NL2003830C2 - Insektenhor. - Google Patents
Insektenhor. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2003830C2 NL2003830C2 NL2003830A NL2003830A NL2003830C2 NL 2003830 C2 NL2003830 C2 NL 2003830C2 NL 2003830 A NL2003830 A NL 2003830A NL 2003830 A NL2003830 A NL 2003830A NL 2003830 C2 NL2003830 C2 NL 2003830C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- insect screen
- mesh material
- screen according
- retaining
- polypropylene
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/52—Devices affording protection against insects, e.g. fly screens; Mesh windows for other purposes
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C08—ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
- C08L—COMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
- C08L23/00—Compositions of homopolymers or copolymers of unsaturated aliphatic hydrocarbons having only one carbon-to-carbon double bond; Compositions of derivatives of such polymers
- C08L23/02—Compositions of homopolymers or copolymers of unsaturated aliphatic hydrocarbons having only one carbon-to-carbon double bond; Compositions of derivatives of such polymers not modified by chemical after-treatment
- C08L23/10—Homopolymers or copolymers of propene
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C08—ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
- C08L—COMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
- C08L23/00—Compositions of homopolymers or copolymers of unsaturated aliphatic hydrocarbons having only one carbon-to-carbon double bond; Compositions of derivatives of such polymers
- C08L23/02—Compositions of homopolymers or copolymers of unsaturated aliphatic hydrocarbons having only one carbon-to-carbon double bond; Compositions of derivatives of such polymers not modified by chemical after-treatment
- C08L23/10—Homopolymers or copolymers of propene
- C08L23/12—Polypropene
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C09—DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- C09K—MATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
- C09K19/00—Liquid crystal materials
- C09K19/04—Liquid crystal materials characterised by the chemical structure of the liquid crystal components, e.g. by a specific unit
- C09K19/38—Polymers
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C09—DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- C09K—MATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
- C09K19/00—Liquid crystal materials
- C09K19/52—Liquid crystal materials characterised by components which are not liquid crystals, e.g. additives with special physical aspect: solvents, solid particles
- C09K19/54—Additives having no specific mesophase characterised by their chemical composition
- C09K19/542—Macromolecular compounds
- C09K19/544—Macromolecular compounds as dispersing or encapsulating medium around the liquid crystal
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B9/00—Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
- E06B9/52—Devices affording protection against insects, e.g. fly screens; Mesh windows for other purposes
- E06B2009/527—Mounting of screens to window or door
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Materials Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Medicinal Chemistry (AREA)
- Crystallography & Structural Chemistry (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Insects & Arthropods (AREA)
- Pest Control & Pesticides (AREA)
- Architecture (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Laminated Bodies (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
Description
DP/P89462NL00
Insektenhor
De uitvinding heeft betrekking op een insectenhor voor het afschermen van een bouwkundige opening, welke insectenhor voorzien is van een vel gaasmateriaal met twee tegenoverliggende langsranden en ten minste twee vasthoudprofielen voor het vasthouden van de twee 5 tegenoverliggende langsranden aan de bouwkundige opening.
Dergelijke insectenhorren zijn bekend als vast type waarbij het gaasmateriaal met een omtrekskader verbonden is. Ook zijn insectenhorren bekend die van een oprolbaar type zijn waarbij het gaasmateriaal beweegbaar is opgenomen en met tegenoverliggende langsranden in 10 zij geleidingen is geleid. Het gaasmateriaal is daarbij oprolbaar in een bovenkast. Ook zijn de oprolbare insectenhorren doorgaans voorzien van een onderlat. De zij geleidingen en de bovenkast zijn bij insectenhorren van het oprolbare type veelal permanent aan een raamkozijn bevestigd. Insectenhorren van het vaste type zijn veelal uitneembaar in een 15 raamkozijn bevestigd zodat deze in de wintermaanden kunnen worden opgeslagen.
Een terugkerend probleem bij insectenhorren zijn de verbindingen van het horregaasmateriaal aan andere componenten van de insectenhor, zoals omtrekskaders, oprolinrichtingen, onderlatten en/of zijgeleidingen.
