NL2006132C2 - CONTAINER TERMINAL. - Google Patents
CONTAINER TERMINAL. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2006132C2 NL2006132C2 NL2006132A NL2006132A NL2006132C2 NL 2006132 C2 NL2006132 C2 NL 2006132C2 NL 2006132 A NL2006132 A NL 2006132A NL 2006132 A NL2006132 A NL 2006132A NL 2006132 C2 NL2006132 C2 NL 2006132C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- unloading
- loading
- arm
- lever
- crane arrangement
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C19/00—Cranes comprising trolleys or crabs running on fixed or movable bridges or gantries
- B66C19/002—Container cranes
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C23/00—Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes
- B66C23/62—Constructional features or details
- B66C23/82—Luffing gear
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G63/00—Transferring or trans-shipping at storage areas, railway yards or harbours or in opening mining cuts; Marshalling yard installations
- B65G63/002—Transferring or trans-shipping at storage areas, railway yards or harbours or in opening mining cuts; Marshalling yard installations for articles
- B65G63/004—Transferring or trans-shipping at storage areas, railway yards or harbours or in opening mining cuts; Marshalling yard installations for articles for containers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ship Loading And Unloading (AREA)
Description
Container terminalContainer terminal
Er is een wereldwijde tendens om nieuwe container terminals zo te ontwerpen en bouwen dat het laden en lossen van containerschepen sneller kan gebeuren, zodat de verblijftijd van 5 containerschepen in containerhavens kan worden gereduceerd. Ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld: • Een groter aantal bestaande laad- en loskranen te vervangen door zogenaamde Fast Net modules die in naast elkaar gelegen lanen (“adjacent bays”) kunnen werken.There is a worldwide tendency to design and build new container terminals in such a way that loading and unloading of container ships can take place faster, so that the residence time of 5 container ships in container ports can be reduced. For example, developments include: • Replacing a larger number of existing loading and unloading cranes with so-called Fast Net modules that can operate in adjacent bays.
• Een grotere laad- en lossnelheid met kranen door hen zo uit te rusten dat zij 10 tegelijkertijd op twee niveaus kunnen werken.• A faster loading and unloading speed with cranes by equipping them so that they can work on two levels at the same time.
Een van de problemen bij een snellere lostijd is dat er een groter oppervlak nodig is voor de tussenopslag (buffer-in) van containers alvorens zij, bijvoorbeeld met behulp van straddle carriers, tractoren, AGV’s, etc., naar een gewenste locatie op een stack op de opslagplaats kunnen worden geplaatst, alwaar zij later door een vrachtwagen worden opgehaald.One of the problems with a faster unloading time is that a larger surface area is required for the intermediate storage (buffer-in) of containers before they are transported to a desired location on a stack, for example with the help of straddle carriers, tractors, AGVs, etc. can be placed at the storage location, where they are later picked up by a truck.
15 Een ander probleem is dat, voor zover aan de uitvinder bekend is, er geen los- of laadsystemen bekend zijn zonder rails die in longitudinale richting langs een kade, dat wil zeggen in een richting hoofdzakelijk parallel aan de waterkant, zijn geplaatst en waarover heen kranen of grote delen daarvan verplaatsbaar zijn. Dat brengt met zich mee dat als er twee van dergelijke parallelle rails zijn en de kraan vier wielen heeft een kwart van het volle gewicht van 20 dergelijke kranen zich op een willekeurig moment op elke plek op die rails kan bevinden. Daarom moeten kades waaraan containerschepen aanmeren tot nog toe zeer zwaar en robuust worden uitgevoerd. Verdere nadelen van deze rails in de kade zijn dat ze verstopt kunnen raken met afval, en een gevaar kunnen vormen voor zich over de kade bewegende mensen.Another problem is that, as far as is known to the inventor, no unloading or loading systems are known without rails placed longitudinally along a quay, i.e. in a direction substantially parallel to the water's edge, and over which cranes or large parts thereof can be moved. This implies that if there are two such parallel rails and the crane has four wheels, a quarter of the full weight of such cranes can be at any point on those rails at any time. That is why quays on which container ships dock have to be very heavy and robust. Further disadvantages of these rails in the quay are that they can become clogged with waste and can pose a danger to people moving along the quay.
25 Een ander probleem dat kleeft aan thans bekende kranen is dat ze een op hoogte geplaatst contragewicht hebben. Dit contragewicht verhoogt de materiaalkosten van de kraan. Een relatief hoog zwaartepunt van de kraan, mede veroorzaakt door het contragewicht, is niet gunstig voor de stabiliteit en veiligheid van de constructie.Another problem associated with currently known cranes is that they have a counterweight placed at height. This counterweight increases the material costs of the crane. A relatively high center of gravity of the crane, partly caused by the counterweight, is not favorable for the stability and safety of the construction.
30 Het doel van de uitvinding is om althans ten minste een of enkele van die problemen op te lossen.The object of the invention is to solve at least one or more of those problems.
De uitvinding kent meerdere aspecten die los van elkaar zijn geclaimd in de onafhankelijke conclusies, maar die ook in elke willekeurige combinatie kunnen worden toegepast.The invention has several aspects which are claimed separately from each other in the independent claims, but which can also be applied in any combination.
3535
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van diverse figuren die schematische uitvoeringsvoorbeelden van diverse aspecten daarvan tonen. Een deskundige zal begrijpen dat onderdelen van deze figuren illustratief zijn bedoeld en dat standaard onderdelen kunnen worden vervangen door technisch equivalente onderdelen die dezelfde of nagenoeg dezelfde 40 functie vervullen.The invention will be elucidated with reference to various figures which show schematic exemplary embodiments of various aspects thereof. A person skilled in the art will understand that parts of these figures are intended to be illustrative and that standard parts can be replaced by technically equivalent parts which fulfill the same or substantially the same function.
22
De gehele constructie kan zijn gemaakt van standaard materialen die voor de deskundige duidelijk zullen zijn. De uitvindingsgedachte kan echter ook worden uitgevoerd met materialen die de juiste functie kunnen vervullen, maar pas in de toekomst beschikbaar komen.Waar de 5 figuren relatieve of absolute afmetingen tonen, zijn deze bedoeld als voorbeeld en wordt de uitvinding niet beperkt tot de getoonde maten of de onderlinge verhoudingen van de getoonde maten.The entire structure can be made from standard materials that will be apparent to those skilled in the art. However, the inventive idea can also be implemented with materials that can fulfill the correct function, but only become available in the future. Where the figures show relative or absolute dimensions, these are intended as an example and the invention is not limited to the dimensions or dimensions shown. the mutual proportions of the sizes shown.
Figuur 1 toont een schematische weergave van een bestaande los- en laadkraanopstelling 10 Figuur 2 toont een schematische weergave van een los- en laadkraanopstelling volgens een aspect van de uitvinding.Figuur 3 toont een schematische weergave in perspectief van een losen laadkraanopstelling volgens een aspect van de uitvinding.Figure 1 shows a schematic representation of an existing loading and unloading crane arrangement. Figure 2 shows a schematic representation of a loading and unloading crane arrangement according to an aspect of the invention. Figure 3 shows a schematic representation of a loose loading crane arrangement according to an aspect of the invention. invention.
Figuur 4 toont een schematisch bovenaanzicht van een bestaande los- en laadkraanopstelling. Figuur 5 toont een schematisch bovenaanzicht van een los- en laadkraanopstelling volgens 15 een aspect van de uitvinding.Figure 4 shows a schematic top view of an existing loading and unloading crane arrangement. Figure 5 shows a schematic top view of a loading and unloading crane arrangement according to an aspect of the invention.
Figuren 6A-B tonen schematische weergaves van een los- en laadkraanopstelling volgens een aspect van de uitvinding.Figures 6A-B show schematic representations of a loading and unloading crane arrangement according to an aspect of the invention.
