BE1018271A3 - Verbeterde luifel. - Google Patents

Abstract

Verbeterde luifel van het type dat voorzien is van een oprolas (3) waarop een doek (4) is gewikkeld dat met een rand is bevestigd aan een voorlat (5) die ondersteund is door middel van twee of meer gelede armen (6), elke gelede arm (6) bestaat uit minstens twee armdelen (9-10) die door middel van een scharnier (12) met elkaar zijn verbonden teneinde de gelede arm (6) rond een as (16) dubbel te kunnen plooien en te kunnen opendraaien, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde scharnier (12) een meervoudig scharnier is dat niet alleen een verdraaiing toelaat rond de voornoemde eeste as (16), maar minstens ook een verdraaiing toelaat rond een tweede as (17) die dwars of hoofdzakelijk dwars is gericht op de eerste as (16).

Description

Verbeterde luifel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een verbeterde luifel.

Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een luifel van het type dat voorzien is van een oprolas waarop een doek is gewikkeld dat met een rand is bevestigd op een voorlat die ondersteund is door middel van twee of meer gelede armen die elk bestaan uit minstens twee armdelen die door middel van een scharnier met elkaar zijn verbonden teneinde de gelede arm rond een as te kunnen dubbel plooien en te kunnen opendraaien.

Klassiek zijn in de gelede armen veren aangebracht die de neiging hebben de gelede armen open te duwen naar de gestrekte positie toe en bijgevolg de neiging hebben de voorlat weg te duwen van de oprolas, waardoor het doek bij het afrollen van het doek steeds gespannen blijft.

Het doek van de luifel vertoont in afgerolde toestand steeds een zekere afhelling teneinde een verval te bekomen voor de afvoer van regenwater.

Dit verval maakt dat de vrije hoogte onder de voorlat kleiner is dan de hoogte waarop de oprolas is opgehangen of bevestigd en dat de oprolas bijgevolg moet worden opgehangen op een hoogte die groter is dan de vrije hoogte die men wenst te realiseren onder de voorlat wanneer de luifel volledig is afgerold.

Een probleem hierbij is echter dat niet altijd voldoende vrije ruimte beschikbaar is om de oprolas op voldoende hoogte te kunnen ophangen.

Dit is bijvoorbeeld het geval bij luifels die op een caravan zijn bevestigd of bij luifels die bevestigd zijn onder een dakoversteek of dergelijke.

In zulk geval kan er vaak niet voldoende vrije hoogte beschikbaar zijn onder het luifeldoek om bijvoorbeeld een naar buiten opendraaiende deur volledig te kunnen openen zonder contact met het luifeldoek of, om in het geval van een caravan met een zijdelings uitschuifbare kamer of zogenaamde "slide out", de uitschuifbare kamer voldoende ver te kunnen uitschuiven zonder gehinderd te worden door de aanwezigheid van het afhellend luifeldoek.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een verbeterde luifel van het voornoemde type met twee of meer gelede armen waarbij de scharnier van elke gelede arm een meervoudig scharnier is dat niet alleen een verdraaiing toelaat rond de voornoemde as voor het dubbel plooien en opendraaien van de gelede armen, maar minstens ook een verdraaiing toelaat rond een tweede as die hoofdzakelijk dwars is gericht op de eerste as .

Zulke meervoudige scharnier laat bijvoorbeeld toe dat het de armdelen, die bevestigd zijn aan de voorlat, over een hoek naar onder kunnen worden geknikt ten opzichte van de andere armdelen waarmee de gelede armen zijn bevestigd aan de luifel of aan de wand waarop de luifel is bevestigd.

Aldus zal het luifeldoek ter plaatse van de verbindingslijn tussen de scharnieren van de gelede armen een knik naar onder vertonen en zal het opgespannen luifeldoek twee ten opzichte van mekaar geknikte vlakke gedeelten vertonen, namelijk een eerste afhellend gedeelte tussen de oprolas en de knik en een sterker afhellend gedeelte tussen de knik en de voorlat.