20 Bij vaste insectenhorren wordt het horrengaas meestal in een omtreksgroep in het omtrekskader geklemd, door het gaasmateriaal met een daarop gelegde pees in een omtreksgroef te drukken. Dergelijke constructies zijn beschreven in de octrooipublicaties US 3321885 en US 4005737. Het meest toegepaste horregaas materiaal is een met een PVC-laag 25 (polyvinylchloride) bekleed weefsel uit glasvezel. Dit materiaal wordt onder andere geleverd door de firma Phifer Wire Products, Inc, uit Tuscaloosa, Alabama, USA. Dit materiaal kan slechts beperkt worden gebogen of 2 gevouwen, omdat anders de ommantelde glasvezels breken. Door het horrengaas met een pees in een bevestigingsgroef te persen, treden dergelijke draadbreuken regelmatig op, maar worden over het algemeen getolereerd omdat ze in de praktijk weinig afbreuk doen aan de 5 bruikbaarheid van de verbinding. Een ander nadeel is echter dat tijdens het inrollen van de pees de ligging en de spanning van het horregaas veranderd, waardoor de gaasbevestiging onregelmatig wordt.
Bij oprolbare insectenhorren is het voorgesteld om voor de bevestiging van het horregaas aan de rol of de onderlat smelt- en 10 lasverbindingen toe te passen, zoals beschreven in de octrooipublicaties
WO 01/36778 en US 6463990. Ook is voorgesteld om vasthoudmiddelen voor een verbinding met de zij geleidingen door lassen of smelten aan het horregaas te bevestigen. Dergelijke voorstellen zijn beschreven in de octrooipublicaties US 3149665 en EP 0790384. Dergelijke verbindingen 15 worden verhinderd door de slechte lasbaarheid van het met PVC
ommantelde glasweefsel horregaas. De bekende las- en smeltverbindingen maken daarom allemaal gebruik van een ander materiaal dat met de PVC ommanteling versmelt of dit door omsluiting in de massa opneemt.
Andere materialen, die beter lasbaar zijn en met zichzelf kunnen 20 versmelten, zoals polypropyleen, hebben geen toepassing kunnen vinden als horregaas vanwege hun slechte bestendigheid tegen UV-straling.
De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor deze problemen. Daarmee in overeenstemming is het ook een doel van de onderhavige uitvinding om minstens één van de nadelen van de stand van 25 de techniek te elimineren of te verbeteren. Het is eveneens een doel van de onderhavige uitvinding om alternatieve oplossingen te verschaffen die eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd en die bovendien verhoudingsgewijs voordelig gemaakt kunnen worden. Alternatief is het een doel van de uitvinding om het publiek een op zijn minst nuttige keuzemogelijkheid te 30 verschaffen.
3
Daartoe voorziet de uitvinding in een insectenhor en in een werkwijze voor het vormen van een lasverbinding, zoals gedefinieerd in een of meer van de aangehechte conclusies en onderconclusies.
5 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden als getoond in de bijbehorende tekeningen, waarin:
Figuur 1 toont een insectenhor volgens de uitvinding van het vaste type; 10 Figuur 2 toont een insectenhor volgens de uitvinding van het oprolbare type;
Figuur 3 is een partiële doorsnede van de vaste insectenhor uit Figuur 1;
Figuur 4 is een doorsnede van een alternatief houten frame 15 element voor gebruik in de uitvinding; nog zonder horrengaas;
Figuur 5 toont een vervaardigingsstap voor de insectenhor uit Figuur 1, 3 of 4;
Figuur 6 is een partiële doorsnede van de oprolbare insectenhor uit Figuur 2; en 20 Figuur 7 toont een vervaardigingsstap voor de insectenhor uit
Figuur 2 en 6.
