NL2006083C2

NL2006083C2 - Hor voor een kiepraam.

Info

Publication number: NL2006083C2
Application number: NL2006083A
Authority: NL
Inventors: Jacobus Gerardus Kropmans
Original assignee: Lavrijsen Perry Adrianus; Jacobus Gerardus Kropmans
Priority date: 2011-01-27
Filing date: 2011-01-27
Publication date: 2012-07-30
Also published as: EP2481877A2; EP2481877B1; EP2481877A3

Description

Hor voor een kiepraam BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een hor voor een kiepraam bestaande uit een raamkozijn en een daarin aanwezig en om een horizontale kiep-as schamierbaar 10 daarmee verbonden raamblad, welke hor een harmonicavormig horgaas omvat dat met delen van een eerste rand verbonden kan worden aan kozijnstijlen en met delen van een daaraan tegenoverliggende tweede rand verbonden kan worden aan bladstijlen, welke eerste en tweede rand naar elkaar toe en van elkaar af bewogen kunnen worden waarbij het horgaas harmonicavormig opvouwt dan wel ontvouwt.

15

Stand van de techniek

Een kiepraam kiept meestal naar binnen open. Hierdoor kan geen horgaas tegen de binnenzijde van het raamkozijn aangebracht worden. De hor voor het kiepraam 20 dient daarom aan de buitenzijde van het kozijn aanwezig te zijn. Doordat deze buitenzijde in het algemeen niet toegankelijk is, dient het horgaas permanent aanwezig te zijn en kan het bij een gesloten raam niet weggenomen worden, waardoor het uitzicht altijd wordt belemmerd door het permanent aanwezige horgaas.

Een hor die niet zichtbaar aanwezig is, is bekend uit DE... Hierbij is het 25 horgaas harmonicavormig en aan de stijlen en bovendorpel van het raamkozijn en het raamblad bevestigd. Bij het openen van het raamblad beweegt de buitenonderrand van het raamblad naar boven. Hierdoor wordt het horgaas niet zuiver harmonicavormig uitgevouwen en gaat het bol staan.

30 Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een hor van de in de aanhef omschreven soort waarbij het horgaas wel zuiver harmonicavormig ontvouwen wordt. Hiertoe is de hor volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de hor voorts ten 2 minste twee langwerpige eerste profielen omvat voor bevestiging tegen de kozijnstijlen, alsmede ten minste twee langwerpige tweede profielen die koppelbaar zijn met de bladstijlen, waarbij het horgaas met de delen van de eerste rand is verbonden met de eerste profielen en met de delen van de tweede rand is bevestigd aan de tweede 5 profielen, en dat de hor voorts twee eerste hulpstukken omvat die aan de nabij de kiep-as aanwezige uiteinden van de eerste profielen zijn bevestigd, alsmede twee tweede hulpstukken die schamierbaar met de eerste hulpstukken verbonden zijn en die aan de nabij de kiep-as aanwezige uiteinden van de tweede profielen zijn bevestigd, waarbij de tweede profielen in lengterichting verschuifbaar met de bladstijlen zijn verbonden.

10 Doordat de verbinding van het horgaas met het raamblad niet star is, maar de profielen waaraan het horgaas is bevestigd in verticale richting kunnen verschuiven langs de bladstijlen en door de hulpstukken worden vastgehouden zodat de profielen niet met de bladstijlen mee omhoog bewogen worden, gaat het horgaas niet bol staan en ontvouwt het horgaas zich zuiver harmonicavormig.

15 Bij een gunstige uitvoeringsvorm omvat de hor voorts een langwerpig derde eerste profiel waarin het horgaas met een verder deel van de eerste rand aanwezig is en dat bevestigd kan worden aan een bovendorpel van het raamkozijn. Hierdoor blijft het horgaas aan de bovenzijde strak tegen de bovendorpel.

Bij een gunstige verdere uitvoeringsvorm omvat de hor voorts een 20 langwerpig derde tweede profiel waaraan het horgaas met een verder deel van de tweede rand is bevestigd en dat verbonden kan worden met een dwarsverbinding tussen de beide bladstijlen. Hierdoor blijft het horgaas aan de bovenzijde strak tegen het raamblad.

25 Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de hor volgens de uitvinding. Hierbij toont: 30 Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de hor toegepast in een raam in verticale doorsnede in gesloten stand van het raam;

Figuur 2 het raam met de hor in verticale doorsnede in open stand van het raam; 3

Figuur 3 het raam met de hor in horizontale doorsnede in gesloten stand van het raam; en

Figuur 4 het raam met de hor in horizontale doorsnede in open stand van het raam.

5

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren is een uitvoeringsvorm van de hor volgens de uitvinding toegepast in een kiepraam weergegeven. Hierbij is in de figuren 1 en 3 het kiepraam in 10 gesloten stand weergegeven in verticale respectievelijk horizontale doorsnede, en in de figuren 2 en 4 het kiepraam in open stand weergegeven ook weer in verticale respectievelijk horizontale doorsnede.