Dit biedt het voordeel dat voor eenzelfde vrije hoogte onder de uitvallat er meer vrije hoogte beschikbaar zal zijn onder het luifeldoek, wat maakt dat, in het geval van de uitvinding, er meer vrije ruimte beschikbaar zal zijn onder het luifeldoek om een naar buiten opendraaiende deur volledig te kunnen opendraaien of een uitschuifbare kamer volledig te kunnen uittrekken zonder door het luifeldoek gehinderd te zijn, ook wanneer de beschikbare vrije hoogte voor de bevestiging van de oprolas beperkt is, zoals vaak het geval is.

Bij voorkeur zijn de voornoemde scharnieren van de gelede armen voorzien van een geleiding die zodanig is dat bij het opendraaien van de gelede armen, naar aanleiding van het afrollen van het luifeldoek, de voorarm automatisch over een ingestelde hoek rond de tweede as beweegt en bij het oprollen van het doek in tegengestelde zin over dezelfde hoek terug draait.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een verbeterde luifel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een verbeterde luifel volgens de uitvinding weergeeft in ontplooide toestand; figuur 2 een detailzicht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 1 door pijl F2 is aangeduid en gezien vanuit de richting van deze pijl; figuren 3 tot 4 het gedeelte van figuur 2 tonen in verschillende opeenvolgende standen bij het oprollen van de luifel van figuur 1; figuur 5 een zicht weergeeft volgens pijl F5 in figuur 4; figuur 6 een zicht weergeeft volgens pijl F6 in figuur 5; figuur 7 een zicht weergeeft als in figuur 2, doch voor een variante van een luifel volgens de uitvinding; figuur 8 een zicht weergeeft volgens pijl F8 in.figuur 7; figuur 9 nog een andere variante toont.

De in figuur 1 weergegeven luifel bestaat in hoofdzaak uit een kast 2 die aan de voorzijde open is en waarin een oprolas 3 verdraaibaar is aangebracht waarop een doek 4 met een rand is vastgemaakt en waar het doek 4 gedeeltelijk is opgerold.

Het doek 4 is met een tegenoverliggende rand bevestigd aan een zogenaamde voorlat 5 die door middel van twee gelede armen 6 wordt ondersteund, waarbij de gelede armen 6 met één uiteinde 7 scharnierbaar aan de voornoemde kast 2 zijn bevestigd en waarbij de voorlat 5 op een scharnierbare wijze is opgehangèn aan de andere uiteinden 8 van de gelede armen 6.

De gelede armen 6 zijn in dit geval elk samengesteld uit twee armdelen, respectievelijk een armdeel 9 waarmee de arm 6 aan de luifelkast 2 is bevestigd en een zogenaamde voorarm 10 waarop de voorlat is opgehangen, elk gevormd door een profiel, die door middel van een scharnier 12 met elkaar zijn verbonden.

Zoals meer in detail is weergegeven in de figuren 2 tot 6 is het scharnier 12 voorzien van twee koppeldelen, respectievelijk een eerste koppeldeel 13 waarmee het scharnier is bevestigd aan het armdeel 9 en een tweede koppeldeel 14 waarmee het scharnier verbonden is met een voorarm 10 en waarbij beide koppeldelen 13 en 14 scharnierbaar met elkaar zijn verbonden door middel van een tussenstuk 15 dat scharnierbaar in het eerste koppeldeel 13 is aangebracht door middel van een eerste as 16 en dat het tweede koppeldeel 14 scharnierbaar op dit tussenstuk 15 is aangebracht door middel van een tweede as 17.

Het eerste koppeldeel 13 is voorzien van twee evenwijdige oren 18 en 19 waartussen de as 16 is bevestigd.

Het tussenstuk 15 is in het weergegeven voorbeeld een busvormig element dat tussen de oren 18 en 19 verdraaibaar op de as 16 is aangebracht en dat voorzien is van een radiaal uitstekende lip waarop het tweede koppeldeel 14 scharnierbaar is bevestigd met de as 18.

Het scharnier 12 is voorzien van een aanslag 21 die de draaibeweging rond de tweede as 17 van de scharnier 12 naar boven toe beperkt en die is uitgevoerd als een naar onder uitstekende rib van een verlengd gedeelte 22 van het bovenste oor 18, welk verlengd gedeelte 22 zich uitstrekt in het verlengde van het eerste koppelstuk 13.

