, bijvoorbeeld verwarmd water, die inhalatiedanmp 4, bijvoorbeeld waterdamp (*stoom"} afgeeft, al of niet incl. (vluchtige) menthol, afkomstig van één of meer wentholcap- sules 5 die in de vloeistof zijn gedeponeerd en daarin op- gelost of ingemengd. Behalve menthol kunnen ook andere stoffen worden gebruikt. De inrichting 1 omvat verder een neus- en/of mondstuk 6 dat over de neus en/of mond van de gebruiker kan worden ge- plaatst, en sen verbindingskanaal 7 tussen de container 2 en het neus- en/of mondstuk 6. De container 2, het verbindingskanaal 7 en het neus- en/of mondstuk 6 zijn zo ingericht dat tijdens gebruik door de gebruiker de inhalatiedamp 4 via het verbindingskanaal 7 en het neus- en/of mondstuk 6 kan worden geïnhaleerd. {door middel van de longfunctie van de gebruiker via diens neus- en/of mondholte naar binnen gezogen).

Een of meer van de onderdelen, de container 2, het verbin- dingskanaal 7 en het neus- en/of mondstuk 6, zijn onderling losneembaar uitgevoerd. Het verbindingskanaal 7 kan een niet~flexibele of een [lexibele slang omvatten.

Om te voorkomen dat er in de inrichting ten gevolge van het inhaleren van de damp onderdruk ontstaat waardoor de inha- latie bemoeilijkt zou kunnen worden, kan de container een ventiel B omvatten, bijvoorbeeld een eenvoudig membraanven- Tiel, dat wordt geopend wanneer er ten gevolge van het door de gebruiker inhaleren een zekere onderdruk in de container 2 (en in de rest van de inrichting) ontstaat, waardoor die & onderdruk dan via het ventiel 8 wordt vereffend.

De container 2 wordt in bet getoonde uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een ondergedeelte 2a, dat kan worden gevuld met de {warme, dampende) vloeistof 3 die tijdens gebruik de inhalatiedamp 4 afgeeft, en een bovengedeelte, in de vorm van een afneembaar deksel 2b, waarop het verbindingskanaal 7 is of kan worden aangesloten. Het deksel kan ook worden voorzien van een vultuit of opening, Aldus wordt door de onderhavige uitvinding voorzien in een inrichting waarmee het inhaleren van inhalatiedamp op een effectiever en hygiënische wijze kan worden uitgevoerd,

Claims

CONCLUSIES

1. inrichting (1) bestemd en ingericht voor het door een gebruiker via de neus en/of mond kunnen inhaleren van 5 inhalatiedamp waarbij de inrichting een container {2} omvat die is ingericht voor het bevatten van een vloeistof (3) die inhalatiedamp (4) afgeeft, waarbij de inrichting verder een neus- en/of mondstuk (6) omvat dat over de neus en/of mond van de gebruiker kan worden geplaatst, alsmede een verbindingskanaal (7), en waarbij de container, het verbindingskanaal en het neus- en/of mondstuk zo zijn ingericht dat tijdens ge- bruik de inhalatiedamp via het verbindingskanaal en het neus- en/af mondstuk door de gebruiker kan worden geïnhaleerd.

Ze Inrichting volgens conclusie 1, waarbij één of meer van de onderdelen, de container, het verbindingskanaal en het neus- en/of mondstuk, onderling losneembaar zijn uitgevoerd.

3, Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ver- bindingskaenaal sen flexibele slang omvat,

4, Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de container een ventiel (8) omvat. dat wordt geopend bij een zekere mate van onderdruk in de con- tainer.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de container een ondergedeelte (2a) omvat dat kan worden gevuld met een vloeistof die tijdens ge- bruik inhalatiedamp afgeeft, en een bovengedeelte (2b) waarop het verbindingskanaal is of kan worden aange- sloten.