BE1019450A3 - Doekhouder voor rolgordijnen. - Google Patents

Doekhouder voor rolgordijnen. Download PDF

Info

Publication number
BE1019450A3
BE1019450A3 BE2010/0493A BE201000493A BE1019450A3 BE 1019450 A3 BE1019450 A3 BE 1019450A3 BE 2010/0493 A BE2010/0493 A BE 2010/0493A BE 201000493 A BE201000493 A BE 201000493A BE 1019450 A3 BE1019450 A3 BE 1019450A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cloth
flag
cloth holder
connection
thickness
Prior art date
Application number
BE2010/0493A
Other languages
English (en)
Inventor
Ludwig Kestelyn
Original Assignee
Sunprotex Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=44121677&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1019450(A3) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Sunprotex Bvba filed Critical Sunprotex Bvba
Priority to BE2010/0493A priority Critical patent/BE1019450A3/nl
Priority to EP11447016.4A priority patent/EP2426287B1/en
Priority to PL11447016T priority patent/PL2426287T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of BE1019450A3 publication Critical patent/BE1019450A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F10/00Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
    • E04F10/02Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins
    • E04F10/06Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building
    • E04F10/0633Arrangements for fastening the flexible canopy material to the supporting structure
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B9/42Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
    • E06B9/44Rollers therefor; Fastening roller blinds to rollers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F10/00Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
    • E04F10/02Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins
    • E04F10/06Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)

Abstract

Doekhouder voor rolgordijnen die kan worden aangebracht op een doek (17) en welke kan samenwerken met een rolbuis (19) waarvan de buismantel (20) voorzien is van een sleuf of dergelijke (21), waarbij de doekhouder (1) elastisch samendrukbare klemmiddelen (8,9) omvat welke voorzien zijn van een dusdanige geometrie en samendrukbaarheid dat ze door samendrukking doorheen de sleuf of dergelijke (21) kunnen gevoerd worden waarna ze door ontspanning een verbinding van de doekhouder (1) met de rolbuis (19) bewerkstelligen.

