NL2003859C2 - Inrichting voor het zagen van een snede in een muur. - Google Patents

Description

Inrichting voor het zagen van een snede in een muur

De onderhavige vinding betreft een inrichting voor het zagen van een snede in een muur. Bij de bouw of 5 verbouwing van bijvoorbeeld een woning en een bedrijfspand komt het voor dat een opening in een muur moet worden verwezenlijkt waarin vervolgens bijvoorbeeld een raam of een deur te plaatsen is. Daarbij worden een aantal sneden in de betreffende muur gemaakt, waarna het door de sneden 10 ingesloten gedeelte van de muur wordt verwijderd en in de aldus verwezenlijkte opening het raam of de deur te plaatsen is.

De inrichting volgens de uitvinding omvat een handcirkelzaagmachine voor het zagen van een snede, een 15 geleidingsrail die aan een muur aan te brengen is voor het geleiden van de handcirkelzaagmachine langs de muur, en langs de rail verplaatsbare aangrijpingsmiddelen waarmee de handcirkelzaagmachine losneembaar in aangrijping te brengen is met de rail, waarbij de handcirkelzaagmachine te kantelen 20 is om het zaagblad in de muur te brengen. De inrichting maakt het mogelijk om de geleidingsrail zonder daarmee in aangrijping gebrachte handcirkelzaagmachine op de muur te bevestigen, de handcirkelzaagmachine na het aan de muur aanbrengen van de geleidingsrail in aangrijping te brengen 25 met de geleidingsrail en vervolgens door middel van een kanteling van de handcirkelzaagmachine een aan de handcirkelzaagmachine aangebracht zaagblad in de muur te brengen en onder geleiding van de geleidingsrail een snede te zagen. Dit heeft als voordeel dat eenvoudig en veilig met 30 een handcirkelzaagmachine de benodigde sneden in een muur te maken zijn om bijvoorbeeld een opening voor een raam of een deur te verwezenlijken. Het zagen van sneden in een muur met een conventionele handcirkel zaag, uitgevoerd met of zonder 2 waterkoeling voor het zaagblad, is moeilijk en onveilig gebleken. Het gebruik van een handcirkelzaagmachine voor het zagen van een snede in een relatief zachte en dunne muur wordt beschouwd als een goedkoop alternatief voor het 5 gebruik van omvangrijke speciaal voor relatief harde en dikke muren ontworpen inrichtingen waarmee een zaagblad mechanisch in een muur te brengen en daarlangs te verplaatsen is. Het hanteren van een handcirkelzaagmachine bij het zagen van een snede in een vertikaal oppervlak is 10 echter moeilijk. In het bijzonder is het hanteren van de conventionele handcirkelzaagmachine moeilijk bij het zagen van het gedeelte van een te zagen snede dat boven de schouders van de gebruiker is gelegen, en bij het in de muur brengen van het aan de conventionele handcirkelzaagmachine 15 aangebrachte zaagblad. Als gevolg van dit moeilijke hanteren kunnen onveilige situaties ontstaan, waarbij de gebruiker of omstanders gewond kunnen raken. Met de inrichting volgens de uitvinding is na het aan de muur aanbrengen van de eenvoudig en veilig te hanteren geleidingsrail en het eenvoudig en 20 veilig met de geleidingsrail in aangrijping brengen van de niet in werking zijnde handcirkelzaagmachine, de bewegingsvrijheid van de handcirkelzaagmachine beperkt. Hierdoor is het hanteren van de handcirkelzaagmachine bij het in de muur brengen van een aan de handcirkelzaagmachine 25 aangebracht zaagblad en bij zagen van de snede eenvoudiger en veiliger dan bij het zagen van een snede in een muur met een losse, niet-geleide conventionele handcirkelzaagmachine. Overigens is het met de inrichting volgens de uitvinding tevens mogelijk om een snede in een vloer te verwezenlijken. 30 Bij het verwezenlijken van sneden in een muur of een vloer wordt de bewerking van de muur of de vloer met het zaagblad ook wel aangeduid als een slijpende bewerking. Als gevolg daarvan wordt een handcirkelzaagmachine zoals toegepast in 3 de inrichting volgens de uitvinding ook wel aangeduid als handslijpmachine en het zaagblad ook wel aangeduid als slijpschijf. Veelal wordt bij het zagen of slijpen van sneden in een muur of een vloer gebruikgemaakt van een 5 gediamanteerd zaagblad of gediamanteerde slijpschijf, waarbij de handcirkelzaagmachine dan ook wel wordt aangeduid als handbediende diamantzaagmachine of diamantslijpmachine.

