BE1020718A3 - Lamellenafdak. - Google Patents

Lamellenafdak. Download PDF

Info

Publication number
BE1020718A3
BE1020718A3 BE201200428A BE201200428A BE1020718A3 BE 1020718 A3 BE1020718 A3 BE 1020718A3 BE 201200428 A BE201200428 A BE 201200428A BE 201200428 A BE201200428 A BE 201200428A BE 1020718 A3 BE1020718 A3 BE 1020718A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
slat
slats
gutter
roof
brush
Prior art date
Application number
BE201200428A
Other languages
English (en)
Inventor
Patrick Marc Perquy
Thierry Luc Veys
Stijn Colpaert
Bart Pieter Jules Abeel
Original Assignee
Renson Sunprot Screens Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprot Screens Nv filed Critical Renson Sunprot Screens Nv
Priority to BE201200428A priority Critical patent/BE1020718A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1020718A3 publication Critical patent/BE1020718A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/16Roof structures with movable roof parts
    • E04B7/163Roof structures with movable roof parts characterised by a pivoting movement of the movable roof parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F10/00Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
    • E04F10/08Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of a plurality of similar rigid parts, e.g. slabs, lamellae
    • E04F10/10Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of a plurality of similar rigid parts, e.g. slabs, lamellae collapsible or extensible; metallic Florentine blinds; awnings with movable parts such as louvres
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B7/00Special arrangements or measures in connection with doors or windows
    • E06B7/02Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
    • E06B7/08Louvre doors, windows or grilles
    • E06B7/084Louvre doors, windows or grilles with rotatable lamellae
    • E06B7/086Louvre doors, windows or grilles with rotatable lamellae interconnected for concurrent movement
    • E06B7/098Louvre doors, windows or grilles with rotatable lamellae interconnected for concurrent movement with weather seal