Description

Doekhouder voor rolgordijnen.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een doekhouder voor rolgordijnen.
Onder de benaming rolgordijnen worden gordijnen verstaan die op een rolbuis kunnen worden opgerold en er terug van kunnen worden afgerold. Deze kunnen zowel binnenhuis als buitenhuis worden toegepast.
De benaming gordijn dient in deze context evenwel in de breedste zin te worden verstaan en omvat zowel doeken, weefsels, folies, filmen, of combinaties ervan, als andere bladvormige materialen die gemakkelijk kunnen worden opgerold.
Het oprollen van het rolgordijn wordt bewerkstelligd door de rolbuis waarop het gordijn bevestigd is rond haar as te laten ronddraaien, waarbij het gordijn bij iedere omwenteling steeds verder op de rolbuis wordt opgerold. Bij ronddraaien in tegengestelde zin wordt het rolgordijn afgerold.
Daartoe wordt de rolbuis aan beide uiteinden klassiek voorzien van asproppen en een bedieningsorgaan welke draaiend in gepaste lager- en montagesteunen worden gevoerd, welke meestal op de aangewezen plaats ofwel nabij het plafond of nabij de dagkanten van een raam worden aangebracht.
Het is eveneens gebruikelijk, althans voor de rolgordijnen welke binnenhuis worden toegepast, om binnen in de rolbuis een permanent onder spanning staande torsieveer te voorzien en om de rolbuis te voorzien van een blokkeringsmechanisme waarmee het gordijn in elke gewenste stand kan worden vastgezet, voorbeeld door beroep te doen op een mechanisme voorzien van trekstand pallen.
De ronddraaiende beweging van de rolbuis wordt gebruikelijk motorisch of manueel bewerkstelligd worden, en daartoe kan een elektromotor voorzien worden of, respectievelijk, een doorlopende kralenketting, tuimelketting of slingerstang.
Algemeen kan men stellen dat een rolgordijn, zoals de benaming aangeeft, over de nodige voorzieningen beschikt om het gordijndoek rond de rolbuis op te rollen wanneer men het gordijn dient te openen, waarbij een eerste extreme positie wordt verwezenlijkt.
In een tweede extreme positie kan het rolgordijn volledig worden neergelaten door het van de rolbuis volledig af te rollen, ondermeer met het oog op het beperken van de lichtinval, warmteontwikkeling of de doorkijkbaarheid, bijvoorbeeld doorheen een raam.
Tussenliggende posities waarbij het op- of afrollen van het rolgordijn slechts tot op een bepaalde hoogte wordt uitgevoerd zijn uiteraard mogelijk.
Het probleem dat zich hierbij stelt situeert zich ter plaatse van de bevestiging van het gordijndoek op de rolbuis. ·
Deze bevestiging dient niet alleen onder alle gebruiksomstandigheden bedrijfszeker te zijn, maar dient bij voorkeur eenvoudig te kunnen worden aangebracht en/of vervangen en voorkomt of beperkt best elke oneffenheid of plotselinge overgang tussen rolbuis, doekhouder en gordijndoek.
De doelstellingen zijn overigens sterk met elkaar verbonden. Hieronder wordt eerst ingegaan op de beoogde afwezigheid of beperking van oneffenheden.
Elke oneffenheid of plotse overgang geeft aanleiding tot plaatselijke vervormingen van het doek.
Zulke vervormingen zijn welbekend in de vorm van regelmatig weerkerende horizontale stroken, plooien of verkleuringen, welke zichtbaar worden wanneer het rolgordijn is afgerold.
Deze vervormingen hebben meestal ook een ongunstig effect op de nuttige levensduur van het gordijn: door de weerkerende plaatselijke belasting vertoont het doek vaak sporen van versnelde veroudering, niet zelden onder de vorm van verlies van elasticiteit, uitzakken, het optreden van microscheurtjes, materiaal moeheid, stress cracking of dergelij ke.
Een verder negatief gevolg is de plaatselijke ophoping van stof, vuil en micro-organismen, vooral dan in een vochtige omgeving zoals een keuken of badkamer of bij verticale buitenzonwering. Eens het vuil zich vastzet is het moeilijk of helemaal niet meer te verwijderen wat naast de esthetische bezwaren.
Om deze problemen te voorkomen zijn boekhouders bekend waarbij het gordijndoek aan de bevestigingszijde van het doek over de gehele breedte voorzien wordt van een omboording in de vorm van een zoom, waarin een zogenaamde pees wordt gevoerd.
In combinatie daarmee wordt een rolbuis aangewend welke over een kanaalvormige verzonken ruimte beschikt. Zulke rolbuis verschilt van een volledig ronde buis doordat de wand over de gehele lengte voorzien is van een sleuf, waarbij klassiek nabij deze sleuf een kanaalvormige ruimte is afgebakend door een gepast geprofileerd wanddeel aan de binnenzijde van de onderbroken buismantel te voorzien.
Hierbij is de sleufbreedte zodanig gekozen dat de omboording of zoom met ingevoerde pees in de kanaalvormige ruimte kan worden gevoerd via de opening aan het kopse uiteinde van de rolbuis.
Het dubbel gevouwen gordijndoek reikt over een bepaalde afstand tot buiten de kanaalvormige ruimte, terwijl het met de pees opgevulde en opengespalkte gedeelte aan de binnenkant van de sleuf, i.e. in de kanaalvormige ruimte wordt vastgehouden.
Een groot nadeel hiervan is dat het doek ter vorming van de omboording of zoom dubbel gevouwen dient te worden en dus een dubbele dikte vertoont die zich tot buiten de omtrek van de oprolbuis uitstrekt en bij het oprollen van het gordijn een regelmatig weerkerende horizontale vervorming van het doek veroorzaakt, met de negatieve gevolgen en nadelen daarvan zoals eerder besproken.
De doelstelling welke betrekking heeft op het eenvoudig aanbrengen en/of vervangen van het gordijndoek wordt hieronder verduidelijkt.
Bij de bestaande rolgordijnen, bijvoorbeeld deze zoals hierboven besproken welke voorziet in een zoom en ingebrachte pees, enerzijds, en een rolbuis met sleuf welke toegang geeft tot een inwendige kanaalvormige ruimte, anderzijds, kan een gordijndoek pas worden aangebracht wanneer de rolbuis uit de lager- en montagesteunen is genomen en de toegang tot de daarvoor voorziene inwendige kanaalvormige ruimte minstens langs één kopse kant is vrijgemaakt.
Ook bij vervanging van een gordijndoek dient daarom de corresponderende lagerprop uitgenomen te worden en dient de eventuele torsieveer, vooral toegepast bij binnenhuis toepassing, ontspannen te worden.