In een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvatten de aangrijpingsmiddelen een 10 langs de rail verplaatsbare wagen met een daaraan aangebrachte aangrijpingsas, en aan de handcirkelzaagmachine aangebrachte hakende middelen die met de aangrijpingsas in aangrijping te brengen zijn. Deze maatregel maakt het voor de gebruiker mogelijk om de handcirkelzaagmachine in 15 aangrijping te brengen met de geleidingsrail zonder beide handen van de handcirkelzaagmachine af te nemen. Dit heeft als voordeel dat het in aangrijping brengen van de handcirkelzaagmachine met de geleidingsrail eenvoudiger en veiliger is. In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan 20 omvatten de aangrijpingsmiddelen tevens een vergrendeling voor het vergrendelen van de hakende middelen wanneer deze in aangrijping zijn met de aangrijpingsas. Deze maatregel maakt het mogelijk om na het in aangrijping brengen van de handcirkelzaagmachine met de geleidingsrail te verhinderen 25 dat de handcirkelzaagmachine ongewenst los raakt van de geleidingsrail. Dit heeft als voordeel dat de inrichting veiliger is.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding waarbij de 30 aangrijpingsmiddelen een langs de rail verplaatsbare wagen met een daaraan aangebrachte aangrijpingsas omvatten en aan de handcirkelzaagmachine aangebrachte hakende middelen die met de aangrijpingsas in aangrijping te brengen zijn, is de 4 handcirkelzaagmachine kantelbaar rond de as-lijn van de aangrijpingsas. Deze maatregel maakt een eenvoudige vormgeving van de inrichting mogelijk. De aangrijpingsas en de hakende middelen dienen immers zowel voor het in 5 aangrijping brengen van de handcirkelzaagmachine met de geleidingsrail als voor het kantelen van de handcirkelzaagmachine ten opzichte van de geleidingsrail.

Dit heeft als voordeel dat de inrichting eenvoudig en betrouwbaar is. In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan is 10 de aangrijpingsas roteerbaar met de verplaatsbare wagen is verbonden. De maatregel maakt het mogelijk een verplaatsing van het oppervlak van de hakende middelen dat in contact is met de aangrijpingsas langs het oppervlak van de aangrijpingsas dat in contact is met de hakende middelen te 15 verminderen. Dit heeft als voordeel dat slijtage van de genoemde oppervlakken te verminderen is, zodat de afname van de mate van aangrijping tussen de hakende middelen en de aangrijpingsas en daarmee de afname van bewegingsbeperking van de handcikelzaag ten opzichte van de geleidingsrail te 20 vermijden is.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze tevens een kantelstop voor het beperken van de kantelbeweging van de handcirkelzaagmachine wanneer deze in aangrijping is met de 25 rail. Deze maatregel maakt het bijvoorbeeld mogelijk de kantel beweging in zoverre te beperken dat de handcirkelzaagmachine niet zover te kantelen is dat een aan de handcirkelzaagmachine aangebracht zaagblad richting de gebruiker is gekeerd. Tevens maakt deze maatregel het door 30 het beperken van de kantelbeweging mogelijk de maximale afstand tussen het tegen een muur aan te brengen oppervlak van de geleidingsrail en de rotatie-aslijn van een aan de handcirkelzaagmachine aangebracht zaagblad te beperken, 5 zodat de gebruiker bijvoorbeeld wordt gedwongen eerst met een zaagblad met een relatief kleine straal een voorsnede om vervolgens met een zaagblad met een grotere straal de snede af te maken. Deze maatregel heeft daarmee als voordeel dat 5 de inrichting veiliger is.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de handcirkelzaagmachine voorzien van een afschermingskap voor het afschermen van een aan de handcirkelzaagmachine aangebracht zaagblad, welke 10 afschermingskap is voorzien van een kunststof grip. De maatregel maakt het mogelijk de grip van de gebruiker op de afschermingskap te vergroten bij het hanteren van de inrichting. Dit heeft als voordeel dat de inrichting veiliger is.

