NL2006582C2 - Deurdorpel en een dergelijke deurdorpel omvattend samenstel. - Google Patents

Description

Deurdorpel en een dergelijke deurdorpel omvattend samenstel

De uitvinding heeft betrekking op een deurdorpel, in het bijzonder voor een buitendeur, omvattende: een eerste langszijde en een tegenoverliggende tweede langszijde alsook 5 een bovenzijde en onderzijde, waarbij, bij gebruik, de eerste langszijde naar buiten is gekeerd en de tweede langszijde naar binnen is gekeerd, waarbij de bovenzijde omvat: een afwateringsdeel waarvan het bovenvlak naar de eerste langszijde toe afwatert en met de lage kant aansluit op en/of deel uitmaakt van de eerste langszijde; en een verhoogd drempeldeel met een naar de eerste langszijde gekeerde, opstaande zijde, 10 welke opstaande zijde onderaan aansluit op de hoge kant van het afwateringsdeel. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een muur, een scharnierbaar of verschuifbaar in die muur voorziene deur, alsmede een in die muur voorziene deurdorpel overeenkomstig de uitvinding.

15 De in aanhef genoemde dorpel is bijvoorbeeld bekend uit EP 789128. Aan de bovenzijde van deze dorpel zijn voorzien een schuin vlak (12) en een verhoogd (drcmpcl)dccl (26, 27) dat als barrière (dijk) voor (regen)water fungeert. De bekende dorpel is tweedelig en opgebouwd uit een lichtmetalen, hol extrusieprofiel (11, 12, 22, 27) en een deksel (26). De bevestiging van deze dorpel aan de (25) ondergrond vindt 20 plaats middels schroeven (24) en daartoe in het extrusieprofiel voorziene verticale boringen. Aan weerszijden van de boringen (24) zijn opstaande bevestigingslijven (27) voorzien om de deksel (26) te bevestigen. De deksel (26) heeft tot doel de schroeven en boringen te verbergen en aan het zicht te onttrekken. Het tussen de bevestigingslijven (27) liggende horizontale vlak waarin de boringen (24) voorzien zijn ligt lager dan de 25 hoge zijde van het schuine vlak (12). Een nadeel van de bekende constructie is dat een op de deurdorpel gerichte wind (regen)water richting het verhoogde drempeldeel stuwt, hetgeen afwatering van (regen)water aanzienlijk belemmert, waardoor het (regen)water relatief eenvoudig de deurdorpel kan passeren, hetgeen vanuit praktisch oogpunt ongewenst is.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel te verschaffen een deurdorpel van de in de aanhef genoemde soort met een verbeterd vermogen tot het buiten houden van (regen)water.

30 2

De uitvinding verschaft daartoe een deurdorpel van het in aanhef genoemde type, waarbij de bovenzijde is voorzien van ten minste één inlaatopening voor water, en de eerste langszijde is voorzien van ten minste één uitlaatopening voor water, waarbij de ten minste ene inlaatopening en de ten minste ene uitlaatopening onderling zijn 5 verbonden middels ten minste één door de deurdorpel omsloten afwateringskanaal of afwateringsruimte. Door het afwateringskanaal in hoofdzaak binnenin de deurdorpel te positioneren, waardoor het af te voeren (regen)water de deurdorpel de facto zal doorstromen van de ten minste ene inlaatopening naar de ten minste ene uitlaatopening, zal het afgevoerde water worden afgeschermd van de wind, hetgeen de afwatering en 10 dientengevolge het waterkerend vermogen van de deurdorpel ten goede komt. Door de ten minste ene inlaatopening in of nabij het verhoogde drempeldeel te positioneren kan de wind zelfs een positieve invloed hebben, doordat alsdan de wind het water richting de inlaatopening stuwt om vervolgens te worden afgevoerd.

15 In een voorkeursuitvoering wordt het afwateringskanaal volledig in de deurdorpel gelegen en zal de deurdorpel het afwateringskanaal aldus volledig omgeven, hetgeen een voordelige fysieke scheiding en afscherming tussen de aanvoer van (regen)water en de afvoer van (regen)water ten goede komt. Het is denkbaar om het afwateringskanaal te laten vormen door een separate leiding (buis) die de inlaatopening en de 20 uitlaatopening met elkaar verbindt. Echter, het geniet doorgaans de voorkeur ingeval de deurdorpel ten minste één kokerprofïel omvat, waarbij het afwateringskanaal wordt gevormd door ten minste een deel van een door het ten minste ene kokerprofïel omsloten ruimte. Op deze wijze hoeven geen separate voorzieningen te worden getroffen voor het realiseren van het ten minste ene afwateringskanaal. Dergelijke 25 kokerprofïelen kunnen uit metaal zijn vervaardigd, doch worden vanuit economisch oogpunt middels extrusie vervaardigd uit kunststof. Het afwateringsdeel kan tevens uit kunststof worden vervaardigd, doch wordt bij voorkeur uit metaal, in het bijzonder aluminium vervaardigd vanwege de hogere slijtvastheid dan kunststof.