Figuur 7 toont een schematische weergave van een los- en laadkraanopstelling volgens een aspect van de uitvinding.Figure 7 shows a schematic representation of a loading and unloading crane arrangement according to an aspect of the invention.
20 Figuren 8A-B tonen schematische weergaves van een los- en laadkraanopstelling volgens een aspect van de uitvinding.Figures 8A-B show schematic representations of a loading and unloading crane arrangement according to an aspect of the invention.
Figuren 9A-B tonen schematisch een transportbaan voor een los- en laadkraanopstelling volgens een aspect van de uitvinding.Figures 9A-B schematically show a conveyor track for a loading and unloading crane arrangement according to an aspect of the invention.
Figuur 10 toont een bovenaanzicht van de transportbaan.Figure 10 shows a top view of the conveyor track.
25 Figuur 11 toont een overzicht van een installatie waarmee containers op vrachtwagens of treinwagons kunnen worden geladen.Figure 11 shows an overview of an installation with which containers can be loaded on trucks or train wagons.
In de figuren verwijzen dezelfde verwijzingscijfers naar dezelfde onderdelen.In the figures, the same reference numerals refer to the same parts.
30 Figuur 1 toont een schematische weergave van een bestaande los- en laadkraanopstelling 1. Een dergelijke opstelling 1 is in zijn geheel verrijdbaar over twee rails 23 en 25. De rail 25 ligt het dichtst bij een waterkant 29 van een kade 27 waaraan containerschepen kunnen aanmeren. De rail 23 ligt bij voorkeur verdiept in het oppervlak 21 van de kade 27, zodat voertuigen zich eenvoudig lateraal ten opzichte van de kade, in een richting van het water 29 35 af, dwars over de rail 23 kunnen verplaatsen zonder hinder van de rail. De rail 25 kan dus verdiept zijn aangebracht, maar dat hoeft niet.Figure 1 shows a schematic representation of an existing loading and unloading crane arrangement 1. Such an arrangement 1 can be moved in its entirety over two rails 23 and 25. The rail 25 is closest to a water side 29 of a quay 27 on which container ships can moor. . The rail 23 is preferably immersed in the surface 21 of the quay 27, so that vehicles can easily move laterally relative to the quay, in a direction away from the water 29, across the rail 23 without hindrance from the rail. The rail 25 can therefore be arranged recessed, but that is not necessary.
De los- en laadkraanopstelling 1 omvat wielen 31 waarmee deze over de rails 23, 25 kan rijden in een longitudinale richting langs de kade 27, dus dwars op de laterale richting.The unloading and loading crane arrangement 1 comprises wheels 31 with which it can travel over the rails 23, 25 in a longitudinal direction along the quay 27, i.e. transversely of the lateral direction.
40 340 3
De los- en laadkraanopstelling 1 omvat tevens een hefboom 3 waaronder een grijparm 7 is aangebracht die met een bekende aandrijfeenheid in laterale richting aan de onderkant van de hefboom 3 kan worden bewogen. De hefboom 3 is met een scharnier 33 aan de rest van de los- en laadkraanopstelling verbonden. Deze rest vormt een vaste constructie die uit diverse 5 onderdelen bestaat. Daartoe behoort een arm 13 die zich in de lengterichting aansluitend aan de hefboom 3 uitstrekt en die zo is ingericht dat de grijparm 7 zich kan verplaatsten aan de onderkant van de heboom 3 naar de onderkant van de arm 13 toe en omgekeerd. In een positie onder de arm 13 is de grijparm met 7’ aangeduid.The unloading and loading crane arrangement 1 also comprises a lever 3 under which a gripping arm 7 is arranged which can be moved laterally with a known drive unit at the bottom of the lever 3. The lever 3 is connected to the rest of the loading and unloading crane arrangement with a hinge 33. This remainder forms a fixed construction that consists of various 5 parts. This includes an arm 13 which extends longitudinally in relation to the lever 3 and which is arranged such that the gripping arm 7 can move at the bottom of the gum 3 towards the bottom of the arm 13 and vice versa. In a position below the arm 13, the gripping arm is indicated by 7 ".
10 De grijparm 7 kan met op zichzelf bekende middelen vanaf de hefboom 3 neerwaarts worden bewogen om in het ruim van een schip een bepaalde ballast, bijvoorbeeld een container, vast te pakken, en vervolgens weer omhoog worden bewogen.The gripping arm 7 can be moved downwards from lever 3 by means known per se in order to grasp a certain ballast, for example a container, in the hold of a ship, and then be moved upwards again.
Op de arm 13 is een machinebehuizing 9 aangebracht waarin zich een op zichzelf bekende 15 machine bevindt die met kabels 5 met de hefboom 3 is verbonden. Een operator kan de machine besturen zodanig dat de hefboom 3 met de kabels 5 kan worden opgetrokken rondom scharnier 33, zodat schepen eenvoudiger kunnen aan- en afmeren zonder de hefboom 3 te raken. De hefboom in de omhoog staande positie is met 3’ aangeduid.Arranged on the arm 13 is a machine housing 9 in which there is a machine known per se, which is connected to the lever 3 with cables 5. An operator can control the machine in such a way that the lever 3 with the cables 5 can be raised around hinge 33, so that ships can moor and moor more easily without touching the lever 3. The lever in the raised position is indicated by 3 ".
20 Op de arm 13 is een contragewicht 11 aangebracht dat zodanig van gewicht is dat de los- en laadkraanopstelling in balans is op de rails als de grijparm 7 geen ballast heeft vastgepakt. Dat wil zeggen, het contragewicht 11 voorkomt dat de los- en laadkraanopstelling kan kantelen op een van de rails 31 als de grijparm 7 een ballast heeft vastgepakt.Arranged on the arm 13 is a counterweight 11 which is of such a weight that the loading and unloading crane arrangement is balanced on the rails if the gripping arm 7 has not grasped a ballast. That is, the counterweight 11 prevents the loading and unloading crane arrangement from tilting onto one of the rails 31 when the gripping arm 7 has grasped a ballast.
25 De vaste constructie van de los- en laadkraanopstelling 1 omvat meestal vier benen 17, 19 waaronder de wielen 31 zijn aangebracht en die het hele gewicht van de los- en laadkraanopstelling dragen.The fixed construction of the loading and unloading crane arrangement 1 usually comprises four legs 17, 19 under which the wheels 31 are arranged and which bear the entire weight of the unloading and loading crane arrangement.
De huidige constructie kent onder meer de volgende nadelen. Bekende los- en 30 laadkraanopstellingen 1 hebben wielen 31 waarmee de opstellingen over rails 23, 25 verplaatst kunnen worden. Tussen de wielen 31 en de rails 23, 25 kunnen geen trekkrachten worden overgebracht, dus moeten de inrichtingen, om toch evenwicht en balans te bereiken, zwaar worden uitgevoerd, met name door het aanbrengen van grote hoeveelheden ballast, bijvoorbeeld in de vorm van contragewicht 29. Het gebruik van ballast is nadelig, vanwege het 35 dure materiaalgebruik, het feit dat er door de toegenomen massa meer energie nodig is om de opstelling te verplaatsen, en de verhoogde eisen door het toegenomen gewicht aan de stevigheid en stabiliteit van de rails 23, 25 en de kade 27. Verder hebben rails in sleuven in de kade nog het nadeel dat de sleuven schoonmaakonderhoud vergen om ze vrij en bruikbaar te houden, en een risico vormen voor vallen en struikelen van personeel. Ook vormen zich 4 bewegende los- en laadkraanopstellingen 1 op de kade een risico voor alle overige verkeer op de kade.The current construction has the following disadvantages, among others. Known unloading and loading crane arrangements 1 have wheels 31 with which the arrangements can be moved over rails 23, 25. No pulling forces can be transmitted between the wheels 31 and the rails 23, 25, so in order to achieve equilibrium and balance, the devices must be of heavy design, in particular by applying large quantities of ballast, for example in the form of counterweight 29 The use of ballast is disadvantageous because of the expensive use of materials, the fact that more energy is required to move the set-up due to the increased mass, and the increased demands due to the increased weight on the robustness and stability of the rails 23, 25 and the quay 27. Furthermore, rails in slots in the quay have the further disadvantage that the slots require cleaning maintenance to keep them free and usable, and pose a risk of personnel falling and tripping. 4 moving unloading and loading crane arrangements 1 on the quay also present a risk for all other traffic on the quay.