15 De onderhavige uitvinding betreft tevens een kit omvattende een hiervoor beschreven inrichting en ten minste een eerste zaagblad en een tweede zaagblad die roteerbaar rond een rotatie-aslijn aan de handcirkelzaagmachine aan te brengen zijn, waarbij de straal van het eerste zaagblad 20 kleiner is dan de straal van het tweede zaagblad, waarbij de kantelstop zodanig is vormgegeven dat wanneer de handcirkelzaagmachine in aangrijping is met de geleidingsrail de afstand tussen het tegen een muur aan te brengen oppervlak van de geleidingsrail en de rotatie-aslijn 25 groter is dan de straal van het eerste zaagblad en kleiner is dan de straal van het tweede zaagblad. Door middel van deze kit wordt de gebruiker daarvan gedwongen eerst met het eerste zaagblad met de relatief kleine straal een voorsnede te maken om vervolgens met het tweede zaagblad met de 30 relatief groter straal de snede dieper te maken. Deze kit maakt een eenvoudig en bijzonder veilig zagen van een snede in bijvoorbeeld een muur of een vloer mogelijk.

6

De onderhavige uitvinding betreft tevens een samenstel voor het vormen van een hiervoor beschreven inrichting omvattende een geleidingsrail die aan een muur aan te brengen is voor het geleiden van een 5 handcirkelzaagmachine langs de muur en langs de rail verplaatsbare aangrijpingsmiddelen waarmee de handcirkelzaagmachine losneembaar in aangrijping te brengen is met de rail, waarbij de handcirkelzaagmachine te kantelen is om het zaagblad in de muur te brengen. Dit samenstel 10 maakt het mogelijk eenvoudig en veilig een snede in bijv. een muur of een vloer te maken.

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, dat in de bijgevoegde figuren is getoond. Het betreft een 15 niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld.

In de figuren toont: - figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; - figuur 2 een perspectivisch aanzicht van de inrichting van 20 figuur 1; - figuur 3 een zijaanzicht van een detail van de inrichting van figuur 1; - figuur 4 een perspectivisch aanzicht van de inrichting van figuur 1 in een eerste gebruikssituatie; 25 - figuur 5 een perspectivisch aanzicht van de inrichting van figuur 1 in een tweede gebruikssituatie;

In figuur 1 is een inrichting 1 getoond voor het zagen van een snede in een muur. De inrichting 1 is getoond met een handcirkelzaagmachine 2 die in aangrijping is met 30 een geleidingsrail 3. De geleidingsrail 3 is voorzien van bevestigingsgaten 4, waar doorheen bevestigingsbouten 5 zijn gestoken waarmee de geleidingsrail 3 aan een muur aan te brengen is waarin een snede moet worden gemaakt. Getoond is 7 verder dat de handcirkelzaagmachine 2 in aangrijping is met de geleidingsrail 3 via een wagen 6 die langs de geleidingsrail 3 verplaatsbaar is in de richting van de pijlen A. Zo is de handcirkelzaagmachine 2 in de richting 5 van de pijlen A langs de geleidingsrail verplaatsbaar.