Bekend zijn ook uitvoeringen waarbij de doekhouder bestaat uit een plat kunststoflat je waarop het doek wordt vast gestikt of vastgekleefd.
Hoewel het probleem van de lokale verdikking hierdoor wordt beperkt, namelijk doordat de dubbele doeklaag vervangen wordt door een enkele doeklaag, blijft de plotse overgang voor vervormingen zorgen en blijft de noodzaak van de invoer via de kopse zijkant bestaan.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden door een doekhouder voor rolgordijnen.aan te bieden die eenvoudig in gebruik en gemakkelijk hanteerbaar is.
De huidige uitvinding beoogt een bedrijfszekere verbinding tussen een gordijndoek of dergelijke en een rolbuis, bij voorkeur een klassieke rolbuis onafhankelijk van de diameter ervan.
Hierbij wordt in het bijzonder beoogt de montage van de rolgordijn en ook de vervanging van een gordijndoek te vereenvoudigen en tegelijk iedere plotse overgang tussen de rolbuis, de doekhouder en het gordijndoek te voorkomen of tot een minimum te beperken.
Hiertoe betreft de uitvinding een doekhouder voor rolgordijnen die kan worden aangebracht op een doek en welke kan samenwerken met een rolbuis waarvan de buismantel voorzien is van een sleuf of dergelijke, waarbij de doekhouder elastisch samendrukbare klemmiddelen omvat welke voorzien zijn van een dusdanige geometrie en samendrukbaarheid dat ze door samendrukking doorheen de sleuf kunnen gevoerd worden waarna ze door ontspanning een verbinding van de doekhouder met de rolbuis bewerkstelligen.
De elastisch samendrukbare klemmiddelen vormen een zogenaamde klikverbinding, echter zoals verder uiteengezet, een klikverbinding met bijzondere eigenschappen.
Een belangrijk voordeel dat hierdoor bekomen wordt is dat de doekhouder op een snelle, eenvoudige en efficiënte wijze bedrijfszeker op de rolbuis kan worden aangebracht, of in voorkomend geval, er terug van kan worden afgenomen.
Dit kan bovendien gebeuren zonder dat hiertoe de rolbuis dient te worden afgenomen, of zonder dat eerst samenstellende delen zoals bijvoorbeeld beschermkappen, asproppen, een torsieveer, een slingermechanisme, een motor, een kralenketting, enz. hoeven te worden gedemonteerd.
Bij de rolgordijnen voor buitentoepassing, waartoe de huidige uitvinding in het bijzonder van nut is, is een rolgordijn gebruikelijk slechts voorzien van een lagerprop en een bedieningsorgaan, doch het is bekend dat het voorkomen van demontage veel werkuren bespaart.
Een bijkomend voordeel dat door de huidige uitvinding wordt bekomen is dat het monteren of demonteren van de doekhouder kan geschieden zonder dat hiervoor noodzakelijkerwijze beroep dient te worden gedaan op een vakman, of zonder dat hiertoe speciale gereedschappen of bijkomende hulpmiddelen nodig zijn.
Ervan uitgaande dat de sleuf of dergelijke een sleufbreedte S vertoont en toegang geeft tot een inwendige kanaalvormige ruimte welke is afgebakend door een gepast geprofileerde kamerwand aan de binnenzijde van de onderbroken buismantel, omvat de doekhouder volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvariante een centraal profiel voorzien van een strookvormige rug waarop de elastisch samendrukbare klemmiddelen zijn aangebracht, waarbij de rug een breedte b vertoont welke minstens vijf maal groter is dan haar dikte d, en aldus een buitenflank, een binnenflank en twee zijranden omvat, waarbij de breedte b groter is dan de sleufbreedte S zodat de rug over de sleuf en op de aangrenzende delen van de buismantel van de rolbuis kan worden geplaatst.
Bij voorkeur resulteert de elastische ontspanning voor een opspanning van de klemmiddelen tegen minstens delen van de kamerwand aan de binnenzijde van de onderbroken buismantel.
Aldus blijft de verbinding van de doekhouder met de rolbuis ten allen tijde gegarandeerd, ook wanneer ontspanning van de gordijndoek zich zou voordoen, wat zich bijvoorbeeld kan voordoen bij het tillen van een volledig afgerold rolgordijn door spelende kinderen of een hond.
De rug van het centraal profiel bedekt de sleuf en vertoont bij voorkeur een licht gebogen buitenflank.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvariante is de rug aan beide zijranden dunner uitgevoerd dan in het midden ervan.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringvorm is de rug aan beide zijranden voorzien van een verlengstuk dat verder vlag wordt genoemd.
Zulke vlag is bij voorkeur vervaardigd uit een ander en zachter materiaal dan dat waaruit de samendrukbare klemmiddelen en eventueel de rug en/of het centrale profiel zijn vervaardigd.
Beide vlaggen kunnen verschillen. Inderdaad, één van de vlaggen is bedoeld als basis voor de verbinding met het doek en wordt verder vaak verbindingsvlag genoemd, terwijl de andere vlag is bedoeld voor het bewerkstelligen van een geleidelijke overgang tussen de rolbuis en de rug, verder vaak oploopvlag genoemd.
De verbindingsvlag kan een andere, bijvoorbeeld grotere lengte vertonen dan de oploopvlag.
De oploopvlag kan vervaardigd zijn uit een ander materiaal als de verbindingsvlag.
De vlaggen kunnen een variabele dikte vertonen welke bij voorkeur afneemt in de richting van de vrije uiteinden ervan.
Zulke zijdelings uitstrekkende vlaggen maken een zachte en geleidelijke overgang tussen rolbuis, doekhouder en doek mogelij k.
Hierdoor wordt horizontale strookvorming of verkleuring of beschadiging van het doek voorkomen of tot een minimum beperkt.
In het geval het centrale profiel en/of de samendrukbare klemmiddelen ter vorming van de klikverbinding, enerzijds, en de beide vlaggen, anderzijds, in verschillende kunststoffen zijn uitgevoerd, kan zulke doekhouder vervaardigd worden door middel van een coëxtrusieproces.
Een groot voordeel hiervan is dat de vlaggen en het centrale profiel in eenzelfde productiestap gelijktijdig kunnen worden vervaardigd, en dit op een efficiënte, eenvoudige, goedkope, energie- en milieuvriendelijke wijze.