Het kiepraam bestaat uit een raamkozijn 1 en een daarin aanwezig en om een horizontale kiep-as 5 scharnierbaar daarmee verbonden raamblad 3 voorzien van 15 een ruit 7. De hor heeft een harmonicavormig horgaas 9, drie eerste profielen 11 en drie tweede profielen 13. Van de eerste profielen 11 zijn er twee tegen de kozijnstijlen 14 bevestigd en één tegen de bovendorpel 15. Deze eerste profielen 11 hebben een U-vormige dwarsdoorsnede. Van de tweede profielen 13, die stripvormig zijn, zijn er twee verbonden met de bladstijlen 17 en één met de bovenste dwarsverbinding 19 tussen de 20 beide bladstijlen. Deze verbindingen zijn gevormd door in de tweede profielen 13 aanwezige magneten (niet weergegeven) en metalen plaatjes (niet weergegeven) die tegen de bladstijlen zijn bevestigd. De magnetische verbinding is zodanig dat de tweede profielen in lengterichting over een kleine afstand verschuifbaar zijn langs de bladstijlen en de dwarsverbinding. De tweede profielen 13 zijn bij voorkeur ook onderling met 25 elkaar verbonden.

Het horgaas 9 is met de beide verticale delen van een eerste rand 21 bevestigd aan twee strippen (niet zichtbaar in de figuren), die met bijvoorbeeld klittenband met de aan de kozijnstijlen bevestigde eerste profielen 11 zijn verbonden. Het tussen de beide verticale delen van de eerste rand aanwezige horizontale deel van de 30 eerste rand 21 is in het tegen de bovendorpel van het raamkozijn bevestigde eerste profiel 11 aanwezig maar niet daarmee verbonden. Het horgaas 9 is met een tweede rand 23 aan de tweede profielen 13 bevestigd. De eerste en tweede rand kunnen naar elkaar toe en van elkaar af bewogen kunnen worden waarbij het horgaas harmonicavormig opvouwt dan wel ontvouwt.

4

De hor heeft voorts twee eerste hulpstukken 25 die aan de nabij de kiep-as 5 aanwezige uiteinden van de aan de kozijnstijlen bevestigde eerste profielen 11 zijn bevestigd, en twee tweede hulpstukken 27 die schamierbaar met de eerste hulpstukken 25 zijn verbonden en die aan de nabij de kiep-as aanwezige uiteinden van de met de 5 bladstijlen verbonden tweede profielen 13 zijn bevestigd.

Bij het open draaien van het raamblad 3 verplaatst de buitenonderrand 29 in hoofdzaak naar boven. Indien de tweede profielen 13 aan de bladstijlen zouden zijn bevestigd zou de tweede rand 23 van het horgaas 9 aan de onderzijde in verticale richting verplaatsen ten opzichte van de eerste rand waardoor het horgaas bol gaat staan 10 of gaat verkreukelen. Doordat de hulpstukken verhinderen dat de tweede profielen 13 in verticale richting kunnen verplaatsen schuiven de tweede profielen langs de bladstijlen en blijft de onderzijde van de tweede rand 23 op gelijke hoogte met die van de eerste rand 21. Hierdoor blijft het horgaas 9 strak en zal het zuiver als een harmonica ontvouwen.

15 Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Hor voor een kiepraam bestaande uit een raamkozijn (1) en een daarin aanwezig en om een horizontale kiep-as (5) scharnierbaar daarmee verbonden raamblad (3), welke hor een harmonicavormig horgaas (9) omvat dat met delen van een eerste 5 rand (21) verbonden kan worden aan kozijnstijlen (14) en met delen van een daaraan tegenoverliggende tweede rand (23) verbonden kan worden aan bladstijlen (17), welke eerste en tweede rand naar elkaar toe en van elkaar af bewogen kunnen worden waarbij het horgaas harmonicavormig opvouwt dan wel ontvouwt, met het kenmerk, dat de hor voorts ten minste twee langwerpige eerste profielen (11) omvat voor bevestiging 10 tegen de kozijnstijlen (14), alsmede ten minste twee langwerpige tweede profielen (13) die koppelbaar zijn met de bladstijlen (17), waarbij het horgaas (9) met de delen van de eerste rand (21) is verbonden met de eerste profielen (11) en met de delen van de tweede rand (23) is bevestigd aan de tweede profielen (13), en dat de hor voorts twee eerste hulpstukken (25) omvat die aan de nabij de kiep-as (5) aanwezige uiteinden van 15 de eerste profielen (11) zijn bevestigd, alsmede twee tweede hulpstukken (27) die scharnierbaar met de eerste hulpstukken (25) verbonden zijn en die aan de nabij de kiep-as (5) aanwezige uiteinden van de tweede profielen (13) zijn bevestigd, waarbij de tweede profielen in lengterichting verschuifbaar met de bladstijlen (17) zijn verbonden.

2. Hor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hor een langwerpig 20 derde eerste profiel (11) omvat waarin het horgaas (9) met een verder deel van de eerste rand (21) aanwezig is en dat bevestigd kan worden aan een bovendorpel (15) van het raamkozijn (1).

3. Hor volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hor voorts een langwerpig derde tweede profiel (13) omvat waaraan het horgaas (9) met een verder 25 deel van de tweede rand (23) is bevestigd en dat verbonden kan worden met een dwarsverbinding (19) tussen de beide bladstijlen (17).