30 In een voorkeursuitvoering is een bovenzijde van het afwateringsdeel ten minste gedeeltelijk geprofileerd uitgevoerd, waardoor personen die afsteunen op het afwateringsdeel een verbeterde grip hebben. Bovendien zal door het (regen)water door het geprofileerde oppervlak zich moeilijker richting het verhoogde drempeldeel kunnen verplaatsen, hetgeen het waterkerend vermogen van de deurdorpel ten goede komt.

3

De één of meerdere inlaatopeningen kunnen op diverse locaties in de bovenzijde van de deurdorpel zijn aanbracht. In een uitvoeringsvorm is ten minste één inlaatopening in het verhoogde drempeldeel, in het bijzonder in een bovenzijde van het verhoogde 5 drempeldeel, aangebracht. (Regen)water dat zich door de wind of ernstige regenval tot bovenop het verhoogde drempeldeel is verplaatst kan alsdan relatief effectief worden afgevoerd. Het is tevens denkbaar dat ten minste één inlaatopening in een naar het afwateringsdeel toegekeerde voorzijde van het verhoogde drempeldeel is aangebracht, waardoor verbeterd kan worden voorkomen dat water zich tot bovenop het verhoogde 10 drempeldeel kan verplaatsen. In een andere voordelige uitvoeringsvorm is ten minste één inlaatopening in een bovenzijde van het afwateringsdeel is aangebracht. Daarbij is het bijzonder voordelig ingeval de ten minste ene in het afwateringsdeel aangebrachte inlaatopening nabij het verhoogde drempeldeel is gelegen. Tegen of richting de voorzijde van het verhoogde drempeldeel gestuwd (regen)water kan op deze wijze 15 effectief worden afgevoerd via een tussen het afwateringsdeel en een onderliggend deel van de deurdorpel ingesloten, afgescheiden ruimte. Vormgeving van de inlaatopeningen en uitlaatopeningen kan variëren. Doorgaans zal het voldoende zijn om althans één in hoofdzaak ronde of vierkante inlaatopening toe te passen. Het is tevens denkbaar om de ten minste ene inlaatopening en/of ten minste ene uitlaatopening op andere wijze, 20 bijvoorbeeld in hoofdzaak gleufvormig, vorm te geven.

Doorgaans zal het afwateringsdeel losneembaar met een onderliggend deel van de deurdorpel zijn verbonden, in het bijzonder door toepassing van één of meerdere mechanische bevestigingselementen, zoals schroeven of klemmen. Deze modulaire 25 opbouw van de deurdorpel vergemakkelijkt het ontwerpen en vervaardigen van de deurdorpel en maakt het bovendien mogelijk het afwateringsdeel relatief eenvoudig te vervangen. Het is echter tevens denkbaar dat het afwateringsdeel en althans een deel van het verhoogde drempeldeel uit één integraal geheel zijn vervaardigd.

30 Doorgaans zal de kortste afstand tussen een bovenzijde van het verhoogde drempeldeel en het (lager gelegen) afwateringsdeel zijn gelegen tussen 1 en 10 millimeter, waarbij de kortste afstand bij voorkeur 5 millimeter, waardoor de opstap voor personen niet te hoog wordt gemaakt en waarbij anderzijds een voldoende hoge barrière voor (regen jwatcr wordt gecreëerd om overspoelen van het verhoogde drempeldeel zoveel 4 mogelijk te kunnen voorkomen. Verder zal een bovenzijde van het verhoogde drempeldeel tussen 0,5 en 2 centimeter hoger zijn gelegen dan het laagste deel van het afwateringsdeel, hetgeen tevens vanuit oogpunt van gebruiksvriendelijkheid voordelig is en bovendien zorg draagt voor voldoende vlotte afwatering van (regen)water op 5 conventionele wijze via de bovenzijde van het afwateringsdeel.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de eerste langszijde voorzien van een beschermende materiaallaag. Deze materiaallaag fungeert de facto als coating die doorgaans door toepassing van een hechtlaag op de eerste langszijde is bevestigd. De 10 materiaallaag beschermt de eerste langszijde tegen beschadiging en verwering door weersinvloeden, en verduurzaamt aldus de deurdorpel. Het is daarbij doorgaans voordelig ingeval aan weerszijden van de deurdorpel gepositioneerde neuten tevens worden voorzien van een dergelijke beschermende materiaallaag. In een voorkeursuitvoering is een van de eerste langszijde afgekeerde zijde van de 15 materiaallaag voorzien van een (natuur) steenmotief of houtnerfmotief, zodat de doorgaans in hoofdzaak uit kunststof vervaardigde eerste langszijde een meer natuurlijke uitstraling verkrijgt, hetgeen tevens vanuit esthetisch oogpunt voordelig is.