In het bijzonder kan de bevestiging der vlaggen op het centrale profiel gebeuren zonder dat hierbij bijkomende stappen, bewerkingen of bevestigingsmiddelen nodig zijn, zoals dat bij voorbeeld bij het gebruik van lijmverbindingen of mechanische bevestigingsmiddelen het geval zou zijn.
Een verder voordeel hiervan is dat de kunststof voor het centrale profiel en de kunststof voor de vlaggen zodanig kunnen worden gekozen dat ze optimaal voldoen aan de vereisten die aan ieder deel afzonderlijk worden gesteld.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het centrale profiel inclusief de samendrukbare klemmiddelen in een harde veerkrachtige kunststof uitgevoerd, en worden de vlaggen in een zacht en gemakkelijk vervormbaar materiaal uitgevoerd.
Een groot voordeel hiervan is dat op deze wijze in een bedrijfszekere verbinding met de rolbuis kan worden voorzien met langdurige nuttige levensduur. .
Anderzijds kan tegelijkertijd optimale indrukbaarheid en vervormbaarheid worden voorzien daar waar ze het meest nodig is, namelijk daar waar de overgang optreedt tussen rolbuis, doekhouder en opgerold doek, met name in de zijwaarts uitstekende vlaggen.
In een voorkeurdragende uitvoering wordt het centrale profiel inclusief de elastisch samendrukbare klemmiddelen uitgevoerd in hard PVC, of in één van zijn verbindingen, mengsels of derivaten, en de vlaggen daarentegen in zacht PVC, of in één van zijn verbindingen, mengsels of derivaten.
Een bijkomend voordeel hiervan is dat de doekhouder tevens brandvertragende eigenschappen vertoont, en de gebruikte materialen in voorkomend geval gemakkelijk, en derhalve milieu vriendelijk, recycleerbaar zijn.
In een verdere voorkeurdragende uitvoering bestaan de elastisch samendrukbare klemmiddelen uit twee gelijke spiegelsymmetrisch tegenover elkaar geplaatste benen, die, eens door de sleuf in de onderbroken buismantel van de rolbuis tot in de inwendige kanaalvormige ruimte gebracht, met de kamerwand van deze laatste samenwerken, terwijl de eventuele rug met de buitenkant van de rolbuis samenwerkt, een en ander met het oog op een gepaste verbinding tussen doekhouder en rolbuis.
Een groot voordeel hiervan is dat de beide benen die in tegengestelde richting een gelijke veerkracht op de daarvoor voorziene plaatsen op de binnenkant van de kanaalvormige ruimte uitoefenen, een snelle, gemakkelijke en bedrijfszekere klikverbinding vormen en dit onder alle normale gebruiksomstandigheden.
Dit is niet alleen het geval wanneer het doek eenzijdig aan de gebruikelijke trekkracht onderhevig is, maar in het bijzonder eveneens zo wanneer die eenzijdig gerichte trekkracht plotseling wegvalt of van richting verandert.
Dit laatste doet zich bijvoorbeeld voor wanneer spelende kinderen het gordijn plotseling zouden loslaten,of wanneer het gordijn aan windstoten, flapperen of dergelijke zou zijn blootgesteld.
In nog een verdere voorkeurdragende uitvoering is de vorm van de benen zodanig gekozen dat de zogenaamde klikverbinding met de rolbuis eenvoudig en gemakkelijk kan worden losgemaakt.
Een groot voordeel hiervan is dat het gordijn in voorkomend geval snel, eenvoudig en gemakkelijk kan worden vervangen of afgenomen, bijvoorbeeld om het te reinigen, herstellen of vervangen.
Een verder voordeel hiervan is dat de verschillende samenstellende delen, zoals bij voorbeeld de metalen rolbuis en de kunststofonderdelen, gemakkelijk van elkaar Hkunnen worden gescheiden om afzonderlijk te worden gerecycleerd.
In een verdere voorkeurdragende uitvoering is de dikte van de benen gelegen tussen 0,75 en 0,85 mm; beter nog tussen 0,78 en 0,82 mm, en bedraagt ze nog beter nominaal 0,8 mm.
In nog een verdere voorkeurdragend uitvoering is de vorm van de benen zodanig dat ze een bedrijfszekere klikverbinding kunnen maken met gebruikelijke rolbuizen van verschillende buitendiameter en met verschillende sleufbreedte.
Een groot voordeel hiervan is dat eenzelfde doekhouder universeel op een grote reeks van standaard rolbuizen en met verschillende sleufbreedte kan worden aangebracht zonder dat hiervoor bijkomende aanpassingen of speciale voorzieningen nodig zijn.
De doekhouder kan zodoende op grote schaal en dus kostengunstiger worden geproduceerd, waarbij tevens het aantal onderdelen nodig om rolgordijnen van verschillende grootte op rolbuizen van verschillende buitendiameter aan te brengen wordt gereduceerd.
Hierdoor wordt de kans op vergissingen verkleind en tevens worden de kosten voor opslag, administratie, goederenbehandeling, vervoer, installatie en dergelijke er tegelijkertijd door verlaagd.
In een voorkeurdragende uitvoering hebben de rolbuizen waarop eenzelfde doekhouder kan worden bevestigd een buitendiameter van respectievelijk 63 mm, 70 mm, 78 mm, 80 mm, 85 mm, of 100 mm, en een sleufbreedte variërend tussen 4,10 mm, 4,80 mm of 5,10 mm.
In nog een verdere voorkeurdragende uitvoering wordt het doek op de daarvoor voorziene vlag bevestigd met een lasverbinding gevormd door beide materialen samen te versmelten.
Een groot voordeel hiervan is dat de lasverbinding eenvoudig, goedkoop, en uitermate bedrijfszeker kan worden uitgevoerd en er geen beroep dient te worden gedaan op het gebruik van bijkomende materialen of op het uitvoeren van tijdrovende of gecompliceerde additionele productiestappen.
Dit laatste is wel het geval wanneer bij voorbeeld kleefstoffen zouden worden gebruikt of mechanische bevestigingsmiddelen, bij voorbeeld onder de vorm van stiknaden of dergelijke.
In een verdere voorkeurdragende uitvoering wordt kort na of tijdens het samensmelten van beide materialen en wanneer het afkoelend materiaal nog vervormbaar is, de lasverbinding op de gewenste dikte gebracht door aandrukken, rollen, persen of door er een gelijkaardige behandeling uit te voeren.
In het bijzonder wordt de gezamenlijke dikte van vlag en doek op de plaats van de las op hoger vermelde wijze teruggebracht tot deze gelegen is tussen 0,7 mm en 0,9 mm; beter nog tussen 0,75 mm en 0,85 mm, en nog beter tot ze nagenoeg 0,8 mm bedraagt.
In het algemeen gesteld wordt de gezamenlijke dikte van vlag en doek op de plaats van de las teruggebracht tot een hoogstens fractie groter dan de dikte van het doek zelf, en wordt de dikte van de rug in overeenstemming met deze gezamenlijke dikte van vlag en doek ontworpen.