Figuur 2 toont een schematische weergave van de los- en laadkraanopstelling 35 volgens een 5 eerste aspect van de uitvinding. Deze opstelling heeft een hefboom 37 aan de onderkant waarvan grijparm 7 beweegbaar is aangebracht. Grijparm 7 heeft dezelfde functie en kan hoofdzakelijk dezelfde bewegingen uitvoeren als in figuur 1. In gebruik strekt hefboom 37 zich boven het water uit zodat er een schip met lading onder kan varen.Figure 2 shows a schematic representation of the loading and unloading crane arrangement 35 according to a first aspect of the invention. This arrangement has a lever 37 at the bottom of which gripping arm 7 is arranged movably. Grab arm 7 has the same function and can perform essentially the same movements as in Figure 1. In use, lever 37 extends above the water so that a ship with cargo can sail under it.
10 Aan de landzijde is de hefboom 37 vast verbonden met een enigszins opstaande arm 41. Voor de stevigheid zijn een of meer, bijvoorbeeld stalen, kabels 49 aangebracht tussen het bovensten uiteinde van arm 41 en diverse punten van de hefboom 37. De opstaande arm 41 is daarmee hoofdzakelijk star verbonden met de hefboom 37. De verbinding tussen arm 41 en hefboom 37 is in ieder geval zodanig dat wanneer arm 41 vanuit de stand zoals getoond in 15 figuur 2 landwaarts gekanteld wordt, de hefboom 37 meekantelt, zodanig dat een distaai einde van de hefboom 37 zich van het wateroppervlak verwijdert. Boven het land is de opstelling 49 voorzien van een arm 43, die in de tekening onder een hoek is aangebracht ten opzichte van de hefboom 37. Aan de achterzijde heeft de arm 43 een, bijvoorbeeld horizontaal, plateau 44 waarop een contragewicht kan worden geplaatst. Bij voorkeur blijft het contragewicht 20 achterwege door de constructie van arm 43, arm 41 en hefboon 37 qua gewichtsverdeling zo uit te voeren dat zij tezamen ervoor zorgen dat de opstelling voldoende in balans is in de toestand dat er wel of geen ballast door grijparm 7 is vastgepakt. Op plateau 44 is een machinebehuizing 45 geplaatst.On the land side the lever 37 is fixedly connected to a slightly upright arm 41. For the sake of rigidity, one or more, for example steel, cables 49 are arranged between the upper end of arm 41 and various points of the lever 37. The upright arm 41 is thus substantially rigidly connected to the lever 37. The connection between arm 41 and lever 37 is in any case such that when arm 41 is tilted landward from the position as shown in figure 2, the lever 37 also tilts, such that a distal end of the lever 37 moves away from the water surface. Above the land, the arrangement 49 is provided with an arm 43, which in the drawing is arranged at an angle with respect to the lever 37. At the rear, the arm 43 has a, for example, horizontal, platform 44 on which a counterweight can be placed. The counterweight 20 is preferably omitted by designing arm 43, arm 41 and lifting bean 37 in terms of weight distribution in such a way that together they ensure that the arrangement is sufficiently balanced in the condition that there is or is no ballast due to gripping arm 7 grabbed. A machine housing 45 is placed on platform 44.
25 Hefboom 37 is via een scharnier 39 verbonden met arm 43. Dit is zodanig gedaan dat hefboom 37 tezamen met arm 41 kan kantelen zodanig dat hefboom 37 in een opstaande stand kan komen zodat schepen eronder kunnen aanmeren of afmeren zonder de hefboom 37 te raken.Lever 37 is connected to arm 43 via a hinge 39. This is done in such a way that lever 37 can tilt together with arm 41 such that lever 37 can move into an upright position so that ships can moor or moor underneath it without touching lever 37.
De opstelling 35 heeft een eerste reeks van vaste mechanische benen 51 aan de waterkant 30 van de kade 27 en een tweede reeks vaste mechanische benen 53 aan de landkant van de kade 27. Deze eerste en tweede reeks vaste mechanische benen 51, 53 zijn vast in de kade 27 verankerd en dus niet verrijdbaar over rails 31 zoals in figuur 1 het geval is. De los- en laadkraanopstelling 35 is wel voorzien van wielen 55, 57 maar die zijn niet bestemd om over de kade 27 zelf te rijden.The arrangement 35 has a first set of fixed mechanical legs 51 on the water side 30 of the quay 27 and a second set of fixed mechanical legs 53 on the land side of the quay 27. This first and second set of fixed mechanical legs 51, 53 are fixed in the quay 27 anchored and therefore not mobile on rails 31 as is the case in figure 1. The unloading and loading crane arrangement 35 is provided with wheels 55, 57, but these are not intended to travel over the quay 27 itself.
3535
Aan de bovenzijde is de eerste reeks benen 51 voorzien van een eerste geleiderail 61 die zich in de richting van de kade 27 uitstrekt (zie figuur 3). Die geleiderail 61 is zo uitgevoerd dat de wielen 57 over deze geleiderail 61 kunnen rijden in een richting parallel aan de kade 27. Op soortgelijke wijze is de tweede reeks benen 53 aan de bovenzijde voorzien van een tweede 40 geleiderail 59 die zich in de richting van de kade 27 uitstrekt (zie figuur 3). Die geleiderail 59 is 5 zo uitgevoerd dat de wielen 55 over deze geleiderail 61 kunnen rijden in een richting parallel aan de kade 27.At the top, the first series of legs 51 is provided with a first guide rail 61 which extends in the direction of the quay 27 (see figure 3). The guide rail 61 is designed in such a way that the wheels 57 can travel over this guide rail 61 in a direction parallel to the quay 27. Similarly, the second series of legs 53 is provided at the top with a second guide rail 59 which extends in the direction of the quay 27 extends (see figure 3). The guide rail 59 is designed such that the wheels 55 can travel over this guide rail 61 in a direction parallel to the quay 27.
Het geheel is zo uitgevoerd dat de hefboom 37 omhoog kan zwenken en wielen 57 toch op de 5 geleiderail 61 blijven rusten. De opstelling 35 heeft een of meer loopwielen 63 die horizontaal in een inkeping in geleiderail 61 kunnen draaien. Zo ook heeft de opstelling 35 een of meer loopwielen 65 die horizontaal in een inkeping in geleiderail 59 kunnen draaien. Hiermee is de geleiderail - wiel verbinding op voordelige wijze ingericht om trekkrachten in zekere mate op te vangen. Verwijzingscijfer 67 geeft een mechanische verankering aan van de opstelling 35 aan 10 de railconstructie aan de landzijde.The whole is designed in such a way that the lever 37 can pivot up and the wheels 57 nevertheless remain resting on the guide rail 61. The arrangement 35 has one or more running wheels 63 which can rotate horizontally in a notch in guide rail 61. Similarly, the arrangement 35 has one or more running wheels 65 that can rotate horizontally in a notch in guide rail 59. The guide rail - wheel connection is hereby arranged advantageously to absorb tensile forces to a certain extent. Reference numeral 67 indicates a mechanical anchoring of the arrangement 35 on the rail construction on the land side.
Hoewel figuur 2 een opstelling 35 toont waarin arm 43 onder een hoek staat ten opzichte van hefboom 37, is dit voor het eerste aspect van de uitvinding niet per sé nodig. Benen 53 kunnen even lang zijn uitgevoerd als benen 51.Although Figure 2 shows an arrangement 35 in which arm 43 is at an angle with respect to lever 37, this is not necessarily necessary for the first aspect of the invention. Legs 53 can be as long as legs 51.