In Figuur 1 is een hoekdeel getoond van een doorgaans rechthoekig omrande insectenhor 1. De insectenhor 1 is op de gebruikelijke manier samengesteld uit holle randprofielen 3A, 3B die in verstek op elkaar 25 aansluiten om een hoek 5 te vormen en waaraan een vel horrengaas,
gasmateriaal of schermmateriaal 7 is bevestigd. Door de randprofielen, zoals 3A en 3B, wordt op de gebruikelijke manier een omtrekskader, omtreksframe of omranding gevormd. Zoals voor vaste typen insectenhorren gebruikelijk is, is de omranding om in, of voor, een raamopening te worden 30 geplaatst. De in verstek op elkaar aansluitende randprofielen 3A, 3B
4 kunnen inwendig voorzien zijn van een hoekverbinder (niet getoond, maar conventioneel). Verder is te zien in Figuur 1 dat de randprofielen 3A, 3B elk voorzien zijn van een ondersneden groef 9A, 9B, respectievelijk. Opgenomen in deze ondersneden groeven 9A, 9B is een pees of inlage 11 uit 5 polypropyleen materiaal. Bij voorkeur is het polypropyleen materiaal voor de pees 11 er één van het type waarin een vloeibaar kristalpolymeer (LC-polymeer) is opgenomen die het polypropyleen materiaal UV-bestendig maakt. Het vel horrengaas 7 is eveneens geweven uit polypropyleen vezels van het type waarvan ook de UV-bestendigheid is verhoogd door toevoeging 10 van een LC-polymeer. De uitvoeringsvorm volgens Figuur 1 zal hieronder nog nader worden uiteengezet in een bespreking van de Figuren 3 tot 5.
In figuur 2 is een tweede uitvoeringsvorm van een insectenhor 51 volgens de uitvinding te zien. De insectenhor 51 is van het oprolbare type met een rol in een bovenkast 53 en zij geleidingen in de vorm van 15 zijgeleidingsprofielen, of -kanalen 55 waarvan er slechts één is weergegeven in Figuur 2. Een oprolbaar vel horrengaas, respectievelijk gaasmateriaal 57 is met zijn langsranden in het zij geleidingsprofiel 55 opgenomen. Het boveneinde van het vel gaasmateriaal 57 is in de bovenkast 53 aan een rol bevestigd (niet zichtbaar, maar conventioneel) en heeft een onderste rand 20 bevestigd aan een onderlat 59. De onderlat 59 is, zoals gebruikelijk bij oprolbare insectenhorren, geleid in de zij geleidingen 55 en kan daaraan in de gesloten positie worden vergrendeld. Het gasmateriaal 57 is ook hier van polypropyleen garens die door toevoeging van een vloeibaar kristalpolymeer (LC-polymeer) UV-bestendig is gemaakt. De uitvoeringsvorm volgens 25 Figuur 2 zal hieronder nog nader worden beschreven aan de hand van de Figuren 6 en 7.
Figuur 3 is een dwarsdoorsnede in deelaanzicht van een randprofiel 3A met een daaraan bevestigd horrengaas 7. Het horrengaas 7 is door versmelting, in de vorm van een lasverbinding 12 aan de pees 11 30 bevestigd. Het polypropyleen materiaal van de garens van het horrengaas 5 materiaal 7 en de pees 11 zijn overwegend goed lasbaar zonder dat de zichtzijde van het horrengas 7 beschadigt. Bovendien is het polypropyleen materiaal door de toevoeging van een LC-polymeer geschikt geworden voor toepassing in insectenhorren die, zoals bekend, zijn blootgesteld aan UV-5 straling. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld beschikt de pees 11 in dwarsdoorsnede buitenwaarts elastische armen 11A, 11B die een snapverbinding bewerkstelligen met de ondersneden groef 9A.