Een groot voordeel hiervan is dat de overgang tussen rolbuis, boekhouder en aangelast doek zo gelijkmatig mogelijk verloopt en in essentie eenzelfde dikte vertoont als deze van het centrale profiel waarop de betreffende vlag met aangelast doek zijdelings is bevestigd.
In een verdere voorkeurdragend uitvoering wordt de dikte van de oploopvlag zodanig afgesteld dat ze vanuit het centrale profiel naar de zijdelings uitstekende rand toe geleidelijk aan verjongt.
In het bijzonder is de dikte op de plaats waar de oploopvlag met het centrale profiel verbonden is gelijk is aan de dikte van dit profiel, die in voorkomend geval nominaal 0,8 mm bedraagt, daar waar de dikte op de zijdelings uittekende rand gelegen is tussen 0,5 mm en 0,7 mm, en bij voorkeur 0,6 mm bedraagt.
Vóór het bewerkstelligen van de verbinding vertoont de verbindingsvlag bij voorkeur een constante dikte van bijvoorbeeld 0,7 mm, een en ander zodanig dat de dikte op de plaats waar de verbindingsvlag met het centrale profiel verbonden is, iets kleiner is dan de dikte van dit profiel, die in voorkomend geval nominaal 0,8 mm bedraagt.
Een groot voordeel van een dergelijke vormgeving is dat, in samenwerking met de zachtheid en samendrukbaarheid van het materiaal waaruit de vlaggen zijn vervaardigd, een zo gelijkmatig mogelijk verlopende overgang gegarandeerd wordt tussen de buitenkant van de rolbuis, de doekhouder en het opgerolde doek.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een doekhouder voor rolgordijnen volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een doekhouder volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch en in perspectief de doekhouder weergeeft van figuur 1, doch in gebruiksklare toestand aangebracht doek; figuur 3 op grotere schaal een doorsnede weergeeft van de doekhouder in figuur 2 volgens de lijn III-III, doch aangebracht op een rolbuis.
Figuur 1 geeft een doekhouder 1 weer volgens de uitvinding bestaande uit een centraal profiel 2 welke een strookvormige rug 3 omvat en twee benen 4 en 5 welke hier spiegelbeeldsymmetrisch zijn uitgevoerd.
De strookvormige rug 3 omvat een binnenflank en een buitenflank, een eerste zijrand 6 en een tweede zijrand 7.
De rug 3 vertoont een breedte b, hier van 10 mm, welke minstens vijf maal groter is dan haar dikte d, hier van 0,8 mm.
De binnenflank en de buitenflank vertonen een licht gebogen vorm.
De benen 4 en 5 zijn op een afstand van de zijranden 6 en 7 aan de binnenflank 6 voorzien.
Aan elk van deze zijranden 6 en 7 is telkens een verlengstuk voorzien, verder een eerste vlag 8 en tweede vlag 9 genoemd.
De benen 4 en 5 zijn hier "S"-vormig uitgevoerd en vormen samen de elastisch samendrukbare klemmiddelen voor het vormen van een elastische klikverbinding zoals verder uiteengezet.
Daartoe zijn deze beide benen 4 en 5, bekeken van de aansluiting met rug 3 naar hun vrije uiteinden toe, voorzien van hoofdzakelijk parallel verlopende beendelen 10 en 11, van elkaar verwijderende eerste schuine kanten 12 en 13, en van zich naar elkaar toe naderende tweede schuine kanten 14 en 15.
De tweede vlag 9 is op dusdanige wijze aangebracht op de tweede zijrand 7 dat voorzien wordt in een kleine opstap 16 die gevormd wordt doordat de dikte van deze tweede vlag 9 kleiner is dan de dikte van de rug 3 ter plaatse van de tweede zijrand 7 waarop deze vlag 9 is bevestigd.
Hier is de dikte van de tweede vlag 9 meer bepaald 0,7 mm terwijl de dikte van de rug 3 ter plaatse van de tweede zijrand 7, evenals de dikte van de ganse rug 3 gelijk is aan 0,8 mm.
De eerste vlag 8 sluit traploos of zonder bruuske of plotse overgang aan met de eerste zijrand 6, terwijl de dikte ervan afneemt naar haar vrije uiteinde toe.
Hier is de dikte van de eerste vlag 8 ter plaatse van de aansluiting met de eerste zijrand 7 meer bepaald 0,8 mm, in overeenstemming met de dikte van de rug 3, terwijl de dikte van de eerste vlag 8 geleidelijk afneemt naar 0,6 mm aan haar vrije uiteinde.
De tweede vlag 9 vertoont hier een lengte van 12 mm, terwijl de eerste vlag 8 een lengte vertoont van 8 mm. De grotere lengte van de tweede vlag 9 voorziet in een gepaste hechting.
De twee vlaggen 8 en 9 zijn hierbij in een zachtere of meer indrukbare kunststof vervaardigd dan het centrale profiel 2.
Figuur 2 geeft schematisch en in perspectief de doekhouder 1 weer van figuur 1, doch hier is de doekhouder voorzien van een doek 17.
Het doek 17 is met een permanente lasverbinding 18 op de daarvoor bestemde tweede vlag 9 bevestigd en sluit daarbij aan tot tegen de voornoemde opstap 16. De tweede vlag 9 wordt daarom zoals eerder verduidelijkt ook wel de verbindingsvlag genoemd.
De maximale gezamenlijke dikte D na verwezenlijking van de lasverbinding 18, voor de duidelijkheid enkel aangeduid in figuur 3, gevormd door het doek 17 en de vlag 9 en dit na de realisatie van de lasverbinding 18 welke gepaard gaat met een aandrukking of persing, is daarbij hoofdzakelijk in overeenstemming met de dikte van de rug 3 ter plaatse van de tweede zijrand 7 van het centrale profiel 2 waartegen de vlag 9 is aangebracht.
Figuur 3 geeft èen doorsnede van de doekhouder 1 weer volgens de lijn III-III in figuur 2, doch hier gemonteerd op een standaard rolbuis 19, voor de duidelijkheid slechts gedeeltelijk weergegeven.
Deze rolbuis 19 omvat een buismantel 20 welke door middel van een sleuf 21 met sleufbreedte S is onderbroken.
Verder is de rolbuis 19 voorzien van een inwendige kanaalvormige ruimte 22 welke via de sleuf 21 bereikbaar is.
De inwendige kanaalvormige ruimte 22 is afgebakend door een gepast geprofileerde kamerwand 23 aan de binnenzijde van de onderbroken buismantel 20.
Deze kamerwand 23 omvat hier twee schuine kamerwanddelen 24 en 25 welke samenwerken met de eerste schuine kanten 12 en 13 van de benen 4 en 5 ter vorming van een knellende klikverbinding tussen de rolbuis 19 en de doekhouder 1.
Het installeren of afnemen van de doekhouder 1 volgens de uitvinding is eenvoudig en gebeurt als volgt.
