BE1019186A3 - Luifel voorzien van een ondersteuningsinrichting voor de rol en ondersteuningsinrichting voor de rol van een luifel. - Google Patents

Abstract

Luifel, zonwering, of dergelijke, waarin een rol (16) bestaande uit een roteerbaar opgehangen as (17) en een daaromheen gewikkelde doek, (18) is voorzien, waarin de rol (16) ondersteund wordt door minstens één ondersteuningsinrichting (1), daardoor gekenmerkt dat de ondersteuningsinrichting (1) functioneel minstens bestaat uit een ondersteuningselement (2) dat voorzien is van een glijoppervlak (4) en een drukmiddel om het ondersteuningselement (2) met een ondersteunende kracht tegen de rol (16) te drukken.

Description

Luifel voorzien van een ondersteuningsinrichting voor de rol en ondersteuningsinrichting voor de rol van een luifel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een luifel, zonwering of dergelijke, voorzien van een inrichting voor het ondersteunen van de rol.

Meer speciaal betreft de uitvinding een luifel, zonwering, of dergelijke, waarin een rol bestaande uit een roteerbaar opgehangen as en een daaromheen gewikkelde doek, lamellengordijn of dergelijke is voorzien.

Afhankelijk van hoever de rol is uitgerold, heeft deze een verschillende diameter en gewicht, waarbij de rol het dikst is als de luifel, zonwering of dergelijke gesloten is.

De rol is opgehangen aan de uiteinden van de as, en kan, om doorhangen of doorbuigen door de erop werkende krachten te verminderen, op één of meerdere plaatsen worden voorzien van een ondersteuningsinrichting.

Luifels, zonweringen of afdekkingen worden meestal tegen een vaste draagstructuur aangebracht en bieden tijdelijke bescherming tegen zonlicht of ongunstige weersomstandigheden, maar worden ook voor decoratieve of andere doeleinden gebruikt.

Een ondersteuningsinrichting bestaat klassiek uit een rolletje dat draaiend wordt opgehangen onder en tegen de rol. Zodoende biedt het een zekere steun aan de rol en wordt er op deze wijze verhinderd dat de rol in het midden te veel gaat doorhangen.

Een nadeel hiervan is dat de rol zeer lokaal wordt ondersteund, waarbij, bij het op- of afrollen van de doek op, deze plaats wrijvingskrachten optreden die lokaal geconcentreerd zijn en vervroegde slijtage en beschadiging van de doek op deze plaatsen in de hand werken.

Een verder groot nadeel is dat het steunrolletje op een vaste en niet variabele hoogte aangebracht is, wat met zich meebrengt dat bij afrollen van de doek of dergelijke en de daarbij horende afname van de diameter van de rol er in het begin een maximale ondersteuning zal zijn van de rol, maar dat deze ondersteuning fel vermindert of zelfs verdwijnt naargelang de doek of dergelijke wordt afgerold en de diameter van de rol hierdoor wordt verkleind.

Een verder nadeel is dat de trekkracht van de doek of dergelijke op de rol, via de spankracht van de knikarmen van de luifel, zonwering of dergelijke, de rol horizontaal kan laten doorbuigen, waardoor het op een vaste plaats gemonteerde ondersteuningsrolletje niet meer onder de rol zit, en dus geen of slechts verminderde steun kan bieden.

Nog een verder nadeel is dat, om te garanderen dat de steunrolletjes met minimale krachtopname vrij rond hun as kunnen blijven draaien, deze as gesmeerd moet zijn en blijven, en dat deze niet door ophoping van stof of vuil mag worden gehinderd. Het smeren wordt echter in de praktijk niet of nauwelijks uitgevoerd waardoor het risico ontstaat dat het rolletje blokkeert, waardoor de vingskrachten die optreden bij het op- en afrollen van de doek nog toenemen met een versnelde slijtage tot gevolg.

Een ander ondersteuningsmechanisme wordt in EP 1 835 089 A2 beschreven, waarbij over vrijwel de gehele lengte van de rol een hol-cilindrisch ondersteuningselement wordt aangebracht.

Dit ondersteuningselement heeft als nadeel dat het groot is, waardoor het de totale constructie van de zonwering of luifel vergroot, wat visueel nadelig is, en er veel materiaal nodig is bij de productie.

Een verder nadeel is dat dit mechanisme alleen geschikt is voor rollen die langs boven af- of opgerold worden.

Nog een verder nadeel is dat het ondersteuningselement door zijn holle constructie gevoelig is voor ophoping van vuil.

Een verder nadeel van dit ondersteuningsmechanisme is dat de rol niet alleen draaiend moet worden bevestigd, maar ook moet kunnen bewegen in horizontale richting, wat een complexere constructie oplevert die regelmatig onderhoud en smering nodig heeft.