Als alternatief voor het randprofiel uit Figuur 3 toont Figuur 4 een randprofiel 13 uit hout. Het houten randprofiel 13 is eveneens voorzien van 10 een ondersneden, grotendeels cirkelvormige, groef 19, die cirkelvormig kan zijn uitgevoerd. In de cirkelvormig ondersneden groef 19 kan een pees of inlage 21 zijn ingesnapt of ingerold, die is gevormd uit een polypropyleen materiaal met een toevoeging van een LC-polymeer voor het verkrijgen van de gewenste UV-bestendigheid. Aan deze pees 21 kan weer een 15 horrengaasmateriaal uit UV-bestendig polypropyleen garens worden vastgelast. Dit horrengaasmateriaal is niet getoond in Figuur 4 maar is in wezen identiek met het gaasmateriaal 7 dat in de figuren 1 en 3 is getoond. Na versmelting met het gaasmateriaal kan de pees 21 een afgeplatte vorm aannemen zodat het deel dat boven de groef 19 uitsteekt niet meer rond is. 20 Figuur 5 toont een vervaardigingsstap voor het verkrijgen van de insectenhorren van het vaste type, waarop de Figuren 1, 3 en 4 betrekking hebben. De uit randprofielen opgebouwde omranding, hier met het verwijzingscijfer 3 aangegeven, is eerst voorzien van de inlage of pees 11. Het schermmateriaal 7 is dan nog niet bevestigd en wordt als een voldoende 25 groot vel bovenop de omranding 3 met daarin de inlage 11 gelegd. Eventueel kan het horrengaas 7 daarbij onder spanning gestrekt worden gehouden. Vervolgens wordt een aambeeld 31 van een warmtepers in contact gebracht met de bovenzijde van het horrengaas 7. De warmtepers-installatie kan gebruik maken van warmte, hoogfrequent, of andere geschikte 30 lastechnieken om het horrengaas 7 met de peesinlage 11 te versmelten.
6
In Figuur 6 wordt een dwarsdoorsnede in deelaanzicht getoond van een zijgeleiding 55 uit Figuur 2 met daarin opgenomen een langsrand 61 van het horrengaas 57. De langsrand 61 is ontstaan door het horrengaasmateriaal 57 gedeeltelijk op zichzelf terug te vouwen en te 5 verbinden door lassen of smelten en een terugliggend deel daarvan een omhoog verende haakrand 63 te laten vormen. Deze omhoogverende haakrand 63 wordt bij het oprollen tegen het polypropyleen gaasmateriaal 57 aangedrukt maar veert in uitgerolde toestand vrij van het onderliggende gaasmateriaal 57. In het zijgeleidingskanaal 55 wordt deze haakrand 63 10 gevangen achter een diagonaal naar binnen gerichte veerelastische strip 65. De veerelastische strip 65 is opgenomen in een zwaluwstaartgroef 67 van het zijgeleidingsprofiel 55. Deze haakrand 63 vormt het vasthoudmiddel voor het vasthouden van elk van de minstens twee tegenoverliggende langsranden 61 aan een bijbehorende van de minstens in tweevoud 15 aanwezige zij geleidingsprofielen 55. Doordat de haakrand 63 en de veerelastische strip 65 zich over vrijwel de gehele hoogte, respectievelijk lengte, van de zijgeleiding 55 uitstrekken kan het horrengaas 57 niet door wind of stoten uit de zijgeleiding los komen. Bij een overmatig hoge belasting kan het horrengaas nog wel uit de zijgeleiding ontsnappen, maar 20 daarna kan het weer zonder schade worden teruggeplaatst door de eindgebruiker. Het is wederom de voordelige lasmogelijkheid van het polypropyleen (PP) gaas, die deze oplossing mogelijk maakt.
In figuur 7 is een werkwijzestap getoond waarmee de langsrand 61 kan worden verkregen. Door gebruik te maken van een aambeeld 71 van 25 een warmtepers dat direct op de omslagvouw 69 wordt geplaatst wordt, behalve versmelting van het polypropyleen materiaal, ook bereikt dat de omslagvouw een permanente vorm krijgt. Op deze wijze wordt een versterkte boord verkregen waarmee de rolhor goed oprolbaar blijft en de toename in oproldiameter beperkt blijft. De verstevigde buitenrand met de 7 omhoogstaande haakrand 63 geeft een goede borging tegen losschieten uit de zij geleiding.