1515
Met de term los- en laadkraanopstelling 35 kan, afhankelijk van de context, een enkele los- en laadkraanmodule worden aangeduid, of een samenstel van bijvoorbeeld reeksen benen 51, 53, geleiderails 59, 61, en een of meerdere op die geleiderails verplaatsbare laadkraanmodules.With the term unloading and loading crane arrangement 35, depending on the context, a single unloading and loading crane module can be indicated, or an assembly of, for example, sets of legs 51, 53, guide rails 59, 61, and one or more loading crane modules displaceable on said guide rails.
20 Waar figuur 2 een zijaanzicht toont van de los- en laadkraanopstelling 35 volgens het eerste aspect van de uitvinding toont figuur 3 een schematische weergave in perspectief. Duidelijk zijn diverse benen 53 van de eerste reeks benen te zien, alsmede diverse benen 51 van de tweede reeks benen. Bovendien toont figuur 3 dat de eerste reeks benen 53 ieder zelf stevig in de kade 27 zijn verankerd met respectieve funderingsmiddelen 69 en de tweede reeks benen 51 25 met respectieve funderingsmiddelen 71. Ten slotte toont figuur 3 dat de totale constructie twee of meer naast elkaar opgestelde beweegbare kraanmodules van los- en laadkraanopstellingen 35, 35” kan hebben die allemaal over dezelfde geleiderails 59, 61 kunnen rijden, leder van dergelijke kraanmodules omvat hefboom 37, arm 41 en arm 43, alsmede alle daarmee over de geleiderails 59, 61 beschreven verrijdbare onderdelen.Where figure 2 shows a side view of the loading and unloading crane arrangement 35 according to the first aspect of the invention, figure 3 shows a schematic representation in perspective. Clearly various legs 53 of the first series of legs can be seen, as well as various legs 51 of the second series of legs. Moreover, Figure 3 shows that the first series of legs 53 are themselves firmly anchored in the quay 27 with respective foundation means 69 and the second series of legs 51 with respective foundation means 71. Finally, Figure 3 shows that the overall structure is two or more side by side can have movable crane modules of unloading and loading crane arrangements 35, 35 ", all of which can travel over the same guide rails 59, 61, each of such crane modules comprising lever 37, arm 41 and arm 43, as well as all mobile components described therewith over the guide rails 59, 61 .
3030
De in figuren 2 en 3 getoonde constructie vertonen de volgende voordelen. Gebruik van ballast, bijvoorbeeld als contragewicht 29 in figuur 1, is in de in figuur 2 en 3 getoonde constructies niet nodig, hetgeen materiaal bespaart. Eventuele trekkrachten op de geleiderails 59, 61 worden via de reeksen benen 51, 53 en funderingsmiddelen 69, 71 overgebracht op de 35 ondergrond. De los- en laadkraanopstelling 35 volgens een aspect van de uitvinding kan met relatief weinig energie verplaatst worden. Bovendien vindt de verplaatsing plaats op een hoogte boven het kadeoppervlak 21, waardoor de verkeersveiligheid op het kadeoppervlak 21 verhoogd wordt. Tenslotte is er door het gebruik van de geleiderails op hoogte geen noodzaak meer om railsleuven in het kade oppervlak schoon te houden.The construction shown in Figures 2 and 3 have the following advantages. Use of ballast, for example as counterweight 29 in Figure 1, is not necessary in the constructions shown in Figures 2 and 3, which saves material. Any tensile forces on the guide rails 59, 61 are transferred to the substrate via the series of legs 51, 53 and foundation means 69, 71. The unloading and loading crane arrangement according to an aspect of the invention can be moved with relatively little energy. Moreover, the displacement takes place at a height above the quay surface 21, whereby traffic safety on the quay surface 21 is increased. Finally, by using the guide rails at height, there is no longer any need to keep rail slots in the quay surface clean.
40 640 6
Volgens een tweede aspect van de uitvinding worden de structurele eisen aan de kade, met name aan de waterzijde, op voordelige wijze verminderd. Zoals figuur 3 al aangeeft kan de totale constructie zo worden uitgevoerd dat elk been 51 eigen funderingsmiddelen 71 kan hebben. Er zijn geen rails 25 meer zoals in figuur 1. De belastingen op de geleiderails 61 door 5 beweegbare delen van de los- en laadkraanopstelling 35, die over geleiderails 61 kunnen rijden, worden op de vast aangebrachte benen 51 overgebracht. De funderingsmiddelen 71 kunnen in de grond worden aangebracht en niet elk deel van de kade 27 hoeft te worden gedimensioneerd op basis van een maximale belasting als in figuur 1. Alleen de benen 51 moeten de belasting kunnen dragen. De afstand tussen twee naast elkaar gelegen benen 51 is 10 bijvoorbeeld 27 a 30 m.According to a second aspect of the invention, the structural requirements on the quay, in particular on the water side, are advantageously reduced. As figure 3 already indicates, the overall construction can be designed such that each leg 51 can have its own foundation means 71. There are no longer rails 25 as in Figure 1. The loads on the guide rails 61 through movable parts of the unloading and loading crane arrangement 35, which can run on guide rails 61, are transferred to the fixedly mounted legs 51. The foundation means 71 can be arranged in the ground and it is not necessary to dimension every part of the quay 27 on the basis of a maximum load as in figure 1. Only the legs 51 must be able to bear the load. The distance between two adjacent legs 51 is, for example, 27 to 30 m.
Volgens een derde aspect van de uitvinding worden de structurele eisen aan de kade, met name aan de landzijde, op voordelige wijze verder verminderd. Zoals figuur 3 verder aangeeft kan de totale constructie zo worden uitgevoerd dat aan de landzijde elk been 53 eigen 15 funderingsmiddelen 69 kan hebben. Er zijn geen rails 23 meer zoals in figuur 1. De belastingen op de geleiderails 59 door beweegbare delen van de los- en laadkraanopstelling 35, die over geleiderails 59 kunnen rijden, worden op de vast aangebrachte benen 53 overgebracht. De funderingsmiddelen 69 kunnen in de grond worden aangebracht en niet elk deel van de kade 27 hoeft te worden gedimensioneerd op basis van een maximale belasting als in figuur 1.According to a third aspect of the invention, the structural requirements on the quay, in particular on the landside, are advantageously further reduced. As figure 3 further indicates, the total construction can be designed such that on the land side each leg 53 can have its own foundation means 69. There are no longer rails 23 as in Figure 1. The loads on the guide rails 59 by movable parts of the unloading and loading crane arrangement 35, which can run over guide rails 59, are transferred to the fixedly mounted legs 53. The foundation means 69 can be arranged in the ground and not every part of the quay 27 needs to be dimensioned on the basis of a maximum load as in figure 1.
20 Alleen de benen 53 moeten de belasting kunnen dragen. De afstand tussen twee naast elkaar gelegen benen 53 is bijvoorbeeld 27 a 30 m.Only the legs 53 must be able to bear the load. The distance between two adjacent legs 53 is, for example, 27 to 30 m.
Er hoeft geen railbak te worden aangebracht in de kade 27 waarin rails 31 moeten worden gelegd om ervoor te zorgen dat voertuigen een laterale beweging, dwars op de rails, ten 25 opzichte van de kade 27 kunnen maken. Kade 27 heeft met andere woorden geen obstakel meer nodig aan de landzijde van de constructie.No rail tray needs to be provided in the quay 27 in which rails 31 must be laid to ensure that vehicles can make a lateral movement, transversely of the rails, relative to the quay 27. In other words, quay 27 no longer needs an obstacle on the land side of the structure.