Nog een verder nadeel is dat deze manier van ondersteuning berust op het feit dat de rol door het afwindmechanisme tegen het ondersteuningselement wordt aangetrokken.

Hierdoor is er een verhoogd risico op vastlopen. Inderdaad als de wrijving tussen rol en ondersteuningselement door welke oorzaak dan ook lokaal verhoogt, zal de kracht die door het afwindmechanisme via de rol op het ondersteuningselement wordt uitgeoefend, verhogen, waardoor de wrijving nog meer verhoogt. Hierdoor wordt een zichzelf verhogende afrolweerstand gecreëerd die risico geeft op stroef of vastlopen.

Een verder nadeel van deze manier van ondersteuning is dat het ondersteuningselement over zijn volledige lengte rigide en vast gemonteerd is, waardoor er gemakkelijk storingen in de goede werking ervan kunnen voorkomen, bijvoorbeeld wanneer er lokaal een verdikking in de deels of totaal opgerolde doek is, door bijvoorbeeld aan de doek hechtend vuil, een per ongeluk mee opgerold vreemd element zoals een boomblad of een vouw, naad of reparatie in de doek.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een luifel, zonwering of dergelijke, waarin een rol bestaande uit een roteerbaar opgehangen as en een daaromheen gewikkelde doek, lamellengordijn of dergelijke is voorzien, waarin de mate waarin de doek is opgerold, kan variëren tussen twee uiterste waardes, respectievelijk een eerste waarde overeenkomende met de stand waarbij de luifel, zonwering of dergelijke volledig gesloten is en een tweede waarde overeenkomende met de stand waarbij deze volledig geopend is en waarbij de rol ondersteund wordt door minstens één ondersteuningsinrichting, waarbij de ondersteunings-inrichting functioneel minstens bestaat uit een ondersteuningselement dat voorzien is van een glijoppervlak en een drukmiddel om het ondersteuningselement met een ondersteunende kracht tegen de rol te drukken, voor het grootste deel van de waardes tussen de voornoemde eerste en tweede waardes.

Een voordeel is dat de druk waarmee het ondersteuningselement tegen de rol drukt ter voorkoming van doorbuiging, door de werking van het drukgevend middel, constanter kan worden gehouden ongeacht de diameter van de al dan niet opgerolde rol, waardoor de rol tijdens alle of het merendeel van de verschillende mates waarin deze opgerold kan zijn, ondersteuning krijgt.

Nog een verder voordeel is dat er, buiten een kleine rotatie rond een scharnierpunt, geen bewegende delen in de ondersteuningsinrichting voorkomen en deze dus geen aanleiding kan geven tot stroef of slecht functioneren of zelfs tot vastlopen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het drukgevend middel uit een geknikte bladveer.

Een voordeel hiervan is dat deze bladveer goedkoop geproduceerd kan worden.

Een verder voordeel is dat hierdoor plaats wordt bespaard en de mogelijkheid wordt geboden de luifel, zonwering of dergelijke esthetischer en aantrekkelijker uit te voeren.

Nog een verder voordeel is dat op een bladveer gemakkelijk logo's, andere mededelingen, speciale identificatie of andere merktekens kunnen worden aangebracht.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het ondersteuningselement in de vorm van een vlakke of gebogen plaat uitgevoerd, die zich uitstrekt tot voorbij de rol.

Een voordeel hiervan is dat het ondersteuningselement een groot contactoppervlak maakt met de rol waardoor de erop inwerkende krachten over een groot oppervlak gelijkmatig verdeeld worden met als gevolg dat de plaatselijke slijtage, beschadiging of vervorming van de doek maximaal wordt tegengegaan of voorkomen.

Nog een voordeel is dat, indien de rol in horizontale richting onder de trekkracht van de doek doorbuigt, de rol en de doek toch voldoende ondersteund blijven.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding bestaat het ondersteuningselement uit zelfsmerende kunststof, zoals bijvoorbeeld polyoxymethyleen (POM) of polyamide (PA6).

Dit heeft als voordeel dat er een lage wrijving tussen de doek en het ondersteuningselement bereikt wordt en er geen smering nodig is.

In nog een verdere voorkeurdragende uitvoering is het ondersteuningselement scharnierend verbonden met' de ophangconstructie van de rol, bijvoorbeeld door het langs een lange zijde te voorzien van een opstaande rand die een hoek vormt met de bovenkant van het ondersteuningselement, en die past in een overeenkomstige gleuf in de ophangconstructie.