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

LAMELLENAFDAK
Deze uitvinding betreft een lamellendak, omvattende meerdere evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen, die roteerbaar rond respectievelijke assen zijn opgesteld, tussen een open stand, waarin zich een tussenruimte tussen de lamellen uitstrekt en een gesloten stand, waarin de lamellen samen een gesloten afdak vormen, waarbij elke lamel aan een eerste langszijde een goot omvat met een gootrand en aan een tweede langszijde een overkraging omvat met een overlappende lip, zodanig dat in gesloten stand van de lamellen bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen de overkraging van de ene lamel zich over de gootrand van de andere lamel uitstrekt en de overlappende lip van de ene lamel zich in de goot van de andere lamel naar de bodem van de goot toe uitstrekt.
Dergelijke lamellendaken met roteerbare lamellen worden meestal ingezet voor het afschermen van een buitenruimte, als terrasoverkapping of verandadak, enz. In gesloten stand vormen de lamellen een waterdicht dak. Door de lamellen te roteren tussen hun gesloten stand en hun open stand kan lichtinval en ventilatie naar de ruimte onder de lamellen toe geregeld worden. Door het richten van de lamellen kan zon en/of wind afgeschermd worden of juist doorgelaten worden.
In FR 2 676 079 Al is beschreven hoe dankzij de goot met gootrand en dankzij de overkraging van de lamellen een goede waterdichtheid kan verzekerd worden in gesloten stand van de lamellen.
Een probleem bij deze lamellen is echter dat wanneer men na neerslag de lamellen naar hun open stand toe wenst te kantelen, neerslagwater dat zich nog op de lamellen bevindt naar beneden kan vallen en mensen of meubelen die zich onder het lamellendak bevinden kan natspatten. Dit probleem treedt nog sterker op waar men de lamellen over meer dan 90° roteerbaar uitvoert.
Het doel van deze uitvinding is dan ook om te voorzien in een lamellendak waarbij waterdichtheid in gesloten stand minstens even goed gegarandeerd kan worden als bij de stand van de techniek en waarbij het risico bij openen van de lamellen op naar beneden vallen van op de lamellen achterblijvend neerslagwater sterk gereduceerd wordt.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een lamellendak, omvattende meerdere evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen, die roteerbaar rond respectievelijke assen zijn opgesteld, tussen een open stand, waarin zich een tussenruimte tussen de lamellen uitstrekt en een gesloten stand, waarin de lamellen samen een gesloten afdak vormen, waarbij elke lamel aan een eerste langszijde een goot omvat met een gootrand en aan een tweede langszijde een overkraging omvat met een overlappende lip, zodanig dat in gesloten stand van de lamellen bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen de overkraging van de ene lamel zich over de gootrand van de andere lamel uitstrekt en de overlappende lip van de ene lamel zich in de goot van de andere lamel naar de bodem van de goot toe uitstrekt en waarbij de gootrand van elke lamel een omgeplooid deel omvat, dat zich naar de bodem van de goot van deze lamel toe uitstrekt.
Neerslag die in de goot opspat kan namelijk tussen de gootrand en de overkraging van de overlappende lamel doordringen en aan de buitenzijde van de gootrand blijven hangen. Door de gootrand van elke lamel te voorzien van een omgeplooid deel dat zich naar de bodem van de goot van deze lamel toe uitstrekt, wordt het risico op doordringen van in de goot opspattende neerslag tot tussen de gootrand en de overkraging van de overlappende lamel sterk gereduceerd.
Anderzijds zal neerslagwater dat zich bij openen van de lamellen nog in de goot bevindt ook bij kantelen van de lamel over meer dan 90° toch beter binnen de goot van de lamel gehouden kunnen worden dankzij het omgeplooide deel.
Bij voorkeur strekt in gesloten stand van de lamellen bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen de overlappende lip van de ene lamel zich verder naar de bodem van de goot van de andere lamel toe uit dan het omgeplooide deel van de gootrand van deze andere lamel om het risico op doordringen van neerslag tussen de gootrand van de onderste lamel en de overkraging van de overlappende lamel nog verder te beperken.
Om de waterafvoer van neerslag die op de lamellen valt vlot te kunnen laten gebeuren, is, in gesloten stand van de lamellen gezien, het bovenoppervlak van elke lamel bij voorkeur naar de goot toe geheld uitgevoerd, zodat alle hierop invallende neerslag naar de goot toe afgevoerd wordt. Bovendien omvat het lamellendak bij voorkeur een zijgoot die zich nagenoeg dwars op de lamellen uitstrekt en aan een uiteinde van deze lamellen is opgesteld en zijn de lamellen schuin aflopend naar deze zijgoot toe opgesteld.