Figuur 4 toont een bovenaanzicht van een conventionele los- en laadkraanopstelling 1. Figuur 4 laat zien dat de hefboom 3 in de stand van de techniek bestaat uit twee parallel aan elkaar 30 verlopende hefbomen 3a, 3b, waartussen zich de grijparm 7 bevindt. Wanneer de hefbomen 3a, 3b, zoals in figuur 4, gepositioneerd is zodanig dat de grijper containers uit een laan (“bay”) van een containerschip kan bereiken, blokkeren de parallelle hefbomen 3a, 3b de daarnaast gelegen lanen. Deze zijn dan onbereikbaar voor een eventuele tweede los- en laadkraanopstelling 1. Deze constructie maakt het dus onmogelijk dat er containers uit twee 35 naast elkaar gelegen lanen tegelijkertijd geladen of gelost worden.Figure 4 shows a top view of a conventional loading and unloading crane arrangement 1. Figure 4 shows that the lever 3 in the prior art consists of two levers 3a, 3b running parallel to each other, between which the gripping arm 7 is situated. When the levers 3a, 3b are positioned as in Figure 4 such that the grab can reach containers from a lane of a container ship, the parallel levers 3a, 3b block the adjacent lanes. These are then unreachable for a possible second unloading and loading crane arrangement 1. This construction therefore makes it impossible for containers from two adjacent lanes to be loaded or unloaded simultaneously.
In het vierde aspect van de uitvinding, zoals getoond in figuur 5, kan de hefboom 37 echter als een enkelvoudige hefboom worden uitgevoerd waaronder een in laterale richting (van het water 29 af en naar het water 29 toe) verplaatsbare grijparm 7 is aangebracht. Per hefboom 37 is er 40 ook slechts één opstaande arm 41 en één arm 43 aanwezig dan. Daardoor kunnen de 7 beweegbare kraanmodules van de los- en laadkraanopstellingen smaller worden uitgevoerd en wel zodanig dat twee naast elkaar aanwezige modules naast elkaar gelegen lanen (“bays”) met containers in een schip kunnen laden en lossen. Daardoor kunnen meerdere naast elkaar gelegen kraanmodules tegelijkertijd in bedrijf zijn en een schip sneller laden of lossen.In the fourth aspect of the invention, as shown in Figure 5, however, the lever 37 can be designed as a single lever under which a gripping arm 7 displaceable in the lateral direction (away from the water 29 and towards the water 29) is provided. Per lever 37 there is also 40 only one upright arm 41 and one arm 43 then. As a result, the 7 movable crane modules of the loading and unloading crane arrangements can be made narrower and in such a way that two adjacent modules can be loaded and unloaded alongside each other with lanes (containers) in a ship. As a result, several adjacent crane modules can be in operation simultaneously and load or unload a ship faster.
55
Zoals getoond in figuur 1 hebben traditionele los- en laadkraanopstellingen een scharnier 33 in de uitkragende hefboom 7. In de huidige vinding hebben, volgens een vijfde aspect, de hefbomen 37 echter een scharnierpunt nagenoeg boven de benen 51. Zoals getoond in figuren 6A en 6B, scharnieren hefbomen 37 tezamen met armen 41. Arm 41 kan dus vast met 10 hefboom 37 verbonden zijn zodat er minder kabels met Herwerken nodig zijn. Er zijn daardoor minder aan slijtage onderhevige onderdelen. Ook is er geen contragewicht nodig voor de hefboom 37, omdat die al wordt gevormd door arm 41. De verbindingen 49 tussen arm 41 kunnen bestaan uit vaste stangen, vaste staalkabels of andere vaste materialen die sterk genoeg zijn.As shown in Figure 1, traditional unloading and loading crane arrangements have a hinge 33 in the projecting lever 7. In the present invention, however, according to a fifth aspect, the levers 37 have a hinge point substantially above the legs 51. As shown in Figures 6A and 6B hinges levers 37 together with arms 41. Arm 41 can thus be fixedly connected to lever 37 so that fewer cables with reworking are required. As a result, there are fewer parts subject to wear. Also, no counterweight is needed for the lever 37, because it is already formed by arm 41. The connections 49 between arm 41 can consist of fixed rods, fixed steel cables or other solid materials that are strong enough.
1515
Traditionele kraanmodules hebben arm 13 op één niveau liggen met de uitkragende hefboom 3. Dat is noodzakelijk omdat de grijparm 7 met zijn ballast heen en weer moet kunnen oversteken van de hefboom 3 naar de arm 13. Daardoor bevindt contragewicht 11 zich hoog boven het aardoppervlak, bijvoorbeeld wel 50 m hoog. Daardoor ligt het zwaartepunt van de 20 gehele los- en laadkraanopstelling 1 ook hoog, bijvoorbeeld nog boven arm 13 en aan de landzijde van scharnier 33. Dit is onvoordelig uit het oogpunt van stabiliteit. Daarbij komt dat het totaal over rails 31 verplaatsbare gewicht wel tussen 800 en 1600 ton kan zijn.Traditional crane modules have arm 13 on one level with the projecting lever 3. This is necessary because the gripping arm 7 must be able to cross back and forth with its ballast from lever 3 to arm 13. As a result, counterweight 11 is located high above the earth's surface, for example, 50 m high. As a result, the center of gravity of the entire unloading and loading crane arrangement 1 is also high, for example still above arm 13 and on the land side of hinge 33. This is disadvantageous from the point of view of stability. In addition, the total weight that can be moved over rails 31 can be between 800 and 1600 tonnes.
Het zesde aspect van de vinding betreft een zodanige vorm van het verplaatsbare deel van de 25 los- en laadkraanopstelling 35, dat wil zeggen de kraanmodule, dat het zwaartepunt daarvan veel lager ligt. Figuur 7 toont nog eens een zijaanzicht van de los- en laadkraanopstelling 35 zoals ook reeds in eerdere figuren werd getoond, maar nu met een expliciete aanduiding van het zwaartepunt 73, dat lager ligt dan een horizontaal vlak waarin hefboom 37 ligt als deze zich in de los- en laadtoestand (neergelaten toestand) bevindt. Dat komt omdat de arm 43 via 30 scharnier 39 onder een neerwaarts gerichte hoek met hefboom 37 is verbonden, zodanig dat het zwaartepunt van arm 43 (inclusief plateau 44 en contragewicht 435, indien aanwezig) zich onder het horizontale vlak bevindt waarin hefboom 37 zich tijdens de bedrijfstoestand bevindt. Dit is voordelig vanuit het oogpunt van materiaalgebruik en stabiliteit. De totale beweegbare kraanmodule kan daardoor lichter worden uitgevoerd. Er hoeft geen of slechts een klein 35 contragewicht 45 te worden toegepast. Er zijn minder dynamische belastingen.The sixth aspect of the invention relates to such a shape of the movable part of the unloading and loading crane arrangement 35, that is to say the crane module, that its center of gravity is much lower. Figure 7 again shows a side view of the unloading and loading crane arrangement 35 as was already shown in earlier figures, but now with an explicit indication of the center of gravity 73, which is lower than a horizontal plane in which lever 37 is situated when it is in the unloading and loading state (lowered state). This is because the arm 43 is connected via a hinge 39 to lever 37 at a downwardly directed angle, such that the center of gravity of arm 43 (including platform 44 and counterweight 435, if present) is below the horizontal plane in which lever 37 is located during the operating condition. This is advantageous from the point of view of material use and stability. The total movable crane module can therefore be made lighter. No or only a small counterweight 45 has to be used. There are fewer dynamic loads.
Met traditionele los- en laadkraanopstellingen zoals getoond in figuur 1 worden containers vanaf een schip met grijparm 7 in een zogenaamd buffer-in gebied geplaatst. Dat is het gebied onder arm 13 en tussen benen 17 en 19 (of iets daarachter landinwaarts gezien). Daar worden 40 de containers dan opgehaald met bijvoorbeeld een straddle carrier en naar een opslagterrein 8 gebracht verder landinwaarts, alwaar ze later bijvoorbeeld op speciaal daarvoor ontworpen vrachtwagens worden geladen voor verder vervoer over de weg.With traditional unloading and loading crane arrangements as shown in figure 1, containers are placed from a ship with gripping arm 7 in a so-called buffer-in area. That is the area under arm 13 and between legs 17 and 19 (or slightly inland seen inland). There 40 containers are then collected with, for example, a straddle carrier and brought to a storage area 8 further inland, where they are subsequently loaded on, for example, trucks specially designed for this purpose for further transport by road.