Teneinde de doekhouder 1 te installeren wordt de rolbuis 19 aangeboden met de sleuf 21 naar de installateur toegekeerd.
Vervolgens wordt de doekhouder 1 waarop het doek 17 is aangebracht met de tweede schuine kanten 14 en 15 van de benen 4 en 5 op de sleuf 21 geplaatst zodat deze centraal in een gunstige aanvangspositie wordt gebracht.
Door vervolgens een plaatselijke radiaal gerichte druk uit te oefen op de rug 3 van het centrale profiel 2 van de doekhouder 1 worden de benen 4 en 5 samengedrukt en verder in de sleuf 21 verplaatst waarbij ze door samenwerking van de sleuf 21 met de tweede schuine kanten 14 en 15 van de benen 4 en 5 beide in gelijke mate elastisch naar elkaar toe worden gebogen tot ze zodanig zijn samengedrukt dat hun maximale spanwijdte B hoofdzakelijk gelijk of iets kleiner is geworden dan de sleufbreedte S.
De maximale spanwijdte B is met andere woorden afhankelijk van de samendrukking van de benen 4 en 5.
Op dat ogenblik kunnen ze door verdere radiale druk op de rug 3 van het centrale profiel 2 uit te oefenen doorstoten tot binnenin de inwendige kanaalvormige ruimte 22, waarin ze terug van elkaar kunnen wegveren tot de door de schuine kamerwanddelen 24 en 25 toegelaten positie.
Door samenwerking van de eerste schuine kant 12 en 13 der benen 4 en 5, en de corresponderende schuine kamerwanddelen 24 en 25 van de kamerwand 23 wordt op deze wijze een bedrijfszekere klemverbinding gevormd tussen de doekhouder 1, enerzijds, en de rolbuis 19 anderzijds.
Deze klemverbinding kan met één type doekhouder 1 volgens de uitvinding bewerkstelligd worden in combinatie met diverse types en maten van oprolbuizen.
De benen 4 en 5 vormen met andere woorden elastisch samendrukbare klemmiddelen, in te voegen langs de sleuf 21 in de kanaalvormige ruimte 22, voor het vormen van een elastische klikverbinding tussen de doekhouder 1 en de rolbuis 19.
Dit aanbrengen van de doekhouder 1 geschiedt op deze wijze snel, eenvoudig en efficiënt, en zonder dat hiervoor noodzakelijk de tussenkomst van een vakman of speciaal gereedschap nodig is, of zonder dat hiervoor speciale bijkomende voorzieningen dienen te worden getroffen.
Wil men de doekhouder 1 terug van de rolbuis 19 afnemen, bijvoorbeeld om het gordijn te reinigen, te herstellen of te vervangen, dan volstaat het een voldoende grote kracht radiaal naar buiten toe gericht op de klikverbinding uit te oefenen, waarbij de voorgaande stappen in omgekeerde richting terug worden doorlopen.
Hierbij werken de eerste schuine kanten 12 en 13 van de benen 4 en 5 samen met de overeenkomstige schuine wand 24 en 25 opdat beide benen 4 en 5 naar elkaar toe zouden gebogen worden zodat de elastisch samendrukbare klemmiddelen ongehinderd door de sleuf 21 naar buiten kunnen worden gebracht, waardoor de klikverbinding ophoudt te bestaan.
Merk op dat de elastisch samendrukbare klemmiddelen diverse vormen kan aannemen.
De benen 4 en 5 zouden bijvoorbeeld kunnen verbonden zijn nabij hun vrije uiteinden en/of op tussenliggende posities.
Het is duidelijk dat de elastisch samendrukbare klemmiddelen niet noodzakelijk doorlopend dienen te zijn uitgevoerd maar in tegenstelling daarmee bijvoorbeeld in de vorm van noppen of dergelijke kunnen zijn uitgevoerd.
Merk echter op dat de doorlopende uitvoering eenvoudig te produceren is door extrusie en tevens de kans op plaatselijke vervormingen kan beperken.
In het algemeen gesteld volstaat het dat de elastisch samendrukbare klemmiddelen samendrukbaar dienen te zijn en een maximale spanwijdte B in ontspannen toestand dienen te vertonen welke groter is dan de sleufbreedte S, terwijl in samengedrukte toestand de maximale spanwijdte B kleiner of gelijk dient te zijn dan deze sleufbreedte S.
De eerste schuine kanten 12 en 13, en ook de tweede schuine kanten 14 en 15 zijn optioneel doch sterk voorkeurdragend, hoewel deze afrondingen mogen vertonen en/of anders mogen geprofileerd zijn.
Zolang, bekeken van bekeken van de aansluiting met rug 3 naar het vrije uiteinde van de elastisch samendrukbare klemmiddelen toe, voorzien wordt in een verbredend gedeelte en verder en vernauwend gedeelte waarbij de vorm en de afmetingen best afgestemd zijn op de vorm van de kamerwand 23, kan gerekend worden op de aangehaalde technische effecten die samengevat bestaan uit eenvoudige invoering, eenvoudige verwijdering en zelfopspanning in de inwendige kanaalvormige ruimte 22.
Merk ten slotte ook op dat de aanwezigheid van de elastisch samendrukbare klemmiddelen niet noodzakelijk is om het technisch effect van de twee vlaggen 8 en 9 te bewerkstelligen.
De uitvinding betreft daarom ook een doekhouder 1 dat een centraal profiel 2 omvat en twee vlaggen 8 en 9 zoals beschreven. Het centraal profiel 2 dient niet noodzakelijk te zijn voorzien van de beschreven elastisch samendrukbare klemmiddelen.
De werking van de extern gelegen delen van de doekhouder 1 is eenvoudig en als volgt.
Uitgaande van een aangebrachte doekhouder 1 waarop een gordijndoek is aangebracht, wordt het doek opgerold door omwenteling van de rolbuis 19.
Bij nagenoeg één omwenteling zal het doek 17 de eerste vlag 8 naderen.
Het vrije uiteinde ervan vertoont een minimale dikte, hier 0,6 mm, een en ander om de overgang tussen de rolbuis 17 en de doekhouder 1 te beperken.
Het zachte en indrukbare materiaal waaruit deze eerste vlag 8 is vervaardigd laat toe dan de overgang bijkomend beperkt wordt door de samendrukking ervan.
De dikte van de eerste vlag 8 loop geleidelijk op naar het centrale profiel 2 toe alwaar ze traploos of zonder bruuske of plotse overgang aansluit met de eerste zijrand 6.
Verder in de richting van de tweede vlag 9 vertoont de doekhouder 1 met aangebracht doek geen bruuske overgangen meer.
Van belang is daarom de nauwkeurige uitvoering van de lasverbinding 18 tussen de tweede vlag 9 en het doek.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringvormen, doch, een doekhouder 1 voor rolgordijnen volgens de uitvinding kan in velerlei vormen en afmetingen worden uitgevoerd, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