Ook bij deze rolhorvariant wordt met voordeel een horrengaas uit UV-stabiele polypropyleen garens toegepast. Deze UV-bestendige PP-garens 5 zijn verkregen door aan het PP materiaal en LC-polymeer van een geschikt soort toe te voegen. Bij een geschikt type LC-polymeer, gaat het om een polymeer waarvan de vorm veranderd onder invloed van warmte en druk. Het polymeer vormt een oppervlakte film die zonlichtwerend is en het onderliggende materiaal beschermd. Dergelijke PP-materialen zijn bekend 10 uit het artikel: “Osaka researchers develop light-resistant polypropylene” dat verschenen is in het vakblad “New Materials Asia” van juni 2007.
Verder geeft het Europese octrooi EP 0064802 van ICI een aantal mogelijkheden om LC-polymeren aan polypropyleen toe te voegen.
Ofschoon de uitvinding beschreven is aan de hand van als 15 insectenhor uitgevoerde voorbeelden, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding ook toepassing kan vinden bij zonweringen of verduisteringsmiddelen, zoals rolgordijnen en voor gebruik zowel in het interieur of aan de buitenzijde van gebouwen.
Verondersteld wordt dat de uitvoering en de werking van de 20 onderhavige uitvinding uit de voorafgaande beschrijving duidelijk blijken.
De uitvinding is niet beperkt tot om het even welke hierin beschreven uitvoeringsvorm en, binnen het vermogen van de deskundige, zijn er wijzigingen mogelijk die binnen de omvang van de bescherming geacht moeten worden te liggen. Eveneens worden alle kinematische omkeringen 25 geacht binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding te zijn begrepen. Uitdrukkingen, zoals bestaand uit”, wanneer gebruikt in deze beschrijving of de bijgaande conclusies, moeten niet als een uitputtende opsomming, maar eerder in een inclusieve betekenis, worden opgevat. Uitdrukkingen zoals: "middel voor..." moeten worden gelezen als: 30 "component gevormd voor..." of "element geconstrueerd om..." en dienen te 8 worden opgevat alle equivalenten voor de beschreven constructies mede te omvatten. Het gebruik van uitdrukkingen als: "kritisch", "voordelig", "gewenst" enz., is niet bedoeld om de uitvinding te beperken. Bovendien kunnen ook eigenschappen die niet specifiek of uitdrukkelijk worden 5 beschreven of vereist in de constructie volgens de onderhavige uitvinding worden omvat zonder dat wordt afgeweken van de beschermingsomvang.
Claims (14)
1. Insectenhor voor het afschermen van een bouwkundige opening, welke insectenhor voorzien is van een vel uit garens gevormd gaasmateriaal met minstens twee tegenoverliggende langsranden en minstens twee vasthoudprofielen, elk voor het vasthouden van een enkele van de twee 5 tegenoverliggende langsranden aan een bouwkundige opening, waarbij het vel gaasmateriaal gevormd is uit garens van polypropyleen, waarin een vloeibaar kristalpolymeer is opgenomen ter verhoging van de UV-bestendigheid en waarbij minstens een rechtstreekse lasverbinding uitgevoerd is tussen het gaasmateriaal en een gelijksoortig polypropyleen 10 met daarin opgenomen vloeibaar kristalpolymeer, voor het vasthouden van elk van de minstens twee tegenoverliggende langsranden aan een bijbehorende van de minstens twee vasthoudprofielen.
2. Insectenhor volgens conclusie 1, waarbij het gaasmateriaal 15 geweven is uit de polypropyleen garens.
3. Insectenhor volgens conclusie 1 of 2, waarbij de minstens twee vasthoudprofielen deel uitmaken van een omtrekskader van een vaste insectenhor. 20
4. Insectenhor volgens conclusie 3, waarbij de lasverbinding het gaasmateriaal met het omtrekskader verbindt.
5. Insectenhor volgens conclusie 4, waarbij de lasverbinding tot stand 25 komt met een inlage uit polypropyleen met daarin opgenomen vloeibaar kristalpolymeer, dat losneembaar verbonden is met het omtrekskader.