Dit heeft als voordeel dat de ondersteuningsinrichting simpel en goedkoop kan worden uitgevoerd

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, voorkeurdragende uitvoeringsvorm gedetailleerd beschreven van een luifel voorzien van een inrichting om een rol te ondersteunen volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief de samenstellende delen weergeeft van een inrichting voor het ondersteunen van een rol; figuur 2 schematisch en in perspectief een zijaanzicht weergeeft van een luifel volgens de uitvinding voorzien van de inrichting uit figuur 1.

In figuur 1 worden schematisch en in perspectief de samenstellende delen weergegeven van een inrichting 1 om een rol te ondersteunen bestaande uit een vlak langwerpig ondersteuningselement 2 en een bladveer 3.

Het ondersteuningselement 2 is hierbij aan de bovenzijde voorzien van een in een zelfsmerende kunststof uitgevoerd glijoppervlak 4.

Hierbij is de bladveer 3 in metaal uitgevoerd en geknikt, waarbij een hoek A wordt gevormd tussen de beide benen 5 en 6 van de bladveer 3.

Een verend effect wordt hierbij verkregen wanneer de bladveer 3 bijvoorbeeld, maar niet noodzakelijk, in de richting, aangeduid door de pijl B, wordt belast.

Het vlakke ondersteuningselement 2 bezit langs één lange rand een recht opstaande rand 7 die zich, in voorkomend geval, over een grote lengte 8 van het ondersteuningselement 2 uitstrekt.

Verder is het ondersteuningselement 2 van een holle aanslag 9 voorzien, die parallel loopt met de lengterichting CC' van het ondersteuningselement 2 en waarin het uiteinde 10 van bladveer 3 los past. Deze aanslag is voorzien aan de tegenovergestelde rand en zijde 11 van de opstaande rand 7.

De inrichting 1 volgens de uitvinding wordt eenvoudig geassembleerd door de bladveer 3 volgens de richting aangeduid door de pijl 12 tot tegen de onderkant 11 van het ondersteuningselement 2 te brengen en het uiteinde 10 van de bladveer 3 in de holle aanslag 9 te leggen.

In figuur 2 wordt schematisch en in perspectief een zijaanzicht weergegeven van een gedeelte van een luifel 13 waarin de inrichting 1, weergegeven in figuur 1, is aangebracht.

Dit gedeelte van de luifel 13 bestaat uit een drager 14 die tegen een vaste achtergrond is aangebracht, bijvoorbeeld tegen de zijkant van een caravan, voor de duidelijkheid hier niet weergegeven.

Deze drager 14 wordt gevormd door een geëxtrudeerd profiel, dat tevens een overkapping 15 vormt waarin de rol 16, roterend om een as 17 is aangebracht. Om de as 17 is in dit geval, zoals getoond in de figuur 2, een doek 18 gewikkeld die in richting 19 wordt strakgehouden.

De inrichting 1 volgens de uitvinding is op de vaste drager 14 gemonteerd door deze met de opstaande rand 7 van het ondersteuningselement 2 achter een daarvoor voorziene schouder 20 te haken, en tegelijkertijd het been 6 van de bladveer 3 in een daarvoor voorziene gleuf 21 te borgen.

Dit kan slechts gebeuren door de bladveer 3 in zekere mate samen te drukken waardoor het ondersteuningselement 2 wordt vastgeklemd en met een voorspanning onderaan tegen de rol duwt.

Het is duidelijk dat deze vorm van monteren zeer gemakkelijk is, en dat tevens een demontage in omgekeerde volgorde zeer eenvoudig is, wat het nazien, reinigen, herstellen of vervangen van de onderdelen van de luifel versnelt.

De werking van de luifel volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt:

Door de bladveer 3 wordt een drukkracht uitgeoefend op het ondersteuningelement 2 dat vrij scharnierend rond de opstaande rand 7 en de schouder 20 is aangebracht, en die hoofdzakelijk opwaarts is gericht.

Hierdoor drukt de bovenzijde van ondersteuningselement 2, voorzien van een glijoppervlak 4, met een min of meer vaste opwaarts gerichte drukkracht op de doek 18 en de rol 16, en ondersteunt deze, waarbij doorhangen van de rol 16 en de as 17 wordt tegengewerkt.

Bij op- of afrollen van de doek 18 op de rol 16, glijdt de doek 18 over het glij oppervlak 4 van het ondersteuningselement 2.

Wanneer bij op- of afrollen van de doek 18 de diameter C van de rol 16 toe- of afneemt, blijft een opwaartse drukkracht van het ondersteuningselement 2 onder invloed van de ermee samenwerkende bladveer 3 aanhoudend ter . ondersteuning van de rol 16 en de as 17 via het glijoppervlak 4 op deze laatste inwerken, waarbij de losse scharnierende ophanging van het ondersteuningselement 2 rond de schouder 20 en de opstaande rand 7 een gepaste rotatie van het ondersteuningselement 2 toelaat.