In gesloten stand van de lamellen heeft bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen de overkraging met overlappende lip van de ene lamel verder bij voorkeur een corresponderende vorm met de gootrand met omgeplooid deel van de andere lamel om de kans op doordringen van neerslagwater tussen de overkraging en de gootrand te beperken.
Bij voorkeur zal zich echter ook in gesloten stand van de lamellen bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen tussen de overkraging met overlappende lip van de ene lamel en de gootrand met omgeplooid deel van de andere lamel een tussenruimte uitstrekken om eenvoudig ten opzichte van elkaar kantelen van de lamellen toe te laten. Hierbij is dan elke lamel bij voorkeur in zijn lengterichting voorzien van een borstel, omvattende een borstelvoet en aan de borstelvoet bevestigde borstelharen, die zich in gesloten stand van de lamellen in de corresponderende tussenruimte uitstrekt om in de goot opspattende neerslag die toch tot tegen deze borstel in de tussenruimte komt, tegen te houden om verder in deze tussenruimte door te dringen. Meer specifiek kan de overkraging van elke lamel hiertoe voorzien zijn van een aanbrengsleuf, waarin de genoemde borstel met zijn borstelvoet is aangebracht.
Alternatief zou in plaats van of bijkomend aan de genoemde borstel bijvoorbeeld ook een rubberen dichting voorzien kunnen worden, die zich in gesloten stand van de lamellen in de corresponderende tussenruimte uitstrekt.
Het geniet echter de voorkeur om minstens een genoemde borstel te gebruiken als dichting. Nog meer specifiek wordt een borstel gebruikt met één of meerdere van volgende specifieke eigenschappen: - Een borstel met minstens één vin (een zogenaamde “stille” vin), die aan de borstelvoet is bevestigd, tussen de borstelharen en (iets) langer is dan de borstelharen. Een vin die iets langer is dan de borstelharen zorgt voor een verbeterde afdichting. Een ‘stille’ vin wordt aangewend om het contactgeluid bij sluiten van de lamellen te reduceren.
- De hoogte van de borstel met borstelharen (de borstelhoogte) is nagenoeg 10% hoger dan de afstand tussen de overkraging van de ene lamel en de gootrand van de andere lamel waartussen de borstel zich uitstrekt, in gesloten stand van de lamellen gezien. De nagenoeg 10% hogere borstelhoogte dan de openingshoogte die afgedicht dient te worden, levert een voldoende drukkracht op de aansluitende lamel om een goede dichting te realiseren en vangt afwijkingen in openingshoogte op.
De borstelharen omvatten ‘zachtere’ vezels (zoals bijvoorbeeld polypropyleen vezels (monofilamenten)) en ‘hardere’ vezels (zoals bijvoorbeeld polyamide vezels), die harder zijn uitgevoerd dan de zachtere vezels. De hardere vezels dragen bij tot de duurzaamheid van de borstelstij fheid, zodanig dat na verloop van tijd de borstel niet samengedrukt wordt en bijgevolg de dichtingseigenschappen bewaard blijven.
Om de lamellen met zo min mogelijk materiaal voldoende stevig uit te voeren, omvat elke lamel tussen de goot en de overkraging bij voorkeur een dubbelwandig lichaam.
Om het materiaalgebruik te reduceren en neerslag op een efficiënte wijze af te kunnen voeren, neemt bij elke lamel de goot bij voorkeur bijna de helft van de breedte van de lamel in.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding zijn de lamellen roteerbaar over meer dan 90°.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een lamellendak volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van dit lamellendak aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 twee aan elkaar grenzende lamellen van een lamellendak volgens deze uitvinding in doorsnede zijn afgebeeld in gesloten stand; - figuur 2 de twee aan elkaar grenzende lamellen uit figuur 1 in doorsnede zijn afgebeeld in open stand; - figuur 3 een borstel van het lamellendak uit de figuren 1 en 2 in aanzicht is afgebeeld.
Meerdere afgebeelde lamellen (2) zijn in de hierna beschreven uitvoeringsvorm van een lamellendak (1) volgens deze uitvinding evenwijdig aan elkaar in een kader opgesteld. Dit kader kan aan een buitenmuur bevestigd zijn en/of op kolommen gemonteerd zijn.
De lamellen (2) zijn telkens roteerbaar rond een respectievelijke as (3) opgesteld, waarbij ze simultaan kunnen roteren tussen een gesloten stand, zoals afgebeeld in figuur 1 en een open stand, zoals afgebeeld in figuur 2. In de afgebeelde figuren zijn de lamellen (2) over 120° roteerbaar tussen de gesloten stand uit figuur 1 en de open stand uit figuur 2.
In de open stand kan licht en lucht tussen de lamellen (2) doorstromen naar de onderliggende ruimte. In de gesloten stand vormen de lamellen (2) samen een gesloten afdak.
De lamellen (2) van een dergelijk lamellendak (1) kunnen bijvoorbeeld via extrusie vervaardigd worden uit bijvoorbeeld aluminium.