Het eerste koppeldeel 13 bevat verder een geleiding 23 in de vorm van een cilindrisch uitgevoerd loopvlak 24 dat in dit geval gevormd wordt door de zijrand van het onderste oor 19, terwijl het tweede koppeldeel 14 is uitgerust met een daarmee samenwerkende volger 25 in de vorm van een volgwiel 26 dat vrij verdraaibaar op een afstand onder de tweede as van het scharnier is aangebracht rond een spil 27 die dwars is gericht op de richting van de tweede as 17.

Het cilindrisch uitgevoerd loopvlak bezit een meetkundige as X-X' die hoofdzakelijk evenwijdig is met de voornoemde eerste as 16 van het scharnier 12 en die excentrisch is verschoven ten opzichte van deze eerste as 16 in de richting van het eerste koppelstuk 13.

De werking van de luifel 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.

In de uitgestrekte positie van de luifel 1 zoals weergegeven in figuur 1 bevindt de scharnier 12 zich in een stand zoals weergegeven in figuur 2, waarbij de voorarm 10 een stand inneemt die een knikhoek A insluit met het armdeel 9 waarmee de gelede arm 6-7 aan de luifelkast is bevestigd.

Door het gewicht van de voorarm 10 en van de voorlat 5, zal inderdaad de voorarm 10 naar onder knikken rond de tweede as 17, waarbij de voorarm 10 in deze stand wordt gehouden doordat het tweede koppeldeel 14 met het volgwiel 16 tegen het loopvlak 14 rust.

Het doek 4 wordt ondersteund door de gelede armen 6 en vertoont daarbij een knik langs de verbindingslijn 28 tussen de scharnieren 12 van beide armen 6.

De aanslag 21 belet in deze positie dat de voorarm 10 omhoog gedraaid kan worden rond de as 17. Zodat hierdoor belet wordt dat het geknikte deel 29 van de luifel 1 tussen de voornoemde verbindingslijn 28 en de voorlat 5 omhoog kan bewegen, bijvoorbeeld ten gevolge van een windstoot.

Het is duidelijk dat in de situatie van figuur 1 er meer vrije hoogte beschikbaar is onder het doek 4 dan in het geval van een klassieke luifel zonder knik, zoals schematisch weergegeven met streeplijn 30 die de strekking van het doek 4 weergeeft in zulk geval van een klassieke luifel waarvan de gelede armen 6 zijn uitgerust met enkelvoudige scharnieren.

Wanneer vanuit de positie van de luifel 1 overeenstemmend met de figuren 1 en 2, het doek 4 op de oprolas 3 wordt opgerold, dan zal hierdoor de voorlat 5 naar de luifelkast 2 toe worden getrokken, waardoor de armdelen 9-10 naar binnen zullen plooien rond de eerste scharnieras 16 van het scharnier 12.

Deze draaibeweging rond de as 16 wordt geïllustreerd aan de hand van pijl B in figuur 3 die een positie toont waarin de koppeldelen 13-14 ongeveer haaks op elkaar staan.

Door de draaibeweging vanuit de positie van figuur 2 naar de positie van figuur 3, wordt de voorarm 10 gedwongen automatisch naar omhoog te draaien rond de tweede scharnieras 17, zoals weergegeven door pijl C, doordat het volgwiel 26 tijdens deze beweging over het loopvlak 24 rolt en dit volgwiel 26 aldus van deze as 16 wordt weggeduwd door de excentrische opstelling van het loopvlak 24 ten opzichte van de eerste scharnieras 16.

Bij het nog verder oprollen van het doek zullen de koppeldelen armdelen 9-10 en de daarmee verbonden koppeldelen 13-14 nog verder naar elkaar toedraaien tot de gelede armen 6 volledig of nagenoeg volledig zijn samengeplooid zoals geïllustreerd in de figuren 4.