Dit maakt nodig dat de landinwaarts gelegen rails 31 verdiept in de kade moeten worden 5 aangebracht zodat de straddle carriers daarover heen kunnen rijden. Een dergelijke verdiepte constructie brengt meer onderhoud met zich mee. Ook brengt dit met zich mee dat zich tijdens bedrijf voertuigen (bijvoorbeeld straddle carriers) onder de los- en laadkraanopstelling bevinden, hetgeen de nodige afstemming vraagt met het neerzetten en ophalen van containers in het buffer-in gebied door grijparm 7.This necessitates that the inland rails 31 must be recessed into the quay so that the straddle carriers can ride over them. Such a deepened construction requires more maintenance. This also entails that during operation vehicles (for example straddle carriers) are located under the unloading and loading crane arrangement, which requires the necessary coordination with the placing and collection of containers in the buffer-in area by gripping arm 7.
1010
Figuur 8 toont een zevende aspect van de vinding waarmee deze problemen worden opgelost. Figuur 8 toont weer een zijaanzicht van los- en laadkraanopstelling 35 die bezig is om een schip te lossen met behulp van grijparm 7. Volgens dit aspect van de uitvinding heeft de los- en laadkraanopstelling 35 een los- en laadvloer 75 die zich tijdens bedrijf bij voorkeur boven het 15 kadeoppervlak bevindt. Bedienend personeel kan daardoor onder deze los- en laadvloer 75 door lopen. Ook voertuigen kunnen zich dan onder deze los- en laadvloer 75 bewegen. De losen laadvloer 75 is bijvoorbeeld met geschikte ondersteuningsmiddelen aan benen 51 verbonden die de los- en laadvloer 75 zodanig ondersteunen dat deze in staat is een vooraf bepaalde hoeveelheid containers te dragen op een vooraf bepaald oppervlak.Figure 8 shows a seventh aspect of the invention that solves these problems. Figure 8 again shows a side view of unloading and loading crane arrangement 35 which is busy unloading a ship with the aid of gripping arm 7. According to this aspect of the invention, the unloading and loading crane arrangement 35 has a loading and unloading floor 75 which, during operation, is preferably above the quay surface. Operating staff can therefore walk underneath this loading and unloading floor 75. Vehicles can then also move under this loading and unloading floor 75. The unloading loading floor 75 is connected, for example, with suitable supporting means to legs 51 which support the unloading and loading floor 75 such that it is able to carry a predetermined amount of containers on a predetermined surface.
2020
Los- en laadvloer 75 strekt zich in lengterichting langs de kade 27 uit, zoals in figuur 8B zichtbaar is die een vooraanzicht toont van de los- en laadkraanopstelling 35 gezien vanaf het water 29. Om containers van los- en laadvloer 75 landinwaarts naar verdere opslagruimte te kunnen brengen omvat de los- en laadopstelling 35 een transportbaan 77, die bijvoorbeeld op 25 geschikte wijze wordt ondersteund door benen 51, 53. De transportbaan 77 is voorzien van een geschikte grijparm die tot boven los- en laadvloer 75 kan worden bewogen met op zichzelf bekende aandrijfmiddelen. Deze grijparm is ingericht om containers van de los- en laadvloer 75 op te pakken, omhoog te tillen, onder transportbaan 77 landinwaarts te verplaatsen en daar achter de los- en laadkraanopstelling 35 neer te zetten, bijvoorbeeld op de grond (maar dat 30 mag ook hoger of lager zijn). Daarvandaan kunnen de containers met verdere vervoermiddelen op vrachtwagens of bijvoorbeeld treinwagons worden geplaatst voor verder vervoer.Unloading and loading floor 75 extends longitudinally along the quay 27, as is visible in Figure 8B, which shows a front view of the unloading and loading crane arrangement 35 as seen from the water 29. Around containers from unloading and loading floor 75 inland to further storage space In order to be able to bring the unloading and loading arrangement 35 comprises a conveyor track 77, which is suitably supported for example by legs 51, 53. The conveyor track 77 is provided with a suitable gripping arm which can be moved above loading and unloading floor 75 with drive means known per se. This gripping arm is adapted to pick up containers from the loading and unloading floor 75, to lift it up, to move it under transport track 77 inland and to place it there behind the unloading and loading crane arrangement 35, for example on the ground (but that may also be 30 higher or lower). From there, the containers with further means of transport can be placed on trucks or, for example, train wagons for further transport.
Uiteraard kan de transportbaan 77 met zijn grijparm ook worden gebruikt voor vervoer van containers in omgekeerde richting, dat wil zeggen vanaf een opslagplaats landinwaarts van los-35 en laadinrichting 35 naar los- en laadvloer 75 toe om vervolgens op een schip te worden geladen.Of course, the conveyor track 77 with its gripping arm can also be used for transporting containers in the reverse direction, that is to say from a storage location inland from unloading 35 and loading device 35 to unloading and loading floor 75 for subsequent loading on a ship.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de los- en laadkraanopstelling 35 twee of meer van dergelijke transportbanen 77 die naast elkaar zijn opgesteld en zich lateraal ten opzichte van 40 de kade 27 uitstrekken.In an advantageous embodiment the unloading and loading crane arrangement 35 comprises two or more of such conveyor tracks 77 which are arranged next to each other and extend laterally with respect to the quay 27.
99
Extra voordelig is het als de onderlinge afstand van zulke naast elkaar aangebrachte transportbanen 77 gemeten in de lengterichting van kade 27 en tussen hartlijnen van transbanen 77 even groot is als de afstand die een container in zijn lengterichting inneemt op een schip. Daar zijn vaste afstanden voor zodat deze tussenafstand eenvoudig van te voren 5 kan worden vastgesteld. Dan is het namelijk eenvoudig mogelijk om containers op de opslag op het land op precies dezelfde wijze te stapelen met dezelfde tussenafstand als op het schip. Met andere woorden: de stramienmaat wordt afgestemd op de stackmaat. Daardoor neemt het nuttige vloeroppervlak op het land waarop containers kunnen worden opgeslagen substantieel toe. Er is geen of bijna geen ruimte meer nodig op het land voor vrijelijk beweegbare 10 vervoersmiddelen als straddle carriers.It is particularly advantageous if the mutual distance of such adjacent conveyor tracks 77 measured in the longitudinal direction of quay 27 and between axes of trans tracks 77 is as great as the distance that a container takes in its longitudinal direction on a ship. There are fixed distances for this so that this intermediate distance can easily be determined in advance. It is then simply possible to stack containers on storage on land in exactly the same way with the same distance as on the ship. In other words: the grid size is adjusted to the stack size. As a result, the useful floor space on the land on which containers can be stored increases substantially. No or almost no space is required on land for freely movable means of transport such as straddle carriers.
Als er meerdere los- en laadkraanmodules zijn kan de afstand daartussen afgestemd zijn op deze tussenafstand tussen naastgelegen transportbanen. In elk geval kunnen de dimensies van deze los- en laadkraanmodules zo zijn dat zij zo dicht naast elkaar kunnen worden 15 gebracht dat twee naast elkaar gelegen los- en laadmodules naast elkaar gelegen banen van containers tegelijkertijd kunnen bedienen.If there are several unloading and loading crane modules, the distance between them can be adjusted to this intermediate distance between adjacent conveyor tracks. In any case, the dimensions of these unloading and loading crane modules can be such that they can be brought so close to each other that two adjacent unloading and loading modules can simultaneously serve adjacent tracks of containers.