Elke lamel (2) omvat een dubbelwandig basislichaam (4) met aan de ene zijde van dit basislichaam (4) een goot (5) met een gootrand (6) en aan de andere zijde van dit basislichaam (4) een overkraging (8). In gesloten stand van de lamellen (2) strekt de overkraging (8) van de ene lamel (2) (in figuur 1 de linkse) van twee aangrenzende lamellen (2) zich uit over de gootrand (6) van de andere lamel (2) (in figuur 1 de rechtse) van deze aangrenzende lamellen (2) om een neerslagdicht geheel te vormen. In de balken van het kader waarin de lamellen (2) zijn opgenomen, die zich evenwijdig aan deze lamellen (2) uitstrekken, is overeenkomstig aan het ene uiteinde van het lamellendak (1) een goot met gootrand voorzien, waarover de overkraging (8) van de aangrenzende lamel (2) zich kan uitstrekken en is overeenkomstig aan het andere uiteinde een overkraging met omgeplooide lip voorzien, die zich over de gootrand (6) van de aangrenzende lamel (2) kan uitstrekken.
De onderzijde van de lamellen (2) is vlak uitgevoerd. In gesloten stand vormen de lamellen (2) samen een vlak plafond voor de onderliggende ruimte.
Het dubbelwandige basislichaam (4) van de lamellen (2) zorgt voor stevigheid van de lamellen (2), zodat hiermee het afdak kan overspannen worden. De bovenzijde van dit dubbelwandige basislichaam (4) helt af naar de goot (5) toe, zodat in gesloten stand van de lamellen (2) hierop invallende neerslag wordt afgevoerd naar de goot (5) toe.
De goot (5) van de lamellen (2) is voorzien om op de lamellen (2) invallende neerslag (12) op te vangen en af te voeren. De lamellen (2) zijn in het kader schuin opgesteld, zodat de neerslag (12) kan afVloeien naar een zijbalk, waarin een zijgoot is voorzien, waarlangs de neerslag (12) verder wordt afgeleid.
De goot (5) is afgebakend met een gootrand (6) met een omgeplooid deel (7) dat zich naar de bodem van de goot (5) toe uitstrekt. De overkraging (8) van de lamellen (2) omvat een overlappende lip (9), die zich in gesloten stand in de goot (5) van de aangrenzende lamel (2) of de aangrenzende balk van het kader uitstrekt naar de bodem van deze goot (5) toe. Deze overlappende lip (9) strekt zich hierbij verder naar de bodem toe uit dan het omgeplooide deel (7) van de gootrand (6) dat hij overlapt. De overkraging (8) met overlappende lip (9) heeft een corresponderende vorm met de gootrand (6) met omgeplooid deel (7). De lamellen (2) zijn zodanig opgesteld, dat in gesloten stand zich tussen de overkraging (8) met overlappende lip (9) en de onderliggende gootrand (6) met omgeplooid deel (7) van de aangrenzende lamel (2) een tussenruimte (11) uitstrekt. Dankzij deze tussenruimte (11) kunnen de lamellen (2) ook met speling over hun volledige lengte vlot ten opzichte van elkaar bewegen en kunnen maattoleranties van de lamel (2) goed opgevangen worden. Doordat de overkraging (8) met overlappende lip (9) de gootrand (6) met omgeplooid deel (7) in gesloten stand volledig overlappen en de overlappende lip (9) zich zelfs verder uitstrekt dan het omgeplooide deel (7), is het risico dat in de goot (5) opspattende neerslag (13) de tussenruimte (11) bereikt bijzonder klein.
Om neerslag die alsnog de tussenruimte (11) bereikt verder tegen te houden, is aan de binnenzijde van de overkraging (8) een aanbrengsleuf voorzien waarin een borstel (10) met zijn borstelvoet (14) is aangebracht. Deze borstel (10) omvat (zoals duidelijker te zien is in figuur 3) borstelharen (15, 16) die aan de borstelvoet (14) zijn bevestigd en een V-vormige vin (17), die eveneens aan de borstelvoet (14) is bevestigd. De V-vormige vin (17) is minstens aan de naar elkaar gerichte zijden van de benen van de V-vorm voorzien van vinvezels. De borstelharen (15, 16) omvatten zachtere vezels (15) (zoals bijvoorbeeld polypropyleen vezels) en hardere vezels (16) (zoals bijvoorbeeld polyamide vezels), die in kleinere hoeveelheid tussen de zachtere vezels (15) zijn opgesteld, om de duurzaamheid van de borstel (10) te verhogen. De hoogte (Hl) van de borstelvoet (14) met de borstelharen (15, 16) (de borstelhoogte) is ongeveer 10% hoger dan de openingshoogte tussen de lamellen (2) (in gesloten stand van de lamellen) waartussen de borstel (10) is opgesteld om een goede dichting te realiseren en afwijkingen in openingshoogte op de vangen. De V-vormige vin (17) is nagenoeg in het midden van de borstel (10) tussen de borstelharen (15, 16) opgesteld, en is iets langer uitgevoerd dan de borstelharen (15, 16). De vinhoogte (H2) (de hoogte van de borstelvoet met de vin) is groter dan de borstelhoogte (Hl) om een nog betere afdichting te verzekeren. De vinvezels waarvan de V-vormige vin voorzien is, reduceren contactgeluid bij sluiten van de lamellen (2).
Doordat de tussenruimte (11) zo droog mogelijk wordt gehouden, is het risico dat bij openen van de lamellen (2) zich nog neerslag aan de buitenzijde van de gootrand (6) bevindt en hier van afkan vallen bijzonder klein.
Dankzij het omgeplooide deel (7) van de gootrand (6) wordt neerslag die zich eventueel nog in de goot (5) zou bevinden ook bij openen van de lamellen (2) tot een stand voorbij de 90° binnen de goot (5) gehouden.