De diameter en de excentriciteit van het cilindrisch loopvlak 24 zijn zodanig gekozen dat in deze positie van figuur 4 de armdelen 9-10 evenwijdig of hoofdzakelijk evenwijdig naast elkaar liggen zodat de opgeplooide gelede arm 6 in deze positie een minimaal volume inneemt, aangezien deze positie overeenstemt met de volledig opgerolde situatie van de luifel 1, waarbij de voorlat 5 de opening van de kast 2 afsluit en de geplooide armen 6 volledig in de kast zijn weggeplooid.

Waneer het doek 4 opnieuw wordt afgerold, zullen de armdelen 9-10 uit elkaar bewegen rond de eerste scharnieras 16, dit onder invloed van de veren in de gelede armen 6, en zal de voorarm 10 tijdens beweging automatisch zakken rond scharnieras 17, dit onder invloed van de beweging van het volgwiel 26 dat over het loopvlak 23 rolt en aldus steeds dichter bij de as 16 komt.

Het is duidelijk dat de geleiding, gevormd door het loopvlak 24 en het volgwiel 26, voor de gedwongen beweging van het tweede koppeldeel 14 rond de tweede as 17 wanneer de gelede arm 6, vanuit de dubbel geplooide positie van figuur 3, wordt opengeplooid, ook op andere manieren kan worden gerealiseerd, waarbij bijvoorbeeld het loopvlak niet noodzakelijk cilindrisch hoeft te zijn, maar ook een andere vorm kan hebben of op een andere plaats kan zijn voorzien.

Een voorbeeld hiervan is weergegeven in de figuren 7 en 8, waarbij de geleiding 23 en de aanslag 21 gerealiseerd door eenzelfde loopvlak 24 aan de onderzijde van het uitstekend gedeelte 22 en waarbij dit loopvlak is voorzien van een schuin oploopvlak 31. Het volgwiel 24 is daarbij aan de bovenzijde van het tweede koppelstuk 14 voorzien op een as die dwars is gericht op de as en op een radiale afstand daarvan.

De arm is in dit geval voorzien van een veer 32 die de neiging heeft een kracht F uit te oefenen die het tweede koppelstuk 14 naar boven doet draaien rond de as 17 en daarbij het volgwiel 26 op het loopvlak 24 drukt.

Figuur 9 is een variante van de uitvoeringsvorm van figuur 7, waarbij de tweede scharnieras 17 aan de onderzijde is gesitueerd van het tweede koppelstuk 14 in plaats van aan de bovenzijde zoals in de reeds beschreven uitvoeringsvormen, maar steeds bij voorkeur hoofdzakelijk dwars op de richting van de eerste as 16.

Overigens is een gedwongen geleiding zelfs niet strikt noodzakelijk maar zou bijvoorbeeld, in de plaats daarvan, een manuele blokkering of dergelijke kunnen worden voorzien van de draaibeweging van de voorarm 10 rond de tweede as 17, bijvoorbeeld om de gebruiker toe te laten de knikhoek A naar wens in te stellen vanaf 0°, overeenstemmend met een neutrale situatie zonder knik waarbij de armdelen 9-10 zich in eikaars verlengde bevinden, en dit, zowel in een draaizin naar onder, als in een draaizin naar boven.

Ook de aanslag 23 kan op velerlei manieren worden uitgevoerd.

Niettegenstaande in het hiervoor beschreven voorbeeld een dubbele scharnier is beschreven, is het niet uitgesloten een meervoudig scharnier 12 te voorzien met meer dan twee vrijheidsgraden, zoals een bolgewricht of andere mogelijke varianten van meervoudige scharnieren die minstens een draaibeweging toelaten rond twee draaiassen die hoofdzakelijk dwars op elkaar zijn gericht.