Het achtste aspect zoomt in op het gebruik van de transportbaan 77 met eigen grijparm of eigen robotinrichting. Figuren 9A en 9B lichten dat verder toe. De transportbaan 77 strekt zich 20 uit tot been 51 en wordt daardoor ondersteund. De transportbaan 77 is via een scharnier 87 verbonden met een subtransportbaan 85 die tijdens bedrijf boven los- en laadvloer 75 kan worden gezwenkt zodanig dat deze zich in het verlengde van transportbaan 77 uitstrekt. Een robot 79 met geschikte grijparm 80 is met geschikte aandrijfmiddelen verrijdbaar over de transportbaan 77 in een laterale richting. Tijdens bedrijf is de subtransportbaan 85 in 25 neerwaartse positie en kan de robot 79 zich vanaf transportbaan 77 verplaatsen naar de subtransportbaan 85 en omgekeerd, zoals aangegeven in figuur 9B.The eighth aspect zooms in on the use of the conveyor track 77 with its own gripping arm or its own robot device. Figures 9A and 9B further illustrate that. The conveyor track 77 extends to leg 51 and is thereby supported. The conveyor track 77 is connected via a hinge 87 to a sub-conveyor track 85 which during operation can be pivoted above the loading and unloading floor 75 such that it extends in line with the conveyor track 77. A robot 79 with suitable gripping arm 80 can be moved with suitable drive means over the conveyor track 77 in a lateral direction. During operation, the sub-conveyor track 85 is in the down position and the robot 79 can move from the conveyor track 77 to the sub-conveyor track 85 and vice versa, as indicated in Fig. 9B.
Figuur 9A toont hoe containers zijn gestapeld in het buffer-in gebied op de kade tussen benen 51 en 53. De figuur toont hoe grijparm 80 een container 88 uit de stapel heeft gegrepen en 30 naar een hogere positie heeft getild. Figuur 9B toont dat deze container 88 tot boven een voertuig 81 is getransporteerd met robot 79, alwaar container 88 op voertuig 81 wordt geplaatst. Voertuig 81 is geplaatst op los- en laadvloer 75 en verrijdbaar in een richting langs kade 27 over rails 89. Voertuig 81 is verrijdbaar met geschikte aandrijfmiddelen, al dan niet handbediend of automatisch. Met voertuig 81 kunnen containers nog in de langsrichting 35 worden verplaatst alvorens zij op het schip worden geladen met behulp van grijparm 7. Dit is nodig in situaties waar de stapeling van containers op het schip in de lengterichting van de kade 27 niet precies past bij de stapeling in het buffer-in gebied. In plaats van een voertuig kan ook een transportband, bijvoorbeeld in de vorm van een ketting worden toegepast.Figure 9A shows how containers are stacked in the buffer-in area on the quay between legs 51 and 53. The figure shows how gripping arm 80 has grabbed a container 88 from the stack and lifted it 30 to a higher position. Figure 9B shows that this container 88 has been transported above a vehicle 81 with robot 79, where container 88 is placed on vehicle 81. Vehicle 81 is placed on loading and unloading floor 75 and can be moved in a direction along quay 27 over rails 89. Vehicle 81 can be moved with suitable drive means, whether or not manually operated or automatic. With vehicle 81, containers can still be moved in the longitudinal direction 35 before they are loaded onto the ship using gripping arm 7. This is necessary in situations where the stacking of containers on the ship in the longitudinal direction of the quay 27 does not exactly match the stacking in the buffer-in area. A conveyor belt, for example in the form of a chain, can also be used instead of a vehicle.
Figuren 9A en 9B tonen de werking als er een container vanuit het buffer-in gebied naar het 40 schip toe wordt verplaatst. Uiteraard werkt het omgekeerd ook.Figures 9A and 9B show the operation when a container is moved from the buffer-in area to the ship. Of course it works the other way around too.
1010
Figuur 9A toont ook een container 83 die wordt vastgehouden door grijparm 7 (niet getoond in figuur 9A) en zich in een op- of neergaande beweging bevindt om op voertuig 81 te worden geplaatst of daarvandaan omhoog te worden getild. Ter hoogte van de transportbaan 77 mag 5 een dergelijke container 83 met grijparm 7 niet in botsing komen met subtransportbaan 85. Daarom is subtransportbaan 85 op dat moment omhoog getrokken rondom scharnier 87 zodat deze zich niet in de baan van container 83 kan bevinden.Figure 9A also shows a container 83 that is held by gripping arm 7 (not shown in Figure 9A) and is in an up or down movement to be placed on vehicle 81 or lifted up therefrom. At the level of the conveyor track 77, such a container 83 with gripping arm 7 may not collide with sub-conveyor track 85. Therefore, sub-conveyor track 85 is at that moment pulled up around hinge 87 so that it cannot be in the path of container 83.
Om ervoor te zorgen dat subtransportbaan 85 zich op het moment dat container 83 zich ter 10 hoogte van transportbaan 77 bevindt niet in de baan van grijparm 7 met de container 83 bevindt kan de constructie ook zo worden uitgevoerd, dat de subtransportbaan 85 in laterale richting dwars op de kade 27 kan worden in- of uitgeschoven. In ingeschoven toestand bevindt subtransportbaan 85 zich dan niet boven voertuigen 81 en niet in de baan van grijparm 7 met container 83. In uitgeschoven toestand bevindt subtransportbaan 85 zich dan wel boven 15 voertuig 81 zodat robot 79 zich boven voertuig 81 kan verplaatsen en daar containers kan laden en lossen.In order to ensure that at the moment that container 83 is located at the level of conveyor track 77, sub-conveyor track 85 is not in the path of gripping arm 7 with container 83, the construction can also be designed such that the sub-conveyor track 85 transversely in the lateral direction. can be retracted or extended on quay 27. In the retracted state, sub-conveyor track 85 is then not above vehicles 81 and not in the path of gripping arm 7 with container 83. In the retracted state, sub-conveyor track 85 is then above vehicle 81 so that robot 79 can move above vehicle 81 and containers can there loading and unloading.
Figuur 10 verheldert een en ander met behulp van een schematisch bovenaanzicht. Duidelijk is te zien dat voertuigen 81 in de langsrichting langs kade 27 verplaatsbaar zijn voor afstemming 20 van de stapeling op de wal met die in het schip. Verwijzingscijfer 79 toont een robot in zijn positie op subtransportbaan 85 boven een voertuig 81 om een container te laden of lossen. Verwijzingscijfer 79’ verwijst naar een robot in een positie boven het buffer-in gebied.Figure 10 clarifies all this with the help of a schematic top view. It can clearly be seen that vehicles 81 can be moved in the longitudinal direction along quay 27 for coordination 20 of the stacking on shore with that in the ship. Reference numeral 79 shows a robot in its position on sub-conveyor track 85 above a vehicle 81 for loading or unloading a container. Reference numeral 79 "refers to a robot in a position above the buffer-in area.
Figuur 11 geeft een sfeerindruk van de installatie waarmee containers vanuit de opslagruimte 25 op vrachtwagens of treinwagons kunnen worden geladen of daarvandaan kunnen worden gelost. In de uitvoering van figuur 11 strekt de transportbaan 77 zich niet alleen uit boven de opslagruimte maar ook boven een weg waarop vrachtwagens kunnen rijden. Dezelfde robots 79 met grijparmen 80 kunnen worden gebruikt om dit laden en lossen uit te voeren.Figure 11 gives an impression of the installation with which containers can be loaded from or unloaded from the storage space 25 onto trucks or train wagons. In the embodiment of Figure 11, the conveyor track 77 extends not only above the storage space but also above a road on which trucks can travel. The same robots 79 with gripping arms 80 can be used to perform this loading and unloading.