6. Insectenhor volgens conclusie 1 of 2, waarbij de minstens twee vasthoudprofielen gevormd worden door de zij geleidingen, voor het opnemen 5 en geleiden van tegenoverliggende langsranden van een oprolbare insectenhor.
7. Insectenhor volgens conclusie 6, waarbij de lasverbinding de langsranden van het gaasmateriaal voorziet van vasthoudmiddelen voor het 10 vasthouden van elk van de tegenoverliggende langsranden in een bijbehorende van de zij geleidingen.
8. Insectenhor volgens conclusie 5, waarbij de inlage in het omtrekskader is opgenomen in een ondersneden groef. 15
9. Insectenhor volgens conclusie 8, waarbij de inlage is voorzien van buitenwaarts elastische armen, die in de ondersneden groef elastisch kunnen expanderen.
10. Insectenhor volgens conclusie 8, waarbij de inlage een in hoofdzaak cirkelvormige doorsnede heeft.
11. Insectenhor volgens conclusie 7, waarbij de vasthoudmiddelen gevormd worden door een van het gaasmateriaal afgebogen haakrand. 25
12. Insectenhor volgens conclusie 11, waarbij de tegenoverliggende zij geleidingen elk voorzien zijn van een veerelastische strip, waarachter de haakrand krachtbegrenst is vastgehouden.
13. Werkwijze voor het vormen van een rechtstreekse lasverbinding tussen een vel uit garens gevormd gaasmateriaal voor een insectenhor en een andere component van de insectenhor, waarbij het gaasmateriaal gevormd is uit garens van polypropyleen waarin een vloeibaar kristalpolymeer is verwerkt en waarbij de andere component een 5 gelijksoortig polypropyleen met een daarin verwerkt vloeibaar kristalpolymeer is.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij te lassen oppervlakten van het gaasmateriaal en de andere component tijdens het lassen met een 10 aambeeld worden aangedrukt.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2003830A NL2003830C2 (nl) | 2009-11-19 | 2009-11-19 | Insektenhor. |
EP10787572A EP2501757A1 (en) | 2009-11-19 | 2010-11-19 | Insect screen |
PCT/NL2010/050775 WO2011062492A1 (en) | 2009-11-19 | 2010-11-19 | Insect screen |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2003830A NL2003830C2 (nl) | 2009-11-19 | 2009-11-19 | Insektenhor. |
NL2003830 | 2009-11-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2003830C2 true NL2003830C2 (nl) | 2011-05-23 |
Family
ID=43063618
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2003830A NL2003830C2 (nl) | 2009-11-19 | 2009-11-19 | Insektenhor. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2501757A1 (nl) |
NL (1) | NL2003830C2 (nl) |
WO (1) | WO2011062492A1 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AU2013100504B4 (en) * | 2013-04-14 | 2013-12-19 | Alucity Windows And Doors Pty Ltd | Screen Assembly |
CN106413964B (zh) | 2014-07-14 | 2021-03-05 | Gce控股公司 | 机械割炬系统 |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3551557A (en) * | 1963-10-09 | 1970-12-29 | Espana Ind Sa | Isotactic polypropylene bandages |
US5834560A (en) * | 1996-04-29 | 1998-11-10 | Virginia Tech Intellectual Properties Inc. | Liquid crystalline polymer-reinforced thermoplastic fibers |
US6279644B1 (en) * | 1997-12-24 | 2001-08-28 | St. Gobain Bayform America Inc. | Screen and frame assembly in which the screen is adhesively secured to the frame |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3149665A (en) | 1962-01-19 | 1964-09-22 | Hunter Douglas Int Quebec Ltd | Roller type screens for windows |
