NL2005948A - Binnenschip voor het transport van containers en/of verplaatsbare kisten. - Google Patents

Description

BINNENSCHIP VOOR HET TRANSPORT VAN CONTAINERS EN/OF VERPLAATSBARE KISTEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een binnenschip voor het transport van containers en/of verplaatsbare kisten, d.w.z. volgens een gebruikelijke benaming een bak, al of niet voorzien van een motor.

Het riviertransport van containers per boot of bak maakt het mogelijk om in grote hoeveelheden containers en kisten van verschillende afmetingen te vervoeren.

Het document FR 2 176 120 beschrijft bijvoorbeeld een bak voor het transport van grote hoeveelheden containers en kisten. Een deel van deze containers wordt in het ruim van de bak geplaatst en een ander deel wordt boven de brug en de luiken van het ruim geplaatst, gesteund door verschuifbare tussenschotten. In het ruim worden de containers dwars geplaatst en boven de brug worden zij in de lengte geplaatst, in meerdere rijen en in verschillende lagen gestapeld.

De constructie en het frame van de bak, die deze containers opneemt, is traditioneel en bestaat uit een platte bodem en zijwanden, die ieder aan de bovenkant een verbindingsbrug hebben. De doorsnede van dit type bak heeft een U-vorm; het ruim strekt zich in één geheel over de hele lengte van de bak uit, tussen de achtersteven en de voorsteven met zonodig (samendrukbare) ruimbalken en/of schotten, die voor versteviging zorgen.

Het laden van de containers in het ruim van deze grote bakken is lastig wegens de geringe ruimte, die er tussen de verschillende rijen containers bestaat.

De verschillende afmetingen van de containers en de neiging om bredere containers te gebruiken dan de normale zeecontainers betekent dat er nog minder ruimte beschikbaar is tussen de containers zelf in het ruim. Het gebruik van containers van het type “wide palief’ maakt het onmogelijk om vier containers van dit type in de breedte van het ruim van de huidige bakken te laden.

Deze bakken of schepen hebben een maximum breedte en eveneens een maximum lengte, die is opgelegd door de infrastructuren die bij dit soort riviertransport behoren, d.w.z. de sluizen.

Bovendien, als de bak wordt geladen, veroorzaken wrijvingen en stoten tussen de containers schade aan hun zijkanten, zoals scheuren bij sluitingsystemen en/of verzegelingen.

Verder zijn containers of kisten, die met doek zijn afgesloten praktisch verboden voor dit soort transport wegens hun kwetsbaarheid.

Deze mogelijke beschadiging van de zijkanten van de containers komt, omdat het onmogelijk is om de containers te geleiden door ze in het ruim te laten zakken anders dan door het contact met het vrije zijvlak van een reeds geplaatste container.

Tijdens het laden van de bak kunnen alleen de containers, die dwars op de bodem van het ruim zijn geplaatst eventueel met speciale maatregelen door het inwendige oppervlak van de zijwanden worden geleid.

De onderhavige uitvinding verschaft een nieuwe inrichting voor een binnenschip met een grote capaciteit, die het mogelijk maakt om veel verschillende containers op te nemen en vooral containers van het type "wide pallet", terwijl de breedte van het schip aangepast blijft aan de breedte van de tegenwoordige sluizen.

Het binnenschip volgens de uitvinding is vooral ontwikkeld om de mogelijkheden te verbeteren voor het geleiden van de containers, wanneer deze in het ruim worden geladen. De containers kunnen op hun plaats worden gebracht, terwijl wordt vermeden dat zij tegen elkaar wrijven, hoe de positie van de containers in het ruim van het binnenschip ook is.

De uitvinding heeft ook het voordeel, dat het zicht naar voren van dit type wordt verbeterd, dankzij een indeling van de containers, die een doorkijk voor de binnenschipper mogelijk maakt, hetgeen de veiligheid van de navigatie verbetert bij de doorgang onder bruggen waar de stuurhut lager is dan het niveau van de containers. Bij de tegenwoordige schepen vindt de navigatie “blindelings” plaats, tenzij men extra hulpmiddelen heeft, zoals camera’s.

De inrichting van het schip maakt het ook mogelijk om de veiligheid van de bemanning te verbeteren, doordat de toegang tot de bodem van het ruim wordt vergemakkelijkt en de risico’s van een val worden verminderd door de hoogte van de ladders te beperken.