1. Doekhouder voor rolgordijnen die kan worden aangebracht op een doek (17) en welke kan samenwerken met een rolbuis (19) waarvan de buismantel (20) voorzien is van een sleuf of dergelijke (21), daardoor gekenmerkt dat de doekhouder (1) elastisch samendrukbare klemmiddelen (4,5) omvat welke voorzien zijn van een dusdanige geometrie en samendrukbaarheid dat ze door samendrukking doorheen de sleuf of dergelijke (21) kunnen gevoerd worden waarna ze door ontspanning een verbinding van de doekhouder (1) met de rolbuis (19) bewerkstelligen.
2. Doekhouder voor rolgordijnen volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de doekhouder kan samenwerken met een rolbuis (19) waarvan de sleuf of dergelijke (21) een sleufbreedte (S) vertoont welke toegang geeft tot een inwendige ruimte (22), waarbij dat de doekhouder (1) een centraal profiel (2) omvat voorzien van een strookvormige rug (3) , waarbij de rug (3) een breedte (b) vertoont welke minstens vijf maal groter is dan haar dikte (d) , en aldus een buitenflank, een binnenflank en twee zijranden (6,7) omvat, waarbij de elastisch samendrukbare klemmiddelen (4,5) voorzien zijn op de binnenflank, waarbij de breedte (b) groter is dan de sleufbreedte (S) zodat de rug (3) over de sleuf (21) en op de aangrenzende delen van de buismantel (20) van de rolbuis (19) kan worden geplaatst, terwijl de elastisch samendrukbare klemmiddelen (4,5) in de inwendige ruimte (22) kunnen worden geplaatst.
3. Doekhouder voor rolgordijnen volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de doekhouder (1) ter plaats van de eerste zijrand (6) voorzien is van een eerste vlag (8) .
4. Doekhouder voor rolgordijnen volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de doekhouder (1) ter plaats van de tweede zijrand (7) voorzien is van een tweede vlag (9) .
5. Doekhouder volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de eerste vlag (8) ter plaatse van de aansluiting met de eerste zijrand (6) dezelfde dikte vertoont als de rug (3) aldaar, waarbij de dikte van de eerste vlag (8) in de richting van haar vrije uiteinde afneemt.
6. Doekhouder volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de tweede vlag (9) ter plaatse van de aansluiting met de tweede zijrand (7) een dikte vertoont die kleiner is dan de dikte van de rug (3) aldaar, althans vóór het aanbrengen van het doek (17).
7. Doekhouder volgens conclusie 4, 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de gezamenlijke dikte van de tweede vlag (9) en het doek (17), na aanbrengen van een doek (17) door een lasverbinding, ter plaatse van de aansluiting met de tweede zijrand (7) een dikte vertoont die hoofdzakelijk overeenstemt met de dikte van de rug (3) aldaar.
8. Doekhouder volgens één of meer van de conclusies 3 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het centrale profiel (2) uit een eerste kunststof is vervaardigd, en dat de eerste vlag (8) en/of de tweede vlag (9) uit een tweede kunststof is vervaardigd.
9. Doekhouder volgens één of meer van de conclusies 4 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de twee vlaggen uit een verschillende kunststof zijn vervaardigd.
10. Doekhouder volgens één of meer van de conclusies 4 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de doekhouder (1) vervaardigd is door toepassing van een coëxtrusieproces.
11. Doekhouder volgens één of meer van de conclusies 4 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de verbinding tussen doek (17) en vlag (9) bewerkstelligd wordt door samensmelten van de materialen waaruit, enerzijds, het doek (17) en, anderzijds, de vlag zijn vervaardigd.
12. Doekhouder volgens één of meer van de conclusies 4 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de verbinding tussen doek (17) en vlag (9) bewerkstelligd wordt door de betreffende materialen samen te drukken, te persen, te rollen of door er een gelijkaardige bewerking op uit te voeren.
13. Doekhouder volgens één of meer van de conclusies 2 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de sleuf (21) toegang geeft tot een inwendige kanaalvormige ruimte (22) welke is afgebakend door een gepast geprofileerde kamerwand (23) aan de binnenzijde van de onderbroken buismantel (20) , waarbij de elastisch samendrukbare klemmiddelen (4,5), bekeken van de aansluiting met rug (3) naar het vrije uiteinde van de elastisch samendrukbare klemmiddelen toe, voorzien is van een verbredend gedeelte en verder van een vernauwend gedeelte.
14. boekhouder volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat elastisch samendrukbare klemmiddelen (4,5) een eerste been (4) en een tweede been (5) omvatten, waarbij de benen (4,5), bekeken van de aansluiting met rug (3) naar hun vrije uiteinden toe, van elkaar verwijderende eerste schuine kanten (12,13), en van zich naar elkaar toe naderende tweede schuine kanten (14,15) omvatten.
15. Doekhouder volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de benen (4,5), tussen de aansluiting met rug (3) en de voornoemde van elkaar verwijderende eerste schuine kanten (12,13), voorzien zijn van hoofdzakelijk parallel verlopende beendelen (10,11).
BE2010/0493A 2010-08-18 2010-08-18 Doekhouder voor rolgordijnen. BE1019450A3 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0493A BE1019450A3 (nl) 2010-08-18 2010-08-18 Doekhouder voor rolgordijnen.
EP11447016.4A EP2426287B1 (en) 2010-08-18 2011-08-04 Fabric holder for roller blinds
PL11447016T PL2426287T3 (pl) 2010-08-18 2011-08-04 Uchwyt przytrzymujący tkaninę do zasłon roletowych