Claims (14)

1. Lamellendak (1), omvattende meerdere evenwijdig aan elkaar opgestelde lamellen (2), die roteerbaar rond respectievelijke assen (3) zijn opgesteld, tussen een open stand, waarin zich een tussenruimte tussen de lamellen (2) uitstrekt en een gesloten stand, waarin de lamellen (2) samen een gesloten afdak vormen, waarbij elke lamel (2) aan een eerste langszijde een goot (5) omvat met een gootrand (6) en aan een tweede langszijde een overkraging (8) omvat met een overlappende lip (9), zodanig dat in gesloten stand van de lamellen (2) bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen (2) de overkraging (8) van de ene lamel (2) zich over de gootrand (6) van de andere lamel (2) uitstrekt en de overlappende lip (9) van de ene lamel (2) zich in de goot van de andere lamel (2) naar de bodem van de goot (5) toe uitstrekt, met het kenmerk dat de gootrand (6) van elke lamel (2) een omgeplooid deel (7) omvat, dat zich naar de bodem van de goot (5) van deze lamel (2) toe uitstrekt.
2. Lamellendak (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat in gesloten stand van de lamellen (2) bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen (2) de overlappende lip (9) van de ene lamel (2) zich verder naar de bodem van de goot (5) van de andere lamel (2) toe uitstrekt dan het omgeplooide deel (7) van de gootrand (6) van deze andere lamel (2).
3. Lamellendak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in gesloten stand van de lamellen (2) gezien, het bovenoppervlak van elke lamel (2) naar de goot (5) toe geheld is uitgevoerd.
4. Lamellendak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het lamellendak (1) een zijgoot omvat die zich nagenoeg dwars op de lamellen (2) uitstrekt en aan een uiteinde van deze lamellen (2) is opgesteld en dat de lamellen (2) schuin aflopend naar deze zijgoot toe zijn opgesteld.
5. Lamellendak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in gesloten stand van de lamellen (2) bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen (2) de overkraging (8) met overlappende lip (9) van de ene lamel (2) een corresponderende vorm heeft met de gootrand (6) met omgeplooid deel (7) van de andere lamel (2).
6. Lamellendak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in gesloten stand van de lamellen (2) bij elke twee aan elkaar grenzende lamellen (2) zich tussen de overkraging (8) met overlappende lip (9) van de ene lamel (2) en de gootrand (6) met omgeplooid deel (7) van de andere lamel (2) een tussenruimte (11) uitstrekt.
7. Lamellendak (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat elke lamel (2) in zijn lengterichting voorzien is van een borstel (10), omvattende een borstelvoet (14) en aan de borstelvoet (14) bevestigde borstelharen (15, 16), die zich in gesloten stand van de lamellen (2) in de corresponderende tussenruimte (11) uitstrekt.
8. Lamellendak (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de overkraging (8) van elke lamel (2) voorzien is van een aanbrengsleuf, waarin de genoemde borstel (10) met zijn borstelvoet (14) is aangebracht.
9. Lamellendak (1) volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat de borstel (10) minstens één vin omvat, die aan de borstelvoet (14) is bevestigd, tussen de borstelharen (15, 16) en langer is uitgevoerd dan de borstelharen (15,16).
10. Lamellendak (1) volgens één van de conclusies 7 tot en met 9, met het kenmerk dat de hoogte (Hl) van de borstelvoet (14) met borstelharen (15, 16) nagenoeg 10% hoger is dan de afstand tussen de overkraging (8) van de ene lamel (2) en de gootrand (6) van de andere lamel (2) waartussen de borstel (10) zich uitstrekt, in gesloten stand van de lamellen (2) gezien.
11. Lamellendak (1) volgens één van de conclusies 7 tot en met 10, met het kenmerk dat de borstelharen (15, 16) zachtere vezels (15) omvatten en hardere vezels (16) omvatten, die harder zijn uitgevoerd dan de zachtere vezels (15).
12. Lamellendak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke lamel (2) tussen de goot (5) en de overkraging (8) een dubbelwandig lichaam (4) omvat.
13. Lamellendak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat bij elke lamel (2) de goot (5) bijna de helft van de breedte van de lamel (2) inneemt.
14. Lamellendak (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lamellen roteerbaar zijn over meer dan 90°.
BE201200428A 2012-06-22 2012-06-22 Lamellenafdak. BE1020718A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200428A BE1020718A3 (nl) 2012-06-22 2012-06-22 Lamellenafdak.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200428A BE1020718A3 (nl) 2012-06-22 2012-06-22 Lamellenafdak.
BE201200428 2012-06-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020718A3 true BE1020718A3 (nl) 2014-04-01