De uitvinding omvat tevens een samenstel omvattende een muur, een schamierbaar of 20 verschuifbaar in die muur voorziene deur, alsmede een in die muur voorziene deurdorpel overeenkomstig de uitvinding, waarbij de deurdorpel zich, bij gesloten deur, onderlangs de deur uitstrekt, waarbij de deur aan een onderzijde is voorzien van een afdichtstrip welke, bij gesloten deur, op het drempeldeel van de deurdorpel in hoofdzaak afdicht, en waarbij ten minste één inlaatopening zich, bij gesloten deur, aan 25 de buitenzijde van de afdichtstrip bevinden.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een vooraanzicht op een samenstel van een muur, een in de muur aangebrachte 30 deur, en een onder de deur gepositioneerde deurdorpel overeenkomstig de uitvinding, figuur 2 een perspectivisch aanzicht op de deurdorpel volgens figuur 1, en figuur 3 een dwarsdoorsnede van de deurdorpel volgens figuur 1.

5

Figuur 1 toont een vooraanzicht op een samenstel 1 van een muur 2, een in de muur 2 aangebrachte buitendeur 3, in gesloten toestand, en een onder de deur 3 gepositioneerde deurdorpel 4 overeenkomstig de uitvinding. De deur 3 is schamierbaar verbonden met een de deur 3 omgevend kozijn 5, welk kozijn 5 is verbonden met de muur 2.

5

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht op de deurdorpel 4 volgens figuur 1, en figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van de deurdorpel 4 volgens figuur 1. De deurdorpel 4 omvat een eerste langszijde 6 en een tegenoverliggende tweede langszijde 7 alsook een bovenzijde 8 en onderzijde 9, waarbij, bij gebruik, de eerste langszijde 6 naar buiten 10 is gekeerd en de tweede langszijde 7 naar binnen is gekeerd. De bovenzijde 8 van de deurdorpel 4 omvat een afwateringselement 10 waarvan het bovenvlak naar de eerste langszijde 6 toe afwatert en met de lage kant in hoofdzaak aansluit op en/of deel uitmaakt van de eerste langszijde 6, alsook een verhoogd drempeldeel 11 met een naar de eerste langszijde gekeerde, opstaande zijde 12, welke opstaande zijde 12 aansluit op 15 de hoge kant van het afwateringselement 10. De opstaande zijde 12 en het afwateringselement 10 kunnen eventueel integraal met elkaar zijn verbonden. De bovenzijde 8, in het bijzonder het afwateringselement 10, is voorzien van een inlaatopening 13 voor (regen)water. De eerste langszijde 6, in het bijzonder een voorzijde van het afwateringselement 10, is voorzien van een uitlaatopening 14 voor 20 (regen)water, waarbij de inlaatopening 13 en de uitlaatopening 14 onderling in verbinding staan middels een door de deurdorpel 4 ingesloten ruimte welke als (schematisch weergegeven) afwateringskanaal 15 fungeert. Het afwateringskanaal 15 wordt aldus volledig omsloten door de deurdorpel 4, waardoor (rcgcn)watcr tijdens het afvoeren kan worden afgeschermd van weersinvloeden, in het bijzonder windinvloeden, 25 hetgeen de afvoer van (regen)water ten goede komt. De eerste langszijde 6 is voorzien van een van (natuur)steenmotief voorziene coating 16, teneinde de eerste langszijde 6, of althans ten minste een deel daarvan, te beschermen en een natuurlijke uitstraling te verschaffen. Een onderste deel van het kozijn 5, ook wel aangeduid als neut 17 is tevens voorzien van een dergelijke coating 16. De coating 16 zal daarbij bij voorkeur uit 30 kunststof, zoals PMMA, zijn vervaardigd. De kortste afstand a tussen een bovenste deel van het afwateringselement 10 en een bovenzijde van het verhoogde drempeldeel 11 bedraagt circa 5 millimeter in dit uitvoeringsvoorbeeld. De hoogte h van het verhoogde drempeldeel bedraagt maximaal 2 centimeter in dit uitvoeringsvoorbeeld. Een op het verhoogde drempeldeel 11 weergegeven stippellijn geeft de locatie aan waar een 6 afdichtstrip van de deur 3, in gesloten toestand, aansluit op de deurdorpel 4. Doorgaans zal het afwateringselement 10 uit aluminium zijn vervaardigd, en zal een overig deel van de deurdorpel 4, ook wel aangeduid als basisstructuur, zijn vervaardigd uit één of meerdere kokervormige profielen, in het bijzonder kunststof extrusieprofïelen. Het 5 afwateringselement 10 is doorgaans middels (niet-weergegeven) schroeven en/of klemmen en/of lijm verbonden met het onderliggende deel van de deurdorpel 4.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande 10 conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims (19)