De toegangsopeningen naar de ruimen maken het ook mogelijk om de stabiliteit van het schip na averij aan één van de boorden te verbeteren, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om de slagzijhoek te verkleinen.

Het binnenschip volgens de uitvinding van het type duwbak of gemotoriseerde bak voor het droge transport van containers of het transport van verplaatsbare kisten, omvat tussen de voor- en achterwand twee ruimen, die zich in de lengterichting uitstrekken en die door dunne buitenwanden en een constructie in T-vorm, die het hoofdframe van het schip vormt, zijn begrensd en dit hoofdframe omvat de bodem van het schip en een centrale wand in de vorm van een vak, waarvan het bovenste deel in de vorm van een verbindingsbrug is geconstrueerd, waarbij de buitenwanden door verstevigingen worden gesteund in de vorm van (samendrukbare) ruimbalken en/of schotten.

Deze inrichting maakt het mogelijk om in ieder ruim in de lengterichting en droog, twee rijen containers op elkaar te positioneren, waarbij de containers in het ruim opgenomen kunnen zijn onder toepassing, als geleidings- en referentieoppervlak, van het inwendige oppervlak van de middenwand, voor de containers die in het middelste deel van het schip zijn geplaatst, en van het binnenoppervlak van iedere buitenwand voor de dwars-geplaatste containers naar de buitenkant,. Deze geleiding- en referentieoppervlakken op de binnenwanden van de romp en de wanden van het middenvak zijn over de gehele hoogte glad. Eveneens is de geleiding van iedere container in de lengterichting gewaarborgd door de aanwezigheid van de ruimbalken en schotten, die dienst doen als referentieoppervlakken in de lengterichting. Zo vermijdt men ieder risico van beschadiging van de containers tijdens het laden in het ruim van het schip en vooral alle risico’s van beschadigingen van hun zij- en lengtewanden.

Nog steeds volgens de uitvinding heeft de middenwand in de vorm van een vak een dikte, die overeenkomt met de breedte van een verbindingsbrug, d.w.z. een breedte in de orde van 650 mm, waarbij het middenvak evenals de bodem van het schip is geconstrueerd om ballast te vormen.

Deze positie van de verbindingsbrug maakt het mogelijk om de veiligheid van de bemanning te verbeteren door de vorming van een doorgang, die van twee relingen is voorzien. Deze opstelling vermijdt ieder risico van een val in het water, terwijl dit risico betrekkelijk groot is bij de huidige inrichtingen, waarbij er twee verbindingsbruggen boven de romp zijn gepositioneerd aan iedere kant van het ruim.

Volgens een ander aspect van de uitvinding strekken dwarsschotten, die als versteviging dienen, zich uit tussen de schotten en het middenvak en zij bestaan uit wanden, die waterdicht zijn samengevoegd met - beneden in het ruim - de inwendige wand van de romp en de corresponderende wand van het genoemde middenvak, die aldus waterdichte compartimenten definiëren, verdeeld over de lengte van het ruim, en de lengte van deze compartimenten wordt gekozen al naar gelang het type containers en/of kisten, die geschikt zijn om door het binnenschip te worden geladen en getransporteerd.

Nog steeds volgens de uitvinding wordt het bovenste deel van de dwarsschotten, die in de ruimen zijn aangebracht, geconstrueerd in de vorm van een balk, waarbij de balk aan de bovenkant een gedeelte in een V-vorm of gebroken boog heeft om de geleiding van de containers of kisten tijden het laden in de ruimen te waarborgen.

Volgens een aspect van de uitvinding omvat de verbindingsbrug, die op de bovenkant van de middenwand is gepositioneerd, dwarsrelingen, waarbij de dwarsrelingen zijn ingericht om ten minste één daarvan als dienstendoorgang in te passen, in het bijzonder de doorgangen voor de brandbestrijding en/of de doorgangen voor het droogmaken van de ruimen.

Nog steeds volgens de uitvinding omvat de vloer van de verbindingsbrug luiken, die regelmatig over de lengte zijn verdeeld, bij voorkeur boven ieder compartiment van de ruimen, waarbij de luiken zodanig zijn aangebracht, dat zij toegang geven tot de trapgaten, die verbinding geven met ieder compartiment van de genoemde ruimen.