30 In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn daarvoor echter extra robots aangebracht. Dan is er uiteraard wel afstemming nodig met robots 79 die zich op dezelfde transportbanen 77 bevinden. Omwille van flexibele afstemming van laden op en lossen van de vrachtwagens is de grijparm 80 bijvoorkeur zo ingericht dat deze loodrecht op de richting van de transportbanen 77 verplaatsbaar is, dus in een lengterichting van de opgeslagen containers en in de rijrichting van 35 vrachtwagens op de weg.In an alternative embodiment, however, additional robots are provided for this purpose. Then, of course, coordination is needed with robots 79 that are on the same transport tracks 77. Because of the flexible alignment of loading and unloading of the trucks, the gripping arm 80 is preferably arranged such that it is movable perpendicular to the direction of the conveyor tracks 77, i.e. in a longitudinal direction of the stored containers and in the direction of travel of 35 trucks on the road .
Door deze maatregelen kan substantieel op energie worden bespaard en kan sneller worden geladen en gelost. Er zal sprake zijn van minder lawaai en er kan meer worden geautomatiseerd.These measures make it possible to save substantially on energy and to load and unload faster. There will be less noise and more can be automated.
4040
Claims (14)
Priority Applications (22)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2006132A NL2006132C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-02-03 | CONTAINER TERMINAL. |
NL2006629A NL2006629C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-04-19 | UNLOADING AND LOADING CRANE ASSEMBLY AND COMPOSITION OF TWO UNLOADING AND LOADING CRANE ARRANGEMENTS. |
NL2006628A NL2006628C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-04-19 | UNLOADING AND LOADING CRANE SETUP, CONTAINER TERMINAL, AND METHOD FOR UNLOADING A SHIP. |
US13/983,607 US20130334158A1 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement and assembly of two unloading and loading crane arrangements |
KR1020137022464A KR20130132978A (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement and assembly of two unloading and loading crane arrangements |
KR1020137022970A KR20140027934A (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship |
US13/983,605 US9193571B2 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship |
PCT/NL2012/050061 WO2012105842A2 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship |
AU2012211540A AU2012211540B2 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement and assembly of two unloading and loading crane arrangements |
JP2013552485A JP2014507358A (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane structures, container terminals, and methods for unloading and loading on ships |
EP12705485.6A EP2670691A2 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement and assembly of two unloading and loading crane arrangements |
PCT/NL2012/050060 WO2012105841A2 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement and assembly of two unloading and loading crane arrangements |
MYPI2013002869A MY161586A (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship |
BR112013019228A BR112013019228A2 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | loading and unloading crane arrangement with one rod and two or more adjacent loading and unloading crane arrangements |
SG2013057906A SG192218A1 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship |
EA201391125A EA022587B1 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship |
EP12705486.4A EP2670692A2 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship |
MX2013008971A MX2013008971A (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship. |
CN201280007775.0A CN103492294B (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | The combination of loading and unloading crane equipment and loading and unloading crane equipment that two or more are adjacent |
CN201280007749.8A CN103459279B (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | The method of stevedoring crane device, container wharf and handling ship |
CA2825045A CA2825045A1 (en) | 2011-02-03 | 2012-02-03 | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship |
NL2008775A NL2008775C2 (en) | 2011-02-03 | 2012-05-08 | Automated guided vehicle and assembly of an automated guided vehicle and a platform. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2006132 | 2011-02-03 | ||
NL2006132A NL2006132C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-02-03 | CONTAINER TERMINAL. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2006132C2 true NL2006132C2 (en) | 2012-08-06 |
Family
ID=44511414
Family Applications (3)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2006132A NL2006132C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-02-03 | CONTAINER TERMINAL. |
NL2006628A NL2006628C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-04-19 | UNLOADING AND LOADING CRANE SETUP, CONTAINER TERMINAL, AND METHOD FOR UNLOADING A SHIP. |
NL2006629A NL2006629C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-04-19 | UNLOADING AND LOADING CRANE ASSEMBLY AND COMPOSITION OF TWO UNLOADING AND LOADING CRANE ARRANGEMENTS. |
Family Applications After (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2006628A NL2006628C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-04-19 | UNLOADING AND LOADING CRANE SETUP, CONTAINER TERMINAL, AND METHOD FOR UNLOADING A SHIP. |
NL2006629A NL2006629C2 (en) | 2011-02-03 | 2011-04-19 | UNLOADING AND LOADING CRANE ASSEMBLY AND COMPOSITION OF TWO UNLOADING AND LOADING CRANE ARRANGEMENTS. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (3) | NL2006132C2 (en) |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL161727C (en) * | 1974-09-06 | 1980-03-17 | Stork Conrad Bv | TRANSFER DEVICE, PARTICULARLY FOR CHARGERS OR CONTAINERS. |
DE69511101D1 (en) * | 1994-09-20 | 1999-09-02 | Fantuzzi Reggiane Spa | CARGO TREATMENT PLANT IN A WAREHOUSE |
US20080219804A1 (en) * | 2000-11-14 | 2008-09-11 | Nigel Chattey | Container crane apparatus and method for container security screening during direct transshipment between transportation modes |
EP1923338A1 (en) * | 2006-11-17 | 2008-05-21 | APM Terminals B.V. | Plant for transporting cargo to and/or from a ship |
-
2011
- 2011-02-03 NL NL2006132A patent/NL2006132C2/en not_active IP Right Cessation
- 2011-04-19 NL NL2006628A patent/NL2006628C2/en not_active IP Right Cessation
- 2011-04-19 NL NL2006629A patent/NL2006629C2/en not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL2006628C2 (en) | 2012-08-06 |
NL2006629C2 (en) | 2012-08-06 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR101653672B1 (en) | A Container Handling system comprising a crane and a plurality of base elements which can be mounted on top of containers for supporting the crane and transporting the containers | |
US4750429A (en) | Transportation systems | |
US9193571B2 (en) | Unloading and loading crane arrangement, container terminal and method for unloading and loading a ship | |
US3807582A (en) | Loading and unloading device for ship containers | |
US7731041B2 (en) | Gantry stacker with two side-by-side spreaders | |
CN1096974C (en) | Railway terminal for containers, and railway wagon | |
BE1009958A5 (en) | Method and device for transport units large. | |
NL2006132C2 (en) | CONTAINER TERMINAL. | |
CN108495783B (en) | Method for transferring standardized containers between container ship and dock | |
CN212221792U (en) | Conveying device for container port | |
NL1022696C2 (en) | Transfer system for containers. | |
NL1013120C2 (en) | Container crane for sea containers. | |
NL8702962A (en) | DEVICE FOR IMPORTING PIECES OF GOODS, PARTICULARLY PLACED ON A PALLET, IN A CONTINUOUS OPERATOR. | |
NL1009587C2 (en) | Ship and method of transporting containers and the like. | |
NL1020675C2 (en) | Gantry crane for loading and / or unloading sea containers, an assembly of two such bridge cranes, and the use of a gantry crane or similar assembly. | |
NL2028282B1 (en) | Container crane for loading and unloading containers | |
GB2500764A (en) | A platform with a levelling function for loading and unloading vehicles | |
NL1022185C1 (en) | Method and equipment for loading and discharge of inland waterway ship move cargo from quay to hold or vice versa, cargo being divided into units, such as palletized goods, big bags, rolls of paper, packeted timber and similar | |
NL2020597B1 (en) | Collapsible work platform and method for folding it in or out | |
AU2012211540B2 (en) | Unloading and loading crane arrangement and assembly of two unloading and loading crane arrangements | |
NL8702398A (en) | Marine vessel loading conveyor - has parallel conveyor tracks operated independently within casing | |
NL1005455C2 (en) | Terminal for transferring containers and container car | |
NL9200376A (en) | PORT CRANE. | |
AU2012211540A1 (en) | Unloading and loading crane arrangement and assembly of two unloading and loading crane arrangements | |
RU2194112C2 (en) | Method of and device for replacement of switches |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180301 |