Het is duidelijk dat de koppelstukken 13-14 van het scharnier 12 kunnen zijn geïntegreerd in de armdelen 9 en 10.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een verbeterde luifel volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

1. Verbeterde luifel van het type dat voorzien is van een oprolas (3) waarop een doek (4) is gewikkeld dat met een rand is bevestigd aan een voorlat (5) die ondersteund is door middel van twee of meer gelede armen (6), elke gelede arm (6) bestaande uit minstens twee armdelen (9-10) die door middel van een scharnier (12) met elkaar zijn verbonden teneinde de gelede arm (6) rond een as (16) dubbel te kunnen plooien en te kunnen opendraaien, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde scharnier (12) een meervoudig scharnier is dat niet alleen een verdraaiing toelaat rond de voornoemde eerste as (16), maar minstens ook een verdraaiing toelaat rond een tweede as (17) die dwars of hoofdzakelijk dwars is gericht op de eerste as (16).

2. Luifel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het meervoudig scharnier (12) een dubbel scharnier is dat een verdraaiing toelaat rond twee dwars op elkaar gerichte assen (16-17) .

3. Luifel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het dubbel scharnier (12) toelaat dat de zogenaamde voorarm (10), namelijk het armdeel waaraan de voorlat (5) is bevestigd, over een hoek (A) naar onder kan knikken ten opzichte van het andere armdeel (9) waarmee het scharnierbaar verbonden is.

4. Luifel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het meervoudig scharnier bestaat uit twee koppeldelen, respectievelijk een eerste koppeldeel (13) en een tweede koppeldeel (14), waarmee het scharnier (12) verbonden is respectievelijk met één van de armdelen (9-10) van de gelede arm (6) en dat deze koppeldelen (13-14) met elkaar verbonden zijn door middel van een tussenstuk (15) dat scharnierbaar in het eerste koppeldeel (13) is aangebracht door middel van de voornoemde eerste as (16) en dat het tweede koppeldeel (14) scharnierbaar op dit tussenstuk (15) is aangebracht door middel van de voornoemde tweede as (17).

5. Luifel volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het eerste koppeldeel (13) een geleiding (23) bevat · en het tweede koppeldeel (14) een volger (25) bevat die met deze geleiding (23) kan samenwerken en waarmee het tweede koppeldeel (14) tegen het eerste koppeldeel (13) rust of er tegenaan gedrukt wordt en die een geleiding vormt voor de beweging van het tweede koppeldeel (14) rond de tweede as (17) wanneer de gelede arm (6), vanuit de dubbel geplooide positie wordt opengedraaid.

6. Luifel volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de geleiding (23-25) zodanig is dat bij het opendraaien van de gelede arm (6) het tweede koppeldeel (14) automatisch over een ingestelde hoek (A) rond de tweede as (17) beweegt.

7. Luifel volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde geleiding (23-25) wordt gevormd door een cilindrisch uitgevoerd loopvlak (24) waarvan de meetkundige as (X-X') hoofdzakelijk evenwijdig is met de voornoemde eerste as (16) en excentrisch is gepositioneerd ten opzichte van deze eerste as (16).

8. Luifel volgens één van de voorgaande conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het eerste koppeldeel (13) voorzien is van twee evenwijdige oren (18-19) waartussen de eerste as (16) is bevestigd en waartussen het tussenstuk (15) verdraaibaar is aangebracht en dat de voornoemde geleiding (23-25) wordt gevormd door de zijrand van het onderste oor (19).

9. Luifel volgens één van de voorgaande conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de volger (25) gevormd wordt door een volgwiel (26) dat verdraaibaar is aangebracht rond een spil (27) die dwars is gericht op de tweede as (17) van het scharnier (12).

10. Luifel volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het loopwiel (26) op een afstand van de tweede as (17) van het scharnier (12) is gepositioneerd.

11. Luifel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een aanslag (21) is voorzien die de draaibeweging rond de tweede as (17) van de scharnier beperkt.

12. Luifel volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aanslag (21) wordt gevormd door een voorbij het scharnier uitstekend gedeelte (22) in het verlengde van eerste koppelstuk (13).

13. Luifel volgens conclusie 5 en conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aanslag (21) is uitgevoerd in de vorm van een loopvlak (24) dat de voornoemde geleiding (23) vormt voor een volger (25) voorzien op het tweede koppeldeel (14).

14, - Luifel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de arm is voorzien van een veer (32) die de neiging heeft het tweede koppeldeel (14) rond de tweede scharnieras (17) naar omhoog te laten draaien.