Daarnaast is de handcirkelzaagmachine 2 ten opzichte van de geleidingsrail 3 te kantelen in de richting van pijl B de om het werkzaam met de handcirkelzaagmachine 2 verbonden zaagblad 7 in contact met de muur te brengen waarin een 10 snede moet worden gemaakt. In de figuren 2 en 3 is de wijze waarop in de inrichting zoals getoond in figuur 1 de handcirkelzaagmachine 2 in aangrijping is met de geleidingsrail 3 in detail getoond.

In figuur 2 is de inrichting 1 van figuur 1 15 getoond, waarbij de handcirkelzaagmachine 2 niet in aangrijping is met de geleidingsrail 3. De geleidingsrail 3 is voorzien van bevestigingsgaten 4, waar doorheen bevestigingsbouten 5 zijn gestoken waarmee de geleidingsrail 3 aan een muur 8 is aangebracht waarin sneden moeten worden 20 gemaakt. De te maken sneden zijn weergegeven door middel van de stippellijn 9. Na het maken van de door middel van de stippellijn 9 aangeduide sneden is het door de sneden ingesloten gedeelte 8a van de muur 8 weg te nemen, zodat een opening is gecreëerd waarin bijvoorbeeld een deur kan worden 25 aangebracht. Getoond is verder dat de handcirkelzaagmachine 2 is voorzien van een haakorgaan 10 dat door de handcirkelzaagmachine 2 in de richting van pijl C te verplaatsen in aangrijping te brengen is met een aangrijpingsas 11 die is aangebracht aan de langs de 30 geleidingsrail 3 verplaatsbare wagen 6. Het hakende orgaan 8 en de wagen 6 met daaraan de aangrijpingsas 11 vormen samen de aangrijpingsmiddelen waarmee de handcirkelzaagmachine 2 in aangrijping te brengen is met de geleidingsrail 3.

8

In figuur 3 is een gedeelte van de inrichting 1 van figuur 1 in detail in zijaanzicht getoond. De handcirkelzaagmachine 2 is getoond met een chassis 12 met daarin een motor 13 waarmee een werkzaam met de 5 handcirkelzaagmachine 2 verbonden zaagblad 7 aan te drijven is. Het chassis is tevens voorzien van een handgreep 14 waaraan de gebruiker de handcirkelzaagmachine 2 met een hand kan vastgrijpen, van een aansluiting 15 voor de toevoer van koelvloeistof, en van een afschermkap 16 voor het afschermen 10 van het werkzaam met de handcirkelzaagmachine 2 verbonden zaagblad 7. De afschermkap 16 is voorzien van een kunststof grip 17.

De handcirkelzaagmachine 2 is in figuur 3 in aangrijping met een geleidingsrail 3, welke geleidingsrail 3 15 door middel van bevestigingsbouten 5 tegen een muur 8 is aangebracht. De handcirkelzaagmachine 2 is in aangrijping met de geleidingsrail 3 door middel van aangrijpingsmiddelen in de vorm van de langs de rail 3 verplaatsbare wagen 6 met de daaraan aangebrachte aangrijpingsas 11 en het aan de 20 handcirkelzaagmachine 2 aangebrachte haakorgaan 10. In figuur 3 is de wagen 6 gedeeltelijk opengewerkt getoond, zodat zichtbaar is dat het haakorgaan 10 in aangrijping is met de aangrijpingsas 11. Tevens is getoond dat het haakorgaan 10 is voorzien van een als vergrendelbout 16 25 vormgegeven vergrendeling. In figuur 3 is getoond dat de vergrendelbout 16 aan één einde is voorzien van een draaigreep 16a en aan het andere eind is voorzien van een punt 16b, welke punt 16b in contact is met de aangrijpingsas 11. Als gevolg daarvan is de handcirkelzaagmachine 2 niet in 30 de richting van pijl D te verplaatsen ten opzichte van de geleidingsrail 3 en daarmee niet los te maken van de aangrijpingsas 11. Door aan de draaigreep 16a te draaien is de punt 16b van de vergrendelbout 16 van de aangrijpingsas 9 11 weg te verplaatsen, zodat de handcirkelzaagmachine 2 in de richting van pijl D van de aangrijpingsas 11 en daarmee van de geleidingsrail los te maken is. Dan is de situatie verwezenlijkt zoals getoond in figuur 2. Vanuit de in figuur 5 2 getoonde situatie is de handcirkelzaagmachine 2 dan weer in de richting van pijl C te verplaatsen om deze weer losneembaar in aangrijping te brengen met de geleidingsrail 3.