Volgens een ander aspect van de uitvinding bestaan de trapgaten in de ruimen enerzijds uit een bovenruimte, die in de tussenruimte van het middenvak is ingericht, waarbij de kamer zich uitstrekt op een hoogte, die ongeveer overeenkomt met de helft van de hoogte van het genoemde middenvak en die aan iedere kant van het genoemde vak een opening omvat, die toegang geeft tot ladders die aan iedere kant in de tussenruimte van het vak zijn ingericht, om het mogelijk te maken om tot de bodem van de ruimen af te dalen, of die eventueel direct toegang geven tot het dak van de eerste laag containers die in de ruimen aanwezig zijn, waarbij de openingen het eveneens mogelijk maken om bij een aanvaring, waarbij een gat in de romp wordt geslagen, een geleidelijke instroming van het tegenover de beschadigde kant gelegen ruim te realiseren, waardoor de stabiliteit van het schip wordt verbeterd door verkleining van de slagzijhoek.

Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat iedere romp een wand, waarop een vak met een ruit is geplaatst, waarbij de wand uit aan de buitenkant glad plaatstaal bestaat, dat op het binnenoppervlak is versterkt door plaatstaal met verticale ribben in de vorm van een omega, waardoor het op golfplaat gaat lijken.

Nog steeds volgens de uitvinding vormen de verticale ribben in het plaatstaal aan de binnenkant een holte met het plaatstaal aan de buitenkant, en deze holtes worden met zware producten gevuld, die een soort permanente ballast voor het binnenschip vormen om zijn laadcapaciteit te optimaliseren ten opzichte van het waterpeil in het kanaal waarin het binnenschip vaart en ten opzichte van de beschikbare doorvaarthoogte langs het gehele kanaal.

Om te kunnen worden uitgevoerd, wordt de uitvinding in de hierna volgende beschrijving uiteengezet op een wijze die voldoende duidelijk en volledig is, en waarbij de beschrijving wordt vergezeld van tekeningen, waarin:

Figuur 1 schematisch en in perspectief een binnenschip volgens de uitvinding weergeeft, waarvan één van de ruimen is geladen met containers;

Figuur 2 een bovenaanzicht van dit binnenschip is, dat de twee ruimen in de lengterichting laat zien met in stippellijn de verstevigingen van de schotten;

Figuur 3 een schematisch dwarsdoornede-aanzicht is, die de twee ruimen laat zien, die voorzien zijn van gestapelde containers, waarbij de ruimen gescheiden zijn door het centrale hoofdframe in T-vorm en de schotten;

Figuur 4 is een aanzicht dat de schotten toont, die dienst doen als versteviging tussen de buitenwanden en de middenwand in de vorm van een vak;

Figuur 5 een bovenaanzicht is, dat enerzijds de verschillende inrichtingen van de bodem van de ruimen toont, die bedoeld zijn om de verschillende types containers en kisten op te nemen en dat anderzijds de inrichting van de vloer van de verbindingsbrug toont met de toegangsluiken naar de ruimen;

Figuur 6 een dwarsdoorsnede is volgens VI-VI van Figuur 5, die de schacht of kamer toont, die in het vak is aangebracht, dat de middenwand vormt om in de ruimen te kunnen komen;

Figuur 7 een aanzicht van de wand van het middenvak is volgens VII-VII van Figuur 5, dat de toegangsopening toont voor de ladder naar beneden in het ruim;

Figuur 8 is een verticale doorsnede volgens VIII-VIII van Figuur 6, die de schacht of kamer toont, die toegang geeft tot de ruimen;

Figuur 9 een horizontale doorsnede is volgens IX-IX van Figuur 7, die de schacht of kamer toont, die in het vak is aangebracht, dat het centrale schot vormt.

Figuur 1 toont in perspectief een binnenschip volgens de uitvinding, gewoonlijk aangeduid als "bak", waarbij het schip van het type duwbak of gemotoriseerde bak kan zijn.

Dit schip is ingericht voor het droge transport van containers 1 en/of verplaatsbare kisten, waarmee bepaalde typen zijn uitgerust, waarbij deze kisten overigens wat hun vorm betreft op klassieke containers lijken.

Het schip dat in de Figuren 1 tot 3 is weergegeven, omvat twee ruimen 2 in de lengterichting, die zich uitstrekken tussen de wand 3 van de achtersteven en de wand 4 van de voorsteven.