Het ondersteuningselement 2 is hierbij langgerekt en vlak uitgevoerd zodat het glij contactoppervlak 4 met de doek 18 op de rol 16 groot is, waardoor lokale belasting, vervorming en slijtage van de doek 18 in grote mate wordt voorkomen of tegengegaan.

Het ondersteuningselement 2 kan afgeronde zijden en/of hoeken hebben.

Het drukgevend middel kan een hefboom- of katrolconstructie zijn waarbij de zwaartekracht op een massa omgezet wordt in een kracht op het ondersteuningselement 2.

In voorkomend geval kunnen, zowel de veer 3, als het ondersteuningselement 2 uit eenzelfde materiaal, bijvoorbeeld uit kunststof, zijn vervaardigd en eventueel uit één stuk bestaan.

Er kunnen vooral bij bredere ondersteuningselementen, meerdere veren per ondersteuningselement aangebracht worden.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een luifel en een inrichting volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en in het bijzonder in allerlei afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

1. Luifel, zonwering, of dergelijke, waarin een rol (16) bestaande uit een roteerbaar opgehangen as (17) en een daaromheen gewikkelde doek, lamellengordijn of dergelijke (18) is voorzien, waarin de mate waarin de doek (18) is opgerold kan variëren tussen twee uiterste waardes, respectievelijk een eerste waarde overeenkomend met de stand waarbij de luifel, zonwering of dergelijke volledig gesloten is en een tweede waarde overeenkomende met de stand waarbij deze volledig geopend is, en waarbij de rol (16) ondersteund wordt door minstens één ondersteuningsinrichting (1) , daardoor gekenmerkt dat de ondersteuningsinrichting (1) functioneel minstens bestaat uit een ondersteuningselement (2) dat voorzien is van een glijoppervlak (4) en een drukmiddel om het ondersteuningselement (2) met een ondersteunende kracht tegen de rol (16) te drukken, voor het grootste deel van de waardes tussen de voornoemde eerste en tweede waardes.

2. Luifel, zonwering, of dergelijke volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de ondersteunende kracht uitgeoefend wordt op alle waardes tussen de twee genoemde uiterste waardes.

3. Luifel, zonwering, of dergelijke volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het glijoppervlak (4) van het ondersteuningselement (2) in een zelfsmerende kunststof is uitgevoerd.

4. Luifel, zonwering of dergelijke volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ondersteuningselement (2) scharnierend verbonden is met een vaste drager (14) .

5. Luifel, zonwering of dergelijke volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vaste drager (14) van een schouder (20) is voorzien, en het ondersteuningselement (2) van een opstaande rand (7) is voorzien, waarbij deze los scharnierend in elkaar grijpen.

6. Luifel, zonwering of dergelijke volgens conclusies 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de vaste drager (14) deel uitmaakt van de overkapping (15) van de luifel, zonwering of dergelijke.

7. Luifel, zonwering of dergelijke volgens één van de voorgaande conclusies conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ondersteuningselement (2) zich uitstrekt tot voorbij de rol (16)

8. Luifel, zonwering of dergelijke volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het genoemde drukmiddel bestaat uit minstens één veer (3).

9. Luifel, zonwering of dergelijke volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de veer een bladveer (3) is.

10. Luifel, zonwering, of dergelijke volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de bladveer (3) in een geknikte vorm is uitgevoerd.

11. Luifel, zonwering, of dergelijke volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat een eerste vrij uiteinde (10) van de bladveer (3) in een uitsparing of holle aanslag (9) van het ondersteuningselement (2) is geborgd en het andere vrije uiteinde (6) rust in een gleuf (21) in de vaste drager (14).

12. Luifel, zonwering, of dergelijke volgens conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het genoemde drukmiddel bestaat uit een hefboommechanisme met een gewicht.

13. Inrichting (1) voor het ondersteunen van een rol (16) bestaande uit een roteerbaar opgehangen as (17) en een daaromheen gewikkelde doek, lamellengordijn of dergelijke (18), waarin de mate waarin de doek (18) is opgerold, kan variëren tussen twee uiterste waardes, respectievelijk een eerste waarde overeenkomend met de stand waarbij de luifel, zonwering of dergelijke volledig gesloten is en een tweede waarde overeenkomend met de stand waarbij deze volledig geopend is, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) functioneel minstens bestaat uit een ondersteuningselement (2) dat voorzien is van een glij oppervlak (4) en een drukmiddel (3) om het ondersteuningselement (2) met een ondersteunende kracht tegen de rol (16) te drukken, voor het grootste deel van de waardes tussen de voornoemde eerste en tweede waardes.