In figuur 3 is tevens getoond dat de 10 handcirkelzaagmachine 2 kantelbaar is rond de as-lijn 11a van de aangrijpingsas 11, zodat de handcirkelzaagmachine 2 vanuit de in figuur 3 getoonde positie in de richting van pijl B te kantelen is. Daarbij wordt dan het zaagblad 7 in contact gebracht met de muur 8. Niet getoond is dat de 15 aangrijpingsas 11 roteerbaar is verbonden met de verplaatsbare wagen 6, bijvoorbeeld door middel van in de wagen 6 opgenomen rollagers.

In figuur 3 is tevens getoond dat de inrichting 1 een kantelstop heeft in de vorm van een uitstekend been 18 20 van het haakorgaan 10. Dit uitstekende been 18 is in de in figuur 3 getoonde situatie in contact met de wagen 6, zodat de kantelbeweging van de handcirkelzaagmachine 2 in zoverre is beperkt dat de handcirkelzaagmachine 2 niet verder in de richting van pijl E kan kantelen. Door middel van dit 25 uitstekende been 18 is tevens de maximale afstand F bepaald. Deze afstand F is de afstand tussen het tegen de muur 8 aangebrachte oppervlak 3a van de geleidingsrail 3 en een lijn 19 die de rotatie-aslijn waar omheen het zaagblad 7 door middel van de motor 13 te roteren is snijdt, en die 30 parallel aan het tegen de muur 8 aangebrachte oppervlak 3a van de geleidingsrail 3 verloopt, wanneer de handcirkelzaagmachine 2 in aangrijping is met de geleidingsrail 3. Doordat de straal van het zaagblad 7 dat 10 is getoond in figuur 3 kleiner is dan de maximale afstand F is het zaagblad 7 in de getoonde situatie niet in contact met de muur 8. Als de straal van het zaagblad 7 groter zou zijn dan de maximale afstand F, dan zou de 5 handcirkelzaagmachine met het daaraan aangebrachte zaagblad 7 niet in aangrijping gebracht kunnen worden met de geleidingsrail 3. Als de gebruiker toch een zaagblad 7 met een grotere straal wil gebruiken dan de maximale afstand F, moet de gebruiker eerste een voorsnede maken met een 10 zaagblad 7 met een kleinere straal van de maximale afstand F. Daarna kan de gebruiker dan een zaagblad 7 gebruiken met een grotere straal dan de maximale afstand F. Het zaagblad 7 met de grotere straal kan dan immers bij het in aangrijping brengen van de handcirkelzaagmachine 2 met de geleidingsrail 15 3 gedeeltelijk in de reeds voorgezaagde snede worden gebracht, zodat de handcirkelzaagmachine 2 wel in aangrijping te brengen is met de geleidingsrail 3. In figuur 4 en figuur 5 is deze wijze van werken schematisch getoond. In figuur 4 is getoond dat een voorsnede 20 in de muur 8 20 wordt gemaakt met een zaagblad 7 met een diameter rl die kleiner is dan de maximale afstand F. Om deze voorsnede te maken is de handcirkelzaagmachine 2 in de richting van pijl B gekanteld ten opzichte van de geleidingsrail 3, zodat het zaagblad 7 in de muur 8 is gebracht, en is vervolgens de 25 handcirkelzaagmachine 2 in de richting van pijl G langs de geleidingsrail 3 verplaatst, zodat de voorsnede 20 is gemaakt. Door vanuit de getoonde situatie de handcirkelzaagmachine 2 verder in de richting van pijl G te verplaatsen word de voorsnede 20 verder langs de gestippelde 30 lijn 9 gemaakt. In figuur 5 is getoond dat een zaagblad 7 met een grotere diameter dan de maximale afstand F in de voorsnede 20 is gebracht, in de richting van de pijl B is gekanteld ten opzichte van de geleidingsrail 3 en vervolgens 11 de handcirkelzaagmachine 2 in de richting van pijl G is bewogen, zodat van een gedeelte van de voorsnede 20 een volledige snede 21 is gemaakt. Door vanuit de getoonde situatie de handcirkelzaagmachine 2 verder in de richting 5 van pijl G te verplaatsen word het verdere gedeelte van de voorsnede 20 tot volledige snede gemaakt.