Tussen de voor- en achtersteven omvat het schip: - een dubbelwandige bodem 5, die plat is, - buitenwanden 6, en - een verticale wand in de lengterichting in de vorm van vak 7, dat zich in het middengedeelte van het schip bevindt; het centrale vak 7 en de bodem 5 vormen het belangrijkste element van de lengtestructuur van het schip; de doorsnede van deze structuur heeft een T-vorm, een omgekeerde T, zoals met name getoond in Figuur 3, en deze structuur vormt het hoofdskelet, leder ruim 2 heeft een U-vormige doorsnede en de algemene doorsnede van het binnenschip heeft de vorm van een E. Het middenvak 7 en de schotten 6 hebben een zelfde hoogte ten opzichte van de bodem van de 2.

De afmetingen van het binnenschip zijn vastgesteld om bijvoorbeeld in ieder ruim 2, twee rijen containers in de lengterichting op te nemen, met de mogelijkheid om drie tot vier lagen containers 1 of verplaatsbare kisten te stapelen en vast te zetten tussen de wanden van deze ruimen 2,.

Om deze ladingsconfiguratie te verkrijgen, bestaan de schotten 6 uit bijzonder dunne wanden en draagt het middenvak 7 aan de bovenkant een verbindingsbrug 8. Daarom heeft het schip slechts één verbindingsbrug 8, die in het midden is geplaatst, tussen de achtersteven en de voorsteven, hetgeen ook het voordeel heeft dat het beter zich biedt voor de schipper, die zich in het algemeen achter op het schip in de stuurhut bevindt. Deze verbindingsbrug 8 bevindt zich op hetzelfde niveau als de bovenrand van de buitenwanden 6.

De buitenwanden 6 hebben een dikte die zuiver functioneel is en die zodanig is berekend dat het schip bestand is tegen de druk, die daarop wordt uitgeoefend. Zij vervullen aan de buitenkant de rol van waterdichte barrière voor de twee ruimen 2. Aan de binnenkant is het oppervlak van deze schotten 6 over de gehele hoogte glad om dienst te doen als referentieoppervlak en om de geleiding van de containers 1 en kisten te waarborgen bij het laden in de genoemde ruimen 2. De dikte van deze schotten 6, die zo dun mogelijk is, ligt bijvoorbeeld in de orde van 200 mm.

De dikte van het middenvak 7 komt over de gehele hoogte overeen met de breedte van de verbindingsbrug 8. Deze breedte van de verbindingsbrug 8 is gereglementeerd en ligt volgens de huidige voorschriften in de orde van 650 mm. Het oppervlak van het middenvak 7 is aan beide kanten over de gehele hoogte glad, zodat deze als referentieoppervlak en geleiding van de containers en/of kisten kan dienen tijdens het laden in de ruimen 2.

Het middenvak 7 en de bodem 5, die eveneens de vorm van een vak heeft, zijn ingericht om als ballast dienst te doen, zoals hierna wordt beschreven.

De geringe dikte van de buitenwanden 6 vereist echter de aanwezigheid van verstevigingen, die op gelijke afstand over de gehele lengte van ieder ruim 2 zijn aangebracht. Deze verstevigingen kunnen uit eenvoudige ruimbalken bestaan of, zoals weergegeven in Figuur 4, uit echte schotten 9, die tussen het middenvak 7 en de overeenkomstige schotten 6 zijn geplaatst.

Figuur 4 toont deze schotten 9, die als versteviging dienen en die bovendien dienen om ieder ruim 2 in verschillende compartimenten te verdelen, zoals te zien is in Figuur2.

Deze schotten 9 bestaan in feite uit een wand, waarop aan de bovenkant een drukbalk 10 is aangebracht, waarbij deze balk 10 eigenlijk als versteviging dient.

De wand van het schot 9 bestaat bijvoorbeeld uit een staalplaat van het type golfplaat met krommingen van het type omega. De balk 10 is gefabriceerd met een deel in V-vorm of boogvorm om een doorgaande verbinding met de genoemde wand te verkrijgen en de geleiding van de containers en/of kisten tijdens het laden in de ruimen 2 te waarborgen.

De verschillende schotten 9 zijn bij voorkeur gemonteerd door ze aan de bodem 5, aan de binnenkant van de schotten 6 en aan de zijkanten van het vak 7 te lassen om waterdichte compartimenten in de ruimen 2 te vormen.

leder compartiment krijgt zijn aantal containers of kisten, die op de bodem 5 van het ruim 2 worden geplaatst.