US3321885A (en) | 1965-06-21 | 1967-05-30 | Clifford W Pratt | Screen frame and corner construction |
US4005737A (en) | 1976-01-02 | 1977-02-01 | Nason Robert W | Window screen assembly tool |
US4442266A (en) | 1981-05-13 | 1984-04-10 | Imperial Chemical Industries Limited | Melt spinning of polypropylene |
EP0790384B1 (en) | 1996-02-19 | 2002-05-02 | Hunter Douglas Industries B.V. | Retractable closure |
CA2338425C (en) | 1998-07-24 | 2007-05-15 | Hunter Douglas Industries B.V. | Method for mounting a fabric |
NL1013584C2 (nl) | 1999-11-16 | 2001-06-12 | Jan Huisbrink M H O D N Huzonw | Werkwijze voor het confectioneren van doekranden, inrichting daarvoor en geconfectioneerd doek vervaardigd volgens deze werkwijze. |
-
2009
- 2009-11-19 NL NL2003830A patent/NL2003830C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2010
- 2010-11-19 WO PCT/NL2010/050775 patent/WO2011062492A1/en active Application Filing
- 2010-11-19 EP EP10787572A patent/EP2501757A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3551557A (en) * | 1963-10-09 | 1970-12-29 | Espana Ind Sa | Isotactic polypropylene bandages |
US5834560A (en) * | 1996-04-29 | 1998-11-10 | Virginia Tech Intellectual Properties Inc. | Liquid crystalline polymer-reinforced thermoplastic fibers |
US6279644B1 (en) * | 1997-12-24 | 2001-08-28 | St. Gobain Bayform America Inc. | Screen and frame assembly in which the screen is adhesively secured to the frame |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
Y.QIN;D.L. BRYDON;R.R. MATHER;R.H. WARDMAN: "fibres from polypropylene and liquid crystal polymer blends", POLYMER, vol. 34, no. 6, 1993, pages 1196 - 1201, XP002612175 * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2501757A1 (en) | 2012-09-26 |
WO2011062492A1 (en) | 2011-05-26 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU2006202910B2 (en) | Window Covering Having Roll-Up Shade Segments | |
KR101823850B1 (ko) | 슬래트형 롤러 블라인드 | |
EP2021572B1 (en) | A screen assembly for a window or door opening | |
US20200131848A1 (en) | Roll-up coverings for architectural openings and related methods, systems and devices | |
AU2009201653A1 (en) | Dual fabric covering for architectural openings | |
US20050006034A1 (en) | Vertical blind having a face of parallel threads | |
JP6195582B2 (ja) | ブラインド機能付き網戸 | |
KR20060115721A (ko) | 접이식 베인을 구비한 신축성 차양 | |
JP2008535579A (ja) | 区分に分かれたローマン型窓シェード | |
NL2003830C2 (nl) | Insektenhor. | |
BE1019450A3 (nl) | Doekhouder voor rolgordijnen. | |
BE1025101B1 (nl) | Scherminrichting | |
ITTV20090014A1 (it) | Catena di guida con dispositivo di bloccaggio rete per zanzariera d'infissi provvista di dispositivo di trascinamento della catena guida rete. | |
KR20110131611A (ko) | 이중 층을 가지는 블라인드 | |
KR102449150B1 (ko) | 블라인드용 웨이트 바 및 그를 포함하는 블라인드 장치 | |
AU2013263722A1 (en) | Roller Blind Bottom Bar | |
KR20130081421A (ko) | 블라인드형 이중직물 커튼 | |
WO2013106214A1 (en) | Retainer for a shade bottom bar and method of assembling | |
NL1005291C2 (nl) | Scherminrichting, doek daarvoor en kas waarin zulks is toegepast. | |
JP6243185B2 (ja) | 日射遮蔽装置 | |
KR101136993B1 (ko) | 베네치안 블라인드 | |
NL2014311B1 (nl) | Gordijn. | |
NL1037106C2 (nl) | Scherminrichting en daarvan voorziene kas. | |
KR101854052B1 (ko) | 블라인드용 스토퍼 | |
WO2000015939A1 (en) | Window blind for decoration and sun protection |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20130220 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20151201 |