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0493A BE1019450A3 (nl) 2010-08-18 2010-08-18 Doekhouder voor rolgordijnen.
BE201000493 2010-08-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019450A3 true BE1019450A3 (nl) 2012-07-03

Family

ID=44121677

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0493A BE1019450A3 (nl) 2010-08-18 2010-08-18 Doekhouder voor rolgordijnen.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2426287B1 (nl)
BE (1) BE1019450A3 (nl)
PL (1) PL2426287T3 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP6494948B2 (ja) * 2013-08-26 2019-04-03 トーソー株式会社 ロールスクリーンのスクリーン固定構造
MX2018009872A (es) * 2016-02-16 2019-02-07 Sudu Ip Pty Ltd As Trsutee For Sudu Ip Unit Trust Una persiana enrollable y metodo de elaboracion.
GB202008798D0 (en) * 2020-06-10 2020-07-22 Hunter Douglas Ind Bv Connector and roller blind
IT202100016799A1 (it) * 2021-06-25 2022-12-25 Plastex Sa Profilo per il collegamento di una tenda ad un rullo avvolgitore, kit di trasporto di tale profilo e sistema di ancoraggio di una tenda ad una parete di supporto
WO2022269578A1 (en) * 2021-06-25 2022-12-29 Plastex Sa Profile for connecting a blind to a roller tube, transport kit of such profile and system for anchoring a blind to a support wall
IT202100016805A1 (it) * 2021-06-25 2022-12-25 Plastex Sa Profilo per il collegamento di una tenda ad un rullo avvolgitore, kit di trasporto di tale profilo e sistema di ancoraggio di una tenda ad una parete di supporto
CN113520075B (zh) * 2021-07-19 2022-11-25 江西金虎保险设备集团有限公司 一种智能枪柜卡扣式围脚挡边

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20060207731A1 (en) * 2004-10-05 2006-09-21 Stephen Lukos Roller tube having external slot for mounting sheet material
AT8775U1 (de) * 2005-05-10 2006-12-15 Kraler Franz Wickelwelle
FR2912456A1 (fr) * 2007-02-12 2008-08-15 Franciaflex Jonc profile d'accrochage radial d'une toile de store

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0640731B1 (de) * 1993-08-25 1997-04-23 Rödelbronn Gmbh Tuchrollenmarkise
EP2116671A1 (de) * 2008-05-06 2009-11-11 Bieri Alpha Covers AG Strebe für eine Schwimmbadabdeckung
DE102008023154B4 (de) * 2008-05-09 2010-07-01 Schmitz-Werke Gmbh + Co Kg Spreizkeder

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20060207731A1 (en) * 2004-10-05 2006-09-21 Stephen Lukos Roller tube having external slot for mounting sheet material
AT8775U1 (de) * 2005-05-10 2006-12-15 Kraler Franz Wickelwelle
FR2912456A1 (fr) * 2007-02-12 2008-08-15 Franciaflex Jonc profile d'accrochage radial d'une toile de store

Also Published As

Publication number Publication date
EP2426287A3 (en) 2014-10-29
EP2426287B1 (en) 2015-10-28
PL2426287T3 (pl) 2016-04-29
EP2426287A2 (en) 2012-03-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019450A3 (nl) Doekhouder voor rolgordijnen.
CN108798476B (zh) 窗上用品卷边条
US9683407B2 (en) Roller blind assembly
US8807195B2 (en) Device with windable curtain
CA2936524C (en) Fast roll-up door comprising a curtain having resilient edges
US20120012261A1 (en) Window shade assembly with re-channeling system, two-part side channels and single seal strip of wrapping material
US20130213589A1 (en) Screen Assembly for a Window or Door Opening
EP3140488B1 (en) Screen device
US9890586B2 (en) Sunshade structure
US20080099165A1 (en) Method and apparatus for window covering with a cord safety device
JP7489596B2 (ja) スクリーン装置用のサイドガイド
US2433583A (en) Shutter
US20070284065A1 (en) Mounting brackets for hanging blinds and similar structures
JP6150608B2 (ja) シャッター装置のシャッターケース及びその施工方法
BE1023992B1 (nl) Zonnescherm.
US651984A (en) Curtain-fixture.
BE1019186A3 (nl) Luifel voorzien van een ondersteuningsinrichting voor de rol en ondersteuningsinrichting voor de rol van een luifel.
GB2561201A (en) A pelmet and a method of installing a pelmet for a blind
US593929A (en) emery
US2982352A (en) Roll-up awning
US438857A (en) Device for supporting shades
EP0874125A2 (en) Frame for mosquito net, sun shade or the like for windows, verandas or the like
AU2011236096B2 (en) Sidetrack System for Outdoor Blinds
CN209959149U (zh) 一种带可拆卸装饰板组件的卷帘门
CN210977235U (zh) 一种易拆卸纱网的纱窗