Men ziet in Figuur 5 de aanwezigheid van de verstevigingen 11, die zo nauwkeurig zijn aangebracht, dat zij de last ter hoogte van de hoeken van de containers 1 kunnen dragen. Deze verstevigingen 11 bestaan uit eenvoudige platen van dik plaatstaal, die aan de bodem 5 zijn gelast. Verstevigingen die zich in de dubbele bodem 5 bevinden, maken het mogelijk om de lasten over de constructie te verdelen.

In Figuur 5 ziet men eveneens de constructie van iedere buitenwand 6. Deze buitenwanden 6 bestaan uit een gladde buitenplaat van staal en een stalen binnenplaat met verticale ribben 12, die in doorsnede de vorm van een omega hebben, welke aan het binnenoppervlak van de schotten 6 aan de ruimkant 2 een golvend aspect geven. Deze ribben 12 dienen als referentieoppervlak en geleiding voor de containers en/of kisten tijdens het laden in de ruimen 2.

De inwendige holte van iedere rib 12, die met de uitwendige staalplaat is gevormd, kan met voordeel met een zeer dicht materiaal worden gevuld, zoals metaal-slijpsel of andere spaanders, om een permanente ballast te vormen, die het effect van de ballast die in de bodem 5 en het middenvak 7 is aangebracht, completeert.

In Figuur 5 ziet men verder op de vloer van de verbindingsbrug 8 een luik 13. Dit luik 13 maakt de toegang mogelijk tot een kamer 14, zoals te zien is in Figuur 6, die in de dikte van het middenvak 7 is aangebracht. Deze kamer 14 vormt een toegangsschacht naar de ruimen 2.

De kamer 14 omvat aan de binnenkant een platvorm 15, dat zich ongeveer op halve hoogte van het vak 7 bevindt en vanaf dit platvorm 15 vindt men aan iedere kant van het middenvak 7 openingen 16, die toegang geven tot de ladders 17, die in holtes in de dikte van het vak 7 zijn aangebracht om de toegang mogelijk te maken tot de bodem van de ruimen 2.

Deze openingen 16 geven eveneens toegang tot het dak van de eerste laag containers 1, wanneer deze in het ruim 2 zijn geplaatst.

Figuur 7 is een aanzicht van een deel van het middenvak 7, die de opening 16 toont, aangebracht op het niveau van de kamer 14, waarbij de opening toegang geeft tot de ladder 17, aangebracht in de dikte van het middenvak 7. Deze opening 16 maakt ook de verbinding mogelijk tussen de twee ruimen 2 en in het bijzonder de corresponderende compartimenten, op zodanige wijze dat bij beschadiging van de scheepshuid, zoals een gat in de romp, het water in het compartiment van het schip, dat tegenover het compartiment ligt dat door de averij is beschadigd, kan gaan stromen om de slagzijhoek te beperken en het evenwicht van het schip te handhaven.

Figuur 8 toont deze kamer 14, die zich vanaf de vloer van de verbindingsbrug 8 tot het platform 15 uitstrekt met op het binnenoppervlak van vak 7 in de genoemde kamer 14 een ladder 18, die zich tussen het luik 13 en het platvorm 15 bevindt.

Figuur 9 is een doorsnede volgens IX-IX van Figuur 7, die de kamer 14 toont en zijn constructie met de binnenladder 18 en vanaf platform 15 de ladders 17, die naar beneden lopen in de ruimen 2, aan beide kanten van het middenvak 7.

De verbindingsbrug 8 kan relingen 19 omvatten, die langs de gehele lengte van het middenvak 7 lopen, zoals aangegeven in de Figuren 7 en 8. Deze relingen 19 kunnen met voordeel worden aangebracht om plaats te geven aan dienstendoorgangen, zoals bijvoorbeeld doorgangen voor de brandbestrijding en/of verbonden doorgangen, bijvoorbeeld naar de lensputten 20, die op de bodem van de ruimen 2 zijn aangebracht en wel in ieder compartiment, zoals aangegeven in Figuur 5.

De constructie van het middenframe in T-vorm maakt het mogelijk om op klassieke wijze de bodem 5 als ballast te gebruiken en deze constructie maakt het verder mogelijk om het middenvak 7 eveneens als ballast te gebruiken door middel van een passende inrichting.

Iedere wand 6 kan, zoals weergegeven in Figuur 4, aanmeerpunten 21 bevatten, die in de dikte van de ribben 12 of in de ruimtes tussen twee ribben 12 zijn aangebracht.