1. Deurdorpel, in het bijzonder voor een buitendeur, omvattende: een eerste langszijde en een tegenoverliggende tweede langszijde alsook een bovenzijde en 5 onderzijde, waarbij, bij gebruik, de eerste langszijde naar buiten is gekeerd en de tweede langszijde naar binnen is gekeerd, waarbij de bovenzijde omvat: • een afwateringsdeel waarvan het bovenvlak naar de eerste langszijde toe afwatert en met de lage kant aansluit op en/of deel uitmaakt van de eerste langszijde; en 10. een verhoogd drempeldeel met een naar de eerste langszijde gekeerde, opstaande zijde, welke opstaande zijde aansluit op de hoge kant van het afwateringsdeel; waarbij de bovenzijde is voorzien van ten minste één inlaatopening voor water, en de eerste langszijde is voorzien van ten minste één uitlaatopening voor water, waarbij de ten minste ene inlaatopening en de ten minste ene uitlaatopening onderling zijn 15 verbonden middels ten minste één door de deurdorpel omsloten afwateringskanaal.

2. Deurdorpel volgens conclusie 1, waarbij het afwateringskanaal volledig in de deurdorpel is gelegen.

3. Deurdorpel volgens conclusie 2, waarbij de deurdorpel ten minste één kokerprofïel omvat, waarbij het afwateringskanaal wordt gevormd door ten minste een deel van het ten minste ene kokerprofïel.

4. Deurdorpel volgens conclusie 3, waarbij ten minste één kokerprofïel uit 25 kunststof is vervaardigd.

5. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het afwateringsdeel van de bovenzijde van de deurdorpel ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit aluminium. 30

6. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een bovenzijde van het afwateringsdeel van de bovenzijde van de deurdorpel ten minste gedeeltelijk geprofileerd is uitgevoerd.

7. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één inlaatopening in het verhoogde drempeldeel is aangebracht.

8. Deurdorpel volgens conclusie 7, waarbij ten minste één inlaatopening in een 5 bovenzijde van het verhoogde drempeldeel is aangebracht.

9. Deurdorpel volgens conclusie 7 of 8, waarbij ten minste één inlaatopening in een naar het afwateringsdeel toegekeerde voorzijde van het verhoogde drempeldeel is aangebracht. 10

10. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één inlaatopening in een bovenzijde van het afwateringsdeel is aangebracht.

11. Deurdorpel volgens conclusie 10, waarbij de ten minste ene in het 15 afwateringsdeel aangebrachte inlaatopening nabij het verhoogde drempeldeel is gelegen.

12. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één inlaatopening in hoofdzaak rond of vierkant is vormgegeven. 20

13. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één inlaatopening in hoofdzaak gleufvormig is vormgegeven.

14. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het afwateringsdeel 25 losneembaar met een onderliggend deel van de deurdorpel is verbonden.

15. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kortste afstand tussen een bovenzijde van het verhoogde drempeldeel en het afwateringsdeel is gelegen tussen 1 en 10 millimeter, in het bijzonder 5 millimeter bedraagt. 30

16. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een bovenzijde van het verhoogde drempeldeel tussen 0,5 en 2 centimeter hoger is gelegen dan het laagste deel van het afwateringsdeel.

17. Deurdorpel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste langszijde is voorzien van een beschermende materiaallaag.

18. Deurdorpel volgens conclusie 17, waarbij een van de eerste langszijde 5 afgekeerde zijde van de materiaallaag is voorzien van een steenmotief.

19. Samenstel omvattende een muur, een schamierbaar of verschuifbaar in die muur voorziene deur, alsmede een in die muur voorziene deurdorpel volgens een der conclusies 1-18, waarbij de deurdorpel zich, bij gesloten deur, onderlangs de deur 10 uitstrekt, waarbij de deur aan een onderzijde is voorzien van een afdichtstrip welke, bij gesloten deur, op het drempeldeel van de deurdorpel in hoofdzaak afdicht, en waarbij ten minste één inlaatopening zich, bij gesloten deur, aan de buitenzijde van de afdichtstrip bevinden.