Family

ID=46639252

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201200428A BE1020718A3 (nl) 2012-06-22 2012-06-22 Lamellenafdak.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1020718A3 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3028539A1 (fr) * 2014-11-17 2016-05-20 Sarl Alpha Concept Lame orientable pour toiture exterieure et un dispositif de toiture exterieure muni desdites lames
CN105683479A (zh) * 2013-10-31 2016-06-15 伦森防晒屏公司 板条屋顶

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2190069A5 (nl) * 1972-06-21 1974-01-25 Standard Products Co
US4214930A (en) * 1979-05-29 1980-07-29 Schlegel Corporation Weatherstrip and method for sealing a gap
EP0262877A2 (en) * 1986-09-29 1988-04-06 Linear Limited Pile weatherstripping
FR2701977A1 (fr) * 1993-02-26 1994-09-02 Manenc Christian Système de toiture ouvrante, notamment pour véranda.
EP2431547A1 (en) * 2010-09-21 2012-03-21 Frigerio Tende Da Sole S.r.l. Adjustable protective construction for making covering arrangements

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2190069A5 (nl) * 1972-06-21 1974-01-25 Standard Products Co
US4214930A (en) * 1979-05-29 1980-07-29 Schlegel Corporation Weatherstrip and method for sealing a gap
EP0262877A2 (en) * 1986-09-29 1988-04-06 Linear Limited Pile weatherstripping
FR2701977A1 (fr) * 1993-02-26 1994-09-02 Manenc Christian Système de toiture ouvrante, notamment pour véranda.
EP2431547A1 (en) * 2010-09-21 2012-03-21 Frigerio Tende Da Sole S.r.l. Adjustable protective construction for making covering arrangements

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105683479A (zh) * 2013-10-31 2016-06-15 伦森防晒屏公司 板条屋顶
CN105683479B (zh) * 2013-10-31 2017-11-21 伦森防晒屏公司 板条屋顶
FR3028539A1 (fr) * 2014-11-17 2016-05-20 Sarl Alpha Concept Lame orientable pour toiture exterieure et un dispositif de toiture exterieure muni desdites lames

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021551B1 (nl) Lamellendak
BE1021848B1 (nl) Lamellendak
KR102118165B1 (ko) 자동 개폐구조를 갖는 그레이팅
BE1019068A5 (nl) Schermconstructie met verbeterde waterafvoer.
BE1020718A3 (nl) Lamellenafdak.
US11091914B2 (en) Louver canopy
BE1026796A1 (nl) Zonwering
EP3207204B1 (en) Slat device
US11732480B2 (en) Stepped gutter guard
NL2007753C2 (nl) Lamellendak, lamel, en drager voor het monteren van een stel lamellen.
US7836637B2 (en) Valley diverter for a gutter cover
NL2012731B1 (nl) Geventileerde kapconstructie voor kas of warenhuis
EP0286517B1 (fr) Dispositif de ventilation d'un poste de transformation électrique
NL2000982C2 (nl) Rolluik met glad buitenoppervlak.
BE1022424B1 (nl) Scherminrichting
EP1302397B1 (fr) Balcon pour une cabine de navire
BE1027851B1 (nl) Dakinrichting voor een overkapping
US20100285854A1 (en) Grain Tank Seal
BE1023261B1 (nl) Zonwering
BE1027244B1 (nl) Lamellendak
CH615264A5 (en) Ventilation device for buildings
EP2149288B1 (en) Grain tank seal
BE1028132B1 (nl) Geleidingsrail voor een schuifdeurinrichting
FR2888267A1 (fr) Couverture pour piscine
NL1039298C2 (nl) Zonneschermconstructie.