Om de veiligheid van de lading te vergroten, dat wil zeggen de plaatsing van de containers 1 te waarborgen, ligt de hoogte van de ruimen 2 aanzienlijk boven de hoogte van twee lagen containers 1. Op deze manier wordt de derde laag containers 1, of kisten ook aan de zijkant tegengehouden door de vierkanten 22 van de schotten 6 en door het bovenste deel van het middenvak 7, alsmede door de wanden 3 en 4, die zich resp. op de achter- en voorsteven van het schip bevinden.

Claims (10)

1. Binnenschip van het type duwbak of gemotoriseerde bak, voor het transport van containers of het transport van verplaatsbare kisten, met het kenmerk, dat het schip tussen de voor- en achterwanden twee ruimen (2) omvat, die zich in de lengterichting uitstrekken, waarbij deze ruimen (2) zijn begrensd door dunne buitenwanden (6) en door een T-constructie, die het hoofdframe vormt, waarbij het frame de bodem (5) van het schip en een centrale wand in de vorm van een vak (7) omvat, waarvan het bovenste deel in de vorm van een verbindingsbrug (8) is geconstrueerd, waarbij de wanden (6) worden gesteund door verstevigingen in de vorm van ruimbalken en/of schotten.

2. Binnenschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schip inwendige wanden op de buitenwanden (6) en in het bijzonder op het middenvak (7) omvat, die over hun gehele hoogte glad zijn, om als referentieoppervlakken te dienen en om de geleiding van de containers (1) of kisten te waarborgen bij het laden in de ruimen (2).

3. Binnenschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schip een middenvak (7) omvat, waarvan de dikte overeenkomt met de breedte van de verbindingsbrug (8), dat wil zeggen een breedte in de orde van 650 mm, waarbij het vak (7) evenals de bodem van het schip is in ingericht om een ballast te vormen.

4. Binnenschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schip dwars-schotten (9) omvat, die als versteviging dienen en die zich tussen de buitenwanden (6) en het middenvak (7) uitstrekken, waarbij de schotten (9) zijn opgebouwd uit wanden, die op waterdichte wijze zijn samengesteld uit - de bodem (5) van het ruim (2), - de binnenwand van de romp (6), en - de overeenkomstige wand van het middenvak (7), die aldus waterdichte compartimenten definiëren, die in de lengte van het ruim (2) zijn ingedeeld.

5. Binnenschip volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het schip in het bovenste gedeelte dwarsschotten (9), een balk (10) omvat, waarbij de balk aan de bovenkant een sectie in een V-vorm of een boog heeft, die het mogelijk maakt om de geleiding van de containers of kisten bij het laden in het ruim (2) te waarborgen.

6. Binnenschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schip een verbindingsbrug (8) omvat, voorzien van relingen (19), die zijn ingericht om plaats te geven aan dienstendoorgangen en in het bijzonder doorgangen voor de brandbestrijding en/of doorgangen voor het droogmaken van de ruimen.

7. Binnenschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vloer van de verbindingsbrug (8) luiken (13) omvat, die op regelmatige wijze zijn verdeeld, bij voorkeur op het niveau van ieder compartiment van de ruimen (2), waarbij de luiken (13) zodanig zijn aangebracht, dat zij toegang geven tot de schachten, die in verbinding staan met de ruimen (2).

8. Binnenschip volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de schachten, die beneden naar de ruimen lopen enerzijds zijn opgebouwd uit een bovenste kamer (14), die in de dikte van het middenvak (7) is ingericht, waarbij de kamer (14) zich uitstrekt op een hoogte, die ongeveer overeenkomt met de helft van de hoogte van het middenvak (7) en die aan ieder kant van het vak (7) open is en toegang geeft tot ladders (17), die aan iedere kant in de dikte van het vak (7) zijn ingericht om het afdalen tot aan de bodem van de ruimen (2) mogelijk te maken.

9. Binnenschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat iedere buitenwand (6) een wand omvat, die op een vak met een ruit (22) is geplaatst, waarbij de laatstgenoemde wand van plaatstaal is gemaakt, dat aan de buitenkant glad is en op het binnenoppervlak is versterkt met verticale ribben (12), die dit een uiterlijk van gegolfd plaatstaal geeft.

10. Binnenschip volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ribben (12) van de buitenwand (6) een holte met het uitwendige plaatstaal vormen en dat deze holtes gevuld zijn met zware producten, die een soort permanente ballast vormen.