10

Claims (9)

1. Inrichting voor het zagen van een snede in een muur, omvattende: 5. een handcirkelzaagmachine voor het zagen van een snede; - een geleidingsrail die aan een muur aan te brengen is voor het geleiden van de handcirkelzaagmachine langs de muur; en - langs de rail verplaatsbare aangrijpingsmiddelen waarmee de handcirkelzaagmachine losneembaar in aangrijping te 10 brengen is met de rail, waarbij de handcirkelzaagmachine ten opzichte van de geleidingsrail te kantelen is om een werkzaam met de handcirkelzaagmachine verbonden zaagblad in contact met de muur te brengen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de aangrijpingsmiddelen omvatten: - een langs de rail verplaatsbare wagen met een daaraan aangebrachte aangrijpingsas; en - een aan de handcirkelzaagmachine aangebracht haakorgaan 20 dat met de aangrijpingsas in aangrijping te brengen is.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de aangrijpingsmiddelen tevens een vergrendeling omvatten voor het vergrendelen van het haakorgaan wanneer deze in 25 aangrijping is met de aangrijpingsas.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de handcirkelzaagmachine kantelbaar is rond de as-lijn van de aangrijpingsas. 30

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de aangrijpingsas roteerbaar met de verplaatsbare wagen is verbonden.

6. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, tevens omvattende een kantelstop voor het beperken van de kantelbeweging van de handcirkelzaagmachine wanneer 5 deze in aangrijping is met de rail.

7. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, waarbij de handcirkelzaagmachine is voorzien van een afschermingskap voor het afschermen van een aan de 10 handcirkelzaagmachine aangebracht zaagblad, welke afschermingskap is voorzien van een kunststof grip.

8. Kit omvattende - een inrichting volgens één van de conclusies 1 tot en met 15 7, en - ten minste een eerste zaagblad en een tweede zaagblad die roteerbaar rond een rotatie-aslijn aan de handcirkelzaagmachine aan te brengen zijn, waarbij de straal van het eerste zaagblad kleiner is dan de straal van het 20 tweede zaagblad; waarbij - de kantelstop zodanig is vormgegeven dat wanneer de handcirkelzaagmachine in aangrijping is met de geleidingsrail de 25 afstand tussen het tegen een muur aan te brengen oppervlak van de geleidingsrail en een lijn die de rotatie-aslijn snijdt en die parallel aan het een muur aan te brengen oppervlak van de geleidingsrail verloopt, groter is dan de straal van het eerste zaagblad en kleiner is dan de straal 30 van het tweede zaagblad.

9. Samenstel voor het vormen van een inrichting volgens één van de conlusies 1 tot en met 7 omvattende - een geleidingsrail die aan een muur aan te brengen is voor het geleiden van een handcirkelzaagmachine langs de muur; en - langs de rail verplaatsbare aangrijpingsmiddelen waarmee de handcirkelzaagmachine losneembaar in aangrijping te 5 brengen is met de rail, waarbij de handcirkelzaagmachine te kantelen is om het zaagblad in de muur te brengen.